Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Sneek

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Sneek
Officiële naam regelingVERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2010
CiteertitelVerordening rioolheffing 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpVerordening rioolheffing 2010

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 228a van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-12-200901-01-2012Nieuwe regeling

15-12-2009

Sneeker Nieuwsblad

Onbekend

Tekst van de regeling

RAADSBESLUIT

     

Nummer

:

 

Onderwerp

:

Vaststellen verordening rioolheffing 2010

De raad van de gemeente Sneek;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van      ;

gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2010

(Verordening rioolheffing 2010)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;

  • b.

    gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling,

    verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in

    beheer of in onderhoud bij de gemeente;

  • c.

    water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater.

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • a.

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de

    zuivering van huishoudelijk afvalwater; en

  • b.

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater,

    alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de

    grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te

    beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven:

    • a.

      van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit

      of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke

      riolering, verder te noemen: eigenarendeel; en

    • b.

      van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke

      riolering wordt afgevoerd, verder te noemen: gebruikersdeel.

  • 2. Met betrekking tot het eigenarendeel wordt, ingeval het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

  • 3. Met betrekking tot het gebruikersdeel, wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom,

      bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel – niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4 – voor

      gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan.

Artikel 4 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.

Artikel 6 Belastingtarieven

  • 1. Het eigenarendeel bedraagt € 41,16.

  • 2. Het gebruikersdeel bedraagt € 91,40.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of voor het gebruikersdeel, zo dit

    later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het

    belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor

    dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog

    volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het

    belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het

    voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht,

    nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en derde lid is niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente

    verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.

  • 5. Ontheffingen van minder dan € 9,= worden niet verleend.

  • 6. Voor de toepassing van het bepaalde in het vijfde lid wordt het totaal van de op één

    verminderingsbeschikking verenigde ontheffingen rioolheffing of andere heffingen aangemerkt als

    één ontheffing.

  • 7. Belastingbedragen van minder dan € 9,= worden niet geheven.

  • 8. Voor de toepassing van het bepaalde in het zevende lid wordt het totaal van de op één

    aanslagbiljet verenigde aanslagen rioolheffing of andere heffingen aangemerkt als één

    belastingbedrag.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden

    betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand

    volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee

    maanden later.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de rioolheffing kan zowel gehele als gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De 'Verordening op de heffing en invordering van rioolrechten 2009' vastgesteld bij raadsbesluit

    van 28 oktober 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van

    ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die

    zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening rioolheffing 2010'.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 december 2009.

, voorzitter.

, griffier.