Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Liesveld

Verordening Monumentencommissie De Waard 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Liesveld
Officiële naam regelingVerordening Monumentencommissie De Waard 2008
CiteertitelVerordening Monumentencommissie De Waard 2008
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp08-1160

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Monumentenwet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200901-10-2013Onbekend

27-08-2008

Het Kontakt, 06-11-2008

Onbekend

Tekst van de regeling

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Verordening Monumentencommissie De Waard 2008

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    monument:

    • 1.

      zaak die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde;

    • 2.

      terrein dat van algemeen belang is wegens een daar aanwezige zaak als bedoeld onder 1;

  • b.

    beschermd gemeentelijk monument:

onroerend monument , dat overeenkomstig de bepalingen van de Erfgoedverordening 2008 gemeente Liesveld als beschermd gemeentelijk monument is aangewezen;

c.beschermd rijksmonument:

onroerend monument, dat is ingeschreven in de ingevolge de Monumentenwet 1988 vastgestelde registers;

d.monumentencommissie:

de door burgemeester en wethouders ingestelde commissie, met als taak burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de monumentenverordening, het monumentenbeleid en het beleid ten aanzien van stads- en dorpsgezichten;

e.stads- en dorpsgezichten:

groepen van onroerende zaken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang dan wel hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde en in welke groepen zich één of meer monumenten bevinden;

f.beschermd stads- en dorpsgezicht:

stads- en dorpsgezichten die door Onze minister en Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer als zodanig ingevolge artikel 35 van de Monumentenwet 1988 zijn aangewezen, met ingang van de datum van publicatie van die aanwijzing in de Nederlandse Staatscourant.

HOOFDSTUK 2 MONUMENTENCOMMISSIE

Artikel 2 Taakomschrijving

De commissie heeft tot taak het college van burgemeester en wethouders te adviseren in gevallen waarin de Erfgoedverordening 2008 gemeente Liesveld en de Monumentenwet 1988 dit voorschrijven en voorts al dan niet op verzoek, over alle aangelegenheden die al dan niet rechtstreeks van belang zijn voor het behartigen van de monumentenzorg, waaronder in ieder geval begrepen:

  • a.

    De aanwijzing als beschermd gemeentelijk monument, als bedoeld in de Erfgoedverordening 2008 gemeente Liesveld;

  • b.

    De vergunning tot wijziging of afbraak van beschermd gemeentelijk monument als bedoeld in de Erfgoedverordening 2008 gemeente Liesveld;

  • c.

    De vergunning tot wijziging of afbraak van beschermd monument als bedoeld in de Monumentenwet 1988;

  • d.

    Het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten;

  • e.

    De aanwijzing als beschermd monument, als bedoeld in de Monumentenwet 1988;

  • f.

    De aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in de Monumentenwet 1988.

Artikel 3 Uitgangspunten

Bij het uitbrengen van haar adviezen laat de monumentencommissie zich uitsluitend leiden door overwegingen van geschiedkundig architectonisch-, cultuurhistorisch- of sociaal-historisch belang.

Artikel 4 Leden
  • 1. De monumentencommissie bestaat uit minimaal vijf leden die door burgemeester en wethouders worden benoemd.

  • 2. Bij de opstelling van het voorstel houden burgemeester en wethouders rekening met de binding van de kandidaten met op het terrein van de monumentenzorg actieve particuliere instellingen en met hun deskundigheid, waarbij in ieder geval wordt gestreefd naar een vertegenwoordiging van:

    • a.

      Bouwkundige deskundigheid en kennis van restauratie;

    • b.

      Kennis van architectuur/bouwhistorie;

    • c.

      Kennis van lokale (bouw)historie.

Artikel 5 Zittingsperiode en aftreden
  • 1. De leden hebben zitting voor een periode van vier jaar en zijn onmiddellijk herbenoembaar voor nog één zittingsperiode.

  • 2. Een lid dat aftreedt of ontslag neemt, blijft lid totdat zijn opvolger de benoeming heeft aanvaard. Indien echter de benoeming langer uitblijft dan 12 weken, kan degene die aftreedt of ontslag neemt, via een mededeling aan de voorzitter met de werkzaamheden stoppen.

  • 3. Een lid dat ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats wordt benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene, in wiens plaats hij is benoemd, zou moeten aftreden.

  • 4. Tussentijdse benoemingen gelden tot aan de datum van het aftreden van de gehele commissie.

  • 5. Een lid kan bij een met redenen omkleed besluit tussentijds worden ontslagen door het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 6 Voorzitter
  • 1. De leden van de monumentencommissie wijzen uit hun midden een voorzitter aan en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 2. De voorzitter ondertekent alle stukken die van de commissie uitgaan.

  • 3. De voorzitter leidt de vergadering van de monumentencommissie

Artikel 7 Secretaris
  • 1. Het college van burgemeester en wethouders wijzen een ambtenaar aan als secretaris van de commissie en kunnen ook meerdere ambtelijke adviseurs aanwijzen.

  • 2. De secretaris verzorgt de administratieve begeleiding van de commissie.

  • 3. De secretaris woont de vergaderingen van de commissie bij en kan een notulist(e) toevoegen voor de verslaglegging van de vergadering.

  • 4. De secretaris roept de leden voor een vergadering bijeen en stelt de agenda vast.

  • 5. De secretaris heeft in de vergaderingen van de commissie een adviserende stem.

  • 6. De secretaris en de ambtelijke adviseurs bezitten geen stemrecht.

  • 7. De secretaris ondertekent mede alle stukken die van de commissie uitgaan.

Artikel 8 Vergaderingen
  • 1.

    De vergaderingen van de commissie zijn openbaar. Indien door een lid wordt verzocht om behandeling van een agendapunt in beslotenheid, danwel de voorzitter dit gewenst acht, beraadslaagt de commissie in beslotenheid over dit verzoek. Dit verzoek wordt slechts ingewilligd, indien hiervoor een zwaarwegend algemeen of particulier belang aanwezig is. De commissie kan over een agendapunt in beslotenheid een besluit nemen.

  • 2.

    De vergaderingen van de commissie worden op een in de gemeente gebruikelijke wijze bekendgemaakt.

  • 3.

    De commissie komt bijeen:

    • a.

      Na schriftelijke oproep van de secretaris;

    • b.

      Op verzoek van ten minste twee van haar leden;

    • c.

      Op verzoek van het college van burgemeester en wethouders.

In situaties, bedoeld in b. en c., vindt de vergadering plaats binnen veertien dagen na de ontvangst van het verzoek.

  • 4.

    Indien minder dan drie leden aanwezig zijn, blijven de punten van de agenda staan voor de eerstvolgende vergadering. In deze vergadering mogen ten aanzien van deze agendapunten besluiten worden genomen ongeacht het aantal aanwezige leden.

  • 5.

    In spoedeisende gevallen kan van het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel worden afgeweken waarvan mededeling moet worden gedaan in het uit te brengen advies.

Artikel 9 Stemming
  • 1. De commissie besluit met meerderheid van stemmen.

  • 2. Indien een lid van de commissie belanghebbende is bij een voorstel waarover in de commissie wordt gestemd, onthoudt het lid zich ten aanzien van dit onderwerp van stemming.

  • 3. Een stemming is nietig als niet de meerderheid van de aanwezige leden die zijn stem mocht uitbrengen, dit ook daadwerkelijke heeft gedaan.

  • 4. Indien een situatie als bedoeld in lid 3 zich voordoet, wordt het desbetreffende voorstel in de volgende vergadering weer in stemming gebracht. Deze stemming is geldig, ongeacht het aantal leden dat er aan heeft deelgenomen.

  • 5. Alle besluiten worden meegenomen bij meerderheid van stemming. Ingeval de stemmen staken, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

  • 6. Over zaken wordt mondeling gestemd, over personen schriftelijk.

Artikel 10 Advisering
  • 1. De advisering vindt schriftelijk met redenen omkleed plaats.

  • 2. Indien dit wordt verzocht, vindt in het advies vermelding van eventuele minderheidsstandpunten plaats.

  • 3. Binnen 2 weken nadat de commissie een besluit over een onderwerp heeft genomen, wordt het advies aan het college van burgemeester en wethouders toegezonden.

Artikel 11 Bevoegdheden
  • 1. De commissie kan omtrent een onderwerp waarover zij gaat adviseren (aanvullende) informatie vragen aan de secretaris van de monumentencommissie.

  • 2. De commissie kan zich bij haar beraadslagingen laten bijstaan door externe deskundigen. Indien hieraan kosten zijn verbonden, dient van tevoren toestemming van het college van burgemeester en wethouders te worden verkregen.

  • 3. De commissie kan bij een aanvraag om monumentenvergunning voor een gemeentelijke monument, waarvoor op grond van artikel 43 van de Woningwet juncto hoofdstuk II en III van het Besluit bouwvergunningsvrije- en lichtbouwvergunningsplichtige bouwwerken een lichte bouwvergunning is vereist, mandaat verlenen aan een lid van deze commissie om namens haar te toetsen. Dit lid wordt in een mandaatbesluit nader uitgewerkt.

Artikel 12 Verslaglegging
  • 1. Het verslag van elke vergadering wordt aan het college van burgemeester en wethouders toegezonden.

  • 2. De commissie brengt jaarlijks voor 1 april een beknopt verslag uit van de in het voorafgaande kalenderjaar verrichte werkzaamheden.

Artikel 13 Wijziging

Deze verordening kan niet worden gewijzigd, voordat de commissie is gehoord.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking 2 maanden nadat de gemeenteraad de vastgestelde Erfgoedverordening 2008 gemeente Liesveld ter kennis heeft gebracht aan de minister, overeenkomstig het bepaalde artikel 15, tweede lid, van de Monumentenwet 1988.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Monumentencommissie De Waard 2008”.

Aldus vastgesteld door burgemeester

en wethouders van Liesveld d.d. 27 augustus 2008.

de secretaris, de burgemeester,

J.M. van Rookhuizen K.J.G. Kats