Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bodegraven

Verordening geldelijke voorziening raadsleden, steunfractieleden en commissieleden gemeente Bodegraven 2000

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bodegraven
Officiële naam regelingVerordening geldelijke voorziening raadsleden, steunfractieleden en commissieleden gemeente Bodegraven 2000
CiteertitelVerordening geldelijke voorziening raadsleden, steunfractieleden en commissieleden gemeente Bodegraven 2000
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum inwerkingtreding is bij benadering bepaald

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artt. 95, 96 en 99

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-06-200013-12-2012Nieuwe regeling

25-05-2000

Onbekend

Raadsvergadering 25-05-2000;

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Bodegraven, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 mei 2000, nr. 75; gelet op de artikelen 95, 96 en 99 van de Gemeentewet; mede gelet op het bepaalde in het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

B E S L U I T :

vast te stellen de “VERORDENING GELDELIJKE VOORZIENING RAADSLEDEN, STEUNFRACTIELEDEN EN COMMISSIELEDEN GEMEENTE BODEGRAVEN 2000”

Artikel 1begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a. raadsleden: de leden van de raad die geen lid zijn van het college van burgemeester en wethouders;

b. raadscommissie: een door de gemeenteraad van Bodegraven ingestelde commissie van advies en bijstand aan burgemeester en wethouders als bedoeld in artikel 1 van de Verordening raadscommissies 1991, waarin uitsluitend raadsleden en / of plaatsvervangende leden (zijnde steunfractieleden) vertegenwoordigd zijn;

c. commissie: een door de gemeenteraad van Bodegraven, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester ingestelde commissie waarin burgers en / of onafhankelijk deskundigen alsmede hun plaatsvervangers zitting hebben;

d. besluit: het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden (Stb. 1994, 244) tot uitvoering van de artikelen 95 en 96 van de Gemeentewet;

Artikel 2 vergoedingen raadsleden

1. De raadsleden ontvangen per kalenderjaar uitsluitend een vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten van 100 % van de bedragen, als genoemd in tabel 1 van het besluit voor de gemeenteklasse 7, zoals deze jaarlijks wordt gewijzigd.

2. Het raadslid dat gedurende een gedeelte van een kalenderjaar lid van de raad is geweest, ontvangt de vergoeding als bedoeld in het vorige lid naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij of zij het lidmaatschap van de gemeenteraad van Bodegraven heeft bekleed.

Artikel 3 Reis- en verblijfkosten raadsleden

1. De raadsleden ontvangen een vergoeding voor reis- en verblijfkosten gemaakt in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van een bestuursbesluit.

2. De in het vorige lid bedoelde vergoeding wordt vastgesteld overeenkomstig de regels die gelden voor de vergoeding van reiskosten van gemeenteambtenaren (artikel 15:1:22 Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Bodegraven).

3. Vergoeding van de in lid 1 bedoelde kosten vindt plaats op basis van declaratie.

Artikel 4 Vergoedingen plaatsvervangende leden (zijnde steunfractieleden) 1. Plaatsvervangende leden (zijnde steunfractieleden) ontvangen per bijgewoonde raadscommissievergadering waarin zij formeel namens hun fractie participeren een vergoeding die geldt voor gemeentelijke commissies als genoemd in tabel II van het besluit voor de gemeenteklasse 2, zoals deze jaarlijks wordt gewijzigd.

2. De vergoeding vindt plaats aan het einde van het kalenderjaar en wordt berekend aan de hand van de voorhanden zijnde verslagen van de raadscommissievergaderingen.

Artikel 5 Vergoedingen (overige) commissieleden

1. De leden en plaatsvervangende leden van een commissie als vermeld in bijlage 1 van deze verordening, niet zijnde raadslid / raadscommissielid, ontvangen voor het bijwonen van een vergadering een vergoeding van f 175,-- (100 %) of een percentage daarvan.

2. De voorzitter en diens plaatsvervanger van een commissie als vermeld in bijlage 1 van deze verordening, niet zijnde raadslid / raadscommissielid, ontvangen voor het bijwonen van een vergadering een vergoeding van f 250,-- (100 %) of een percentage daarvan.

3. De vergoeding vindt plaats aan het einde van het kalenderjaar en wordt berekend aan de hand van de voorhanden zijnde verslagen van de commissievergaderingen.

4. Als commissie als bedoeld in artikel 1 onder c van deze verordening worden in ieder geval aangemerkt de Commissie bezwaar- en beroepschriften, de Marktcommissie, de Monumentencommissie en de Werkgroep Verkeerszaken.

Artikel 6 Reiskosten commissieleden

1. De personen als bedoeld in lid 1 en 2 van artikel 5 die buiten Bodegraven woonachtig zijn ontvangen een vergoeding voor reiskosten.

2. De vergoeding als bedoeld in het vorige lid wordt vastgesteld overeenkomstig de regels die gelden voor de vergoeding van reiskosten van gemeenteambtenaren (artikel 15:1:22 Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Bodegraven).

3. Vergoeding van de in lid 1 bedoelde kosten vindt plaats op basis van declaratie.

Artikel 7 Inwerkingtreding en vervallen oude regeling

1. De verordening treedt in werking op de derde dag na die waarop zij is afgekondigd.

2. Op het tijdstip als vermeld in het vorige lid wordt ingetrokken de ‘Verordening geldelijke voorziening raads- en commissieleden’, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit d.d. 11 juli 1989 alsmede de “Verordening presentiegelden commissieleden”, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 17 december 1998.

Artikel 8 Citeertitel

De verordening kan worden aangehaald als “Verordening geldelijke voorziening raadsleden, steunfractieleden en commissieleden gemeente Bodegraven 2000”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad d.d. 25 mei 2000