Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Zuidoost

Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs Amsterdam stadsdeel Zuidoost 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Zuidoost
Officiële naam regelingVerordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs Amsterdam stadsdeel Zuidoost 2007
CiteertitelVerordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs Amsterdam stadsdeel Zuidoost 2007
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerpOnderwijs

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Op grond van art. 38, eerste lid, van de verordening op de Bestuurscommissies is deze regeling op 19 maart 2016 van rechtswege vervallen.

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: -

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet op het primair onderwijs, artikelen 134, 135, 140, 141

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200819-03-2016nieuwe regeling

18-12-2007

Echo, december 2007

-

Tekst van de regeling

Verordening

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling
  • In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. Het dagelijks bestuur: Het dagelijks bestuur van het stadsdeel Zuidoost;

  • b. schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra bekostigde in het stadsdeel gelegen openbare of bijzondere school, of, voorzover in deze Verordening is bepaald, van een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een ander stadsdeel of andere gemeente;

  • c. school voor basisonderwijs en school voor (voortgezet) speciaal onderwijs;

  • - school voor basisonderwijs: een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

  • - school voor (voorgezet) speciaal onderwijs: een school voor speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 8 van de Wet op de expertisecentra en een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;

  • d. nevenvestiging: deel van een school dat door de minister ingevolge artikel 85 van de Wet op het primair onderwijs of artikel 76a of artikel 76b van de Wet op de expertisecentra voor bekostiging in aanmerking is gebracht;

  • e. voorziening: een voorziening zoals opgenomen in de bijlagen A en B bij deze Verordening;

  • f. aanvullende voorziening: een door het dagelijks bestuur, in het kader van een project, vastgestelde voorziening waarmee het voorzieningenaanbod in het kader van het lokaal onderwijsbeleid tijdelijk wordt aangevuld;

  • g. indieningsdatum: uiterste moment zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze Verordening, waarvoor een aanvraag voor een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn ingediend;

  • h. toekenningscriteria: de omstandigheden zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze Verordening, waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening of een aanvullende voorziening;

  • i. tijdvak: periode zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze Verordening, waarvoor een voorziening wordt toegekend;

  • j. subsidieplafond: het door de deelraad of het dagelijks bestuur vastgestelde bedrag, voor een voorziening dan wel aanvullende voorziening, dat ten hoogste beschikbaar is binnen een bepaald tijdvak;

  • k. feitelijke beschikbaarstelling: de beschikking waarbij een (aanvullende) voorziening in natura beschikbaar wordt gesteld;

  • l. subsidietoekenning: de beschikking waarin het subsidiebedrag voor een (aanvullende) voorziening voorwaardelijk wordt toegekend, waarmee een voorwaardelijk recht op uitbetaling ontstaat.

  • m. bijlage deel A: de bijlage bij deze Verordening waarin de stedelijke voorzieningen staan omschreven welke in de hele stad aan scholen worden aangeboden;

  • n. bijlage deel B: de bijlage bij deze Verordening waarin de op basis van lokaal onderwijsbeleid vastgestelde stadsdeelspecifieke voorzieningen staan omschreven.

Artikel 2 Algemene bepalingen
  • Op de, in de bijlagen deel A en deel B bij deze Verordening omschreven, beschikbaar gestelde voorzieningen zijn, tenzij anders aangegeven de volgende algemene bepalingen van toepassing:

  • 2a Schoolsoort

  • De voorziening is beschikbaar voor basisscholen, scholen voor speciaal basisonderwijs en scholen voor Speciaal Onderwijs, niet zijnde VSO.

  • 2b Hoofdgebouw/dislocatie/nevenvestiging

  • De voorziening kan worden aangevraagd voor een hoofdgebouw en een nevenvestiging gelegen op het grondgebied van het stadsdeel.

  • 2c Nevenvestiging van hoofdvestiging in ander stadsdeel of andere gemeente

  • De voorziening staat open voor een nevenvestiging gelegen binnen de stadsdeelgrens van een hoofdvestiging in een ander stadsdeel of een andere gemeente.

  • 2d Overige criteria

  • Per voorziening kunnen nadere criteria worden geformuleerd waaraan het schoolbestuur, de school of de aanvraag moet voldoen om in aanmerking te kunnen komen voor honorering.

Artikel 3 Subsidieplafond en verdelingsregels
  • 1. Het dagelijks bestuur kan voor een voorziening een subsidieplafond vaststellen.

  • 2. Het dagelijks bestuur maakt het subsidieplafond en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag, uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum aan de schoolbesturen bekend.

Artikel 4 Aanvullende voorziening
  • 1. Het dagelijks bestuur kan in het kader van een project het voorzieningenaanbod lokaal onderwijsbeleid tijdelijk uitbreiden met de vaststelling van een aanvullende voorziening;

  • 2. Het dagelijks bestuur stelt de toekenningscriteria vast waaronder aanspraak bestaat op de aanvullende voorziening.

Artikel 5 Jaarlijks overzicht

Jaarlijks voor 1 juli zendt het dagelijks bestuur aan de schoolbesturen een overzicht van de op basis van deze Verordening toegekende voorzieningen. Het overzicht omvat de periode van 1 juni van het voorafgaande jaar tot en met 31 mei van het jaar van toezending.

Hoofdstuk 2 Procedures

Paragraaf 2.1 Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 6 Toevoegen, wijzigen en intrekken
  • Een wijziging van de Verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum van de bestreffende voorziening bekendgemaakt door het dagelijks bestuur.

Artikel 7 Indiening aanvraag
  • 1. Het schoolbestuur dat een voorziening wenst, dient –indien van toepassing- voor de indieningsdatum een aanvraag in bij het dagelijks bestuur. Indien de aanvraag niet tijdig is ingediend, besluit het dagelijks bestuur om de aanvraag niet te behandelen. Bij de indiening van een aanvraag dient het schoolbestuur gebruik te maken van het door het dagelijks bestuur vastgestelde formulier.

  • 2. De aanvraag vermeldt:

  • a. naam en adres van het schoolbestuur;

  • b. de dagtekening;

  • c. de gewenste voorziening;

  • d. de naam van de school en de onderwijssoort indien de voorziening is bestemd voor een school;

  • e. een motivering dat wordt voldaan aan de toekenningscriteria.

  • 3. Bij het ontbreken van een of meer gegevens deelt het dagelijks bestuur dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslist het dagelijks bestuur de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 8 Beslissingstermijn
  • 1. Het dagelijks bestuur besluit binnen twaalf weken na de indieningsdatum op een aanvraag. Indien geen indieningsdatum is voorgeschreven, beslist het dagelijks bestuur binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan de termijn van twaalf weken met vier weken verlengen. Bij verlenging wordt uiterlijk twee weken voor het einde van de termijn van twaalf weken hiervan door het dagelijks bestuur schriftelijk mededeling gedaan aan het schoolbestuur. Hierbij geeft het dagelijks bestuur de reden voor de verlenging aan.

  • 3. Het dagelijks bestuur stelt binnen twee weken na de datum van de beschikking op de aanvraag het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 9 Weigeringsgronden
  • Het dagelijks bestuur weigert de voorziening indien:

  • a. de gewenste voorziening geen voorziening is in de zin van deze Verordening;

  • b. niet is voldaan aan één van de toekenningscriteria zoals omschreven in de bijlagen A en B;

  • c. door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

Paragraaf 2.2 Aanvraag aanvullende voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 10 Indiening aanvraag
  • 1. Het schoolbestuur dat gebruik wenst te maken van een aangeboden aanvullende voorziening, dient een aanvraag in bij het dagelijks bestuur;

  • 2. Op de aanvraag is artikel 7, tweede en derde lid, van toepassing.

Artikel 11 Beslissingstermijn
  • Het dagelijks bestuur besluit binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag of binnen vier weken na de verstrekking van de aanvullende gegevens. Binnen twee weken na de datum van de beschikking stelt het dagelijks bestuur het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 12 Weigeringsgronden
  • Het dagelijks bestuur weigert de aanvullende voorziening indien:

  • a. de gevraagde voorziening geen aanvullende voorziening zoals bedoel in artikel 4 is;

  • b. artikel 19 lid b en c van toepassing is.

Paragraaf 2.3 Toekenning; intrekking of wijziging; verbod vervreemding

Artikel 13 Inhoud beschikking tot toekenning; betaling
  • 1. De beschikking van het dagelijks bestuur tot toekenning van een (aanvullende) voorziening kan inhouden:

  • a. feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening; of

  • b. een subsidietoekenning.

  • 2. De beschikking bevat:

  • a. het tijdvak en het doel waarvoor de voorziening is verleend;

  • b. de wijze waarop het schoolbestuur de voorziening dient uit te voeren.

  • 3. De beschikking bevat voorts:

  • a. het bedrag van de subsidie;

  • b. de wijze waarop rekening en verantwoording door het schoolbestuur wordt afgelegd aan het dagelijks bestuur;

  • c. de bepaling dat de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening van het stadsdeel Amsterdam Zuidoost 2006 van toepassing zijn en welke afzonderlijke bepalingen of afwijkingen hierop van kracht zijn.

  • 4. De betaling van het subsidiebedrag vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.

Artikel 14 Intrekken of wijzigen beschikking; terugvordering
  • Ten aanzien van het beleid tot intrekking, wijziging, stopzetting of verlaging van de afgegeven subsidiebeschikking dan wel terugvordering van gegeven subsidie is de algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Artikel 15 Verbod tot vervreemding
  • Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze Verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het dagelijks bestuur tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 16 Informatieverstrekking
  • Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het dagelijks bestuur nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze Verordening.

Artikel 17 Beslissing van het dagelijks bestuur in gevallen waarin de Verordening niet voorziet
  • In gevallen, de uitvoering van de Verordening betreffende, waarin deze Verordening niet voorziet, beslist het dagelijks bestuur.

Artikel 18 Hardheidsclausule
  • Het dagelijks bestuur kan van het bepaalde in deze Verordening afwijken, wanneer toepassing van de bepalingen voor een belanghebbende gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen.

Artikel 19 Citeertitel; inwerkingtreding
  • 1. De Verordening kan worden aangehaald als: VMFG Zuidoost 2007;

  • 2. De Verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.

  • Aldus vastgesteld in de openbare stadsdeelraadsvergadering van 18 december 2007