Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Franekeradeel

Erfgoedverordening gemeente Franekeradeel 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Franekeradeel
Officiële naam regelingErfgoedverordening gemeente Franekeradeel 2010
CiteertitelErfgoedverordening gemeente Franekeradeel 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerpbouwen en wonen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

-

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Monumentenwet 1988, art. 12
  3. Monumementenwet 1988, art. 15
  4. Monumentenwet 1988, art. 38
  5. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, art. 2.1
  6. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, art. 2.2
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-10-201028-11-2019Nieuwe regeling

07-10-2010

Franeker courant 13-10-2010

Stuknr. 10.20609

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Franekeradeel;

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Franekeradeel van 15 september 2010;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 12, 15 en 38 van de Monumentenwet 1988 en de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

B E S L U I T:

Onder intrekking van de Monumentenverordening gemeente Franekeradeel 2006, vast te stellen de volgende

Erfgoedverordening gemeente Franekeradeel 2010.

HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • Deze verordening verstaat onder:

  • a. [gereserveerd]

  • b. [gereserveerd]

  • c. beschermd monument: beschermd monument als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • d. monumentencommissie: de op basis van art.15 Monumentenwet 1988 ingestelde commissie met als taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de verordening en het monumentenbeleid;

  • e. [gereserveerd]

  • f. landelijke Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden: landelijke kaart met een schaal van 1:50.000, die op basis van geomorfologische gegevens, de kans weergeeft op de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen, waarbij onderscheid wordt gemaakt in hoge, middelhoge, lage en zeer lage trefkans;

  • g. provinciale Archeologische Monumentenkaart: topografische kaart van (delen van) het provinciale grondgebied, waarop archeologische monumenten en archeologische gebieden zijn aangegeven;

  • h. archeologisch verwachtingsgebied: gebied, aangegeven op de archeologische waardenkaart, waarvan is aangegeven dat in bepaalde mate archeologische vondsten of sporen te verwachten zijn;

  • i. hoge verwachtingswaarde: grote kans op archeologische vondsten of informatie;

  • j. middelhoge verwachtingswaarde: gemiddelde kans op archeologische vondsten of informatie;

  • k. lage verwachtingswaarde: kleine kans op archeologische vondsten of informatie;

  • l. plan van aanpak: plan dat weergeeft hoe een archeologische uitvoerder de vragen zoals omschreven in het programma van eisen denkt te gaan beantwoorden;

  • m. programma van eisen: programma dat door het college wordt vastgesteld en waarmee kaders worden gesteld voor het ontwerp en de uitvoering van archeologisch onderzoek.

  • n. gemeentelijke beleidsadvieskaart: kaart behorende bij de archeologische paragraaf van het bestemmingsplan.

  • o. bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • p. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Franekeradeel

  • q. vergunning: een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, of 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

  • r. Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Hoofdstuk 2. Aanwijzing gemeentelijke monumenten

Artikel 2. Het gebruik van het monument

[gereserveerd]

Artikel 3. De aanwijzing tot gemeentelijk monument

[gereserveerd]

Artikel 4. Voorbescherming

[gereserveerd]

Artikel 5. Termijnen advies en aanwijzingsbesluit

[gereserveerd]

Artikel 6. Mededeling aanwijzingsbesluit

[gereserveerd]

Artikel 7. Registratie op de gemeentelijke monumentenlijst

[gereserveerd]

Artikel 8. Wijzigen van de aanwijzing

[gereserveerd]

Artikel 9. Intrekken van de aanwijzing

[gereserveerd]

Hoofdstuk 3. Instandhouding van gemeentelijke monumentale zaken

Artikel 10. Instandhoudingbepaling

[gereserveerd]

Artikel 11. De schriftelijke aanvraag

Een aanvraag als bedoeld in artikel 4.2. Besluit omgevingsrecht voor een vergunning als bedoeld in artikel 10 en de daarbij te overleggen gegevens en bescheiden worden in viervoud ingediend.

Artikel 12. Termijnen advies

  • 1. Het bevoegd gezag zendt onmiddellijk een afschrift van de ontvankelijke aanvraag om vergunning voor een gemeentelijk monument aan de monumentencommissie voor advies.

  • 2. Binnen vier weken na de datum van verzending van het afschrift brengt de monumentencommissie schriftelijk advies uit aan het college.

Artikel 13. Weigeringsgronden

De vergunning kan slechts worden verleend indien het belang van de monumentenzorg zich daartegen niet verzet. Bij de beslissing houdt het bevoegd gezag rekening met het gebruik van het monument.

Artikel 14. Intrekken van de vergunning

  • De vergunning kan door het bevoegd gezag worden ingetrokken indien:

  • a. blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

  • b. de omstandigheden aan de kant van de vergunninghouder zich zodanig hebben gewijzigd, dat het belang van het monument zwaarder dient te wegen.

Hoofdstuk 4. BESCHERMDE monumenten

Artikel 15. Vergunning voor beschermd monument

  • 1. Het bevoegd gezag zendt onmiddellijk een afschrift van de ontvankelijke aanvraag om vergunning voor een beschermd monument aan de monumentencommissie.

  • 2. De monumentencommissie adviseert schriftelijk over de aanvraag binnen acht weken na de datum van verzending van het afschrift.

Hoofdstuk 5. Instandhouding van archeologische terreinen

Artikel 16. Instandhoudingbepaling

  • 1. Het is verboden om in een archeologisch verwachtingsgebied, bedoeld in artikel 1, onder h, de bodem dieper dan 30 cm onder de oppervlakte te verstoren.

  • 2. Het verbod in lid 1 is niet van toepassing indien;

    • a.

      het een verstoring betreft van een archeologisch monument of archeologisch verwachtingsgebied als aangegeven op de provinciale Archeologische Monumentenkaart of de landelijke Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden, en waarbij die verstoring plaatsvindt:

      • -

        in een gebied met lage archeologische verwachtingswaarde en het te verstoren gebied kleiner is dan 100 m2, of;

      • -

        in een gebied met een middelhoge archeologische verwachtingswaarde en het te verstoren gebied kleiner is dan 50 m2, of;

      • -

        in een gebied met hoge archeologische verwachtingswaarde en het te verstoren gebied kleiner is dan 25 m2.

    • b.

      in het geldend bestemmingsplan bepalingen zijn opgenomen omtrent archeologische monumentenzorg.

    • c.

      sprake is van een activiteit als bedoeld in artikel 2.12, eerste en tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en hierin voorschriften zijn opgenomen omtrent archeologische monumentenzorg.

    • d.

      het college nadere regels stelt met betrekking tot de uitvoering van werkzaamheden die leiden tot een verstoring van een archeologisch monument of archeologisch verwachtingsgebied als aangegeven op gemeentelijke archeologische waardenkaart of de gemeentelijke beleidsadvieskaart, dan wel bij het ontbreken daarvan,de provinciale Archeologische Monumentenkaart of de landelijke Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden;

    • e.

      een rapport is overgelegd waarin de archeologische waarde van het te verstoren terrein naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:

      • -

        het behoud van de archeologische waarden in voldoende mate kan worden geborgd; of

      • -

        de archeologische waarden door de verstoring niet onevenredig worden geschaad; of

      • -

        in het geheel geen archeologische waarden aanwezig zijn.

Artikel 17. Opgravingen en begeleiding

  • 1. Indien binnen het grondgebied van de gemeente Franekeradeel onderzoek wordt uitgevoerd in het kader van het doen van opgravingen in de zin van artikel 1 sub h Monumentenwet 1988, dient, onverminderd de overige bepalingen van deze wet:

    • a.

      het college een programma van eisen vast te stellen als bedoeld in artikel 1 onder m, waarbij nadere regels worden gesteld ten aanzien van het onderzoek.

    • b.

      de verstoorder, voorafgaande aan het onderzoek, een plan van aanpak als bedoeld in artikel 1 onder l van deze verordening ter goedkeuring aan het bevoegd gezag te overleggen,.

  • 2. In de nadere regels neemt het college bepalingen op met betrekking tot het toezicht op de feitelijke uitvoering van het plan van aanpak. Tijdens het onderzoek dienen aanwijzingen van het college in acht te worden genomen.

  • 3. Om te kunnen beoordelen of het plan van aanpak aan het programma van eisen en eventuele nadere regels voldoet, vraagt het bevoegd gezag advies aan een deskundige, zoals omschreven in de Wet op de Archeologische monumentenzorg.

Artikel 18. Procedure

De bepalingen uit artikel 11, 12, 13 en 14 zijn van overeenkomstige toepassing op de bepalingen uit artikel 16, tweede lid, onder e, en artikel 17, eerste lid, onder b.

Hoofdstuk 6 Overige bepalingen

Artikel 19. Tegemoetkoming in schade

  • Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kent het bevoegd gezag hem op zijn aanvraag een naar billijkheid te bepalen tegemoetkoming toe, indien de schade in relatie staat tot:

  • a. [gereserveerd]

  • b. [gereserveerd]

  • c. [gereserveerd]

  • d. de door het college nader te stellen regels als bedoeld in artikel 16, tweede lid, onder d;

  • e. een aanwijzing als bedoeld in artikel 17, tweede lid, tweede volzin.

Artikel 20. Strafbepaling

Degene, die handelt in strijd handelt met artikel 16 met uitzondering van het bepaalde in het tweede lid, onder e, van deze verordening, wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of een hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Artikel 21. Toezichthouders

  • 1. [gereserveerd]

  • 2. Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de bij besluit van het college dan wel de burgemeester aan te wijzen personen.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 22. Intrekken oude regeling

De Monumentenverordening 2006 gemeente Franekeradeel, vastgesteld op 6 april 2006, wordt ingetrokken.

Artikel 23. Overgangsrecht

[vervallen]

Artikel 24. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking acht dagen na bekendmaking van de verordening in de Franeker Courant.

Artikel 25. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Erfgoedverordening 2010 Gemeente Franekeradeel.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare

raadsvergadering van 7 oktober 2010,

, voorzitter

, griffier