Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Graafstroom

Verordening, regelende het verlenen van een tegemoetkoming in de kosten voor het geven van godsdienst- of vormingsonderwijs aan leerlingen van de openbare scholen voor basisonderwijs in de gemeente Graafstroom

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Graafstroom
Officiële naam regelingVerordening, regelende het verlenen van een tegemoetkoming in de kosten voor het geven van godsdienst- of vormingsonderwijs aan leerlingen van de openbare scholen voor basisonderwijs in de gemeente Graafstroom
CiteertitelVerordening kosten godsdienst- of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs Graafstroom
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerparchief 445-6/476-1

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Art. 149 Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200201-01-2011Onbekend

10-12-2001

Kontakt, 20-12-2001

Onbekend

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Graafstroom;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van

gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

“Verordening, regelende het verlenen van een tegemoetkoming in de kosten voor het geven van godsdienst- of vormingsonderwijs aan leerlingen van de openbare scholen voor basisonderwijs in de gemeente Graafstroom (Verordening kosten godsdienst- of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs Graafstroom)”.

Artikel 1 Toepassingsbereik verordening

Aan kerkelijke gemeenten, plaatselijke kerken of rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid, die zich blijkens hun statuten het geven van godsdienstonderwijs ten doel stellen, dan wel volledige rechtsbevoegdheid bezittende organisaties op geestelijke grondslag als bedoeld in artikel 51 van de Wet op het primair onderwijs kan op verzoek een tegemoetkoming worden verleend in de kosten verbonden aan het geven van godsdienst- of vormingsonderwijs aan leerlingen van de openbare scholen voor basisonderwijs in de gemeente Graafstroom.

Artikel 2 Begripsomschrijving

  • 1. Onder godsdienstonderwijs wordt voor de toepassing van deze verordening verstaan het onderricht in bijbelkennis, bijbelse geschiedenis, godsdienst en cultuurgeschiedenis van het Christendom en andere wereldgodsdiensten.

  • 2. Onder vormingsonderwijs wordt in dit verband verstaan het leveren van een bijdrage aan de geestelijke en zedelijke vorming van de leerlingen.

Artikel 3 Verantwoordelijkheid voor het onderwijs

De verantwoordelijkheid voor de inhoud van het godsdienst- of vormingsonderwijs berust bij de instantie, bedoeld in artikel 1 die dit onderricht doet geven. Bedoelde instantie is verplicht zorg te dragen dat het onderwijs op pedagogisch en didactisch verantwoorde wijze plaats vindt.

Artikel 4 Gedragseisen leraren

De voor het godsdienst- of vormingsonderwijs aangewezen leerkrachten onthouden zich van het voeren van propaganda voor een bepaalde kerk, kerkelijke groeperingen of kerkelijke instelling. Zij onthouden zich mede van uitlatingen en handelingen, welke strijdig zijn met de eenheid welke is verschuldigd aan de overtuiging van andersdenkenden.

Artikel 5 Voorwaarden voor tegemoetkoming

  • 1. Om voor de in artikel 1 bedoelde tegemoetkoming in aanmerking te komen dient de instantie die dit onderwijs verzorgt of gaat verzorgen daartoe een schriftelijk verzoek bij burgemeester en wethouders in te dienen en dient het godsdienstonderwijs of vormingsonderwijs gedurende de daarvoor op het activiteitenplan aangegeven tijdstippen in de schoolgebouwen of met toestemming van burgemeester en wethouders in andere ruimten te worden gegeven aan leerlingen van de groepen zes, en/of zeven en acht van de openbare scholen voor basisonderwijs.

  • 2. Een tegemoetkoming zoals bedoeld in artikel 1 wordt niet toegekend voor tijdvakken gelegen voor de datum van indiening van het in het eerste lid bedoelde verzoek.

Artikel 6 Hoogte tegemoetkoming

De tegemoetkoming zoals bedoeld in artikel 1, bedraagt per openbare school voor basisonderwijs in deze gemeente, voor het geven van wekelijkse lessen, maximaal € 272,27 per schooljaar.

Artikel 7 Berekening hoogte tegemoetkoming

Voor de berekening van de tegemoetkoming als bedoeld in artikel 1, komt per openbare school voor basisonderwijs in deze gemeente in aanmerking:

  • a.

    één wekelijkse les van tenminste 45 minuten godsdienst- of vormingsonderwijs gegeven aan de leerlingen van de in artikel 5 genoemde groepen;

  • b.

    indien door een instantie de lessen gedurende een schooljaar niet wekelijks worden gegeven, wordt de tegemoetkoming berekend naar rato van het werkelijk aantal gegeven lessen, waarbij de vakantieperioden buiten beschouwing blijven.

Artikel 8 Geen tegemoetkoming

Geen tegemoetkoming wordt verleend voor de lessen welke worden gegeven door een aan een school in deze gemeente verbonden leraar, voor zover de bezoldiging geheel of gedeeltelijk door of vanwege de overheid wordt vergoed, anders dan op grond van deze verordening.

Artikel 9 Aanvraag tegemoetkoming

Voor het verkrijgen van de in artikel 1 bedoelde tegemoetkoming zendt de in artikel 1 bedoelde instantie binnen twee maanden na afloop van het schooljaar aan burgemeester en wethouders een, door de directeur van de betreffende school voor akkoord verklaarde opgave in, vermeldende:

  • a.

    gegevens omtrent de rechtspersoonlijkheid;

  • b.

    de namen en adressen van degenen, die het onderwijs hebben gegeven;

  • c.

    het in het afgelopen schooljaar werkelijk gegeven aantal lesuren, de dagen waarop aan de groepen het onderwijs is gegeven en het aantal uren per dag;

  • d.

    het aantal leerlingen van elke groep die aan de lessen deelnemen;

  • e.

    de voor de uitbetaling benodigde gegevens.

Artikel 10 Naleven verordening

De tegemoetkoming wordt niet verleend indien de bepalingen van deze verordening niet worden nageleefd.

Artikel 11 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, alsmede indien bijzondere omstandigheden het rechtvaardigen van deze verordening af te wijken, beslissen burgemeester en wethouders. Van besluiten op grond van deze bepaling, wordt mededeling gedaan aan de raad, de medezeggenschapsraden en de directeuren van de openbare basisscholen.

Artikel 12 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2002.

  • 2.

    De Verordening tegemoetkoming in kosten godsdienst- of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs gemeente Graafstroom 1987 wordt per 1 januari 2002 ingetrokken.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening kosten godsdienst- of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs Graafstroom”.

  • 4.

    Op aanvragen om tegemoetkoming, ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening, is deze verordening onverminderd van kracht.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad gemeente

Graafstroom op 10 december 2001.

De secretaris, De voorzitter,

C.Resseler Drs. J. van Belzen

Bekendgemaakt op: 20 dec. 2001