Overheidsorganisatie | Gemeente Bussum |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening inzake de winkeltijden |
Citeertitel | Winkeltijdenverordening Bussum |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Nieuwe regeling |
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-10-1996 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 10-10-1996 't Voorlicht 24-10-1996 | RV96-111 |
De raad van de gemeente Bussum;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Bussum van
18 september 1996, no. RV96.111;
overwegende, dat: het met het oog op een ordelijk economisch verkeer binnen de gemeente Bussum zinvol is regels te stellen omtrent uitvoering van de Winkeltijdenwet 1996.
gelet op: de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet,
b e s l u i t :
besluit vast te stellen de volgende: Verordening inzake de Winkeltijden.
In deze verordening wordt verstaan onder:
de wet: de Winkeltijdenwet 1996 (Stb. 182, jaargang 1996);
1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag van een ontheffing binnen 8 weken.
2. Burgemeester en wethouders kunnen de beslissing voor ten hoogste 4 weken verdagen.
1. Een ontheffing als bedoeld in artikel 9 van deze verordening is overdraagbaar, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.
2. In geval van overdracht van de ontheffing dient de nieuwe houder van de ontheffing zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee weken na de overdracht, Burgemeester en Wethouders schriftelijk hiervan op de hoogte te stellen.
Burgemeester en Wethouders kunnen een ontheffing intrekken of wijzigen indien:
ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;
op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;
het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid dan wel woon- en leefklimaat ter plaatse;
de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;
van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;
de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.
I. De ontheffing vervalt:
op eigen verzoek;
bij het overlijden van de houder van de ontheffing.
II. Bij het overlijden van de houder van de ontheffing van de avondwinkel wordt, indien een daartoe strekkend schriftelijk verzoek binnen één maand na het overlijden bij Burgemeester en Wethouders wordt ingediend, het recht op de ontheffing overgeschreven op één van diens rechtsopvolgers.
I. De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet, gelden niet op ten hoogste vijf van de volgende, door burgemeester en wethouders aan te wijzen, dagen:
Zondagen waarop niet mogen vallen nieuwjaarsdag, eerste paasdag, eerste pinksterdag en eerste en tweede kerstdag ofwel
tweede paasdag, Hemelvaartsdag of tweede pinksterdag.
II. De in het eerste lid bedoelde aanwijzing geldt voor Zondagen tussen 12.00 en 22.00 uur en op overige dagen tussen 6.00 en 22.00 uur.
I. Burgemeester en Wethouders kunnen op ten hoogste 3 andere dagen dan bedoeld onder artikel 6 ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, ten behoeve van
bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;
het uitstallen van goederen.
II. Burgemeester en Wethouders kunnen de in het eerste lid bedoelde ontheffing verlenen voor de volgende dagen:
Zondagen -waarop niet mogen vallen nieuwjaarsdag, eerste paasdag, eerste pinksterdag en eerste en tweede kerstdag ofwel
tweede paasdag, Hemelvaartsdag of tweede pinksterdag.
III. De in het eerste lid bedoelde ontheffing kan worden verleend voor afzonderlijke delen van de gemeente.
IV. De in het eerste lid genoemde ontheffing kan worden verleend in geval van: feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen en beurzen.
De vrijstelling genoemd in artikel 12 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet is niet van toepassing, behoudens op de dagen bedoeld in de artikelen 6 en 7 en Koninginnedag en de festiviteiten ten behoeve van de 5 mei-vieringen, in het geval deze vallen op een zondag.
I. In dit artikel wordt onder Centrumgebied begrepen:
Brinklaan tussen Eslaan en Brediusweg;
Huizerweg tussen Landstraat en Jozef Israëlslaan;
Vlietlaan;
Laarderweg tussen Prinsenstraat en Ceintuurbaan;
Landstraat;
Kerkstraat/Herenstraat.
II. het gebied van de gemeente wordt één ontheffing verleend in het Centrumgebied, en één ontheffing in het gebied ten zuiden van de Ceintuurbaan.
III. Indien meer dan één aanvraag ter verkrijging van een ontheffing als bedoeld in lid 2 van dit artikel wordt ingediend, zal bij gelijke geschiktheid van de ingediende aanvragen het lot aanwijzen wie de ontheffing krijgt toegewezen.
IV. Aan de ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden:
De winkel bedoeld in lid 2 dient gesloten te zijn tussen 0.00 en 6.00 uur;
er dienen uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren te worden verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet.
V. De ontheffing wordt geweigerd indien:
naar het oordeel van burgemeester en wethouders moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de avondwinkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de aanwezigheid van de avondwinkel.
het geldende bestemmingsplan voor het betreffende perceel “Detailhandel” niet toelaat.
I. Burgemeester en Wethouders kunnen op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet vervatte verboden ten behoeve van avondwinkels.
II. Aan de ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden:
de winkels dient gesloten te zijn tussen 0.00 en 16.00 uur;
er dienen uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren te worden verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet.
III. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.
1. Deze verordening treedt in werking op een door burgemeester en wethouders te bepalen tijdstip.
2. De Verordening winkelsluiting Bussum wordt ingetrokken.
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening winkeltijden Bussum”.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bussum, gehouden op 10 oktober 1996.
Koninginnedag is conform de wet niet meer aangemerkt als feestdag. Voor de werking van deze verordening zijn verder alleen in aanmerking genomen Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag en Tweede Pinksterdag als feestdagen.
Artikel 5 Zon- en feestdagenregeling
Indien feestdagen vallen op een Zondag dan is een ontheffing op grond van deze verordening uitgesloten.
Artikel 7 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties
Buiten de door burgemeester en wethouders aan te wijzen 4 á 5 vaste koop(zon)dagen kan in bijzondere gevallen een ontheffing worden aangevraagd.
Artikel 8 Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen
Wel is voor de vrijmarkt (Koninginnedag) en de festiviteiten ter gelegenheid van de 5 mei-activiteiten een vrijstelling opgenomen voor de verkoop van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.
Artikel 9 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur (Avondwinkels)
De algemene verruiming van de Winkeltijdenwet vult de “ruimte” voor avondwinkels bjna op. Toch is er voor een openstelling na 22.00 uur nog een aparte bepaling opgenomen. Artikel 10 sluit hierop aan.