Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Graafstroom

Verordening tot het in gebruik geven van zaalruimten in het dorpshuis "De Multistee" te Goudriaan

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Graafstroom
Officiële naam regelingVerordening tot het in gebruik geven van zaalruimten in het dorpshuis "De Multistee" te Goudriaan
CiteertitelBeheersverordening dorpshuis "De Multistee" Goudriaan
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerparchief 506-4

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Art. 172 Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-09-199001-09-199001-01-2013Onbekend

10-09-1990

Onbekend

08-90-19

Tekst van de regeling

BEHEERSVERORDENING DORPSHUIS “DE MULTISTEE” GOUDRIAAN.

De raad der gemeente Graafstroom;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 augustus 1990,

nummer 08-90-19;

gelet op artikel 172 van de gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende

VERORDENING TOT HET IN GEBRUIK GEVEN VAN ZAALRUIMTEN IN HET DORPSHUIS “DE MULTISTEE” TE GOUDRIAAN

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

Zaalruimten: alle zich in het gebouw bevindende ruimten die voor ingebruikgeving in aanmerking komen, waaronder tevens wordt begrepen de aangrenzende gymnastiekzaal. Deze gymnastiekzaal wordt als zaalruimte in gebruik gegeven indien daarbij tevens gebruik wordt gemaakt van de daardoor bestemde verplaatsbare vloertegels.

Gebruikers : degene, te wiens naam de vergunning als bedoeld in artikel 2 is gesteld; indien de vergunning ten name van een vereniging is gesteld, wordt het bestuur van de vereniging als gebruiker aangemerkt.

Vergunning : de vergunning als bedoeld in artikel 2.

Beheerder : degene met wie een pachtovereenkomst voor beheer en exploitatie is aangegaan.

Artikel 2

  • 1. De beheerder verleent tijdig op een daartoe strekkend verzoek vergunning voor het gebruik van zaalruimte(n) in het dorpshuis ten nutte van de volgende doelstellingen:

  • a. plaatselijke verenigingen, welke een cultureel of maatschappelijk doel nastreven en plaatselijke sportverenigingen;

  • b. landelijke verenigingen of instellingen of hun plaatselijke afdelingen, welke geestelijke of lichamelijke waarden bevorderen, onderwijs daarbij inbegrepen;

  • c. politieke partijen of plaatselijke afdelingen daarvan;

  • d. bijeenkomsten van personen, verband houdende met bepaalde feiten en gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer;

  • e. commerciële doeleinden waarvan de wenselijkheid en/of noodzakelijkheid door burgemeester en wethouders gunstig wordt beoordeeld;

  • f. overige aktiviteiten welke door burgemeester en wethouders niet in strijd met het karakter van het dorpshuis en ten dienste van de dorpsgemeenschap worden geacht.

    Bij de afhandeling van de ingekomen verzoeken om vergunning voor het gebruik van zaalruimte(n) wordt prioriteit verleend in de bovenstaande volgorde.

  • 2. De ingebruikgeving dient te geschieden met inachtneming van de in deze verordening opgenomen bepalingen.

  • 3. De beheerder kan na voorafgaande goedkeuring van burgemeester en wethouders onverminderd de bepalingen van deze verordening, nadere regelen voor de ingebruikgeving vaststellen, indien zulks voor een juiste toepassing van deze verordening noodzakelijk is en de verordening hierin niet voorziet.

Artikel 3

Een vergunning wordt verleend tot wederopzegging of voor een bepaald tijdvak, echter met dien verstande dat een vergunning nimmer langer zal gelden dan voor een periode van één jaar.

Een aanvraag om vergunning kan niet eerder dan een jaar tevoren worden ingediend.

Artikel 4

  • 1. Het is de gebruikers niet toegestaan de zaalruimten, waarvoor vergunning tot gebruik is verleend, aan derden in gebruik te geven of af te staan.

  • 2. Het is de gebruikers verboden zonder schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders iets te veranderen aan het gebouw, inventaris, verlichting, verwarming of overige aanwezige voorzieningen in de zaalruimten.

  • 3. Het is de gebruikers verboden zonder schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders onroerende of roerende zaken uit de zaalruimten te verwijderen of buiten de zaalruimten te gebruiken.

  • 4. Het is de gebruikers verboden zonder vergunning van de beheerder eigen materialen, oefenmiddelen, opbergmiddelen en dergelijke in de zaalruimten achter te laten en op te slaan.

Artikel 5

  • 1. De gebruikers zijn verantwoordelijk voor de goede in- en om de zaalruimten en dienen te waken tegen onjuiste en onoordeelkundig gebruik van de zaalruimten en de daarin aanwezige onroerende en roerende goederen.

  • 2. Van alle door of tengevolge van het gebruik ontstane schade aan de zaalruimten of de zich daarin bevindende onroerende en roerende goederen dient door de gebruikers terstond kennis te worden gegeven aan de beheerder van het dorpshuis.

  • 3. De kosten van herstel der in het tweede lid bedoelde schade komen, hoe dan ook veroorzaakt, geheel ten laste van de gebruikers en dienen door deze op eerste aanschrijving van burgemeester en wethouders in de gemeentekas te worden gestort.

  • 4. De beheerder kan in overleg en met instemming van burgemeester en wethouders bij de vergunning tot ingebruikgeving van de gebruikers verlangen dat tot zekerheid van betaling der kosten, als bedoeld in het derde lid, 24 uur voor de aanvang van het gebruik een waarborgsom van fl 1.000,-- wordt gestort; de waarborgsom wordt binnen driemaal 24 uur terugbetaald, indien de zaalruimten na het gebruik schadevrij zijn opgeleverd. De beheerder heeft in overleg en met instemming van burgemeester en wethouders het recht om bij geconstateerde schade, als bedoeld in het derde lid, de terugbetaling van de waarborgsom aan te houden tot de kosten van herstel zijn betaald c.q. de bedoelde kosten met de waarborgsom zijn verrekend.

    Het bepaalde in artikel 7, derde lid, is ten deze van toepassing.

Artikel 6

1. Als bijdrage in de aan de gemeente te betalen pachtsom voor beheer en exploitatie, kan door de beheerder aan de gebruikers een vergoeding worden berekend naar een tarief dat maximaal, exclusief eventueel verschuldigde b.t.w., voor de onderscheidene zaalruimten mag bedragen:

Omschrijving zaalruimtenPlaatsgebonden instellingenNiet plaatsgebonden instellingenCommerciële aktiviteiten
 ma t/m zama t/m za  
a. vergaderruimte:      
- per ochtend of middag of een gedeelte van een ochtend of middag tot uiterlijk 12.00 resp. 18.00 uurf 15,--f 30,--f 45,--
- per avond of gedeelte van een avond tot uiterlijk 23.30 uurf 25,--f 50,--f 75,--
b. circulatieruimte:      
- per ochtend of middag of gedeelte van een ochtend of middag tot uiterlijk 12.00 resp. 18.00 uurf 15,--f 30,--f 45,--
- per avond of gedeelte van een avond tot uiterlijk 23.30 uurf 25,--f 50,--f 75,--
c. mortuarium:voor laatstelijk in deze gemeente woonachtige overledenevoor laatstelijk niet in deze gemeente woonachtige overledene  
per dag of gedeelte van een dagf 25,--f 50,--  
in combinatie met:      
- vergaderruimtef 50,--f 100,--  
- circulatieruimtef 50,--f 100,--  
 ma t/m za    
d. gymnastiekzaal:      
(met gebruik van 126 vloertegels) per ochtend, middag of avond of gedeelte van een ochtend, middag of avondf 130,--    

2a Onder het gebruik van het mortuarium dient te worden verstaan de koelruimte en de daarin aanwezige meubelen en andere voorzieningen om een lijk op te baren en om aldaar en vandaaruit een uitvaartdienst te verzorgen.

b Bij het gebruik van minder dan het maximale aantal vloertegels wordt de huur berekend naar rato van het aantal gebruikte vloertegels.

Artikel 7

  • 1. Het bedrag der verschuldigde vergoeding, als bedoeld in artikel 6, dient terstond na ontvangst van de vergunning te worden voldaan op de bij de vergunning aangegeven wijze.

  • 2. Zolang de verschuldigde bijdragen van de in het eerste en tweede lid bedoelde vergoedingen niet zijn voldaan, kan van de vergunning geen gebruik worden gemaakt en heeft de beheerder het recht de vergunning terstond en zonder opgaaf van redenen in te trekken.

Artikel 8

  • 1. Indien tengevolge van calamiteiten (bijv. brand, stormschade e.d.) of andere oorzaken (bijv. onderhoudswerkzaamheden, verbouwing e.d.) zaalruimten geheel of gedeeltelijk buiten gebruik raken, kunnen verleende vergunningen worden ingetrokken, gewijzigd of opgeschort zonder dat de gebruikers enigerlei aanspraak kunnen doen gelden op vergoeding van schade van welke aard dan ook.

    Bij intrekking der vergunning is de beheerder slechts gehouden tot terugbetaling van de reeds betaalde vergoedingen, als bedoeld in artikel 6.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde maatregelen worden onverwijld ter kennis van de gebruikers gebracht, terwijl de beheerder zo mogelijk tijdig tevoren met de gebruikers overleg pleegt.

Artikel 9

Indien gebruikers in gebreke blijven zich naar één of meer van de in deze verordening gestelde voorwaarden te gedragen, kan de beheerder de vergunning onmiddellijk intrekken, zonder dat de gebruikers aanspraak kunnen doen gelden op terugbetaling van de op grond van artikel 6 betaalde vergoedingen.

Artikel 10

  • 1. Van elke op grond van deze verordening genomen beslissing kan binnen 30 dagen na dagtekening der bestreden beslissing bij het college van burgemeester en wethouders een bezwaarschrift worden ingediend.

  • 2. Zolang door het college van burgemeester en wethouders niet op het bezwaarschrift is beslist blijft de bestreden beslissing van kracht.

  • 3. Na de uitspraak van het college van burgemeester en wethouders wordt de bestreden beslissing herzien overeenkomstig de beslissing van het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 11

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 september 1990.

  • Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Graafstroom d.d. 10 september 1990.

  • De secretaris, De voorzitter,

  • C.Resseler. G.W. Abbring.