Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - West

Handhavingsbeleid Stadsdeel West

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - West
Officiële naam regelingHandhavingsbeleid Stadsdeel West
CiteertitelHandhavingsbeleid Stadsdeel West 2011 - 2014
Vastgesteld doorgedelegeerde functionaris
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpRuimtelijke ordening, grondbeleid en bouwen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Wettelijke grondslag: zie inleiding

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: -

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-07-201119-03-2016nieuwe regeling

19-07-2011

Stadsblad, 27 juli 2011

-

Tekst van de regeling

Voorwoord

In het handhavingsbeleid 2011-2014 zijn de kaders voor handhaving in Stadsdeel West beschreven. De nota gaat in op de wijze waarop toezicht en handhaving plaatsvindt en binnen welke context. Aan de orde komen onder andere de handhavingstrategie en bevoegdheden, handhaving- en ketenpartners, kwaliteitscriteria en de uitvoeringsorganisatie.

De geschetste kaders zijn gedeeltelijk afkomstig van het Stedelijk Programma Regelgeving en Handhaving 1, het gezamenlijke programma van stadsdelen en centrale stad uit de vorige bestuursperiode (2006-2010). Voor het actieprogramma van het Stedelijk Programma Regelgeving en Handhaving zijn visie en uitgangspunten voor bestuurlijke handhaving bepaald, kwaliteitscriteria en een juridisch kader opgesteld en is een toezicht- en sanctiestrategie beschreven.

Onder het motto Helder en haalbaar handhaven: minder regels, beter handhaven, is gedurende vier jaar gewerkt aan vermindering van de regeldruk; eenvoudiger vergunningverlening; en professionele, consequente en consistente handhaving. In het Eindrapport Stedelijk Programma Regelgeving en Handhaving (april 2010) staan de resultaten van het programma. Ook bevat het rapport conclusies en aanbevelingen om het werk en gedachtegoed van het programma voort te zetten.

Het Stedelijk Programma Regelgeving en Handhaving is nu afgerond en alle producten, processen en instrumenten zijn overgedragen aan de stadsdelen en de centrale stad. Deze zijn verantwoordelijk voor (verdere) uitvoering. Stadsdeel West baseert zich ook in de huidige bestuursperiode op de kaders van het Stedelijk Programma Regelgeving en Handhaving; de visie en uitgangspunten gelden nog steeds.

Leeswijzer

De Inleiding gaat onder andere in op de wettelijke eisen voor het handhavingsbeleid. In hoofdstuk 2 van deze beleidsnota staan visie en uitgangspunten voor bestuurlijke handhaving, zoals vastgesteld door de gemeente Amsterdam. Vervolgens beschrijft hoofdstuk 3 de handhavingstrategie en -bevoegdheden in Stadsdeel West. Per onderwerp staan de belangrijkste protocollen en werkafspraken die de handhavers van het stadsdeel hanteren bij het uitoefenen van hun taken. In hoofdstuk 4 staan de afspraken met handhaving- en ketenpartners, zoals de Brandweer, de politie, de GGD en (andere) stedelijke diensten. Hoofdstuk 5 beschrijft de uitvoeringsorganisatie, de samenstelling van het personeel, ontwikkelingsmogelijkheden, kwaliteitscriteria en kennisborging. Een belangrijke kwaliteitsslag wordt gemaakt met de uitvoering van het Verbeterplan Bouw- en Woningtoezichttaken. Hoofdstuk 6 gaat kort in op de rol van communicatie als handhavingsinstrument. Een overzicht van prioriteiten voor handhaving staat in hoofdstuk 7. De prioriteiten zijn aan de hand van een risicoanalyse en gesprekken met portefeuillehouders bepaald. De handhavingsprioriteiten worden jaarlijks tegen het licht gehouden en op basis van actuele ontwikkelingen of wetswijzigingen aangepast. Hoofdstuk 8 geeft een inkijkje in de toekomst: met welke ontwikkelingen houden we rekening.

Inhoud

Voorwoord  2

Samenvatting  4

Inleiding  5

1.         Visie en uitgangspunten  7

1.1.      Wat is handhaving  7

1.2.      Visie op bestuurlijke handhaving van de gemeente Amsterdam   7

1.3.      Uitgangspunten  7

2.         Handhavingstrategie en -bevoegdheden  9

2.1.      Handhavingstrategie  9

3.2.      Bevoegdheden  13

3.3.      Taakverdeling handhaving: centraal en decentraal (Organisatie Bestuurlijk Toezicht) 14

3.4.      Integrale handhaving  14

3.         Handhaving- en ketenpartners  16

3.1.      Externe ketenpartners  16

3.2.      Interne ketenpartners  17

4.         Uitvoeringsorganisatie  19

4.1.      Samenstelling personeel 19

4.2.      Scholing en ontwikkelingsmogelijkheden  20

4.3.      Kwaliteitscriteria en -borging  20

5.         Communicatie  22

6.         Prioriteiten handhaving: risicoanalyse  23

6.1.      Risicoanalyse onderdeel van programmatisch handhaven  23

6.2.      Prioriteiten handhaving  23

7.         Ontwikkelingen en toekomstperspectief 26

7.1.      Vervolg op Stedelijk Programma Regelgeving en Handhaving  26

7.2.      Taakverschuiving politie naar gemeenten  26

7.3.      Integrale handhaving: wensen en behoefte  27

7.4.      Informatiegestuurde handhaving  27

7.5.      Regionale Uitvoeringsdienst (Wabo-taken) 27

8.         Bronnen  29

9.         Bijlagen  30

Bijlagen

BIJLAGE 1 Juridisch kader: drie rechtsgebieden voor handhaving

BIJLAGE 2 Van toepassing zijnde wet- en regelgeving

BIJLAGE 3 Toezicht- en sanctiestrategie

BIJLAGE 4 Kwaliteitscriteria handhaving

BIJLAGE 5 Uitgangspunten integrale handhaving

BIJLAGE 6 Generieke sanctiestrategie handhaven in de openbare ruimte

BIJLAGE 7 Horecatoezicht in Stadsdeel West

BIJLAGE 8 Notitie Uitkomsten risicoanalyse handhaving

BIJLAGE 9 Schema risicoanalyse handhaving: uitkomsten

BIJLAGE 10 Toelichting op onderwerpen handhaving

Samenvatting

Handhaving is één van de instrumenten waarmee de overheid de leefbaarheid en de veiligheid in de stad kan vergroten. Om handhaving transparant en weloverwogen uit te voeren, is handhavingsbeleid nodig. In de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) zijn wettelijke eisen voor het handhavingsbeleid opgenomen. Verder zijn stedelijke afspraken gemaakt over programmatisch handhaven en hoe dit vorm moet krijgen. Het Handhavingsbeleid Stadsdeel West 2011-2014, de risicoanalyse, het stellen van prioriteiten en het uitvoeringsprogramma handhaving dragen allemaal bij aan programmatisch handhaven: het bewust uitvoeren van handhavingsbeleid. Daarnaast is buurtgericht werken het derde element dat van invloed is voor de inzet van de handhaving.

In de nota komen onder andere aan de orde: de uitgangspunten van de handhaving, de handhavingstrategie en bevoegdheden, handhaving- en ketenpartners, kwaliteitscriteria en de uitvoeringsorganisatie.

Deze nota beschrijft vier werkvelden van handhaving: gebruik, bouw, milieu en openbare ruimte. Als uitgangspunt van de handhaving geldt een eenduidige lijn in het optreden tegen overtredingen. Handhavingorganisaties leggen hun handhavingstrategie en werkwijze vast in procedures.

Handhaving draagt bij aan het realiseren van ambities en doelstellingen van het bestuur. In het coalitieakkoord 'West maakt het verschil' staan de bestuurlijke ambities van Stadsdeel West. Handhaving is nauw verbonden met meerdere ambities en uitvoeringsprogramma's, zoals 'Duurzaam en een leven lang wonen in West' en 'Buiten in West'.

Niet alle handhavingstaken kunnen tegelijkertijd en met dezelfde intensiteit uitgeoefend worden. Daarom maakt het bestuur bij de uitvoering keuzes en stelt het prioriteiten op basis van een risicoanalyse en bestuurlijke belangen. Deze keuzes zijn vastgelegd in het handhavingsbeleid en het uitvoeringsprogramma.

Het handhavingsbeleid wordt per bestuursperiode opgesteld en vastgesteld door het dagelijks bestuur. Het handhavingsbeleid en het jaarlijkse uitvoeringsprogramma handhaving worden bekend gemaakt aan de stadsdeelraad.

Inleiding

Voor u ligt het handhavingsbeleid van stadsdeel West. Het dagelijks bestuur stelt dit handhavingsbeleid per bestuursperiode vast. Het handhavingsbeleid en het bijbehorende jaarlijkse uitvoeringsprogramma handhaving worden bekend gemaakt aan de stadsdeelraad. Deze beleidsnota, de risicoanalyse, het stellen van prioriteiten en het uitvoeringsprogramma dragen allemaal bij aan programmatisch handhaven: het bewust uitvoeren van handhavingsbeleid.

Handhaving is één van de instrumenten waarmee de overheid de leefbaarheid en de veiligheid in de stad kan vergroten. Hierin spelen zowel bestuurlijke als strafrechtelijke handhaving een belangrijke rol. Bestuursrechtelijke handhaving is gericht op het voorkomen, dan wel ongedaan maken van een situatie, die in strijd is met wettelijke voorschriften. Bestuurlijke handhaving is als zodanig niet gericht op straffen, maar op herstel van de gewenste toestand. Dat is een wezenlijk onderscheid met strafrechtelijk handhaving: die richt zich op leedtoevoeging aan de overtreder (dader). Naast bestuursrechtelijke handhaving kan een bestuursorgaan het privaatrecht benutten als handhavingsmiddel. De ruimte daarvoor is echter niet zo heel groot. Handhaving is een keten van activiteiten. De handhavingsketen bestaat uit preventie, toezicht (signalering), oordeelsvorming en opleggen van sancties.

Handhaving draagt bij aan het realiseren van ambities en doelstellingen van het bestuur. In het coalitieakkoord 'West maakt het verschil' staan de bestuurlijke ambities van Stadsdeel West. Handhaving is nauw verbonden met meerdere ambities en uitvoeringsprogramma's. Zoals 'Duurzaam en een leven lang wonen in West' (bijvoorbeeld toezicht en handhaving op bouwprojecten), 'Buiten in West' (handhaving op afval), ‘Bereikbaar West' en ‘Creatief en ondernemend West' (aanpak fietswrakken) en 'Veilig West' (inzet Handhavers Openbare Ruimte in buurtveiligheidsteams).intensiteit. Een transparante, professionele en consequente uitvoering van de handhaving kan leiden tot versterking van het vertrouwen bij burgers en ondernemers in de gemeente en uiteindelijk ook tot betere naleving van regels door burgers en ondernemers.

Naast het vaststellen van prioriteiten en het programmatisch handhaven hanteert West bij de handhaving het sturingsprincipe van buurtgericht werken. De afdeling Wijken haalt de agenda op in de buurt: wat leeft er bij bewoners. Elke buurt kent zijn eigen aandachtspunten, waarop handhavers vervolgens gericht kunnen worden ingezet. De onderwerpen waar bewoners veel over klagen liggen in het werkveld van Handhaving Openbare Ruimte, zoals hondenpoep, fiets- en brommer-/scooterparkeerproblematiek en verkeerd aanbieden van huisvuil/grof vuil. Niet voor niets zien we een aantal van deze onderwerpen terugkomen in de bestuurlijke ambities en programma's. Ook de buurtveiligheidsteams (samenwerkingsverband tussen politie en stadsdeel) vormen een instrument voor buurtgericht werken. Deze teams worden ingezet in buurten in West waar mensen zich het meest onveilig voelen.

Stadsdeel West is per 1 mei 2010 ontstaan door het samengaan van de stadsdelen Bos en Lommer, De Baarsjes, Oud-West en Westerpark. De vier voormalige stadsdelen van West hadden ieder hun eigen handhavingprioriteiten en het handhavingsbeleid werd op verschillende manieren ingevuld. Zo hadden de stadsdelen Oud-West en De Baarsjes een integraal handhavingprogramma, terwijl Bos en Lommer en Westerpark een handhavingsbeleid bouwregelgeving hadden, meer gericht op Bouw- en Woningtoezichttaken. In de overgang naar stadsdeel West is het bestaande handhavingsbeleid in de vier voormalige stadsdelen door het huidige dagelijks bestuur van Stadsdeel West herbevestigd. Met het vaststellen van het handhavingsbeleid voor Stadsdeel West worden de herbevestigde beleidsregels van de vier voormalige stadsdelen ingetrokken.

In de nieuwe stadsdeelorganisatie zijn twee afdelingen verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving, te weten Gebruik, Bouw & Milieu en Openbare Ruimte & Veiligheid. Beide afdelingen vallen, samen met de afdeling Programmering Vergunningen & Handhaving, onder de directie Handhaving & Toezicht. De inhoud van het handhavingsbeleid en het uitvoeringsprogamma heeft in eerste instantie betrekking op de taken die deze afdelingen uitvoeren. Maar handhaving heeft daarnaast raakvlakken met andere disciplines binnen de organisatie. Hieraan wordt ook aandacht besteed.

De wettelijke eisen voor het handhavingsbeleid staan in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo, artikel 5.3.) en het Besluit omgevingsrecht. Gemeenten (en stadsdelen) moeten jaarlijks hun voornemens bekend maken over de wijze waarop het komende jaar de handhaving wordt uitgevoerd. Ook is een jaarlijks verslag nodig waarin de gemeenteraad (of stadsdeelraad) wordt geïnformeerd over de manier waarop in het voorgaande jaar de handhaving is uitgevoerd. De eisen voor het handhavingsbeleid en het uitvoeringsprogramma staan respectievelijk in artikel 7.2. en 7.3. van het Besluit omgevingsrecht. De Wabo stelt ook eisen aan de uitvoeringsorganisatie en het borgen van financiële en personele middelen. De handhavingstrategie en -bevoegdheden: het moet allemaal vastliggen.

In de gemeente Amsterdam ligt ongeveer driekwart van de handhavingstaken op decentraal niveau en een kwart ligt op centraal niveau. Voor de verdeling van taken worden vier toezicht- en handhavingsvormen onderscheiden, van basistoezicht tot en met superspecialisme en grensoverschrijdend toezicht (zie het Eindrapport Hoofdlijnen Organisatie Bestuurlijk Toezicht). De stadsdelen zijn verantwoordelijk voor het basistoezicht - ogen en oren en corrigerend optreden - en het gespecialiseerd toezicht - optreden bij problemen waarvoor specifieke deskundigheid wordt vereist.

Stadsdeel West benadert handhaving als een cyclisch proces, te vergelijken met de cirkel van Deming: plan - do - check - act. In de praktijk houdt dit in dat periodiek een risicoanalyse wordt gehouden: aan het begin van elke bestuursperiode. De prioriteitenlijst die hieruit voortkomt, wordt jaarlijks beoordeeld aan de hand van behaalde resultaten, (externe) ontwikkelingen en veranderde inzichten.

Aan het handhavingsbeleid is een jaarlijks uitvoeringsprogramma gekoppeld met indicatoren waarop na afloop van het betreffende jaar gerapporteerd kan worden. Eventuele wijzigingen in de handhavingprioriteiten worden opgenomen in dit uitvoeringsprogramma. Het uitvoeringsprogramma handhaving bestaat uit twee onderdelen: handhaving Gebruik, Bouw & Milieu en handhaving Openbare Ruimte. Het uitvoeringsprogramma en het verslag worden jaarlijks ter kennisname aangeboden aan de stadsdeelraad.

Bij het cyclisch beleidsproces komen de volgende producten tot stand:

  • Handhavingsbeleid 2011-2014 (bestuursperiode)

  • Risicoanalyse: prioriteiten handhaving (bestuursperiode, verwerkt in deze nota)

  • Uitvoeringsprogramma handhaving (jaarlijks)

  • Verslag handhaving (jaarlijks)

Van belang om hier te vermelden is dat de centrale stad en stadsdelen van Amsterdam voor een grote bezuinigingsoperatie staan, de zogenaamde heroverwegingen. Als gevolg van de economische crisis en bezuinigingen bij het rijk gaan de inkomsten omlaag. Er wordt gekort op Gemeentefonds en Stadsdeelfonds.

Ook in Stadsdeel West zijn de heroverwegingen in volle gang. In de Programmabegroting 2011 is een meerjarige bezuinigingstaakstelling opgenomen voor de keten regelgeving, vergunningverlening, toezicht en handhaving. In totaal gaat het om een bezuiniging van 1,4 miljoen euro in 2014. In een Plan van aanpak bezuiniging zijn mogelijke bezuinigingsmaatregelen in kaart gebracht. Welke maatregelen worden genomen en hoe die eruit zullen zien is nog niet bekend, maar ongetwijfeld leggen de bezuinigingen druk op de uitvoering van dit handhavingsbeleid en het bijbehorende jaarlijkse uitvoeringsprogramma.

Handhavingsbeleid Stadsdeel West 2011 - 2014

1. Visie en uitgangspunten

In dit hoofdstuk zijn de door de gemeente Amsterdam vastgestelde visie op en uitgangspunten voor bestuurlijke handhaving opgenomen 2. Eerst wordt kort ingegaan op de vraag wat handhaving is.

1.1. Wat is handhaving

Handhaving is het doen naleven van gedragsvoorschriften voor burgers en bedrijven. Het gebeurt door het houden van toezicht op de naleving van de (stadsdeel)gemeentelijke regelgeving en afgegeven vergunningen door gemeentelijke toezichthouders en door het optreden tegen een geconstateerde overtreding door middel van waarschuwingen, van het opleggen van een dwangsom, het toepassen van bestuursdwang of door middel van het opmaken van een proces-verbaal.

Bij het uitvoeren van de handhavingstaak is een onderscheid aan te brengen tussen preventieve en repressieve handhaving en daarnaast tussen actieve en passieve handhaving. Preventieve handhaving is gericht op het voorkomen van (nieuwe) overtredingen. Repressieve handhaving is het door bestuurlijk optreden ongedaan maken van de overtreding of het opheffen van de strijdige situatie nadat de overtreding is begaan c.q. geconstateerd. Passieve handhaving (reactief) betekent dat er wordt opgetreden naar aanleiding van klachten of meldingen; bij actieve handhaving op basis van eigen waarnemingen. Preventieve en repressieve handhaving zijn complementair. Om effectief te kunnen handhaven moeten preventieve en repressieve handhaving elkaar aanvullen en ondersteunen.

1.2. Visie op bestuurlijke handhaving van de gemeente Amsterdam

"Leven in een stad als Amsterdam vraagt om onderlinge afspraken, gemeentelijke bepalingen, regels en vergunningen, en om een besef van verantwoordelijkheid bij alle betrokkenen, bewoners, bedrijven en de overheid. Regels dienen regelmatig te worden getoetst om te zien of ze nog voldoen. Afspraken en vergunningen moeten worden gehandhaafd, anders vervagen zij en bieden zij geen houvast meer.

Handhaving is niet alleen een zaak van toezicht, controle en sancties. Doordat regels en afspraken worden gehandhaafd, ontstaat bij alle betrokkenen ook duidelijkheid over waar de grens ligt. Handhaving versterkt de geloofwaardigheid van het bestuur en vergroot het gevoel van veiligheid bij de burger en de leefbaarheid van de stad. En zolang sprake is van een doorzichtig, consequent en solide handhavingsbeleid laten burgers en bedrijven zich ook aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheid.

De gemeente Amsterdam wil zich actief, open en integer tonen in heel haar optreden. Zij heeft dit in haar gedragscode uitdrukkelijk uitgesproken. Een actief, open en integer handhavingsbeleid maakt daar een wezenlijk onderdeel van uit".

Het belang van handhaving is in het kort:

- Rechtszekerheid/gelijke behandeling van burgers. Burgers moeten er op kunnen vertrouwen dat de geldende regels ook daadwerkelijk uitgevoerd worden. Rechten en plichten moeten voor iedereen in gelijke mate gelden.

- Effectueren doelstellingen. Handhaving levert een belangrijke bijdrage aan de met regelgeving beoogde doelen. Het is nooit een doel op zich.

- Voorkomen negatieve neveneffecten. Achterwege laten van handhaving bij de ene regeling/overtreding kan een negatieve uitstraling en gevolgen hebben naar andere regelingen. De geloofwaardigheid van de normerende overheid is dan in het geding.

1.3. Uitgangspunten

In het handhavingsbeleid worden de volgende uitgangspunten gehanteerd.

1. Stadsdeel West geeft bij het naleven van regels en voorschriften zelf het goede voorbeeld.

2. Handhaving is geen doel op zich, maar levert als instrument een bijdrage aan het realiseren van geformuleerde beleidsdoelen.

3. Handhaving krijgt zoveel mogelijk vorm en inhoud vanuit een integraal perspectief. Essentieel hierin is het organiseren en realiseren van samenhang en samenwerking tussen de bij toezicht en handhaving betrokken partijen.

4. Preventie heeft de voorkeur boven repressie, maar zijn complementair aan elkaar. Hierbij zijn gerichte communicatie met burgers en bedrijven en kwaliteit van dienstverlening belangrijke factoren.

5. Bij repressief optreden vullen de bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhavingsinstrumenten elkaar aan en wordt gewerkt op basis van de door stadsdelen en centrale stad vastgestelde sanctiestrategie.

Daarnaast is het handhavingsbeleid gebaseerd op de kwaliteitscriteria handhaving, zoals deze door stad en stadsdelen in de vorige bestuursperiode zijn vastgesteld. Deze en andere vaste onderdelen die bij het handhavingsbeleid horen zijn terug te vinden in de bijlage. Dit zijn de volgende onderwerpen:

  • Juridisch kader: drie rechtsgebieden voor handhaving

  • Het handhavingsproces

  • Toezicht en sanctiestrategie

Verder is in de bijlage een overzicht opgenomen met de belangrijkste wet- en regelgeving.

2. Handhavingstrategie en -bevoegdheden

2.1. Handhavingstrategie

Als uitgangspunt van de handhaving geldt een eenduidige lijn in het optreden tegen overtredingen. Handhavingorganisaties leggen hun handhavingstrategie en werkwijze vast in procedures. De strategie geeft onder andere weer op welke wijze bestuursrechtelijk of strafrechtelijk wordt opgetreden tegen overtredingen. In de bijlagen is een eenduidige stedelijke toezicht- en sanctiestrategie opgenomen.

Deze nota beschrijft vier werkvelden van handhaving: gebruik, bouw, milieu en openbare ruimte. Voor deze werkvelden zijn protocollen en handreikingen, zowel lokale als landelijke, waarin staat hoe het toezicht en toepassen van sancties plaatsvindt. In dit hoofdstuk staan per onderwerp de belangrijkste protocollen en werkafspraken die de afdelingen Gebruik, Bouw & Milieu en Openbare Ruimte & Veiligheid hanteren bij het uitoefenen van hun taken.

2.1.1. Bouw

a) Omgevingsvergunningen

De toezichthouders van de afdeling Gebruik, Bouw & Milieu zijn verantwoordelijk voor het toezicht op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Volgens de Wabo is voor het uitvoeren van een project, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het bouwen van een bouwwerk, in beginsel een omgevingsvergunning vereist.

Het toezicht op naleving van de voorschriften van de omgevingsvergunning, onderdeel bouw, voeren de toezichthouders van de afdeling Gebruik, Bouw & Milieu uit met behulp van een toezichtprotocol. Het toezichtprotocol beschrijft wat een toezichthouder moet controleren op de bouw en zorgt voor het traceerbaar vastleggen van de resultaten van de controle.

Op dit moment werkt de afdeling met verschillende protocollen, zoals gehanteerd in de vier voormalige stadsdelen. In de loop van 2011 gaan alle Handhavers werken met één toezichtprotocol voor nieuwbouw en bestaande bouw: het stedelijk toets- en toezichtprotocol Bouwtoezicht op Maat, dat is ontwikkeld door de Dienst Milieu en Bouwtoezicht in samenwerking met de stadsdelen. De handhavers kunnen dan met een digitale versie de bouwplaats op en hun bevindingen direct in het protocol vastleggen. In het toezichtprotocol staat op welk niveau kenmerkende onderdelen van de bouw (zoals fundering, begane grond, dak) worden gecontroleerd. De diepgang van het toezicht kan per onderdeel in het bouwproces verschillen van een controle op hoofdlijnen tot een controle van alle onderdelen op detailniveau.

Bij overtredingen gebruikt de afdeling Gebruik, Bouw & Milieu de Toezicht- en Sanctiestrategie Bouw (2008), opgesteld in het kader van het Stedelijk Programma Regelgeving en Handhaving. Met behulp van deze strategie werkt Amsterdam aan een uniform en herkenbaar optreden in de stad. De Toezicht- en Sanctiestrategie Bouw gaat uit van de levenscyclus van gebouwen. Deze levenscyclus bestaat uit vier fases, namelijk de planfase, de realisatiefase, de gebruiksfase en de sloopfase. Voor de laatste drie fases is beschreven welke stappen worden ondernomen als er sprake is van een overtreding, waarbij de sanctiestrategie per fase verschilt. Naast deze fasering is er een aparte sanctiestrategie voor spoedeisende situaties.

b) Sloop

Voor toezicht en handhaving op het slopen van bouwwerken werkt de afdeling Gebruik, Bouw & Milieu volgens de Handreiking slopen uit 2007 van de Vereniging BWT Nederland. De handreiking bevat een procedureomschrijving van vergunningverlening, controle en handhaving op sloopwerkzaamheden. Ook het toezicht op asbestverwijdering is hierin opgenomen. In de handreiking is in samenwerking met het (toenmalige) ministerie van VROM een checklist opgenomen, waarmee een adequaat toezicht van het sloopproces is gewaarborgd.

c) Asbest

Het Asbestverwijderingsbesluit 2005 bevat regels voor het verwijderen van asbest uit bouwwerken of objecten. Amsterdam heeft de voorschriften in de gemeentelijke bouwverordening in 2007 verwerkt. Daarnaast biedt de Landelijke Uitvoeringsmethodiek Asbestverwijderingsbesluit een handreiking voor gemeenten, met voorstellen over hoe overtredingen bestuursrechtelijk en strafrechtelijk kunnen worden aangepakt.

De Handhavers Bouw werken volgens het Asbestprotocol. Bij asbestverwijdering zijn meerdere toezichthouders actief, zoals de Dienst Milieu en Bouwtoezicht, de Arbeidsinspectie en het Regionaal Milieuteam van de politie. De Handhavers Bouw van het stadsdeel houden toezicht op de naleving van de sloopvergunning, maar betreden pas een locatie nadat de werkzaamheden zijn afgerond en er een positieve eindbeoordeling ligt. Tot die tijd is de toegang afgesloten en berust het toezicht bij de Deskundig Toezichthouder Asbestverwijdering, naar voorschrift van de Arboregelgeving.

d) Bestaande bouw: onderhoud woningen

Voor het toezicht op naleving van de Woningwet met betrekking tot de staat en onderhoud van bouwwerken, beschikt de afdeling Gebruik, Bouw & Milieu over een Handboek Aanschrijven (2010). Dit handboek is opgesteld door de Dienst Milieu en Bouwtoezicht en biedt een kader voor actief handhaven van de Woningwet. Het handboek biedt de Handhaver Bouw een directe handleiding bij het opstellen van handhavingbesluiten voor overtredingen op het gebied van staat en onderhoud van bouwwerken, welstandsexcessen, etc. In het handboek is een relatie met de regelgeving gelegd conform de voorschriften volgens de Woningwet 2007, Bouwbesluit 2003 en de Bouwverordening Amsterdam 2003.

2.1.2 Gebruik

a) Gebruiksbesluit (brandveiligheid)

Het brandveilig gebruik van gebouwen is geregeld in het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (2008). Deze Algemene maatregel van Bestuur is vastgesteld krachtens de Woningwet. Dit zogeheten Gebruiksbesluit bevat algemene regels voor brandveilig gebruik van gebouwen. Daarnaast is voor de meer risicovolle vormen van gebruik een omgevingsvergunning of een gebruiksmelding nodig. In opdracht van het stadsdeel houdt een gespecialiseerd team van de Brandweer (Expertiseteam Toezicht & Controle) regulier toezicht op alle bouwwerken in Stadsdeel West.

Voor de controle van gebouwen moeten keuzes gemaakt worden. Die keuzes zijn gebaseerd op risicoprofielen. Alle voorkomende functies van gebouwen zijn ingedeeld in risicoklassen. Per risicoklasse is bepaald hoe de verschillende gebouwfuncties moeten worden gecontroleerd: met welke diepgang, op welke punten en met welke frequentie. Daarbij zal een pand in de hoogste risicoklasse het meest frequent en met de meeste diepgang worden gecontroleerd. De Brandweer volgt hierbij de stedelijke afspraken in het kader van het Preventie Activiteiten Plan (PREVAP). Bij overtredingen informeert de Brandweer het stadsdeel en treedt de afdeling Gebruik, Bouw & Milieu handhavend op.

b) Kinderopvang

Sinds 2010 is de nieuwe Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (kortweg aangeduid als Wet kinderopvang) van kracht. De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor registratie, toezicht en handhaving kinderopvang ligt bij de stadsdelen. In de Wet kinderopvang is bepaald dat de GGD het toezicht uitvoert en de kwaliteit van de opvanginstelling toetst aan de geldende criteria. Bij aanhoudende of ernstige overtredingen treedt het stadsdeel (afdeling Gebruik, Bouw & Milieu) handhavend op. Deze afdeling is ook verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving op omgevingsvergunning voor brandveilig gebruik, afgegeven aan kindercentra.

Vanwege de samenwerkingsrelatie met de GGD is het belangrijk om goede werkafspraken te maken, waarbij aandacht is voor de overdrachtsmomenten. In het kader van het stedelijk project Verbetering handhaving kinderopvang 4 zijn het proces aanvraag tot exploitatie en het proces handhaving kinderopvang nauwkeurig beschreven (afronding april 2011). Deze processtappen worden gevolgd bij de afhandeling van handhavingzaken.

Het stedelijk project werkt ook aan een nieuw handhavingsbeleid kinderopvang, dat in 2011 zal worden vastgesteld. Basis hiervoor is onder andere het Afwegingsmodel handhaving kinderopvang van de Vereniging Nederlandse Gemeenten. Dit model geeft een handvat bij het uitvoeren van de handhavingstaken.

c) Horeca

Stadsdeel West hanteert een integrale aanpak voor het toezicht en de handhaving op de horeca. De integrale aanpak houdt in dat in één controlebezoek de fysieke status en de bedrijfsvoering van de horecaonderneming worden getoetst aan de afgegeven exploitatievergunningen en de gebruiks-, bouw- en milieuwet- en regelgeving. In de bijlage staat een toelichting op de integrale aanpak met een schema waarin is weergegeven met welke wet- en regelgeving horecabedrijven te maken hebben. Ook terrassen worden meegenomen tijdens de integrale controle.

Bij horeca-overtredingen volgt Stadsdeel West het stedelijke stappenplan 5 voor de handhaving op de exploitatievergunning en vergunningen ingevolge de Drank- en Horecawet en Wet op de Kansspelen. Hierin staat per onderwerp welke stappen moeten worden doorlopen bij de handhaving. De afdeling Vergunningen Drank, Horeca & APV geeft exploitatievergunningen voor horeca af en kan deze ook weigeren of intrekken.

De afdeling Gebruik, Bouw & Milieu is verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving op horecabedrijven. Hiernaast behouden de Voedsel en Waren Autoriteit, de politie en de Brandweer de zelfstandige verantwoordelijkheid en bevoegdheid om op te treden. Met deze partijen wordt ook samenwerking gezocht en informatie uitgewisseld om zonodig gezamenlijk of flankerend op te treden.

Een terras wordt opgenomen in de exploitatievergunning van een horecaondernemer. Hierin staan de onder andere regels voor het plaatsen, afmetingen en openings- en sluitingstijden vermeld. Bij een overtreding van de terrasvoorschriften kan het Stappenplan worden toegepast.

d) Prostitutiebedrijven

Toezicht en handhaving op prostitutiebedrijven ligt bij de politie. De afdeling Vergunningen Drank, Horeca & APV geeft exploitatievergunningen voor prosititutiebedrijven af en kan deze - op basis van rapporten van de politie - ook weigeren of intrekken. Evenals bij horeca wordt ook bij vergunningaanvragen voor prostitutiebedrijven  een Bibob-toets uitgevoerd. Hiervoor moet de aanvrager aantonen hoe de financiën zijn geregeld.

2.1.3 Milieu

a) Milieueisen bij inrichtingen

In de Wet milieubeheer staat hoe overheden zoals gemeenten en provincies het milieu moeten beschermen. Het Activiteitenbesluit bevat algemene regels waaraan bedrijven (de zogenoemde milieuinrichtingen) zich moeten houden. De Wet milieubeheer valt onder de integratie van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

Voor het toezicht op milieuinrichtingen wordt gewerkt met de BOM-systematiek (Bedrijfsindeling Op Maat) van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht. In deze systematiek zijn criteria vastgelegd waardoor bedrijven naar milieuzwaarte kunnen worden ingedeeld in de categorieën A tot en met F, waarbij A de laagste en F de hoogste milieubelasting aangeeft. De zwaarte van het bedrijf bepaalt hoe vaak het bedrijf wordt bezocht en hoeveel tijd daarvoor wordt uitgetrokken.6

Sinds 1 mei 2010 zijn de stadsdelen verantwoordelijk voor de uitvoering van alle milieutaken die gelden voor inrichtingen uit de lichtere milieucategorieën A en B (zoals detailhandel en tandartsen, met uitzondering van garages) en alle horecabedrijven. Ook kinderdagverblijven en basisscholen zijn bij de stadsdelen ondergebracht, die afhankelijk van de omvang ook C of D inrichtingen kunnen zijn. Voor de uitvoering van deze taken zijn twee Handhavers Milieu overgekomen van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht naar het stadsdeel. Daarnaast is het dagelijks bestuur van Stadsdeel West ook het bevoegd gezag voor de overige inrichtingen die vallen onder de zwaardere milieucategorieën, maar de uitvoering van de controles is gemandateerd aan de Dienst Milieu en Bouwtoezicht.

2.1.4. Openbare Ruimte

a) Handhaven in de openbare ruimte

Vanuit het Stedelijk Programma Regelgeving en Handhaving is een generieke sanctiestrategie handhaven in de openbare ruimte opgesteld (zie bijlage 6). In het schema staat aangegeven wanneer er strafrechtelijk dan wel bestuursrechtelijk moet worden gehandhaafd. Daarnaast zijn er voor verschillende onderwerpen afzonderlijke sanctieschema's beschreven, zoals voor evenementen, (brom)fietswrakken, objecten en opbrekingen, overtredingen met honden, fout parkeren (Wet Mulder), etc. Deze schema's laten stapsgewijs zien op welk moment welke acties moeten worden ondernomen.

b) Marktzaken

In Stadsdeel West zijn twee markten: de Ten Katemarkt en de markt op het Bos en Lommerplein. Het dagelijks verloop van de markt is geregeld in de Verordening op de straathandel (2008) en het Marktreglement. Er komt één Marktreglement voor beide markten (gereed 2011), nu bestaan er nog twee naast elkaar. De Marktmeesters houden toezicht op naleving van de regels. De afdeling Openbare Ruimte & Veiligheid zorgt organisatorisch voor een scheiding van taken, zodat vergunningverlening en handhaving niet door elkaar lopen.

c) Handhaving op het water

De vergunningverlening, toezicht en handhaving op het water is uitbesteed aan Waternet. Zij hebben daartoe een mandaat van het stadsdeel en de uitbesteding is vastgelegd in een overeenkomst van Stadsdeel West en Waternet. Zie hoofdstuk 4, 'Handhaving- en ketenpartners'.

2.2. Bevoegdheden

Alle handhavers van het stadsdeel zijn aangewezen als toezichthouder in de zin van artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht. Zij zijn aangewezen door het dagelijks bestuur en/of door de stadsdeelvoorzitter namens de burgemeester. De handhavers beschikken zodoende over de algemene toezichtsbevoegdheden genoemd in de artikelen 5:15 t/m 5:19 van de Awb.

De handhavers van de afdelingen Gebruik, Bouw & Milieu en Openbare Ruimte & Veiligheid zijn formeel belast met het toezicht op de naleving van verschillende wet- en regelgeving. Een overzicht van deze wet- en regelgeving op nationaal, stedelijk en stadsdeel niveau is te vinden in de bijlage.

In de bijlage ‘Juridisch kader' staat beschreven welke handhavingsmiddelen de handhavers tot hun beschikking hebben binnen de rechtsgebieden bestuursrecht, strafrecht en privaatrecht. De Handhavers Openbare Ruimte hebben een BOA-bevoegdheid (buitengewoon opsporingsambtenaar). Dit houdt in dat ze naast bestuursrechtelijke handhaving ook bevoegdheden hebben voor strafrechtelijke handhaving.

Doordat de politie zich steeds meer is gaan richten op de kerntaken, is een tendens gaande van een uitbreiding en verzwaring van het takenpakket van de Handhavers Openbare Ruimte. De werkzaamheden richten zich nog steeds op leefbaarheid, maar ook op veiligheid. In de laatste APV staan bijvoorbeeld meer artikelen die verband houden met veiligheid, zoals hangen rond gebouwen, het in bezit hebben van inbrekersgereedschap en softdrugs.

Deze ontwikkeling heeft geleid tot een aanpassing van de bevoegdheden van de handhavers. Zo geldt sinds 2010 voor de buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA's) een domeinlijst 7. De BOA's worden ingedeeld in zes domeinen. Deze domeinen bieden een breder pakket aan opsporingsbevoegdheden, politiebevoegdheden en geweldsmiddelen dan BOA's voorheen hadden. Binnen een domein is aan de hand van een taakomschrijving en een opsomming van opsporingsbevoegdheden concreet beschreven wat een BOA gaat doen en welke bevoegdheden daarvoor nodig zijn. Stadsdeel West heeft onlangs een aanvraag ingediend voor het aanwijzen van BOA's in domein I 'Openbare Ruimte' (alle Handhavers Openbare Ruimte en vier Handhavers Gebruik) en in domein II 'Milieu en Welzijn' (acht Handhavers van de afdeling Gebruik, Bouw & Milieu).

Amsterdamse BOA's kunnen sinds 2009 bekeuren met de bestuurlijke strafbeschikking. Deze bestuurlijke strafbeschikking wordt uitgevaardigd voor overlastgevende en eenvoudig te constateren feiten in de openbare ruimte. Een groot aantal feiten behoort al tot het reguliere werk van de Handhavers Openbare Ruimte, zoals verkeerd aanbieden van afval, bekladden, evenementen zonder vergunning, hondenoverlast, wrakken, etc. Eén van de voordelen van de bestuurlijke strafbeschikking is dat de straf snel opgelegd kan worden nadat een overtreding is geconstateerd. Meer informatie over de bestuurlijke strafbeschikking is terug te vinden in de bijlage 'Juridisch kader'.

Naast de politie kunnen Amsterdamse BOA's sinds 2011 optreden tegen zogenaamde ‘Wet Mulder'-overtredingen. Dit zijn lichtere verkeersovertredingen die geen letsel of schade tot gevolg hebben, zoals rijden zonder gordel of over het trottoir fietsen.

2.3. Taakverdeling handhaving: centraal en decentraal (Organisatie Bestuurlijk Toezicht)

In het eindrapport Hoofdlijnen Organisatie Bestuurlijk Toezicht (OBT1) is een overzicht opgenomen van alle gemeentelijke handhavingstaken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden op de domeinen openbare ruimte, bouwen en milieu 9. Alle handhavingstaken zijn verdeeld naar uitvoering op decentraal en centraal niveau. Het eindrapport OBT1 onderscheidt vier toezicht-/handhavingsvormen:

  • Basistoezicht: ogen en oren; (corrigerend) optreden op decentraal niveau

  • Gespecialiseerd toezicht op decentraal niveau

  • (Super) specialisme op centraal niveau

  • Grensoverschrijdend toezicht op centraal niveau

Ongeveer driekwart van de handhavingstaken ligt op decentraal niveau en een kwart ligt op centraal niveau. Als er sprake is van capaciteitstekort op decentraal niveau, dan kunnen stadsdelen capaciteit uitwisselen met collega-stadsdelen of capaciteit inhuren bij een centrale uitvoeringsorganisatie.

Omdat voor het oplossen van een probleem soms meer dan één toezicht-/handhavingsvorm nodig is, is samenwerking tussen decentraal en centraal niveau van groot belang. In het Eindrapport Programma van Eisen Organisatie Bestuurlijk Toezicht (Eindrapport OBT2) 10 is een overzicht opgenomen met argumenten voor opschaling dan wel afschaling voor gecombineerde taken - taken waarbij zowel decentraal als centraal een rol heeft in de uitvoering.

Stadsdeel West handelt volgens geschetste OBT2-kaders (centraal - decentraal). Voor de taken waar dat aan de orde is vindt direct afstemming plaats, conform de bestuurlijke wens, zoals met de Bestuursdienst / OOV (horeca, prostitutie, coffeeshops), met de Brandweer (Gebruiksbesluit) en met de Dienst Wonen, Zorg en Samenleven (short stay, illegale hotels, illegale bewoning), met Waternet (afstemming op gebied van handhavingsstrategie conform Verordening op de haven en het binnenwater), met de GGD (kinderopvang, hygiënisch woningtoezicht) en met de Dienst Milieu en Bouwtoezicht (constructieve toetsen, bouwstoffenbesluit, bodembescherming).

2.4. Integrale handhaving

Dit handhavingsbeleid gaat uit van een integrale benadering van de handhaving. Hiermee wordt bedoeld dat handhavers vanuit verschillende disciplines waar mogelijk samenwerken om handhaving effectief en uniform te laten verlopen. Samenhang, uniformiteit en samenwerking in de keten van handhaving is nodig, omdat veel toezichthouders en handhavers actief zijn met uiteenlopende taken, bevoegdheden en werkwijzen. Integrale handhaving wordt vormgegeven binnen twee domeinen: voor de gevel (openbare ruimte) en achter de gevel (fysieke omgeving), waarbij in het laatste domein nog onderscheid wordt gemaakt tussen realisatie en gebruik. Naast samenwerking tussen verschillende disciplines is ook sprake van een integrale taakaanpak. Dat betekent dat bijvoorbeeld een Handhaver Openbare Ruimte alle overtredingen die hij of zij constateert zelfstandig kan aanpakken. De stedelijke uitgangspunten voor integrale handhaving zijn geformuleerd in bijlage 5.

Het toezicht en de handhaving op de horeca loopt voorop bij de integrale aanpak. De pilot Integrale handhaving horeca, geïnitieerd door het Stedelijk Programma Regelgeving en Handhaving, was succesvol en deze werkwijze is uitgerold over de stad. Ook Stadsdeel West heeft de integrale aanpak overgenomen. De milieurisico's in de leefomgeving in het stadsdeel liggen grotendeels bij de horeca. Stadsdeel West kent ruim zeshonderd horecabedrijven in een dichtbevolkt gebied en er komen veel klachten binnen over geluids- en stankoverlast. Hierdoor werd al met regelmaat preventief gecontroleerd op de milieuwetgeving in de gebruiksfase. De inhoudelijke verbreding van deze controles en nauwe samenwerking tussen horecavergunningen, horecatoezicht en milieutoezicht verbetert de kwaliteit van de horeca en de kwaliteit van wonen in stadsdeel West. Daarnaast organiseert de politie ongeveer twee tot drie keer per jaar integrale controles bij horecabedrijven. De ketenpartners hierin zijn het stadsdeel (Handhaver Horeca en Handhaver Milieu), Arbeidsinspectie, Belastingdienst, Voedsel en Waren Autoriteit en de Gemeentebelastingen.

Ook voor andere onderwerpen, zoals schoolgebouwen, wietplantages, massagesalons en voor de jaarlijkse handhavingsestafette, houdt Stadsdeel West regelmatig integrale controles met ketenpartners, zoals de Brandweer, Belastingdienst, GGD en Dienst Milieu en Bouwtoezicht.

3. Handhaving- en ketenpartners

In dit hoofdstuk staan afspraken die zijn gemaakt met handhaving- en ketenpartners, zowel extern als intern.

3.1. Externe ketenpartners

Gebruik, Bouw & Milieu werkt overwegend met bestaande overeenkomsten van de voormalige stadsdelen. Zo is er een overeenkomst met de Brandweer (Expertiseteam Toezicht & Controle), met Dienst Milieu en Bouwtoezicht, met GGD, werkafspraken met Wijksteunpunt Wonen, samenwerking met Dienst Wonen en Zorg en Samenleven.

Brandweer

De Brandweer controleert alle bouwwerken met een gebruiksvergunning of een meldingsplicht in het stadsdeel. De frequentie en diepgang van de controles hangt af van de risicoklasse waaronder een bouwwerk valt. Daarna stuurt de Brandweer de controlerapporten naar het stadsdeel, die - waar nodig - handhavend optreedt. Het gaat om ongeveer vierhonderd bouwwerken in Stadsdeel West.

Dienst Milieu en Bouwtoezicht

Afspraken met de Dienst Milieu en Bouwtoezicht (DMB) zijn geregeld in de jaarlijkse Dienstverleningsovereenkomst. De Dienstverleningsovereenkomst gaat in op de uitvoering van de wettelijke milieutaken op grond van de Wet milieubeheer en de ondersteunende taken, die de DMB voor het stadsdeel uitvoert. Zo controleert DMB jaarlijks een aantal inrichtingen uit de zwaardere milieucategorieën. Naast de periodieke controles voert DMB werkzaamheden uit gericht op duurzaamheid. Zo streeft het project Supermarkten een vermindering van het energieverbruik na, onder andere door het afsluiten van koelingruimtes.

Geneeskundige Gezondheidsdienst

De Geneeskundige Gezondheidsdienst (GGD) is toezichthouder in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Dit is per besluit geregeld. De GGD controleert elk kindercentrum één keer per jaar. In West zijn dit circa 170 kindercentra (inclusief kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang en gastouderbureaus) en peuterspeelzalen. Sinds 1 januari 2010 vallen ook peuterspeelzalen onder de Wet kinderopvang. Bij ernstige of aanhoudende overtredingen treedt het stadsdeel handhavend op.

De GGD treedt ook op bij hygiënische woonproblemen (vervuilde woningen). De inspecteurs Hygiënisch Woningtoezicht van de GGD zijn aangewezen om in Stadsdeel West toezicht uit te oefenen op de naleving van de desbetreffende bepalingen van de Bouwverordening Amsterdam. Daarnaast past de GGD feitelijk de last onder bestuursdwang toe, dat wil zeggen dat de GGD de vervuilde woningen reinigt. De administratieve kant van de handhaving ligt bij het stadsdeel zelf. In deze procedure is het van belang dat de toezichthouder (GGD) en de handhaver (stadsdeel) duidelijke afspraken maken en samenwerken. De huidige procedure wordt op dit moment tegen het licht gehouden (stedelijk juristenoverleg) en waar mogelijk verbeterd. Het gaat om tien tot vijftien handhavingzaken op het gebied van vervuilde woningen per jaar in West.

Wijksteunpunt Wonen

Wijksteunpunt Wonen meldt misstanden van eigenaren bij splitsingsaanvragen, begeleidt en ondersteunt bewoners bij een huurverlagingsprocedure in verband met achterstallig onderhoud en bemiddelt tussen eigenaar en bewoner bij stedelijke vernieuwingsprojecten. Het Wijksteunpunt Wonen geeft signalen van misstanden door aan de afdeling Gebruik, Bouw & Milieu.

Dienst Wonen

De Dienst Wonen treedt op bij diverse overtredingen, zoals illegale bewoning (actie Zoeklicht) en illegale hotels. De Dienst Wonen zoekt samenwerking met de afdeling Gebruik, Bouw & Milieu voor het constateren van overtredingen. Omgekeerd kan het stadsdeel vermoedens van overtredingen doorgeven aan de Dienst Wonen.

De afdeling Openbare Ruimte & Veiligheid werkt nauw samen met de politie en voor de handhaving op het water is er een overeenkomst met Waternet.

Waternet

In de Verordening op de stadsdelen is vastgelegd dat de verantwoordelijkheid voor het ordeningsbeheer van het openbaar water bij de stadsdelen berust. In 2011 is een overeenkomst gesloten waarin is afgesproken dat Stadsdeel West en Waternet een sluitende handhaving op en rond het water zullen organiseren. Handhavers van het stadsdeel zijn de ogen en oren vanaf de wal voor Waternet; signalen van overtredingen geven ze door aan Waternet die vervolgens actie onderneemt. Andersom geeft Waternet de misstanden die zij vanaf het water op de wal signaleren door aan het stadsdeel. Met mandaat van het stadsdeel patrouilleert Waternet vanaf het water en vanaf de wal. Waar nodig treedt Waternet handhavend op, tot en met bezwaar- en beroepprocedures. Het gaat hier om de handhaving op woonboten, vergunningplichtige objecten, geluidsoverlast op het water en pleziervaartuigen.

Politie

In het kader van handhaving op asbest en de integrale aanpak horeca werken handhavers van de afdeling Gebruik, Bouw & Milieu nauw samen met de politie. Handhavers Openbare Ruimte werken ook op diverse manieren samen met de politie. Een voorbeeld zijn de buurtveiligheidsteams, waarmee politie en stadsdeel samen toezicht en handhaving organiseren. Deze buurtveiligheidsteams worden ingezet in buurten in West waar mensen zich het meest onveilig voelen. Veiligheid is één van de speerpunten in het coalitieakkoord, dat is vastgelegd in het programma ‘In West kan iedereen veilig over straat'. Bovendien is het buurtveiligheidsteam een instrument voor het buurtgericht werken. Het buurtveiligheidsteam is gebaseerd op drie met elkaar verbonden pijlers:

1. Focus op overlastthema's die buurtbewoners en lokale ondernemers aangeven;

2. Doorontwikkelen effectieve organisatie van de aanpak van overlast (onder andere integrale samenwerking tussen partners, buurtbewoners en lokale ondernemers, ieder binnen eigen mogelijkheden en verantwoordelijkheden);

3. Actieve (georganiseerde) wederkerige communicatie met buurtbewoners en lokale ondernemers (informatie halen en informatie brengen).

Parkeer Combinatie Holland en Cition

Het toezicht en de handhaving op betaald parkeren is uitbesteed aan Parkeer Combinatie Holland (PCH) en Cition. Het Uitwerkingsbesluit Parkeerverordening Stadsdeel West (vastgesteld tweede kwartaal 2011) bevat de regels van alle vier de voormalige stadsdelen. Het fiscaal parkeren is in het handhavingsbeleid en het uitvoeringsprogramma buiten beschouwing gelaten. Wel is er over en weer afstemming nodig tussen de toezichthouders van PCH en Cition en medewerkers van de afdeling Openbare Ruimte & Veiligheid. In heel Stadsdeel West is betaald parkeren ingevoerd. De toezichthouders van PCH en Cition kunnen bijvoorbeeld aangeven waar probleemgebieden zijn en waar mensen hun auto fout parkeren om niet te hoeven betalen. Handhavers Openbare Ruimte, die bevoegd zijn om fout parkeren te bekeuren, kunnen vervolgens gericht worden ingezet op die probleemgebieden.

3.2. Interne ketenpartners

Intern zijn de directe ketenpartners van Gebruik, Bouw & Milieu en Openbare Ruimte & Veiligheid: de afdelingen Vergunningen Bouw, Frontoffice Vergunningen, Vergunningen Drank, Horeca & APV en Programmering Vergunningen & Handhaving. Daarnaast is overleg en/of zijn werkafspraken gemaakt met de afdelingen Beheer Openbare Ruimte, de Rayons, Programma & Projectmanagementbureau, Ruimtelijke Ordening & Grondzaken, Bouwkunde & Vastgoed, Leefomgeving, Wijken, Wonen & Leven, Juridische Zaken, Communicatie en het Meldpunt Openbare Ruimte.

Handhaving staat niet op zichzelf. Goede afspraken binnen de keten kunnen uiteindelijk de leefbaarheid in het stadsdeel vergroten. Dit betekent: afstemmen van acties en weten wie wat wanneer oppakt. Enkele voorbeelden: medewerkers van de afdeling Beheer Openbare Ruimte geven eventuele misstanden en overtredingen die zij signaleren door aan de Handhavers Openbare Ruimte. En voor de herprofilering van straten laat het Programma & Projectmanagementbureau weten wat de planning is van de werkzaamheden, zodat Handhavers Openbare Ruimte er tijdig voor kunnen zorgen dat objecten en fietsen worden verwijderd.

Buurtgericht

West werkt buurtgericht, zo luidt het motto. Buurtgericht werken is één van de sturingsprincipes van Stadsdeel West 11. Het betekent voor de organisatie dat de opgaven die uit de buurten van West komen leidend zijn voor de richting die de organisatie opgaat. De afdeling Wijken haalt op wat er leeft bij bewoners op sociaal, economisch en fysiek gebied: de zogenaamde agenda van de buurt. Elke buurt, in totaal zijn er 22 buurten in West, kent zijn eigen aandachtspunten. Handhaving speelt hierin een belangrijke rol. Veel bewonersklachten liggen in het werkveld van Handhaving Openbare Ruimte: hondenpoep, fiets- en brommer-/scooterparkeerproblematiek en verkeerd aanbieden van huisvuil/grof vuil.

De samenwerking tussen handhavers en de afdeling Wijken richt zich in eerst instantie op informatie-uitwisseling. Bij de komst van nieuwe ondernemers in het stadsdeel, bijvoorbeeld, informeren winkelstraatmanagers en handhavers van de afdeling Gebruik, Bouw & Milieu elkaar over wat er mogelijk is voor wat betreft reclame en interne verbouwingen waar brandveiligheid een rol speelt. Ook is er overleg tussen de bouwinspecteurs en buurtcoördinatoren als de buurtcoördinator vanuit bewoners of politie een melding krijgt over overlast in panden of panden in slechte staat.

De informatiestroom van Handhavers Openbare Ruimte naar de winkelstraatmanagers en buurtcoördinatoren is belangrijk om op de hoogte te zijn van aankomende handhavingacties in de openbare ruimte. De informatiestroom, van en naar elkaar, moet in de uitvoering continu en vanzelfsprekend zijn, zodat de afdeling Openbare Ruimte & Veiligheid goed weet wat de wensen uit de buurt zijn en andere afdelingen op de hoogte zijn van wat de handhavers op straat aantreffen. Om tot een goede samenwerking te komen is er meerdere malen per jaar een zogenaamd 'Bakkerswinkeloverleg', georganiseerd vanuit de Rayons. In dit overleg zit het wijkbeheer, Handhaving Openbare Ruimte, Wijken, Communicatie en Afvalservice West.

4. Uitvoeringsorganisatie

Stadsdeel West kent een duidelijke functiescheiding tussen vergunningverlening en handhaving. Vergunningverlening is ondergebracht in een andere directie, namelijk Vergunningen & Dienstverlening. Handhaving valt onder de directie Handhaving & Toezicht. Doel van deze scheiding is professionele handhaving, door het waarborgen van een zekere mate van objectiviteit/ onafhankelijkheid.

4.1. Samenstelling personeel

Organigram Directies Handhaving en Toezicht & Vergunningen en Dienstverlening

.

Directies

 Handhaving & Toezicht en Vergunningen & Dienstverlening

                     
                     
                     
                     
 

afdeling

                 

Openbare Ruimte & Veiligheid

         

Front-office Vergunningen

 

36 fte

           

15,5 fte

                     
         

afdeling

         
       

Programmering V+H

       
         

26,31 fte

         
 

afdeling

             

afdeling

 

Gebruik, Bouw & Milieu

         

Vergunningen Drank, Horeca & APV

 

33,4 fte

             

9 fte

 
                     
                     
                     
                     
                 

afdeling

 
               

Vergunningen Bouw

                 

25 fte

 
                     

Samenstelling afdeling Gebruik, Bouw & Milieu, formele bezetting 2011

Afdelingsmanager:                                1 fte

Coördinatoren handhaving:                     2 fte

Handhavers Bouw & Gebruik:     24,4 fte

Handhavers Milieu:                                2 fte

Handhavers Horeca:                              4 fte

Samenstelling afdeling Openbare Ruimte & Veiligheid, formele bezetting 2011 (zonder Projectleiders Veiligheid):

Afdelingsmanager:                                                        1 fte

Coördinatoren Handhaving Openbare Ruimte:      3 fte (onder wie 1 Coördinator Marktbeheer)

Handhavers Openbare Ruimte:                           30 fte

Assistent Handhavers:                                      2 fte

Het jaarlijkse Uitvoeringsprogramma handhaving geeft aan hoe en op welke onderwerpen de Handhavers van de afdeling Gebruik, Bouw & Milieu en de afdeling Openbare Ruimte & Veiligheid worden ingezet.

Samenstelling afdeling Programmering Vergunningen & Handhaving, formele bezetting 2011

Afdelingsmanager:                                            1 fte

Team Vergunningen

Coördinator Vergunningen:                                1 fte

Juristen Vergunningen:                          3,28 fte

Administratief Juridisch Medewerkers:    6,39 fte

Beleidsmedewerker:                                         0,67 fte

Bibobtoetser/financieel advies:               1 fte

Team Handhaving

Coördinator Handhaving:                                    1 fte

Juristen Handhaving:                                         3 fte

Juridisch Medewerkers:                         2,33 fte

Administratief Juridisch Medewerkers:    4.89 fte

Beleidsmedewerker:                                         0,75 fte

Kwaliteitsmedewerker:                          1 fte

De afdeling Programmering Vergunningen & Handhaving geeft juridische, administratieve en beleidsmatige ondersteuning en advisering aan de uitvoerende afdelingen binnen de directies Handhaving & Toezicht en Vergunningen & Dienstverlening. De Administratief Juridisch Medewerkers zorgen voor dossiervorming en archivering; juristen adviseren de handhavers bij handhavingzaken en behandelen bezwaar- en beroepprocedures.

4.2. Scholing en ontwikkelingsmogelijkheden

Gebruik, Bouw & Milieu

Het minimale opleidingsniveau voor Handhavers Bouw is ABW Primair (Ambtenaar Bouw- en Woningtoezicht) en een bouwkundige opleiding. Ook moeten alle Handhavers Bouw de leergang Handhaver Fysieke Omgeving bij de Handhavingsacademie van de gemeente Amsterdam volgen, voor zover ze dat nog niet gedaan hebben.

Verder biedt de Handhavingsacademie diverse cursussen aan voor Handhavers Bouw, zoals toezicht op brandveilig gebruik gebouwen en introductie WABO. Voor het herkennen van asbest is vaak een cursus vereist. De regelgeving met betrekking tot slopen en asbest is ingewikkeld en gedetailleerd. Een regelmatig terugkerend opleidingstraject aan de hand van praktijkvoorbeelden is gewenst om tot eenduidig toezicht te komen. In de gemeente Amsterdam moet elke toezichthouder Bouw de cursus asbestherkenning aan de Handhavingsacademie volgen. Ook is een periodieke opleiding voor toezicht op slopen vereist.

Openbare Ruimte

Het minimale opleidingsniveau voor Handhavers Openbare Ruimte is MBO III. Stedelijk gelden de volgende opleidingseisen voor Handhavers Openbare Ruimte: leergang Handhaver Openbare Ruimte, Buitengewoon Opsporingsambtenaar en Regeling Toetsing Geweldsbeheersing Buitengewoon Opsporingsambtenaar (RTGB). Verder zijn er cursussen documentenherkenning en omgaan met agressie en geweld.

4.3. Kwaliteitscriteria en -borging

Stadsdeel West gaat uit van de Kwaliteitscriteria Handhaving, zoals opgesteld door het Stedelijk Programma Regelgeving en Handhaving. Zie bijlage 4.

Voor de borging van de kwaliteit gelden de volgende samenhangende uitgangspunten: standaardisatie van systemen, protocollen voor afstemming van de werkwijze, opleiding en instructie. Stadsdeel West werkt zoveel mogelijk met gestandaardiseerde systemen. Dit geldt voor handhaving op de bouw, handhaving milieutaken, handhaving horeca, handhaving in de openbare ruimte, etc. Er zijn systemen waarin controles uniform worden vastgelegd en werkprocessen waarin werkafspraken en overdrachtsmomenten staan beschreven.

In West vormt het Verbeterplan Bouw- en Woningtoezichttaken uitgangspunt voor een continu proces van verbetering en waarborging van kwaliteit. Dit Verbeterplan is gebaseerd op de Audit kwaliteit uitvoering Bouw- en Woningtoezichttaken, die in 2009 bij alle stadsdelen en Dienst Milieu en Bouwtoezicht is gehouden. Ruim tachtig aspecten in de vergunningverlening en handhaving werden getoetst, onder te verdelen in vier samenhangende kwaliteitselementen: beleid, organisatie, uitvoering en sturingsinstrumentarium. De belangrijkste kritiek op de Amsterdamse BWT-organisaties waren gebrekkige dossieropbouw, standaardisering, protocollen, stuurinformatie, professionaliseren van kennisdeling en kwaliteitsborging. In het Verbeterplan en het bijbehorende plan van aanpak staan concrete verbeterpunten en acties genoemd die op dit moment worden uitgevoerd.

Eén van de verbeterpunten is om aan de hand van interne audits en collegiale toetsing de werkprocessen periodiek te evalueren en waar nodig aan te passen. Belangrijke toets en interne audit momenten voor de afdeling Gebruik, Bouw & Milieu zijn 12:

  • het uitvoeren van een juridische toets op voornemens tot een besluit en op besluiten;

  • het regelmatig controleren van handhavingzaken (handhavingoverleg);

  • het regelmatig controleren van dossieroverdracht van de afdeling Vergunningen Bouw;

  • het regelmatig controleren van aflopende toezichtdossiers, handhavingdossiers en klachtendossiers.

Kennisborging

De Handhavers Gebruik, Bouw & Milieu en de Handhavers Openbare Ruimte volgen periodiek verplichte bijscholingscursussen aan de Handhavingsacademie gemeente Amsterdam.

Stadsdeel West is lid van de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland (VBWTN). De VBWTN houdt regelmatig bijeenkomsten over allerlei ontwikkelingen op het gebied van Bouw- en Woningtoezicht. Ook heeft de vereniging een interessante informatieve site met een forum. BRIS warenhuis is digitaal beschikbaar voor de afdelingen Vergunningen Bouw en Gebruik, Bouw & Milieu. Met dit programma kan de Woningwet, het Bouwbesluit, de Bouwverordening Amsterdam en de daarbij behorende NEN normen 13 en jurisprudentie worden geraadpleegd.

5. Communicatie

In het vierde uitgangspunt van dit handhavingsbeleid (zie hoofdstuk 2) staat dat gerichte communicatie met burgers en bedrijven een belangrijke factor is. Dit heeft met name betrekking op preventieve handhaving. Communicatie kan worden ingezet als handhavingsinstrument. Soms volstaat goede en gerichte voorlichting om het naleefgedrag van burgers met betrekking tot een bepaald onderwerp te verbeteren. Het moet voor iedereen duidelijk zijn wat de gemeente onderneemt op het gebied van handhaving, wat men van de gemeente mag verwachten, maar ook wat verwacht wordt van burgers en bedrijven. Burgers en bedrijven hebben ook een eigen verantwoordelijkheid in het naleven van regels. Bedrijven worden bijvoorbeeld vooraf uitgebreid ingelicht over het nut en de noodzaak van de controle en geïnformeerd welke maatregelen de overheid van hen verwacht.

Een - nog op te stellen - Communicatieplan gaat in op de manier waarop Stadsdeel West de communicatie over regelgeving en handhaving, zowel extern als intern, aanpakt. Extern gaat het om helder communiceren wat wel en niet kan en mag en waarom.

De interne communicatie is erop gericht de eigen organisatie, maar ook het bestuur, bewust te maken van het belang van handhaving voor veiligheid, gezondheid en leefbaarheid. Ook kan de interne communicatie bijdragen aan een goede samenwerking tussen de verschillende handhavingdisciplines. Iedere medewerker en bestuurder kan betrokken zijn bij handhaving, al is het maar door het signaleren van mogelijke overtredingen.

6. Prioriteiten handhaving: risicoanalyse

6.1. Risicoanalyse onderdeel van programmatisch handhaven
  • In Stadsdeel West kiezen we voor programmatisch handhaven. De risicoanalyse is hier onderdeel van. Programmatisch handhaven is een planmatige aanpak en voorkomt dat we een groot deel van de tijd bezig zijn met ad hoc-acties op basis van incidenten. Dit betekent niet dat het programma helemaal wordt dichtgetimmerd: er blijft voldoende ruimte om in te spelen op ontwikkelingen en signalen.

  • Met de risicoanalyse brengen we in beeld wat de (grootste) risico's zijn en waarop de handhaving zich moet richten. Kortom: wat moet er gebeuren en waarom? Beleid voeren op het terrein van handhaving is nodig omdat het stadsdeel niet alle handhavingstaken volledig kan (laten) uitvoeren. Dit geldt in feite voor alle overheidsorganisaties. De middelen en capaciteit waarover het stadsdeel beschikt zijn nu eenmaal beperkt. Dat betekent dat we moeten kiezen; wat doen we wel, wat niet, wat eerst en wat later. Met behulp van de risicoanalyse kunnen we een goede afweging maken.

  • In december 2010 en januari 2011 is een risicoanalyse handhaving gehouden onder medewerkers van Stadsdeel West. Er zijn acht sessies gehouden met in totaal 25 deelnemers van verschillende afdelingen, waaronder Gebruik, Bouw & Milieu, Openbare Ruimte & Veiligheid, Vergunningen Bouw, Vergunningen Drank, Horeca & APV, Wonen & Leven, Economie & Cultuur, Wijken, etc. De risicoanalyse handhaving is onderverdeeld in vier thema's: bouw, gebruik, milieu en openbare ruimte. Elk thema bevat een aantal onderwerpen waarvan de risico's zijn bepaald.

  • Per onderwerp is een analyse gedaan aan de hand van zes criteria. Er is gekeken naar fysieke veiligheidsconsequenties, leefomgeving, financieel-economische schade, schade aan natuur of stadsschoon, volksgezondheid en bestuurlijk imago. Vervolgens is ingeschat hoe groot de kans is op overtreding van de regels. Sommige onderwerpen brengen een hoog risico met zich mee, bijvoorbeeld voor veiligheid en gezondheid, bij andere onderwerpen zijn de consequenties minder ernstig. Op basis van de uitkomsten van de risicoanalyse zijn de onderwerpen geordend op volgorde van hoog tot laag risico. Daarna is bestuurlijk gekeken naar deze ordening: de uitkomsten van de ambtelijke risicoanalyse zijn op 26 januari 2011 besproken met drie portefeuillehouders van Stadsdeel West, Dirk de Jager, Godfried Lambriex en Martien Kuitenbrouwer, en op 3 maart 2011 met Abdeluheb Choho. In deze gesprekken gaven de portefeuillehouders aan welke onderwerpen voor hen bestuurlijke prioriteit hebben. Een volgende stap is om de prioriteitenlijst te vertalen naar een uitvoeringsprogramma voor West, met concrete resultaten en kengetallen.

  • Korte samenvatting van de reactie en afspraken van de portefeuillehouders op de uitkomsten: 

  • * De portefeuillehouders zijn het grotendeels eens met de ambtelijke prioritering/uitkomsten risicoanalyse.

  • * Een aantal onderwerpen heeft bestuurlijke prioriteit. Deze onderwerpen markeren we met een sterretje (de ambtelijke prioritering laten we staan).

  • * De onderwerpen bij het thema bouw clusteren we op volgorde van (bestuurlijke) prioriteit. Dit leidt tot deze volgorde:

    • Cluster 1: veiligheid & gezondheid (de onderwerpen die onder dit cluster vallen hebben prioriteit

    • boven de onderwerpen in de volgende clusters);

    • Cluster 2 kwaliteit nieuwbouw & bestaande bouw, duurzaamheid;

    • Cluster 3: welstand, monumenten & aanzicht winkelstraten (heeft minder invloed op burgers, tenzij

    • sloop want dat is onomkeerbaar);

    • Cluster 4: Restcategorie.

    In de notitie ‘Uitkomsten risicoanalyse handhaving' in bijlage staan de uitkomsten van de risicoanalyse, een toelichting op de werkwijze en de belangrijkste conclusies die uit de uitkomsten kunnen worden getrokken. In de bijlage ‘Schema risicoanalyse handhaving' staan de uitkomsten, zowel in totaal als per bijeenkomst. Tenslotte is een toelichting per onderwerp waarop de risicoanalyse is toegepast te vinden in de bijlage (‘Toelichting op onderwerpen handhaving').

6.2. Prioriteiten handhaving 14

Als we de uitkomsten van de risicoanalyse en de bespreking met de portefeuillehouders combineren, dan komt de volgende prioriteitenlijst tot stand, waarbij het onderwerp met het hoogste risico steeds op 1 staat en het onderwerp met het laagste risico onderaan. De prioriteitenlijst is bestemd voor de huidige bestuursperiode, maar we bekijken elk jaar of de actualiteit invloed heeft of moet hebben op de handhavingsprioriteiten.

Bouw

Cluster 1: veiligheid & gezondheid

1. Onderhoud van woningen

2. Illegale asbestverwijdering

3. Omgevingsvergunningen van bouwwerken van ingrijpende aard > 100.000,- euro

4. Asbestverwijdering (vergunning)

5. Illegale sloop*

6. Gas en elektra installaties

7. Sloopvergunning*

8. Veilig en professioneel werken op de bouwplaats

9. Omgevingsvergunningen van bouwwerken van ingrijpende aard < 100.000,- euro

Cluster 2: kwaliteit nieuwbouw & bestaande bouw, duurzaamheid;

10. Illegale bouw in, op of aan gebouwen en in tuinen

11. Splitsen en opknappen van woningen*

12. Samenvoegen c.q. woning onttrekken zonder vergunning*

13. Toegankelijkheid bij nieuwbouw / renovatie voor doelgroepen*

14. Isolatie en energiezuinigheid*

15. Omgevingsvergunningen van bouwwerken van niet-ingrijpende aard < 100.000,- euro

Cluster 3: welstand & monumenten

16. Aanzicht (winkel)gevels

17. Gevelreclame (incl. steigerdoekreclame)

18. Schotelantennes

19. Welstand

20. Monumenten (verbouwingen in, op, aan)

21. Vergunningsvrij bouwen

Cluster 4: Restcategorie.

22. Scootsafes

Gebruik

1. Brandveiligheid (gebruiksvergunningsplichtige, meldingsplichtige en niet-meldingsplichtige gebouwen)*

2. Bedrijfsafval

3. Horeca

4. Illegaal gebruik van panden = handhaving op bestemmingsplan

5. Terrassen

6. Kinderopvangcentra*

7. Prostitutiebedrijven

8. Gezond wonen (licht, lucht, vocht, geluid)

9. Vervuilde woningen

10. Woonboten (bestemmingsplan gerelateerd)

11. Openingstijden winkels

Milieu

1. Milieu-eisen bij inrichtingen (bedrijven, scholen)

2. Energiebesparing

3. Transport

4. Gebruik bouwmaterialen

5. Geluidsoverlast

6. Luchtkwaliteit

7. Lozen van afvalwater

8. Stankoverlast

Openbare ruimte

1. Hondenpoep/loslopende honden

2. Verkeerd aangeboden particulier afval

3. Zwerfvuil

4. Evenementen

5. Wrakken en ‘wees'(brom)fietsen*

6. Marktzaken

7. Objecten in de openbare ruimte

8. Graffiti en wildplak

9. Wet Mulder-overtredingen (rijden op de stoep, fout parkeren)

10. Alcohol- en drugsverbod op aangewezen plaatsen

11. Woonboten (ligplaatsvergunningen en bootwrakken)

12. Boomverordening (kapvergunningen en illegale kap)*

13. Uitstallingen bij winkels

14. Hinderlijk geplaatste (brom)fietsen*

15. Aanhangers/autowrakken

16. Reclame op straat

17. Gehandicaptenparkeervergunningen

18. Illegale gevelreiniging

In de risicoanalyse is naar voren gekomen dat sommige onderwerpen continu handhavingscapaciteit vergen, omdat er anders onveilige of onwenselijke situaties ontstaan. Andere onderwerpen, waarvan het risico minder hoog is ingeschat, kunnen volstaan met een steekproef of een handhavingsactie bij signalen en klachten. Op weer andere onderwerpen zal helemaal geen actie worden ondernomen. Welke onderwerpen dit zijn en hoe de verdeling is bij de inzet van capaciteit en middelen wordt beschreven in het jaarlijkse uitvoeringsprogramma. Voor zover mogelijk beschrijven we per onderwerp de beoogde resultaten aan de hand van indicatoren. Handhaving is tenslotte een middel en geen doel op zich. Er zijn vaak veel meer interventies mogelijk om een probleem met het naleven van de regels op te lossen, zoals duidelijke voorlichting of (betere) afspraken met ketenpartners.

Een aantal onderwerpen heeft ook in de buurten van West prioriteit. De grootste ergernissen die bewoners noemen waaraan handhaving een bijdrage kan leveren zijn: hondenoverlast; verkeerd aanbieden van huisvuil en bedrijfsafval; (brom)fietsparkeeroverlast en -wrakken. Deze onderwerpen zijn ook in de risicoanalyse hoog geëindigd en/of hebben bestuurlijke prioriteit. Voor deze onderwerpen is een integrale aanpak vereist, waaraan de afdelingen Openbare Ruimte & Veiligheid, Beheer Openbare Ruimte, Rayons, Leefomgeving, Communicatie en Wijken allemaal meewerken en zaken afstemmen.

7. Ontwikkelingen en toekomstperspectief

7.1. Vervolg op Stedelijk Programma Regelgeving en Handhaving

Het Stedelijk Programma Regelgeving en Handhaving (SPRH) liep van 2007 tot 2010. In het programma hebben de stadsdelen en de centrale stad samengewerkt aan het verhogen van de kwaliteit en doelmatigheid van het bestuurlijk toezicht. In het eindrapport uit 2010 staat dat er veel is bereikt: minder regeldruk, vereenvoudigde vergunningaanvragen, minder versnippering van de handhaving en meer professionaliteit. Nu zijn alle producten overgedragen aan de stadsdelen en de centrale stad. De stadsdelen nemen het stokje van SPRH over en gaan door met de implementatie en uitvoering van het actieprogramma. Om dit te coördineren is het Management Overleg Handhaving in het leven geroepen, waaraan stadsdelen en diensten deelnemen. Ook in de bestuursperiode 2010 - 2014 staat handhaving hoog op de agenda.

De Handhavingsacademie en het Expertisecentrum Bestuurlijke Handhaving - twee producten die zijn voortgekomen uit het SPRH - zijn zelfstandig verder gegaan. Het Expertisecentrum Bestuurlijke Handhaving voorziet stadsdelen en diensten van kennis, informatie en instrumenten die zij nodig hebben voor een goede uitvoering van het handhavingsbeleid.

De Handhavingsacademie van de gemeente Amsterdam is opgericht zodat handhavers en vergunningverleners hun kennis en vaardigheden op niveau kunnen brengen en houden. De Handhavingsacademie heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot een volwaardig opleidingsinstituut en biedt opleidingen aan voor handhavers ‘voor de gevel' (openbare ruimte), ‘achter de gevel' (fysieke omgeving), leerplichtambtenaren, vergunningverleners en (operationeel) leidinggevenden. De opleidingen zijn gericht op een uniforme manier van handelen in de stad. Doordat handhavers in de gehele stad voortaan dezelfde opleidingen en cursussen volgen ontstaat er één professionele Amsterdamse stijl van handhaven.

7.2. Taakverschuiving politie naar gemeenten

Gemeentelijke BOA's hebben de laatste jaren steeds meer handhavingsmiddelen tot hun beschikking. Dit is het gevolg van de tendens dat de politie - mede onder invloed van landelijke hoofdlijnen van beleid (de prestatieafspraken) - zich meer gaat richten op de kerntaken. Omgekeerd is veiligheid een kerntaak geworden voor gemeenten; zij zijn regisseur van het lokale veiligheidsbeleid en vanuit die rol verantwoordelijk voor de beleidsvoering. De gemeenten krijgen steeds meer mogelijkheden om de taken die de politie niet langer als kerntaak ziet, op te pakken. Eén van die taken is het aanpakken van overlastfeiten, waarvoor de bestuurlijke strafbeschikking is geïntroduceerd. Hoe de taakverschuiving verder vorm krijgt en de eventuele rol van particuliere veiligheidsorganisaties hierin is nog niet bekend.

Ook op het terrein van milieuhandhaving gaat de komende jaren veel veranderen in de rolverdeling tussen het bestuur en het Openbaar Ministerie. Per 1 januari 2012 wordt naar verwachting de bestuurlijke strafbeschikking milieu geïntroduceerd voor alle bestuursorganen die een taak hebben bij de milieuhandhaving. Politie en het OM kunnen zich hierdoor meer toeleggen op ernstiger vormen van milieucriminaliteit 15.

7.3. Integrale handhaving: wensen en behoefte

Voor het werkaanbod binnen Gebruik, Bouw & Milieu is het wenselijk om alle toezichthouders in te zetten als generalisten die voldoende kennis en ervaring hebben. Een aantal toezichthouders zal zich ontwikkelen in een specifiek werkveld, zoals brandveiligheid en grootschalige nieuwbouw/hoogbouw.

De exploitatievergunning voor de horeca kan een integraler karakter krijgen door ook de milieuwet- en regelgeving onder de aandacht van de ondernemer te brengen. De mogelijkheden worden onderzocht om in de voorschriften van de exploitatievergunning een verwijzing te maken naar de milieuvoorschriften en aanvullende geluidsvoorschriften op te nemen in deze vergunning. Hiermee is de exploitant zich bewust van het feit dat ook voldaan moet worden aan de milieuregelgeving. Als genoemde voorschriften in de vergunning staan, dan kan de eventuele handhaving hierop ook via het (zeer effectieve) stedelijke stappenplan horeca verlopen.

7.4 Informatiegestuurde handhaving

In het Stedelijk Programma Regelgeving en Handhaving is afgesproken dat de gemeente Amsterdam zoveel mogelijk informatiegestuurd gaat handhaven. Informatiegestuurde handhaving loopt dwars door meerdere processen en organisaties heen. Voor deze werkwijze is het van groot belang dat organisaties goede informatie(-analyses) ter beschikking hebben. Op basis daarvan kan men gerichte sturing geven aan integrale handhaving. Door goede analyses en daarop gebaseerde heldere keuzes kunnen betere resultaten worden bereikt. Handhavers zijn daarbij beter in staat om proactief te reageren in plaats van reactief. 16

Bij de afdeling Openbare Ruimte & Veiligheid is een begin gemaakt met informatiegestuurde handhaving. Stadsdeel West is aangesloten op het landelijk BOA-registratiesysteem. Daardoor is er één gemeenschappelijke informatievoorziening voor de registratie van overlastgevende feiten. De afdeling Openbare Ruimte & Veiligheid wil toe naar een brede vorm van 'e-handhaving', waarbij zoveel mogelijk systemen zijn gekoppeld die handhavers op straat kunnen raadplegen. Dit stimuleert het informatiegestuurde toezicht en maakt gerichte inzet van toezicht en handhaving mogelijk.

Voor de handhaving op de horeca maakt het stadsdeel gebruik van het Horeca Informatie Systeem (HIS). Dit systeem is toegankelijk voor alle stadsdelen en is onder andere gekoppeld met de Dienst Openbare Orde & Veiligheid en de politie. Het registratiesysteem van de politie staat in verbinding met HIS.

7.5 Regionale Uitvoeringsdienst (Wabo-taken)

De vorming van een Regionale Uitvoeringsdienst voor de uitvoering van Wabo-taken komt steeds dichterbij. Een kopgroep van vier gemeenten (waaronder Amsterdam) en de provincie Noord-Holland heeft een verkenningsonderzoek laten doen naar de vorming van de Regionale Uitvoeringsdienst 17. Dit is mede ingegeven door de conclusies uit het rapport van de Commissie Herziening Handhavingstelsel VROM-regelgeving (milieu, bouwen), onder leiding van Jan Mans. Deze commissie bepleit in haar rapport "De tijd is rijp" (juni 2008) een reorganisatie van de handhaving van het omgevingsrecht. Dit zou moeten gebeuren door de oprichting van regionale uitvoeringsorganisaties.

Onder een Regionale Uitvoeringsdienst wordt verstaan een uitvoeringsorganisatie die de vergunningverlening, de handhaving en het toezicht op het gebied van de fysieke leefomgeving uitvoert voor een groot geografisch gebied en voor meerdere bestuursorganen.18 Hier beslaat het drie veiligheidsregio's (Kennemerland, Zaanstreek-Waterland en Amsterdam-Amstelland) en omvat daarmee het gehele Noordzeekanaal+gebied met daarin de drie havens en de Schipholregio.

In Amsterdam is besloten dat (super)specialistische taken (bijvoorbeeld bouwakoestiek, constructie veiligheid, complexe milieuzaken) en stadsdeelgrensoverstijgende taken centraal worden gehouden en overgaan naar de Regionale Uitvoeringsdienst. Alle vergunningverlening-, toezicht- en handhavingstaken van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht gaan één op één over naar Regionale Uitvoeringsdienst. De overige taken blijven bij de zeven stadsdelen. Hierbij gaat het met name om minder complexe taken.

De conclusie van het verkenningsonderzoek is dat de vorming van een Regionale Uitvoeringsdienst qua ambities en kosten haalbaar is. Meerwaarde van de fysieke samenvoeging van de uitvoeringstaken levert kwaliteitsverbetering op, zo meldt het onderzoeksrapport. Dit geldt met name voor taken waarvoor specialistische kennis nodig is.

De uitkomst van het verkenningsonderzoek moet leiden tot een bestuurlijk, principieel go / no-go besluit (op Staten en Raadsniveau) voor het zomerreces van 2011. De verwachting is dat bij positieve besluitvorming de Regionale Uitvoeringsdienst tussen 1 januari 2012 en 1 januari 2013 is opgericht.

8. Bronnen

Geraadpleegde bronnen:

  • Eindrapport Stedelijk Programma Regelgeving en Handhaving, gemeente Amsterdam, april 2010

  • Eindrapport Hoofdlijnen Organisatie Bestuurlijk Toezicht (OBT1), gemeente Amsterdam, 2009

  • Eindrapport Programma van eisen Organisatie Bestuurlijk Toezicht (OBT2), gemeente Amsterdam, 2010

  • Eindrapport Organisatie Bestuurlijk Toezicht (concept), domein Wonen, 2010

  • Handleiding Model Handhavingsprogramma, Stedelijk Programma Regelgeving en Handhaving, gemeente Amsterdam

  • Model Handhavingsprogramma ‘Helder en haalbaar handhaven', Stedelijk Programma Regelgeving en Handhaving, gemeente Amsterdam, juni 2010

  • Verbeterplan BWT taken handhaving, toezicht en vergunningen bouw, november 2010

  • Programmatisch handhaven. Gids voor gemeenten, waterschappen en provincies, stichting Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV)

  • Circulaire Buitengewoon Opsporingsambtenaar, Ministerie van Veiligheid en Justitie, d.d. 10 januari 2011

  • Bijlage van de categoriale aanvraag van stadsdeel West M.b.t. de aanvraag van de Handhavers Openbare Ruimte en Veiligheid & voor de categoriale aanvraag voor  de Handhavers Gebruik, Bouw en Milieu, 2010

  • Notitie ‘Informatiegestuurde handhaving in Amsterdam', Stedelijk Programma Regelgeving en Handhaving, gemeente Amsterdam, d.d. 24 juni 2010

  • Bouwtoezicht op Maat, Dienst Milieu en Bouwtoezicht, gemeente Amsterdam, 2010

  •  ‘West maakt het verschil!', Coalitieakkoord PvdA, GroenLinks en D66, Amsterdam West 2010-2014

  • Rapport ‘Verkenningsonderzoek RUD NZKG+', uitgevoerd in opdracht van de Provincie Noord-Holland en de gemeenten Amsterdam, Haarlemmermeer, Velsen en Zaanstad, 18 maart 2011

  • Toezicht- en Sanctiestrategie Bouw, Stedelijk Programma Regelgeving en Handhaving, gemeente Amsterdam, 2008

  • Kwaliteitsaudit Bouw- en Woningtoezichttaken in Amsterdam. Overkoepelende eindrapportage, Zenc en MT&V, juli 2009

Websites:

http://www.rijksoverheid.nl/

http://www.overheid.nl/

http://www.hetccv.nl/, stichting Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV), Utrecht

http://www.wikipedia.org/

http://www.cjib.nl/, Centraal Justitieel Incassobureau, onderdeel Ministerie van Veiligheid en Justitie

http://www.handhavingsportaal.nl/, Landelijk Overleg Milieuhandhaving (LOM)

Intranet Amsterdam, minisite Expertisecentrum Bestuurlijke Handhaving

Intranet Amsterdam, minisite Handhavingsacademie

http://www.bris.nl/, over bouwregelgeving

http://www.nen.nl/, over NEN-normen

http://www.vereniging-bwt.nl/, Vereniging BWT Nederland

9. Bijlagen

  • BIJLAGE 1 Juridisch kader: drie rechtsgebieden voor handhaving

  • BIJLAGE 2 Van toepassing zijnde wet- en regelgeving

  • BIJLAGE 3 Toezicht- en sanctiestrategie

  • BIJLAGE 4 Kwaliteitscriteria handhaving

  • BIJLAGE 5 Uitgangspunten integrale handhaving

  • BIJLAGE 6 Generieke sanctiestrategie handhaven in de openbare ruimte

  • BIJLAGE 7 Horecatoezicht in Stadsdeel West

  • BIJLAGE 8 Notitie Uitkomsten risicoanalyse handhaving

  • BIJLAGE 9 Schema risicoanalyse handhaving: uitkomsten

  • BIJLAGE 10 Toelichting op onderwerpen handhaving

___________________________________________________________ 

Noten:

1 Het actie programma van het SPRH is een uitwerking van het bestuursakkoord 2006-2010

2 De stedelijke visie is vastgesteld door het bestuurlijk team handhaving (2005) en in het Bestuursakkoord 2006-2010.

3 Het handhavingsbeleid en het uitvoeringsprogramma gaan over de taken van de afdeling Openbare Ruimte & Veiligheid die betrekking hebben op het werkveld openbare ruimte en niet op het werkveld veiligheid.

4 Het stedelijk project Verbetering handhaving kinderopvang is aangevangen in november 2010. De regie ligt bij de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling en alle stadsdelen zijn in het project vertegenwoordigd.

5 Dit stappenplan is op 1 oktober 2004 in werking getreden.

6 Zie voor een uitgebreidere toelichting op de BOM-systematiek het boekje "Adequaat niveau wettelijke milieutaken in de stadsdelen", DMB, november 2003.

7 De domeinlijst is een belangrijk onderdeel van het gewijzigde Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar (2010).

8 Het College van Burgemeester & Wethouders en de Dagelijks Besturen van de Amsterdamse stadsdelen hebben in het eerste kwartaal van 2009 ingestemd met het Eindrapport OBT1.

9 In een later stadium is het domein wonen aan de opdracht toegevoegd. Hierover is een apart rapport verschenen.

10 Op 1 maart 2010 heeft het Bestuurlijk Team OBT met het Eindrapport OBT2 ingestemd.

11 Stadsdeel West kent de volgende dominante sturingsprincipes: lijnsturing, project- en programmasturing en wijk- en buurtgericht werken.

12 Uit: 'Verbeterplan BWT taken handhaving, toezicht en vergunningen bouw', akkoord managers Vergunningen Bouw, Gebruik, Bouw & Milieu en Programmering Vergunningen & Handhaving, 2 november 2010.

13 NEN is de afkorting van Nederlandse Norm en ook sinds 2000 de naam van het nauwe samenwerkingsverband van het Nederlands Normalisatie-instituut en de Stichting NEC (gespecialiseerd in de normalisatie van elektrotechniek en ICT).

14 De bestuurlijke prioriteiten zijn vetgedrukt met een sterretje erachter. De clustering van onderwerpen bij het thema bouw komt voort uit het overleg met de portefeuillehouders.

15 Uit: ‘Circulaire: Buitengewoon Opsporingsambtenaar', Ministerie van Veiligheid en Justitie, d.d. 10 januari 2011.

16 Zie notitie ‘Informatiegestuurde handhaving in Amsterdam' van het Stedelijk Programma Regelgeving en Handhaving, d.d. 24 juni 2010.

17 De uitkomsten van dit onderzoek staan in het rapport ‘Verkenningsonderzoek RUD NZKG+', 18 maart 2011.

18 Het verkenningsonderzoek gaat uit van twee taakvarianten: het basistakenpakket en het plustakenpakket. Het basispakket betreft voornamelijk de meer complexe milieutaken. Daarnaast kunnen de deelnemende gemeenten zelf kiezen welk pluspakket zij bij de Regionale Uitvoeringsdienst onderbrengen.