| Overheidsorganisatie | Deelgemeente Amsterdam - West |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Verordening op de rekeningcommissie Stadsdeel West 2010 |
| Citeertitel | Verordening op de rekeningcommissie 2010 |
| Vastgesteld door | deelraad |
| Onderwerp | |
| Eigen onderwerp | Bestuurlijke organisatie |
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: -
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 04-05-2010 | 25-11-2015 | nieuwe regeling | 03-05-2010 Stadsblad, 12-05-2010 | - |
Commissie: Rekeningcommissie
Voorzitter: Voorzitter van de Rekeningcommissie
Raadslid: Lid van de stadsdeelraad
Raadsvoorzitter: voorzitter van de stadsdeelraad
Er is een commissie als bedoeld in artikel 19 van de Verordening op de stadsdelen juncto artikel 82 van de Gemeentewet voor advies omtrent de juistheid van de rekening- en verantwoordingsstukken van het stadsdeel en het in het stadsdeel gevoerde financiële beheer en beleid, genaamd de Rekeningcommissie.
1. De Rekeningcommissie bestaat uit ten minste drie leden en maximaal een aantal leden dat gelijk is aan het aantal fracties van de stadsdeelraad, waarvan één de voorzitter is. Iedere fractie in de stadsdeelraad kan één lid voordragen;
2. De leden van de commissie kiezen uit hun midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.
3. De commissie wordt in haar werkzaamheden bijgestaan door de raadsgriffie.
4. De leden worden door de stadsdeelraad benoemd uit de leden van de stadsdeelraad of uit door de fracties voor te dragen duoraadsleden.
5. In geval van verhindering kan een lid van de commissie zich laten vervangen door een lid van zijn fractie of door een door de stadsdeelraad benoemd duoraadslid.
6. De controlerend accountant of diens plaatsvervanger treedt op als adviseur en wordt zo nodig door de commissie uitgenodigd om een toelichting te geven.
1. De leden van de commissie treden af, wanneer de deelraad aftreedt, behoudens eerdere schorsing, ontslag of ontheffing door de deelraad.
2. Het commissielid dat ophoudt deelraadslid te zijn houdt tevens op commissielid te zijn.
3. De raad kan aan een lid op diens verzoek ontheffing uit zijn lidmaatschap verlenen.
4. In geval van tussentijdse ontheffing gaat het ontslag op het tijdstip waarop de opvolger is benoemd
1. De commissie heeft tot taak:
a. het jaarlijkse onderzoek naar de deugdelijkheid, in de zin van comptabele juistheid en rechtmatigheid van de verantwoorde beleids- en beheershandelingen, van de ontwerprekening;
b. jaarlijks, op een nader te bepalen datum, in beginsel twee maanden na het uitbrengen van de accountantsrapport, aan de stadsdeelraad in het openbaar schriftelijk verslag uit te brengen omtrent de bevindingen van het onderzoek zoals genoemd onder a. In dit verslag is een advies opgenomen ten aanzien van de vaststelling van de ontwerprekening van de stadsdeelorganisatie en de dechargeverlening aan het Dagelijks Bestuur.
2. De commissie heeft verder de mogelijkheid de financiële verantwoordingsstukken van de stadsdeelorganisatie te onderzoeken ten behoeve van een beoordeling door de stadsdeelraad van de doelmatigheid van het door of namens het Dagelijks Bestuur gevoerde financiële beleid en beheer.
3. De commissie brengt het verslag ter kennis van het Dagelijks Bestuur en plaatst dit op de agenda van de vergadering van de deelraad. Het Dagelijks Bestuur kan in de bij de jaarrekening behorend raadsvoordracht een reactie op het verslag van de commissie geven.
4. Het staat de commissie vrij, de naar haar oordeel daarvoor in aanmerking komende zaken uitsluitend ter kennis van het Dagelijks Bestuur te brengen.
5. Ten behoeve van de in het eerste lid vermelde taak van de commissie brengt de controlerende accountant verslag uit omtrent de deugdelijkheid van de ontwerpjaarrekening.
1. De commissie vergadert zo vaak als het door de voorzitter of een meerderheid van de leden nodig wordt geoordeeld.
2. De vergaderingen worden door de voorzitter belegd. Deze draagt er zorg voor dat elk lid ten minste tien dagen voor de datum van de eerste vergadering hier schriftelijk voor wordt opgeroepen. Met de oproeping worden ook de agenda en de bijbehorende stukken aan de leden toegezonden.
3. In, naar het oordeel van de voorzitter, spoedeisende gevallen kan van de in het voorgaande lid genoemde termijn worden afgeweken.
4. De commissie mag niet beraadslagen of besluiten als niet de meerderheid van de leden aanwezig is.
5. Wanneer het vereiste aantal leden niet is opgekomen, kan de voorzitter met een tussentijd van ten minste 24 uur een nieuwe vergadering beleggen, waarin de dan aanwezige leden beraadslagen en besluiten over de geagendeerde onderwerpen.
6. De vergaderingen van de commissie openbaar.
7. De deuren van een openbare vergadering worden gesloten, wanneer een der aanwezige leden dit verlangt of de voorzitter dit nodig acht. De commissie besluit dat met gesloten deuren verder zal worden vergaderd, wanneer blijkt dat bij de verdere beraadslagingen in het openbaar private of openbare belangen wezenlijk zouden kunnen worden geschaad.
1. De besluiten van de commissie worden bij meerderheid van stemmen genomen.
2. Bij staking van de stemmen is de stem van de voorzitter bepalend
1. Van het verhandelde in de vergadering van de commissie wordt door de secretaris notulen gemaakt. De notulen worden openbaar gemaakt.
2. De vaststelling van het verslag van de commissie, als bedoelt in artikel 5 van deze verordening, geschiedt in de eerstvolgende vergadering. De leden hebben het recht voorstellen van wijziging te doen, hetzij ter vergadering, hetzij schriftelijk.
3. Het verslag als bedoelt in artikel 5 van deze verordening wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.
4. Wanneer een lid een minderheidsstandpunt inneemt en dat standpunt aan de stadsdeelraad wil meegeven, dan wordt dit standpunt opgenomen in het openbare verslag.
5. In de vergadering van de stadsdeelraad, licht de voorzitter van de commissie of diens plaatsvervanger het bedoelde verslag nader toe.
1. Door of namens het Dagelijks Bestuur worden de, voor het onderzoek van de rekening, benodigde stukken ter beschikking gesteld aan de commissie.
2. De commissie is bevoegd inlichtingen te vragen aan het Dagelijks Bestuur of aan ambtenaren van de stadsdeelorganisatie.
3. Voor het verkrijgen van mondelinge inlichtingen kan de commissie de voorzitter van het Dagelijks Bestuur, de portefeuillehouders, een ambtenaar van de stadsdeelorganisatie of deskundigen ter vergadering uitnodigen. Zij geeft van de uitnodiging van een ambtenaar kennis aan het Dagelijks Bestuur en de stadsdeelsecretaris.
4. De commissie is voorts bevoegd tot het opvragen en het inzien van bescheiden, de boekhouding, besluiten en notulen van vergaderingen welke zij voor haar onderzoek naar de juistheid van de financiële verantwoording en/of het gevoerde financiële beleid nodig acht.
1. De Verordening op de Rekeningcommissie 2002 van stadsdeel De Baarsjes wordt ingetrokken.
2. De Verordening Rekeningcommissie vastgesteld door de stadsdeelraad van Bos en Lommer op 10 december 2002 wordt ingetrokken.
3. De Verordening op de rekeningcommissie stadsdeel Oud-West wordt ingetrokken.
4. De Verordening Regelende de Samenstelling, Taak en Werkwijze van de Rekeningencommissie (2007) wordt ingetrokken.
5. Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening op de rekeningcommissie 2010
6. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na vaststelling.