Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bussum

Verordening behandeling bezwaarschriften 2006

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bussum
Officiële naam regelingVerordening behandeling bezwaarschriften 2006
CiteertitelVerordening behandeling bezwaarschriften 2006
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpNieuwe regeling

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, artikel 84
  2. Algemene wet bestuursrecht hoofdstuk 6
  3. Algemene wet bestuursrecht hoofdstuk 7
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2006Nieuwe regeling

11-05-2006

Gemeentepagina 15-06-2006

RB2006-030 C(gew)

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening behandeling bezwaarschriften 2006

De raad van de gemeente Bussum;

gelezen het voorstel van de burgemeester en de griffier van Bussum van

8 mei 2006, nr. RV2006-030;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

besluit:

  • 1.

    In te trekken de Verordening behandeling bezwaarschriften, nr. RB2003.025;

  • 2.

    Vast te stellen de navolgende Verordening behandeling bezwaarschriften 2006, nr. RB2006-030C;

HOOFDSTUK I BEGRIPSBEPALINGEN EN WERKINGSSFEER

Artikel 1 (begripsbepalingen)

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuursorgaan: het gemeentelijk orgaan waardoor of namens hetwelk een besluit is genomen;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    wet: wet houdende algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht).

Artikel 2 (werkingssfeer)

Deze verordening is niet van toepassing op de behandeling van bezwaarschriften tegen rechtspositionele besluiten, en niet van toepassing op besluiten met betrekking tot de uitvoering van de Algemene Bijstandswet, de Rijksgroepsregeling werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, de Wet op de Bejaardenoorden en de Wet Voorzieningen Gehandicapten.

HOOFDSTUK II DE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN

Paragraaf 1 Het tot horen bevoegd orgaan
Artikel 3 (horen door de burgemeester)

Indien het bestuursorgaan de burgemeester is, geschiedt het horen van belanghebbenden door de burgemeester.

Artikel 4 (opdracht tot het horen aan leden van het college)

Indien het bestuursorgaan het college is, geschiedt het horen van belanghebbenden door tenminste twee collegeleden, te weten de burgemeester (bij diens afwezigheid de loco-burgemeester) en de betreffende portefeuillehouder.

Ingeval de burgemeester de portefeuillehouder is, geschiedt het horen door de burgemeester en tenminste een der wethouders.

De burgemeester treedt tijdens de hoorzitting op als voorzitter.

Artikel 5 (afwijkende regeling voor de gemeenteraad)

Indien het bestuursorgaan de gemeenteraad is, geschiedt het horen van belanghebbenden en de advisering aan de gemeenteraad over te nemen beslissingen door de commissie als bedoeld in artikel 14 van deze verordening, overeenkomstig de in hoofdstuk III, paragraaf 2 vermelde procedure.

Paragraaf 2 De procedure
Artikel 6 (ingediend bezwaarschrift)

Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

Artikel 7 (uitoefening bevoegdheden)

De bevoegdheden ingevolge artikel 2:1, tweede lid; artikel 6:6 (v.w.b. het stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van het niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld); artikel 6:17 (voor zover het betreft de verzending van stukken); artikel 7:4, tweede lid; artikel 7:6, vierde lid, en artikel 7:10, derde lid van de wet, worden voor de toepassing van dit hoofdstuk uitgeoefend door de burgemeester.

Artikel 8 (vooronderzoek)

De burgemeester is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

De burgemeester kan uit eigen beweging of op verzoek van het college bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen in de hoorzitting te verschijnen.

Artikel 9 (hoorzitting)

De burgemeester bepaalt plaats, datum en tijdstip van de hoorzitting waarin de belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld door het college c.q. de burgemeester te worden gehoord.

De burgemeester beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

Indien de burgemeester op grond van artikel 7:3 van de wet besluit van het horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden.

Artikel 10 (uitnodiging hoorzitting)

De burgemeester deelt de belanghebbenden tenminste twee weken voor de hoorzitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord tijdens de hoorzitting.

In overleg met de belanghebbenden is het mogelijk om af te wijken van de bovengenoemde termijn van twee weken.

Artikel 11 (openbaarheid hoorzitting)

De hoorzitting waarbij de burgemeester c.q. het college belanghebbenden hoort, is openbaar.

De deuren worden gesloten indien de burgemeester c.q. een van de horende collegeleden dat nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

Indien de burgemeester c.q. de horende collegeleden vervolgens beslissen dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid verzetten, vindt de hoorzitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 12 (verslag)

Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met een vermelding van hun hoedanigheid.

Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter hoorzitting is voorgevallen.

Indien een hoorzitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden niet in elkaars aanwezigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

Het verslag verwijst naar de op de hoorzitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

Het verslag wordt ondertekend door de burgemeester en door de ambtenaar die het verslag heeft gemaakt.

Artikel 13 (raadkamer en advies)

De horende collegeleden beraadslagen en beslissen achter gesloten deuren over het aan het college uit te brengen advies.

HOOFDSTUK III DE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 5

Paragraaf 1 De bezwarencommissie
Artikel 14 (inleidende bepaling)

Er is een vaste commissie, als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet, ter voorbereiding van de beslissingen van de gemeenteraad op gemaakte bezwaren tegen besluiten van de gemeenteraad.

Artikel 15 (samenstelling van de commissie)

De commissie bestaat uit zoveel leden als er fracties in de raad zijn en van iedere fractie één en eenzelfde aantal plaatsvervangende leden, van iedere fractie één, die door en uit de gemeenteraad worden benoemd.

De gemeenteraad benoemt uit de leden van de commissie een voorzitter.

De commissie wijst uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter aan.

Artikel 16 (taak van de commissie)

De commissie is belast met het horen van belanghebbenden, alsmede met de advisering aan de gemeenteraad over de te nemen beslissingen op bij de raad ingediende bezwaarschriften.

Artikel 17 (secretaris)

De griffier wijst voor de commissie een ambtenaar aan als commissiegriffier en eventueel een of meer ambtenaren als adjunct-commissiegriffier.

Paragraaf 2 De procedure
Artikel 18 (ingediend bezwaarschrift)

Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 19 (uitoefening bevoegdheden)

De bevoegdheden ingevolge artikel 2:1, tweede lid; artikel 6:6 (v.w.b. het stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van het niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld); artikel 6:17 (voor zover het betreft de verzending van stukken); artikel 7:4, tweede lid; artikel 7:6, vierde lid van de wet worden voor de toepassing van dit hoofdstuk uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.

Artikel 20 (vooronderzoek)

De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

De voorzitter kan uit eigen beweging of op verzoek van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen in de hoorzitting te verschijnen.

Artikel 21 (hoorzitting)

De voorzitter van de commissie bepaalt plaats, datum en tijdstip van de hoorzitting waarin de belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld door de commissie te worden gehoord.

De belanghebbenden worden in elkaars aanwezigheid gehoord.

De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

Indien de voorzitter op grond van artikel 7:3 van de wet besluit van het horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden.

Artikel 22 (uitnodiging hoorzitting)

De voorzitter deelt de belanghebbenden tenminste twee weken voor de hoorzitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord tijdens de hoorzitting.

De voorzitter is bevoegd in overleg met de belanghebbenden afwijking toe te staan van de bovengenoemde termijn van twee weken.

Artikel 23 (vergaderquorum)

Voor het houden van een hoorzitting van de commissie is vereist, dat naast de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter tenminste twee leden of plaatsvervangend leden aanwezig zijn.

Artikel 24 (openbaarheid hoorzitting)

De hoorzitting waarbij de commissie belanghebbenden hoort is openbaar.

De deuren worden gesloten indien de voorzitter of een van de aanwezige leden dat nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid verzetten, vindt de hoorzitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 25 (verslag)

Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met een vermelding van hun hoedanigheid.

Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter hoorzitting is voorgevallen.

Indien een hoorzitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden niet in elkaars aanwezigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

Het verslag verwijst naar de op de hoorzitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

Het verslag wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 26 (raadkamer en advies)

De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

Indien bij een stemming de stemmen staken, dan beslist de stem van de voorzitter.

Van een minderheidsstandpunt wordt in het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

Het advies wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

HOOFDSTUK IV SLOTBEPALINGEN

Artikel 27 (inwerkingtreding)

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand, volgende op die waarin de bekendmaking heeft plaatsgevonden.

Op het moment van inwerkingtreding vervalt de Verordening behandeling bezwaarschriften, vastgesteld bij besluit van 10 april 2003.

Artikel 28 (overgangsregeling)

Deze verordening is van toepassing op de behandeling van bezwaarschriften die zijn ingediend op en na de dag van inwerkingtreding.

De afhandeling van vóór de dag van inwerkingtreding ingediende bezwaar- en beroepschriften geschiedt volgens de verordening van 10 april 2003.

Artikel 29 (citeertitel)

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening behandeling bezwaarschriften 2006.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bussum, gehouden op 11 mei 2006.

de griffier,

de voorzitter,