Overheidsorganisatie | Gemeente Sneek |
---|---|
Officiële naam regeling | VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN BRANDWEERRECHTEN 2010. |
Citeertitel | Verordening brandweerrechten 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Verordening brandweerrechten 2010 |
Geen
Artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2009 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 15-12-2009 Sneeker Nieuwsblad | Onbekend |
Nummer | : | |
Onderwerp | : | Vaststellen verordening brandweerrechten 2010 |
De raad van de gemeente Sneek;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;
b e s l u i t:
vast te stellen de:
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN BRANDWEERRECHTEN 2010.
(Verordening brandweerrechten 2010)
1. Onder de naam "brandweerrechten" worden geheven:
rechten voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst
bestemde bezittingen van de gemeentelijke brandweer of van de voor de openbare dienst
bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeentelijke brandweer in beheer of in
onderhoud zijn;
rechten voor het genot van door de gemeentelijke brandweer verstrekte diensten.
2. Geen rechten als bedoeld in het eerste lid worden geheven terzake van:
het voorkomen, beperken en bestrijden van brand;
het beperken van brandgevaar;
het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand;
al hetgeen dat met de onderdelen a, b en c verband houdt;
het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;
de bestrijding en beperking van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet.
Belastingplichtig is:
degene die gebruik maakt van de bezittingen, werken of inrichtingen als bedoeld in artikel 1,
eerste lid, onderdeel a;
degene die een dienst aanvraagt dan wel degene te wiens behoeve een dienst is verleend, als
bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b.
1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze
verordening behorende tarieventabel.
2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde
eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Voorzover in de bij deze verordening behorende tarieventabel tarieven zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
1. De rechten waarop artikel 4 van toepassing is, zijn verschuldigd bij het begin van het
belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten, in zoverre in
afwijking van artikel 3, tweede lid, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat
jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle
kalendermaanden overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing
voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het
einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de
ontheffing minder bedraagt dan € 9,00.
4. Belastingbedragen van minder dan € 9,00 worden niet geheven.
1. De rechten worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het
gevorderde bedrag is vermeld.
2. Indien zich ten aanzien van eenzelfde belastingplichtige meerdere belastbare feiten voordoen,
kunnen de rechten terzake daarvan worden geheven bij wege van één gedagtekende schriftelijke
kennisgeving.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden
betaald binnen vier weken na de dagtekening van de kennisgeving als bedoeld in artikel 6.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Bij de invordering van brandweerrechten wordt geen kwijtschelding verleend.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de brandweerrechten.
De "Verordening op de heffing en invordering van brandweerrechten 2009", vastgesteld bij
raadsbesluit van 28 oktober 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid
genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de
belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening brandweerrechten 2010”.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 december 2009
, voorzitter.
, griffier.