Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - West

Staanplaatsenbeleid Stadsdeel West 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - West
Officiële naam regelingStaanplaatsenbeleid Stadsdeel West 2012
CiteertitelStaanplaatsenbeleid
Vastgesteld doorgedelegeerde functionaris
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpEconomische zaken

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze nota is een uitwerking van de Verordening op de straathandel 2008 (VOS 2008), voor zover het over staanplaatsen buiten de markten en venten gaat en de inhoud kan worden beschouwd als 'nadere regels' zoals in de VOS 2008 genoemd in artikel 6.1, lid j.

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: -

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-05-201219-03-2016nieuwe regeling

22-05-2012

Officiële digitale bekendmakingen stadsdeel West, 12 september 2012

2012/6583

Tekst van de regeling

Staanplaatsenbeleid Stadsdeel West 2012

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Met de fusie van de voormalige stadsdelen Westerpark, Oud West, De Baarsjes en Bos en Lommer blijkt dat er behoefte bestaat aan uniforme regelgeving met betrekking tot staanplaatsenbeleid en het hanteren en op dezelfde wijze innen van eenduidige tarieven. Uniforme regelgeving leidt tot uniforme toetsing van aanvragen. Daarnaast is in de in januari 2012 vastgestelde Detailhandelsvisie West aangegeven (pagina 23 van 77/ besluitnr. 2011/19376) dat nog nadere regels worden ontwikkeld voor de solitaire staanplaatsen buiten de warenmarkten. In deze nota stellen we hier de kaders voor.

De Verordening op de Straathandel 2008 (hierna te noemen de VOS) is op 23 april 2008 vastgesteld door de gemeenteraad en óp 1 augustus 2008 in werking getreden. In de VOS staan regels over markten, staan- en ligplaatsen buiten de markten en venten (zie bijlage 1)

Deze nota is een uitwerking van deze verordening voor stadsdeel West, voor zover het over staanplaatsen buiten de markten en venten gaat en de inhoud kan worden beschouwd als de 'nadere regels', zoals in de VOS 2008 genoemd in artikel 6.1, lid j. Er hoeft voor stadsdeel West dus geen aparte verordening te worden opgesteld. Tenslotte is bij het schrijven van deze nota inspiratie opgedaan bij stadsdeel Oost, die reeds staanplaatsenbeleid heeft ontwikkeld.

2. Soorten staanplaatsen

Dit hoofdstuk beschrijft welke vormen van ambulante handel binnen de reikwijdte van de nota vallen.

2.1 STAANPLAATSEN BUITEN DE MARKTEN

Een staanplaats buiten de markt wordt ook wel solitaire staanplaats genoemd.

Bij staanplaatsen buiten de markten valt een onderscheid te maken tussen vaste

staanplaatsen en tijdelijke staanplaatsen.

Lijstplaatsen

Lijstplaatsen zijn alle vaste staanplaatsen buiten de markt die opnieuw kunnen worden uitgegeven als de huidige vergunninghouder stopt met de verkoop op die plek. Wanneer een lijstplaats vrijkomt kan het dagelijks bestuur ertoe overgaan deze plaats opnieuw uit te geven.

Initiatiefplaatsen

Een initiatiefplaats is een nieuwe vaste staanplaats op initiatief van een ondernemer, waar nog niet eerder een vergunning voor is afgegeven. Als de initiatiefplaats eenmaal is vergund, en vrijkomt dan kan de plaats worden ingetrokken of vrijgegeven als lijstplaats. Het dagelijks bestuur wijst gebieden of locaties aan waar initiatiefplaatsen aangevraagd mogen worden (artikel 4.4. VOS).

Tijdelijke staanplaatsen

De verordening biedt de mogelijkheid om bijzondere staanplaatsen aan te wijzen waarop de reguliere plaatsings- en toewijzingsregels niet van toepassing zijn. Het dagelijks bestuur kan tijdelijke staanplaatsen aanwijzen, in het geval waar een vergunninghouder in verband met openbare werken van zijn lijstplaats moet wijken. Ook in geval van seizoensgebonden verkoopactiviteiten kan een tijdelijke staanplaatsvergunning worden verleend.

Niet onder staanplaatsen buiten de markten vallen loketverkoop en braderieën, dag- en andere markten en evenementen.

2.2 HUIDIGE VASTE STAANPLAATSEN

In januari 2012 kende het stadsdeel West 18 vergunninghouders op 18 vaste staanplaatsen. Van deze 18 plaatsen zijn 10 voor de verkoop van bloemen en 3 voor de verkoop van vis en 5 voor overige zaken.

De huidige vaste staanplaatsen leveren een nuttige bijdrage aan de levendigheid van het straatbeeld. Er is geen enkele aanleiding bestaande vergunningen in te trekken. In het geval van beëindiging van een vergunning door vergunninghouder, in het geval van een herinrichting van de openbare ruimte, of in het geval van andere inzichten in de toekomst, zal een locatie opnieuw worden beoordeeld.

Locaties:

Bloemen

  • Overtoom 428/ Staringstraat

  • Jan Pieter Heijestraat (Kinkerstraat)

  • De Clerqstraat 79 ter hoogte van de Bilderdijkstraat

  • Postjesweg 1

  • Surinameplein

  • Jan van Galenstraat t/o 105/ tegenover de Al bert Heijn

  • Hoofdweg/ Erasmuspark

  • Haarlemmerweg 15/ naast begraafplaats

  • Van Limburg Stirumstraat / op de brug

  • Willem de Zwijgerlaan/ Admiraal de Ruyterweg

Vis

  • Bilderdijkstraat /Potgieterstraat

  • Overtoom (Derde Kóstverlorenkade)

  • Spaarndammerstraat (alleen op woensdag)

Overig

  • Stadhouderskade (Leidsebosje)/ Freshshop

  • Stadhouderskade (Leidsebosje)/ Kunstshop

  • Thai Food/ Nassaukade t/o 54

  • Kipkoning v/d Krol / Vespuccistraat t/o 35 (zaterdag op voormalig marktterrein

  • Vespuccistraat)

  • Snackbar/ Haarlemmerweg - Nassauplein

2.3 VENTEN

Bij venten mag niet langer op dezelfde plaats worden gestaan dan noodzakelijk is voor de bediening van aanwezige klanten.

Het dagelijks bestuur is niet bevoegd om ventvergunningen te verstrekken. Het is wel mogelijk om in het stadsdeel voor bepaalde gebieden een ventverbod af te kondigen. Centraal zijn hier geen bepalingen meer voor.

3 Beleid

In dit hoofdstuk worden de uitgangspunten van stadsdeel West uiteengezet voor staanplaatsen buiten de markt en venten.

3.1 UITGANGSPUNTEN STAANPLAATSEN
  • De aanwezigheid van staanplaatsen wordt positief gewaardeerd, mits zij zorgen voor een economische impuls in het gebied en een bijdrage leveren aan de kwaliteit van de openbare ruimte.

  • Het beleid van het stadsdeel is conserverend en gaat allereerst uit van de bestaande situatie.

  • In het geval van beëindiging van een vergunning door vergunninghouder of in het geval van een herinrichting van de openbare ruimte zal een locatie opnieuw worden beoordeeld..

  • Versterking van de winkelgebieden1 heeft prioriteit voor het dagelijks bestuur. Nieuwe vaste staanplaatsen worden daarom alleen toegestaan in de winkelgebieden van West. Bij de haalbaarheid en beoordeling van eventuele nieuwe vaste staanplaatsen zal gekeken worden of dit niet ten koste gaat van de bestaande winkel- en waren marktstructuur en zullen de effecten op de directe omgeving goed worden afgewogen.

3.2 BELEID VOOR VASTE STAANPLAATSEN

Criteria vaste staanplaatsen:

Bij het verlenen van een staanplaatsvergunning voor een nieuwe locatie gelden de volgende criteria:

  • Nieuwe vaste staanplaatsen worden alleen toegestaan in de winkelgebieden.

  • Nieuwe vaste staanplaatsen vormen een versterking van de bestaande winkelstructuur.

  • Staanplaatsen in de directe nabijheid van de Bos en Lommermarkt (d.i. het Gulden Winckelplantsoen) en de Ten Katemarkt (d.i. de Hasebroekstraat, Bellamystraat, Wenslauerstraat, Jan Hanzenstraat, Douwes Dekkerstraat, Bellamyplein en de Kwakerstraat) worden, met het oog op bescherming van de huidige warenmarktstructuur, niet toegestaan.

  • Het horecabeleid van stadsdeel West is erop gericht uitbreiding van het aanbod van fastfoodzaken tegen te gaan. Nieuwe staanplaatsen die zich richten op verkoop van fastfoodproducten worden niet toegestaan.

Uitzondering:

Nieuwe (vaste) staanplaatsen die verlevendiging van uitsluitend speeltuinen/ speelplekken tot doel hebben en zich richten op verkoop van to-go producten als koffie, thee, limonade, broodjes en ijsjes zijn wel toegestaan.

Naast een staanplaatsvergunning voor het uitoefenen van de ambulante handel moet bij een aanvraag voor een nieuwe vaste staanplaats ook een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een stal/ verkoopwagen worden aangevraagd.

Eisen omgevingsverguning:

Uit jurisprudentie is gebleken dat een stal (bijv. een vis- of bloemenstal) wordt aangemerkt als bouwwerk als deze langdurig (is langer dan 3 maanden) plaatsgebonden is. Ook een verkoopwagen die aan het eind van elke dag wordt weggereden en in de ochtend terugkeert op dezelfde plek wordt als 'plaatsgebonden' aangemerkt

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning is voldaan aan de redelijke eisen van de welstand. Er zal worden getoetst aan de uiterlijke eisen die zijn opgenomen in de Welstandsnota. Voor het neerzetten van een bouwwerk op een vaste staanplaats gelden daarnaast de volgende regels als omschreven in het bestemmingsplan:

  • a.

    maximum bouwhoogte: 3 meter;

  • b.

    maximum bruto vloeroppen/lakte per bouwwerk: 15 m2;

  • c.

    bouwwerken mogen uitsluitend worden gebouwd op voorwaarde dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het groen en het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en gebouwen

Voor vaste staanplaatsen zal het laagste WABO legestarief worden gehanteerd (om en nabij 300 euro). Dit om te voorkomen dat de kosten voor de aanvrager teveel oplopen.

3.3 BELEID VOOR TIJDELIJKE STAANPLAATSEN

Tijdelijke staanplaatsen zijn staanplaatsen voor seizoensverkoop, eenmalige staanplaatsen en staanplaatsen bij herinrichting van de lijstplaats. Voor de inrichting en beheer gelden dezelfde regels als voor de lijstplaatsen en nadere eisen hieraan worden in de vergunning opgenomen. De lengte van de vergunning is korter, maximaal 3 maanden aaneengesloten voor seizoensverkoop, en wordt in elke vergunning door het dagelijks bestuur bepaald. Het aantal dagen dat de plaats moet worden ingenomen wordt ook in de vergunning bepaald. Hierbij wordt rekening gehouden met de tijdsduur van de vergunning. Voor tijdelijke staanplaatsen is alléén een staanplaatsvergunning en niet een omgevingsvergunning vereist. Voor de staanplaatsvergunning gelden dezelfde criteria als voor de vaste staanplaatshouders (zie hierboven).

Seizoensverkoop

In stadsdeel West worden jaarlijks ongeveer 7 vergunningen verstrekt voor de verkoop van kerstbomen, 7 vergunningen voor de verkoop van oliebollen en 3 overige vergunningen. De bestaande praktijk voldoet en er is geen aanleiding deze te wijzigen.

Kerstbomen

Voor een vergunning kerstbomenverkoop in de openbare ruimte komen lijst- of initiatiefplaatshouders bloemenverkoop en bloemen- en plantenwinkels in aanmerking, mits de beschikbare ruimte op straat voldoende is.

Oliebollenverkoop

Voor de oliebollenverkoop zijn verschillende plekken in het stadsdeel gereserveerd. Het maximaal aantal uit te geven vergunningen voor stadsdeel West bedraagt 12 per jaar. De locaties worden ieder jaar opnieuw bezien. De locaties die de laatste jaren door oliebollenkramen worden bezet in het winterseizoen zijn:

  • Kinkerstraat (Bilderdijkkade)

  • Schaepmanstraat

  • Gulden Winckelplantsoen

  • Spaarndammerstraat

  • Hugo de Grootplein

  • Jan Evertsenstraat

  • Mercatorplein

Sinds de jaren 50 organiseert het Reumafonds in Amsterdam oliebollenverkoop in het kader van fondsverwerving. Het Reumafonds heeft geen formeel monopolie op de vergunningen maar in de praktijk vragen andere fondsenwervers er niet naar. Het is immers sinds jaar en dag een actie van het Reumafonds, waarbij het fonds ook investeringen doet in nutsvoorzieningen om aan de eisen van Nuon en Watemet te kunnen voldoen. Het staat echter een ieder vrij om een vergunning voor oliebollenverkoop aan te vragen.

Per aanvrager mag er 1 vergunning voor oliebollenverkoop worden aangevraagd. Alle nieuwe vergunningen kunnen vanaf 1 januari van elk jaar worden aangevraagd, waarbij de volgorde van binnenkomst ('het eerst komt, het eerst maalt principe') bepalend is voor toewijzing van de vergunning voor één specifieke locatie.

Ook kunnen bakkers, gevestigd in een winkel in het stadsdeel, aandacht vragen voor hun oliebollenverkoop door een vergunning aan te vragen voor een kleine tijdelijke staanplaats voor de winkel gedurende ten hoogste 5 dagen direct voorafgaand aan de jaarwisseling.

Eenmalige staanplaatsen

Bij bijzondere gelegenheden is het mogelijk vergunning voor een eenmalige staanplaats met een commercieel karakter aan te vragen. Dit kan bijvoorbeeld een jubileum van een winkelier zijn, maar ook een promotieactie voor een nieuw product.

Het dagelijks bestuur zal toekomstige initiatieven, waarin sprake is van een nieuw concept, per geval beoordelen.

Informatiecampagnes met een niet -commercieel karakter, zoals medisch onderzoek in een mobiel laboratorium worden niet als staanplaats beschouwd, maar worden vergund met een objectvergunning of tijdelijke verkeersmaatregel.

3.4 BELEID VOOR VENTEN

In de Verordening zijn bepalingen opgenomen over de waren die een venter mag verkopen en hoe lang op een plek mag gestaan worden. De bevoegdheid om op bepaalde plaatsen en tijden een ventverbod in te stellen is overgedragen aan het dagelijks bestuur (artikel 5.5. Verordening).

Een ventverbod in stadsdeel West is van toepassing voor locaties binnen een afstand van 25 meter van tram-, metro- en bushalten. Binnen een afstand van 250 meter van de warenmarkten mag niet gevent worden, om de bestaande winkel- en waren marktstructuur te beschermen. Verder is het van belang dat bij het venten de verkeersveiligheid niet in gevaar komt. Daarom mag er niet gevent worden bij op- en afritten van snelwegen en bij verkeerslichten. Evenmin mag er niet gevent worden op het water.

Er mag tenslotte alleen gevent worden binnen de tijden van de winkeltijdenwet. Dit is tussen 6 uur 's ochtends en 22 uur 's avonds.

3.5 PRECARIO

Er bestaat momenteel een verschil tussen de tarieven voor (vaste en tijdelijke) staanplaatsen in stadsdeel West.

Om deze onwenselijke situatie op te lossen worden de tarieven gelijk getrokken en zal de inning ervan op dezelfde wijze verlopen. De heffing zal voortaan via de precarioverordening stadsdeel West lopen. Het nieuwe gelijk getrokken tarief zal een gewogen gemiddelde zijn van elk afzonderlijk tarief van de vier oude stadsdelen. Dat komt voor 2012 neer op €38,77 per m2 per kwartaal en zit dus tussen het hoogste tarief voor Westerpark (€45,19 per m2 per kwartaal) en het laagste tarief voor de Baarsjes (€36,30 per m2 per kwartaal) in.

Het tarief voor tijdelijke staanplaatsen zal naar rato van het daadwerkelijke aantal dagen dat de staanplaatshouder staat worden berekend.

3.6 TOEZICHT EN HANDHAVING

Bij nieuwe kramen/stallen kan er op grond van de omgevingsvergunning worden gehandhaafd. In die gevallen is immers een vergunning verleend waarbij (verplicht) aan de aan de eisen van welstand is voldaan.

Bij bestaande kramen/stallen kan op grond van art 12a lid 1 sub b Woningwet een welstandshandhavingsactie worden uitgevoerd. Echter, in die situatie moet wel worden gekeken naar de wenselijkheid om te handhaven. De vraag is of de situatie zo ernstig is, dat handhaving wenselijk, dan wel noodzakelijk is. Dat is op dit moment echter niet aan de orde. Wel is er reden op enkele plaatsen toe te zien op een juist gebruik van de openbare ruimte, waarbij gedacht moet worden aan het bijplaatsen van te veel extra objecten en de hoeveelheid ingenomen uitstalruimte. Bij het actualiseren van de vergunningen zal de vergunninghouder hier nog eens op gewezen worden.

Als een staanplaats bovendien groter is dan de verleende vergunning zal er precario moeten worden betaald over het werkelijke oppervlak, terwijl toch geëist kan worden dat het oppervlak teruggebracht moet worden tot het in de vergunning toegestane aantal m2

________________________________________________________________________________________________

1 Tot de winkelgebieden behoren de Bilderdijkstraat, de Clerqstraat, Jan Pieter Heijestraat, Eerste Constantijn Huygenstraat, Kinkerstraat, Ten Katestraat, Overtoom, Hugo de Grootbuurt, Van Limburg Stirumstraat/ Tweede Nassaustraat, Spaarndammerstraat, Jan Evertsenstraat/ Mercatorplein, Postjesweg, Bos en Lommerplein, Bos en Lommerweg en Jan van Galenstraat.