Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - West

Verordening op het burgerinitiatief Stadsdeel West

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - West
Officiële naam regelingVerordening op het burgerinitiatief Stadsdeel West
CiteertitelVerordening op het burgerinitiatief
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: -

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-05-201022-06-2015nieuwe regeling

03-05-2010

Stadsblad, 12-05-2010

-

Tekst van de regeling

Verordening op het burgerinitiatief Stadsdeel West

Artikel 1 Doelstelling

  • De doelstelling van de Verordening op het Burgerinitiatief is het bevorderen van de participatie en betrokkenheid van bewoners van het stadsdeel West en de bewoners de mogelijkheid te bieden om direct invloed uit te oefenen op de politieke agenda.

Artikel 2 Begripsomschrijving

  • In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatief: een voorstel van een initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de vergadering van de stadsdeelraad.

Artikel 3 Initiatiefgerechtigden

  • Lid 1     Initiatiefgerechtigd zijn alle ingezetene van het stadsdeel die de leeftijd van twaalf jaar hebben bereikt.

  • Lid 2     Initiatiefgerechtigd zijn voorts de natuurlijke of rechtspersonen die een bedrijf voeren dat is gevestigd in het stadsdeel, dan wel rechtspersonen die een andere maatschappelijke activiteit in het stadsdeel uitoefenen.

  • Lid 3     Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

Artikel 4 Geldigheid burgerinitiatief

  • Lid 1     De stadsdeelraad plaatst een burgerinitiatief op de agenda van zijn vergadering, indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

  • Lid 2     Ongeldig is het voorstel dat:

    • a.

      niet door ten minste 130 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

    • b.

      een onderwerp als bedoelt in artikel 5 bevat;

    • c.

      niet voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 6.

Artikel 5 Uitgesloten onderwerpen

  • Een burgerinitiatief kan niet betrekking hebben op:

    • a.

      een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de stadsdeelraad;

    • b.

      een vraag over het stadsdeelbeleid of de uitvoering daarvan;

    • c.

      een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • d.

      een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • e.

      een onderwerp waarover korter van twee jaar voor indiening van het burgerinitiatief door de stadsdeelraad een besluit is genomen, tenzij nieuwe argumenten tot een nieuwe afweging zouden kunnen leiden;

    • f.

      een onderwerp dat verband houdt met een juridische procedure van het stadsdeel;

    • g.

      voorstellen rond de vaststelling dan wel de wijziging van de begroting;

    • h.

      voorstellen rond belastingen en tarieven van het stadsdeel;

    • i.

      een onderwerp dat een wijziging van beleid betreft dat al in een ver gevorderd stadium van ontwikkeling dan wel reeds in uitvoering is;

    • j.

      een onderwerp dat expliciet nadeel of schade oplevert of beledigend kan zijn voor kwetsbare groepen.

Artikel 6 Voorwaarden plaatsing op raadsagenda

  • Lid 1     Het verzoek ter plaatsing van een burgerinitiatief op de agenda van de stadsdeelraad wordt schriftelijk via de griffier ingediend bij de voorzitter van de stadsdeelraad.

  • Lid2 Formulieren voor indiening van een burgerinitiatief zijn bij de griffie verkrijgbaar en kunnen - na invulling - weer bij diezelfde griffie worden ingeleverd. De griffie zal de initiatiefnemer gedurende de verdere procedure adviseren en begeleiden.

  • Lid 3     Het verzoek gaat vergezeld van een advies van de raadsgriffier over de geldigheid van het burgerinitiatief en de te volgen procedure voor raadsleden, initiatiefnemers, bewoners en andere belanghebbenden.

  • Lid 4     Het verzoek bevat ten minste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel;

    • b.

      een toelichting op het burgerinitiatief;

    • c.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de initiatiefgerechtigde en zijn plaatsvervanger en

    • d.

      een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

  • Lid 5     Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het in de bijlage van deze verordening opgenomen model.

Artikel 7 Behandeling burgerinitiatief

  • Lid 1     De stadsdeelraad beslist, in de eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek, of het burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van de stadsdeelraad wordt geplaatst, met dien verstande dat ten minste twee weken is gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering, waarin de stadsdeelraad over het verzoek beslist.

  • Lid 2     De voorzitter van de stadsdeelraad nodigt de initiatiefgerechtigde schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatief is geagendeerd. De initiatiefgerechtigde of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatief mondeling nader toe te lichten.

  • Lid 3     Indien de stadsdeelraad het burgerinitiatief verder in behandeling neemt, stelt hij tegelijk vast of het burgerinitiatief voor advies wordt voorgelegd aan het Dagelijks Bestuur en in welke raadsvergadering besluitvorming over het burgerinitiatief zal plaatsvinden.

  • Lid 4     Beraadslaging en besluitvorming over het burgerinitiatief vinden in ieder geval plaats binnen twaalf weken nadat de stadsdeelraad heeft besloten om het burgerinitiatief in behandeling te nemen.

  • Lid 5     Indien een burgerinitiatief wordt ingediend in de maanden juni of juli wordt de termijn in het vierde lid met acht weken verlengd.

  • Lid 6     Indien de stadsdeelraad het verzoek afwijst wegens strijd met artikel 5, onder a, kan de stadsdeelraad het voorstel doorzenden aan het Dagelijks Bestuur.

  • Lid 7     Zo spoedig mogelijk nadat de stadsdeelraad over het burgerinitiatief een besluit heeft genomen wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.

  • Lid 8     Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan de initiatiefgerechtigde(n).

  • Lid 9     Indien de stadsdeelraad het burgerinitiatief geheel of gedeeltelijk overneemt, deelt het Dagelijks Bestuur de verzoeker(s) binnen twee weken na de raadsvergadering mee wanneer met de uitvoering van het raadsbesluit zal worden gestart en bij welke medewerker van het stadsdeel de verzoeker nadere inlichtingen kan inwinnen.

  • Lid 10   Indien een burgerinitiatief is afgewezen, is sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep open staat.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • Lid 1     De Verordening op het Burgerinitiatief De Baarsjes wordt ingetrokken.

  • Lid 2     De Verordening op het burgerinitiatief vastgesteld door de stadsdeelraad van Bos en Lommer wordt ingetrokken.

  • Lid 3     De Verordening op het burgerinitiatief stadsdeel Oud-West wordt ingetrokken.

  • Lid 4     De Verordening burgerinitiatief stadsdeel Westerpark 2008 wordt ingetrokken.

  • Lid 5     Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening op het burgerinitiatief.

  • Lid 6     Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na vaststelling.