Overheidsorganisatie | Deelgemeente Amsterdam - West |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening voorzieningen raadsleden en duoraadsleden Stadsdeel West 2010 |
Citeertitel | Verordening voorzieningen raadsleden en duoraadsleden |
Vastgesteld door | deelraad |
Onderwerp | |
Eigen onderwerp | Bestuurlijke organisatie |
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: -
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-12-2011 | 25-11-2015 | art. 7, lid 2 toegevoegd. Het oude art. 7 lid 2 wordt het nieuwe artikel 7 lid 3. | 29-11-2011 Stadsblad, | 2011/18328 | |
04-05-2010 | 07-12-2011 | nieuwe regeling |
| - |
In deze regeling wordt verstaan onder:
Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244, zoals nadien gewijzigd;
Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2001, Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders, zoals nadien gewijzigd;
raadslid: lid van de deelraad van het stadsdeel West;
griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;
duoraadslid: een door de stadsdeelraad benoemde persoon, die geen lid is van de stadsdeelraad. Deze persoon dient te voldoen aan de vereisten voor een reguliere benoeming in de stadsdeelraad, maar zijn naam hoeft niet voor te komen op een geldig verklaarde lijst van kandidaten voor de laatst gehouden stadsdeelverkiezingen.
vergoedingen: brutovergoedingen, tenzij anders omschreven.
Lid 1 Aan het raadslid wordt een vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toegekend.
Lid 2 De in lid 1 bedoelde vergoeding is gelijk aan het in tabel I van het Rechtspositie-besluit raads- en commissieleden vastgestelde maximum voor een gemeente met een overeenkomstig inwoneraantal.
De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschik
Lid 1 In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van het stadsdeel verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
Lid 2 In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van het stadsdeel verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
Lid 1 Aan het raadslid wordt een onkostenvergoeding toegekend voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten. Deze vergoeding is gelijk aan het bedrag, vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Lid 2 Aan een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Lid 1 Degene die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 5, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest. Het raadslidmaatschap eindigt op het moment dat een ander daarvoor in de plaats is toegelaten tot de deelraad.
Lid 2 De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 5, geschiedt in maandelijkse termijnen.
Lid 1 Bij raadsleden die meer dan drie maal in een jaar afwezig zijn tijdens de raads-vergadering wordt achteraf twintig procent op hun jaarlijkse vergoeding bedoeld in artikel 2 en 5 in mindering gebracht.
Lid 2 De deelraadsvoorzitter heeft overleg over de aard van de afwezigheid met de fractievoorzitter van de partij waar het lid deel van uitmaakt. Wanneer de fractievoorzitter aangeeft dat hij de mindering onredelijk vindt, zie artikel 7, lid 1, dan beslist het presidium
Lid 3 In afwijking van het bepaalde in artikel 6 lid 2 wordt de in lid 1 bedoelde korting verrekend met de vergoeding over januari en eventueel ook februari van het volgende jaar of, bij aftreden, bij de laatste vergoedingsbetaling.
Lid 1 De ten behoeve van het stadsdeel gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente in het belang van het stadsdeel worden aan het raadslid vergoed.
Lid 2 De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een (trein)taxi: volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;
bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders.
Lid 3 De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed, tot ten hoogste de bedragen, vastgesteld bij of krachtens het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders.
Lid 1 De stadsdeelraad kan een afvaardiging uit de stadsdeelraad toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. De stadsdeelraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.
Lid 2 De in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door of vanwege het stadsdeel georganiseerd.
Lid 3 De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van het stadsdeel.
Lid 1 De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het belang van het stadsdeel door of namens het stadsdeel worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van het stadsdeel.
Lid 2 Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens het stadsdeel wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij de voorzitter van de stadsdeelraad. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van het stadsdeel als deelname van belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.
Lid 1 Aan het raadslid wordt voor de uitoefening van het raadslidmaatschap op aanvraag een computer of laptop met bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.
Lid 2 Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een ten laste van het stadsdeel ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid ontvangt het raadslid ten laste van het stadsdeel op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschaf-waarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke in bruikleen ter beschikking wordt gesteld.
Lid 3 Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, ontvangt het raadslid op aanvraag voor de uitoefening van het raadslid-maatschap voor een periode van maximaal drie jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde voor:
aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of
gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.
Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke in bruikleen ter beschikking worden gesteld.
Lid 4 Op aanvraag worden de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste of derde lid genoemde computerapparatuur vergoed.
Lid 5 Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met het stadsdeel.
Lid 6 Het Dagelijks Bestuur stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Lid 1 Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan op aanvraag deelnemen aan de voor het personeel geldende spaarloonregeling.
Lid 2 Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.
Lid 3 Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien het raadslid gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling.
Lid 1 Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienst-betrekking wordt aangemerkt, heeft de mogelijkheid af te zien van een deel van de bruto raadsvergoeding of de bruto kostenvergoeding. Het raadslid ontvangt dan een vergoeding voor een fiets als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001.
Lid 2 Naar keuze van het raadslid wordt de raadsvergoeding dan wel vaste onkostenver-goeding verminderd met het bedrag van de fietsvergoeding.
Lid 3 De vergoeding voor de fiets wordt belastingvrij verstrekt indien het raadslid voldoet aan de in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 gestelde voorwaarden.
Lid 1 Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt krijgt een tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering als bedoeld in artikel 11 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Lid 2 In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest ontvangt hij de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.
Lid 3 De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, geschiedt in maandelijkse termijnen.
Lid 1 De artikelen 1 tot en met 6 en 11 tot en met 14 blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 5 van deze verordening ontvangt de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is.
Lid 2 De artikelen 1 tot en met 11, eerste, tweede, vierde vijfde en zesde lid en artikel 14 van deze regeling zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte.
Lid 1 Het duo raadslid ontvangt voor het bijwonen van vergaderavonden een vergoeding die gelijk is aan het bedrag, vermeld in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden voor een gemeente van een overeenkomstig inwoneraantal.
Lid 2 De vergoeding wordt halfjaarlijks voldaan of op het moment van tussentijds aftreden van het duoraadslid.
De artikelen 8 en 10 van deze verordening zijn van overeenkomstige toepassing op duoraadsleden.
Lid 1 Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 8, 9 en 10 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het Dagelijks Bestuur is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.
Lid 2 Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid dient het declaratieformulier binnen 2 maanden bij de griffier, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.
Lid 1 De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 8, 9 en 10 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid, voor akkoord ondertekende factuur aan het stadsdeel.
Lid 2 Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het formulier, waarvan het model door het DB is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen.
Lid 2 Het raadslid dient het formulier en de factuur binnen 2 maanden in bij de griffier.
Lid 1 De Verordening voorzieningen leden stadsdeelbestuur van stadsdeel Westerpark wordt ingetrokken.
Lid 2 Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening voorzieningen raadsleden en duoraadsleden.
Lid 3 Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na vaststelling.