Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Leeuwarderadeel

Verordening op de heffing en invordering van de rioolheffing gemeente Leeuwarderadeel 2017

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Leeuwarderadeel
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van de rioolheffing gemeente Leeuwarderadeel 2017
CiteertitelVerordening rioolheffing Leeuwarderadeel 2017
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Op grond van artikel 28 Wet algemene regels herindeling is deze verordening per 1 januari 2020 vervallen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 228a

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201701-01-2020nieuwe regeling

08-12-2016

Gemeenteblad, 2016, 184094

2016/46d

Tekst van de regeling

Nr. 2016/46d

De raad van de gemeente Leeuwarderadeel;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2016;

gelet op artikel 228a van de Gemeentewet ;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN DE RIOOLHEFFING GEMEENTE LEEUWARDERADEEL 2017.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;

  • b.

    gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

  • c.

    water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater, grondwater of oppervlaktewater.

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • a.

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater; en

  • b.

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt of kan worden afgevoerd.

  • 2.

    Met betrekking tot de belasting, wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een perceel – niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4 – voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan.

Artikel 4 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.

Artikel 6 Vrijstellingen

Het in artikel 3, lid 1, genoemde recht wordt niet geheven van een eigendom of een gedeelte van het eigendom als bedoeld in artikel 4, voor zover het perceel niet dient tot bewoning, indien de totale oppervlakte – gemeten binnenwerks in het verticale vlak- niet meer dan 35 m2 bedraagt en voor zover de bij die percelen behorende aansluitpunten uitsluitend dienen voor de afvoer van hemelwater.

Artikel 7 Belastingtarieven

De heffing als bedoeld in artikel 2, bedraagt per jaar:

a.indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon€ 176,-
b.indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door twee of meer personen€ 235,-
c.voor elk ander perceel (inclusief bedrijven):€ 235,-
d.in afwijking van de voorgaande leden bedraagt de belasting voor garageboxen en loodsen met een vloeroppervlakte van maximaal dan 45m2, die zelfstandig in de heffing worden betrokken en geen wateraansluiting hebben, dan wel een aansluiting hebben en waarvan afval of hemelwater direct of indirect via de gemeentelijke riolering wordt of kan worden afgevoerd: € 41,-

Artikel 8 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 2,--.

  • 4.

    Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 5.

    Wanneer het bedrag van de heffing minder dan € 10,- bedraagt, dan blijft de aanslag achterwege. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen rioolheffing of andere heffingen en belastingen aangemerkt als één belastingaanslag.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen dertig dagen na dagtekening van de aanslag.

  • 2.

    In afwijking van het 1e lid geldt, dat zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de bankrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene Termijnwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De 'Verordening op de heffing en de invordering van rioolrechten 2016 van 5 november 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening rioolheffing Leeuwarderadeel 2017”.

    Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Leeuwarderadeel in zijn openbare vergadering van 8 december 2016,

de griffier, de voorzitter,
   
   
(mw. mr. G.J. Olthof) (drs. J.R.A. Boertjens)