Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bussum

Nadeelcompensatieverordening woonwagenlocatie 'Zanderijweg' te Bussum

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bussum
Officiële naam regelingNadeelcompensatieverordening woonwagenlocatie 'Zanderijweg' te Bussum
CiteertitelNadeelcompensatieverordening Woonwagenlocatie Zanderijweg
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpNieuwe regeling

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, artikel 149
  2. Algemene wet bestuursrecht, titel 3.4, lid 2
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-06-2007Onbekend

14-06-2007

Gemeentepagina 28-06-2007

RB2007-028A, RB2007-028B

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadeelcompensatieverordening woonwagenlocatie 'Zanderijweg' te Bussum

De raad van de gemeente Bussum;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Bussum d.d.

16 mei 2007, nummer RV 2007-028;

b e s l u i t :

NADEELCOMPENSATIEVERORDENING WOONWAGENLOCATIE ‘ZANDERIJWEG’ TE BUSSUM

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    de schadeadviescommissie: het adviesorgaan als bedoeld in artikel 6;

  • b.

    de bewoner: de eigenaar, beperkt zakelijk gerechtigde, huurder of erkende medehuurder van een woonwagen of wooneenheid geplaatst op de woonwagenlocatie Zanderijweg op de datum van vaststelling van de bestaande status-quo door het college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    gemeenteraad: de raad van de gemeente Bussum dan wel een ander krachtens delegatie of mandaat bevoegd orgaan;

  • d.

    nadeelcompensatie: vergoeding van schade als gevolg van de herinrichting van de woonwagenlocatie Zanderijweg door of vanwege de gemeente Bussum;

  • e.

    verzoek: de aanvraag aan de gemeenteraad het nadeel te compenseren, tot goedkeuring en vergoeding van de plannen tot het treffen van schadevoorkomende of -beperkende maatregelen dan wel tot het toekennen van een voorschot;

  • f.

    verzoeker: de indiener van een verzoek tot vergoeding van het nadeel, tot goedkeuring en vergoeding van de kosten voor het zelf (laten) verplaatsen van de woonwagen, tot goedkeuring en vergoeding van de plannen tot het treffen van schadevoorkomende of -beperkende maatregelen dan wel tot het toekennen van een voorschot.

Hoofdstuk 2 De schadevergoeding

Artikel 2 Het recht op schadevergoeding
  • 1. De gemeenteraad kent op verzoek van degene die schade lijdt als gevolg van de herinrichting van de woonwagenlocatie aan de Zanderijweg door of namens de gemeente Bussum een vergoeding naar billijkheid toe, voor zover de schade redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en voor zover de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd.

  • 2. Bij het nemen van een besluit omtrent schadevergoeding als bedoeld in het eerste lid wordt het bepaalde in de artikelen 3 tot en met 12 in aanmerking genomen.

  • 3. De vergoeding wordt bepaald in geld. Nochtans kan de gemeenteraad, gehoord de schadeadviescommissie, de vergoeding toekennen in andere vorm dan betaling van een geldsom.

Artikel 3 De omvang van de schadevergoeding
  • 1. De kosten van de fysieke verplaatsing van een woonwagen - met inbegrip van de mogelijke schade aan de woonwagen tengevolge van die verplaatsing - worden volledig vergoed tot het bedrag dat door de schadeadviescommissie is bepaald.

  • 2. De hoogte van de schadevergoeding tengevolge van schadetoebrengende handelingen door of namens de gemeenteraad en rechtstreeks voortvloeiende uit de herinrichting van de woonwagenlocatie aan de Zanderijweg zal door de gemeenteraad, de schadeadviescommissie gehoord, op een zo objectief mogelijke wijze worden vastgesteld.

  • 3. Heeft verzoeker nagelaten redelijke maatregelen ter voorkoming of beperking van schade te nemen, dan blijft de schade die door het treffen van zodanige maatregelen voorkomen of beperkt had kunnen worden, ten laste van verzoeker.

Hoofdstuk 3 Procedurebepalingen

Artikel 4 Het verzoek om schadevergoeding
  • 2. Het verzoek om schadevergoeding wordt zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is, doch uiterlijk binnen één maand na constatering van opgetreden schade, schriftelijk ingediend bij de gemeenteraad.

  • 3. Het verzoek wordt ondertekend en bevat ten minste:

    • a.

      de naam en het adres van de verzoeker;

    • b.

      de dagtekening van het verzoek alsmede de datum van verplaatsing en datum van constatering schade;

    • c.

      een aanduiding van het besluit en/of het handelen dat de gestelde schade naar het oordeel van verzoeker heeft veroorzaakt;

    • d.

      een opgave van de aard en de omvang van de schade, alsmede een zo nauwkeurig mogelijke specificatie van het schadebedrag;

    • e.

      een omschrijving van de wijze waarop de schade naar het oordeel van verzoeker dient te worden vergoed en, zo gewenst, een opgave van het schadebedrag dat naar het oordeel van verzoeker vergoed dient te worden.

  • 4. De verzoeker verschaft voorts de gegevens en bescheiden, zoals nulschouw, opleveringsdocument e.d., die voor het nemen van de beslissing op zijn verzoek nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen.

  • 5. De gemeenteraad bevestigt de ontvangst van het verzoek zo spoedig mogelijk, doch ten minste binnen twee weken na de ontvangst ervan. Bij de ontvangstbevestiging wordt de verzoeker in kennis gesteld van de te volgen procedure.

  • 6. Indien naar het oordeel van de gemeenteraad de door verzoeker overgelegde schriftelijke gegevens ontoereikend zijn om op basis daarvan een beslissing op zijn verzoek te nemen, stelt hij verzoeker in de gelegenheid het verzuim te herstellen binnen een termijn van vier weken na verzending van de brief waarin op het verzuim is gewezen.

Artikel 5 Vereenvoudigde behandeling van het verzoek
  • 1. Indien het verzoek niet overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 is ingediend beslist de gemeenteraad binnen zes weken na ontvangst van het verzoek dan wel binnen vier weken na het verstrijken van de in artikel 4, vijfde lid gestelde termijn om het verzoek niet in behandeling te nemen.

  • 2. De gemeenteraad wijst het verzoek binnen zes weken na ontvangst van het verzoek dan wel binnen vier weken nadat het verzoek is aangevuld af zonder nader advies in te winnen van de schadeadviescommissie indien het naar zijn oordeel kennelijk ongegrond is. Een verzoek is onder meer kennelijk ongegrond wanneer het naar het oordeel van de gemeenteraad steunt op de onrechtmatige uitoefening door of namens de gemeenteraad van een aan het publiekrecht ontleende bevoegdheid of taak.

  • 3. De gemeenteraad kan het verzoek binnen zes weken na ontvangst van het verzoek dan wel binnen vier weken nadat het verzoek is aangevuld toewijzen zonder nader advies in te winnen van de schadeadviescommissie indien het naar zijn oordeel kennelijk gegrond is.

  • 4. De beslissingen genoemd in de voorgaande leden kunnen door de gemeenteraad eenmaal voor ten hoogste acht weken worden verdaagd.

  • 5. Bij de bekendmaking van het besluit wordt vermeld binnen welke termijn en bij welk orgaan bezwaar kan worden gemaakt.

Artikel 6 De schadeadviescommissie
  • 1. Indien geen toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 5, wordt het verzoek binnen vier weken na ontvangst van alle benodigde gegevens in handen gesteld van de schadeadviescommissie. De schadeadviescommissie heeft tot taak de gemeenteraad van advies te dienen over de op het verzoek te nemen beslissing.

  • 2. De schadeadviescommissie bestaat uit drie onafhankelijke deskundigen, onder wie één voorzitter, één schade-expert en één jurist die door de gemeenteraad worden benoemd.

  • 3. In eenvoudige gevallen heeft de schadeadviescommissie het recht om het verzoek door één van de leden van de schadeadviescommissie te laten behandelen en adviseren.

  • 4. De verzoeker wordt over het in behandeling stellen van zijn verzoek in kennis gesteld. Hierbij wordt de verzoeker geïnformeerd over de samenstelling van de schadeadviescommissie die over zijn verzoek adviseert.

  • 5. De kosten verbonden aan de werkzaamheden van de schadeadviescommissie komen voor rekening van de gemeente.

Artikel 7 Het door de schadeadviescommissie te verrichten onderzoek
  • 1. De schadeadviescommissie dient de gemeenteraad van advies over de op het verzoek te nemen beslissing. Zij stelt daartoe een onderzoek in naar:

    • a.

      de vraag of er schade in de zin van deze regeling is ontstaan;

    • b.

      de omvang van die schade;

    • c.

      de vraag of de schade redelijkerwijs niet of niet geheel ten laste van de verzoeker behoort te blijven;

    • d.

      de vraag of vergoeding van de schade niet of niet voldoende anderszins is verzekerd;

    • e.

      de hoogte van de door de gemeente te verstrekken schadevergoeding.

  • 2. Desgewenst brengt de schadeadviescommissie tevens advies uit omtrent de eventuele toepassing van de hardheidsclausule, zoals nader genoemd in artikel 12 van deze verordening.

  • 3. De schadeadviescommissie brengt in de vorm van een gemotiveerd rapport aan de gemeenteraad advies uit over haar bevindingen. Indien zij daartoe aanleiding ziet, doet de schadeadviescommissie voorstellen voor maatregelen of voorzieningen waardoor de schade, anders dan door een vergoeding in geld, kan worden beperkt of ongedaan gemaakt.

Artikel 8 Bevoegdheden en verplichtingen
  • 1. De gemeenteraad en de verzoeker stellen de schadeadviescommissie de gegevens en bescheiden ter beschikking die nodig zijn voor een goede vervulling van haar taak.

  • 2. De schadeadviescommissie kan inlichtingen en adviezen inwinnen bij derden indien zij dat voor een goede vervulling van haar taak nodig acht.

  • 3. De schadeadviescommissie kan een plaatsopneming houden indien zij dit nodig acht.

Artikel 9 Procedure schadeadviescommissie
  • 1. De schadeadviescommissie stelt zowel de verzoeker en/of zijn gemachtigde als de vertegenwoordigers van de gemeenteraad in de gelegenheid tot het geven van een mondelinge toelichting tijdens een hoorzitting. Ook meegebrachte deskundigen worden in de gelegenheid gesteld een toelichting te geven.

  • 2. Van de toelichtingen wordt een verslag gemaakt. Het verslag wordt aan de verzoeker en de gemeenteraad toegezonden.

  • 3. De schadeadviescommissie stelt een conceptadvies op voordat zij haar definitieve advies uitbrengt. Het conceptadvies wordt uiterlijk binnen twaalf weken na de datum van de mondelinge toelichting naar de verzoeker en de gemeente toegezonden. Indien niet binnen deze termijn een conceptadvies kan worden opgemaakt kan de schadeadviescommissie deze termijn, onder opgaaf van redenen, eenmaal met ten hoogste zes weken verlengen.

  • 4. Verzoeker en gemeente maken eventuele bedenkingen tegen het conceptadvies, uiterlijk vier weken na de datum van verzending daarvan, schriftelijk aan de schadeadviescommissie kenbaar.

  • 5. De schadeadviescommissie stelt haar definitieve advies vast binnen vier weken na het verstrijken van de in het vierde lid genoemde termijn. Zij kan deze termijn, onder opgaaf van redenen, eenmaal met ten hoogste vier weken verlengen. Verder uitstel is mogelijk voor zover de verzoeker en de gemeenteraad daarmee instemmen. Zij zendt het advies terstond toe aan de verzoeker en aan de gemeenteraad.

  • 6. In eenvoudige gevallen kan, mits de aard van het verzoek zich niet daartegen verzet, een definitief advies worden vastgesteld zonder dat hieraan een conceptadvies dat is voorgelegd aan verzoeker en de gemeenteraad voorafgaat.

Artikel 10 Het besluit op het verzoek om schadevergoeding
  • 1. Binnen zes weken na ontvangst van het advies van de schadeadviescommissie op het verzoek om schadevergoeding neemt de gemeenteraad een met redenen omkleed besluit. Ter motivering kan de gemeenteraad volstaan met een verwijzing naar het advies van de schadeadviescommissie. Indien de beslissing afwijkt van het advies wordt dit gemotiveerd.

  • 2. De gemeenteraad kan het in het eerste lid bedoelde besluit, onder opgaaf van redenen, eenmaal voor ten hoogste zes weken verdagen. Verder uitstel is mogelijk voor zover verzoeker daarmee instemt.

  • 3. Bij de bekendmaking van het besluit wordt vermeld binnen welke termijn en bij welk orgaan bezwaar kan worden gemaakt.

Artikel 11 Voorschot
  • 1. Hangende een verzoek om schadevergoeding kan de gemeenteraad, al dan niet na raadpleging van de schadeadviescommissie, op verzoek van de verzoeker die naar redelijkerwijs valt te verwachten in aanmerking komt voor schadevergoeding besluiten tot het toekennen van een voorschot. Het verzoek om een voorschot dient overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk 3 te worden ingediend.

  • 2. Met het verstrekken van een voorschot wordt geen recht op schadevergoeding erkend of verleend. Aan het verstrekken van het voorschot kunnen voorwaarden worden verbonden.

  • 3. Het voorschot kan uitsluitend worden verleend indien de verzoeker schriftelijk de verplichting aanvaardt tot gehele en onvoorwaardelijke terugbetaling van hetgeen ten onrechte als voorschot is uitbetaald.

Artikel 12 Hardheidsclausule
  • 1. Indien een strikte toepassing van deze regeling zou leiden tot een beslissing die onmiskenbaar als onredelijk moet worden aangemerkt, kan de gemeenteraad in bijzondere gevallen van deze regeling afwijken.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 13 Delegatie
  • 1. De raad delegeert haar bevoegdheden zoals bedoeld in deze regeling aan burgemeester en wethouders.

Artikel 14 Werkingsduur
  • 1. Deze regeling wordt met de toelichting geplaatst in Bussumse Krant. Deze regeling zal ter inzage gelegd worden op het gemeentehuis.

  • 2. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag volgend op de publicatie en eindigt één jaar na de dag waarop de herinrichting woonwagenlocatie Zanderijweg is voltooid.

Artikel 15 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: ‘Nadeelcompensatieverordening Woonwagenlocatie Zanderijweg’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bussum, gehouden op 14 juni 2007.

de griffier
de voorzitter

Bijlage, artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

In deze bepaling worden enkele kernbegrippen omschreven. De belangrijkste omschrijvingen betreffen het begrip bewoner en het begrip schadevergoeding. Via het begrip bewoner wordt het aantal gerechtigden op bepaalde schadevergoedingssoorten beperkt. Door een peildatum te stellen wordt voorkomen dat tijdens het project het aantal gerechtigden zich uitbreidt.

Artikel 2

Dit artikel verwoordt de materiële maatstaf aan de hand waarvan wordt gekeken of schadevergoeding zal worden toegekend.

Teneinde de vraag te kunnen beantwoorden of nadeelcompensatie kan worden toegekend, zal in beginsel het volgende moeten worden vastgesteld.

  • 1.

    Er is schade geleden.

    Het spreekt voor zich dat beoordeeld moet worden of er sprake is van schade. Zie hierover echter nader de toelichting op artikel 3.

  • 2.

    De schade moet voortkomen uit rechtmatig overheidshandelen.

    Onder de Nadeelcompensatieverordening woonwagenlocatie Zanderijweg vallen niet de gevolgen van een onrechtmatige overheidsdaad of een toerekenbare tekortkoming (wanprestatie). Deze onderwerpen worden reeds beheerst door het Burgerlijk Wetboek. De herinrichting van de woonwagenlocatie is op zichzelf genomen een rechtmatige handeling. Zoals hiervoor reeds vermeld is de reden om bepaalde schade te vergoeden als gevolg van de herinrichting van de woonwagenlocatie dat bepaalde lasten niet onevenredig op een bepaalde groep burgers mogen rusten.

  • 3.

    Er is een causaal verband tussen de geleden schade en het rechtmatige overheidshandelen inzake de herinrichting van de woonwagenlocatie Zanderijweg.

    Primair: De schade moet voorts een direct en aanwijsbaar rechtstreeks gevolg zijn van de herinrichting van de woonwagenlocatie Zanderijweg door of vanwege de gemeente Bussum. Er moet aldus sprake zijn van een causaal verband. Om te beoordelen of er sprake is van causaal verband tussen het nadeel en de herinrichting van de woonwagenlocatie dient een vergelijking te worden gemaakt tussen de toestand zoals die was voorafgaande aan de schade veroorzakende maatregel en de situatie nadat de maatregel was getroffen. Beslissend is het antwoord op de vraag of nadeel is opgetreden dat zonder de herinrichting van de woonwagenlocatie achterwege zou zijn gebleven.

    Secundair: In de gevallen dat reeds beschadigingen en/of gebreken aan het goed zijn geconstateerd, zal in voorkomende gevallen gemotiveerd rekenschap moeten worden afgelegd terzake van de hoogte van het uit te keren bedrag (totaal) minus de uit de vooropname blijkende reeds aanwezige waardevermindering. Met andere woorden, alsdan is er sprake van een verminderd causaal verband en dus verminderde toerekenbare schade.

  • 4.

    De schade moet op een objectieve wijze worden begroot.

    Indien eenmaal is vastgesteld dat tengevolge van de herinrichting van de woonwagenlocatie Zanderijweg door of namens de gemeente Bussum schade is ontstaan, moet de vraag worden beantwoord of deze schade redelijkerwijs ten laste van de getroffene behoort te blijven. Het redelijkheidsbegrip is echter niet vastomlijnd. Het redelijkheidsbegrip dient geobjectiveerd te worden bij de toepassing ervan in individuele verzoeken om nadeelcompensatie. Zie over de schadebegroting nader de toelichting op artikel 3.

  • 5.

    De vergoeding van de schade is niet anderszins voldoende verzekerd.

    Op de Nadeelcompensatieverordening Woonwagenlocatie Zanderijweg kan geen beroep worden gedaan indien en voor zover schadevergoeding anderszins is gewaarborgd. Hierbij kan men denken aan de situatie dat er weliswaar plaats is voor vergoeding op grond van deze regeling, maar dat reeds uit andere hoofde een vergoeding van het geleden nadeel heeft plaatsgevonden. Daarbij kan worden gedacht aan een vergoeding die als zodanig in een overeenkomst tussen de gemeente en een verzoeker is opgenomen, voorafgaande aan of tijdens de behandeling van een verzoek of dat het geleden nadeel reeds is verdisconteerd in bijvoorbeeld een subsidierelatie.

Het tweede lid van dit artikel bepaalt dat de schade kan worden gecompenseerd in de vorm van geld of op andere wijze.

Artikel 3

In dit artikel zijn enkele bepalingen opgenomen inzake de omvang van de schadevergoeding. In het algemeen zijn voor de inhoud van een schadebegroting geen algemene regels te geven, onder meer vanwege de veelheid van de mogelijke schadegevallen. Als voorbeeld kan hier worden genoemd de (mogelijke) schade voor de eigenaar wiens wooneenheid (nog) niet wordt verplaatst. In het vijfde lid van dit artikel is aangegeven dat alsdan de schadevergoeding op een zo objectief mogelijke wijze dient te worden vastgesteld. Daarbij zal rekening dienen te worden gehouden met de bestaande praktijk en jurisprudentie inzake schadevergoedingsvraagstukken. In lid 3 is een algemene beperking op de schadevergoedingsomvang geregeld. Indien een verzoeker heeft nagelaten redelijke maatregelen ter voorkoming of beperking van schade te nemen, dan blijft die schade die door het treffen van zodanige maatregelen had kunnen worden voorkomen of beperkt, ten laste van de verzoeker.

Artikel 4

De benadeelde dient een verzoek om schadevergoeding zo spoedig mogelijk in te dienen. Deze bepaling berust op de gedachte dat een benadeelde die onnodig lang wacht met het indienen van zijn claim zijn aanspraak verliest. Het moet immers uit bestuurlijk oogpunt ongewenst worden geacht dat verzoeken om schadevergoeding nog geruime tijd nadat de schade is gebleken, worden ingediend. Er is van afgezien een bepaalde termijn te noemen waarbinnen het verzoek moet worden ingediend, nu het lijden van schade of het ondervinden van nadeel niet steeds onmiddellijk duidelijk is. Bovendien moet bij het stellen van een termijn niet worden uitgesloten dat iemand die schade of nadeel heeft geleden die na het verstrijken van de termijn blijkt, alsnog naar de burgerlijke rechter zal gaan met een verzoek om schadevergoeding.

Het streven van de overheid is om de rechterlijke macht met betrekking tot nadeelcompensatie te concentreren bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Dit doel wordt alsdan niet bereikt.

Overigens kan een verzoek om schadevergoeding niet meer worden ingediend nadat de werkingsduur van de Nadeelcompensatieverordening woonwagenlocatie Zanderijweg is verstreken.

Met het tweede en derde lid wordt beoogd het bepaalde in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht nader betekenis te geven voor verzoeken om schadevergoeding. Van een verzoeker wordt verlangd dat hij alle gegevens, van welke aard dan ook, verschaft die de gemeenteraad nodig heeft voor het beoordelen van de gegrondheid van het verzoek om schadevergoeding. De verzoeker kan zijn voorkeur kenbaar maken omtrent de wijze van vergoeding van de schade. Indien de verzoeker vergoeding in geld wenst, dient hij in het verzoekschrift de hoogte van het naar zijn oordeel te vergoeden bedrag te vermelden. Dit bedrag hoeft niet hetzelfde te zijn als de totaal geleden schade, omdat in een gedeelte van de vergoeding reeds voorzien kan zijn of omdat een deel van de geleden schade niet voor vergoeding in aanmerking komt vanwege de evenredigheidstoets.

De gemeenteraad moet volgens het vierde lid de ontvangst van het verzoek binnen twee weken bevestigen. Tevens moet zij de verzoeker informeren over de verdere procedure. Overeenkomstig artikel 4:14 van de Algemene wet bestuursrecht moet het bestuursorgaan de verzoeker immers in kennis stellen indien een beschikking niet binnen 8 weken tegemoet kan worden gezien.

Indien de verzoeker onvoldoende gegevens heeft verstrekt om de gegrondheid van het verzoek te kunnen beoordelen, kan de gemeenteraad besluiten het verzoek niet in behandeling te nemen. Dit stemt overeen met het bepaalde in artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Wel dient verzoeker in de gelegenheid te worden gesteld om de ontbrekende gegevens alsnog te verschaffen, hetgeen in lid 5 is bepaald.

Artikel 5

Het eerste lid bepaalt dat de gemeenteraad het verzoek niet in behandeling neemt wanneer de verzoeker nalatig blijft om de voor de beoordeling van het verzoek de benodigde gegevens te verschaffen.

Het tweede en derde lid is erop gebaseerd dat het onnodig is om voor eenvoudige en duidelijke gevallen de zware procedure van behandeling van het verzoek om schadevergoeding door een adviescommissie te volgen. Indien het verzoek naar het oordeel van de gemeenteraad kennelijk ongegrond of gegrond is, wordt het verzoek zonder behandeling door de adviescommissie toe- of afgewezen. Indien na summier onderzoek reeds duidelijk is dat de geleden schade voor vergoeding in aanmerking komt, kan de gemeenteraad het verzoek, zonder nader onderzoek toewijzen. Eveneens kan de gemeenteraad het verzoek om schadevergoeding direct afwijzen indien duidelijk is dat de geleden schade bijvoorbeeld niet door de gemeente is veroorzaakt of aan het schadeverzoek een onrechtmatige daad dan wel wanprestatie ten grondslag ligt.

Het vierde en vijfde lid bevat respectievelijk de uiterlijke termijn waarbinnen onderhavige besluiten dienen te worden genomen en de bezwaarclausule. De beslistermijnen zijn overeenkomstig artikel 4:13 en 4:15 van de Algemene wet bestuursrecht vastgesteld.

Artikel 6

Indien het verzoek niet buiten behandeling wordt gelaten of kennelijk ongegrond dan wel kennelijk gegrond is, wordt het verzoek binnen 4 weken aan de schadeadviescommissie toegezonden. De adviescommissie heeft tot taak de gemeenteraad te adviseren inzake de op het verzoek om schadevergoeding te nemen beslissing.

De Nadeelcompensatieverordening Woonwagenlocatie Zanderijweg gaat ervan uit dat de schadeadviescommissie uit drie leden bestaat. Daarnaast is echter voorzien in de mogelijkheid in eenvoudige, niet op het eerste gezicht ongegronde, gevallen het verzoek door één lid te laten behandelen. De leden van de schadeadviescommissie zullen een grote mate van ervaring en/of kennis moeten bezitten inzake de afhandeling van vergelijkbare schadeverzoeken. Gelet op de aard van de te nemen beslissingen en in navolging van de bestaande nadeelcompensatiepraktijk dient de schadeadviescommissie te bestaan uit onafhankelijke deskundigen die niet in de belangensfeer van de beslissingen inzake de herinrichting van de woonwagencentra zijn betrokken. In lid 5 is tot slot bepaalt dat de kosten verbonden aan de werkzaamheden van de schadeadviescommissie voor rekening van de gemeente komen.

Artikel 7

De schadeadviescommissie heeft tot taak de gemeenteraad te adviseren inzake de op het verzoek tot schadevergoeding te nemen beslissing. Wanneer dat wenselijk is, kan door de gemeenteraad ook advies worden gevraagd omtrent verzoeken tot het treffen van schadevoorkomende en -beperkende maatregelen, tot bevoorschotting of tot toepassing van de hardheidsclausule. Daarnaast omvat het advies mede, zo verzoeker voor schadevergoeding in aanmerking komt, de hoogte van de schadevergoeding. De schadeadviescommissie kan ook maatregelen (in natura) voorstellen die geschikt zijn om de schade te beperken of ongedaan te maken. In de praktijk wordt laatstgenoemde mogelijkheid allereerst onderzocht. Het is niet de bedoeling dat deze regeling daarin verandering brengt.

Artikel 8

Het bepaalde in het eerste lid stemt overeen met de Algemene wet bestuursrecht. Er wordt geregeld dat verzoeker en de gemeenteraad aan de schadeadviescommissie de gegevens verschaft die nodig zijn voor een goede vervulling van haar taak. Tot die gegevens behoren niet alleen het verzoek met de daarbij behorende bescheiden, maar ook bijvoorbeeld de zich onder de gemeenteraad bevindende gegevens over de schadeoorzaak. Het tweede lid stelt de schadeadviescommissie in de gelegenheid inlichtingen in te winnen bij derden en het derde lid maakt het de schadeadviescommissie mogelijk de situatie ter plekke in ogenschouw te nemen. De schadeadviescommissie heeft echter niet de bevoegdheid plaatsen te betreden tegen de wil van de rechthebbende. Mocht dit geval zich echter voordoen, dan geldt het bepaalde in artikel 4.

Artikel 9

Dit artikel geeft een beschrijving van de procedure volgens welke de schadeadviescommissie dient te adviseren. Het kent twee soorten procedures: een gewone en een verkorte procedure, die in eenvoudige gevallen kan worden toegepast. De gewone procedure schrijft voor dat de schadeadviescommissie alvorens haar advies op te stellen en te zenden aan de gemeenteraad, een conceptadvies opmaakt en dit ter beoordeling aan de verzoeker en (een vertegenwoordiging) van de gemeente voorlegt. Wanneer naar het oordeel van de schadeadviescommissie, gelet op de feiten en omstandigheden van het geval, de procedure versneld kan worden afgedaan en het om eenvoudige gevallen gaat, kan de schadeadviescommissie kiezen voor de verkorte procedure, waarmee de doelmatigheid van de onderhavige regeling kan zijn gediend.

Artikel 10

De gemeenteraad beslist binnen zes weken na ontvangst van het advies van de schadeadviescommissie op het verzoek. Deze termijn is in overeenstemming met wat gebruikelijk is in vergelijkbare procedures. De regels betreffende het motiveren en het bekendmaken zijn ontleend aan de Algemene wet bestuursrecht, in het bijzonder de artikelen 3:41, 4:17, 4:19 en 4:20.

Artikel 11

Dit artikel geeft regels omtrent de behandeling van een verzoek om een voorschot te verlenen. De mogelijkheid een voorschot te verkrijgen staat open voor degenen die aannemelijk kunnen maken dat zij in aanmerking zullen komen voor schadevergoeding en een belang hebben bij bevoorschotting daarvan. Aan de voorschotverlening kunnen ingevolge het tweede lid voorwaarden worden verbonden. Nu middels een voorschotverstrekking geen recht op schadevergoeding is erkend, zal het eventueel teveel of ten onrechte betaalde kunnen worden teruggevorderd, aldus de strekking van het derde lid.

Artikel 12

Deze regeling laat via de hardheidsclausule de mogelijkheid open om in incidentele of bijzondere gevallen van het bepaalde in deze regeling af te wijken en voor het incidentele geval een passende schadevergoeding te verstrekken. Welke gevallen daartoe behoren valt op dit moment niet in te schatten en zal van geval tot geval beoordeeld dienen te worden.

Artikel 13

De gemeenteraad delegeert haar bevoegdheden aan burgemeester en wethouders.

Artikel 14

In dit artikel is geregeld dat de Nadeelcompensatieverordening Woonwagenlocatie Zanderijweg op de daarvoor gebruikelijke wijze wordt gepubliceerd. Daarenboven zal publicatie middels de nieuwsbrief vereist zijn. Voorts is hierin geregeld wanneer de regeling van kracht wordt en wanneer de werking ervan eindigt.