Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Rijnwoude

Mandaat- en volmachtregeling Rijnwoude 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Rijnwoude
Officiële naam regelingMandaat- en volmachtregeling Rijnwoude 2010
Citeertitel "Mandaat- en volmachtregeling Rijnwoude 2010"
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerpmandaat volmacht

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht, art. 10:1 t/m 10:12
  2. Gemeentewet, art. 160

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-03-201001-03-201021-07-2011Nieuwe Regeling

02-03-2010

Rijnwoude Koerier, 10-03-2010

Int-899

Tekst van de regeling

Intitulé

MANDAAT- EN VOLMACHTREGELING RIJNWOUDE 2010

Het college van burgemeester en wethouders van Rijnwoude en de burgemeester van Rijnwoude, ieder voor zover het hun respectievelijk haar bevoegdheden betreft;

overwegende dat het wenselijk is vanuit efficiëntiedoeleinden om de bevoegdheden, zoals aangegeven op de bij deze regeling behorende en als zodanig gewaarmerkte bijlage, te mandateren aan de hierin

genoemde functionarissen/personen dan wel de hierin genoemde personen hiertoe te machtigen met inachtneming van de navolgende bepalingen en voorwaarden:

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, het Organisatiebesluit, de Vervangingsregeling,

het Burgerlijk Wetboek en de Budgethoudersregeling 2010;

Besluit(en): vast te stellen de navolgende Mandaat- en volmachtregeling:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In het kader van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van Rijnwoude;

  • b.

    de burgemeester: de burgemeester van Rijnwoude;

  • c.

    de portefeuillehouder: de burgemeester of de wethouder van Rijnwoude, die een bevoegdheid in zijn of haar portefeuille heeft;

  • d.

    de secretaris: de directeur/secretaris van de gemeente Rijnwoude;

  • e.

    het afdelingshoofd: het hoofd van één van de afdelingen van de gemeente Rijnwoude;

  • f.

    mandaat: mandaat, zoals bedoeld in artikel 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • g.

    ondermandaat: ondermandaat door een gemandateerde, zoals bedoeld in artikel 10:9 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4 van deze regeling;

  • h.

    gemandateerde: de burgemeester, dan wel de wethouder, dan wel directeur/secretaris, dan wel het afdelingshoofd, dan wel de functionaris, die een bevoegdheid gemandateerd heeft gekregen, alsook zijn/haar officiële plaatsvervanger(s) conform de Vervangingsregeling;

  • i.

    mandaatgever: het bestuursorgaan, dat het mandaat heeft verleend;

  • j.

    gevolmachtigde: de persoon, zoals bedoeld in artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 171 van de Gemeentewet en artikel 60 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 2 Mandaat-/volmachtbepaling

  • 1. De gemandateerde/gevolmachtigde is bevoegd om namens het college dan wel de burgemeester de beslissingen te nemen of de handelingen te verrichten, die zijn vermeld op de bij deze regeling behorende en als zodanig gewaarmerkte bijlage, met inachtneming van de bepalingen van deze regeling en de op de deze bijlage opgenomen beperkingen en/of voorwaarden.

  • 2. Als gemandateerde/gevolmachtigde treedt/treden als eerste(n) op degene(n), die onder nummer 1 of 1A en vet gedrukt op de op de onder lid 1 van dit artikel genoemde bijlage bij de desbetreffende bevoegdheid staat/staan vermeldt en bij diens afwezigheid zijn of haar officiële plaatsvervanger volgens de Vervangingsregeling. Pas als met toepassing van lid 3 van dit artikel de daar genoemde betreffende functionaris een bevoegdheid aan zich heeft getrokken, treedt deze in eerste instantie op als gemandateerde, tenzij bij de betreffende gemandateerde bevoegdheid anders is vermeld.

  • 3. De directeur/secretaris en het afdelingshoofd kunnen om hen moverende redenen aan de aan hen ondergeschikte gemandateerden voorwaarden stellen, aanwijzingen geven bij de uitoefening van de aan deze functionarissen gemandateerde bevoegdheden, dan wel de gemandateerde bevoegdheden aan zich trekken.

  • 4. Een krachtens mandaat genomen besluit of een krachtens volmacht verrichte handeling vermeldt namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen of deze handeling is verricht.

  • 5. De bevoegdheid om op grond van deze regelingen beslissingen te nemen houdt in de bevoegdheid van de gemandateerde tot ondertekening namens de mandaatgever/volmachtgever.

  • 6. Krachtens deze regelingen genomen besluiten/uitgevoerde handelingen, die betrekking hebben op uitgaande stukken, worden als volgt ondertekend: “het college van burgemeester en wethouders” of indien van toepassing De burgemeester, namens deze(n),” gevolgd door de functieaanduiding van de gemandateerde/gevolmachtigde en zijn of haar handtekening (en naam).

  • 7. Van besluiten door een gemandateerde genomen dient minimaal één ondertekend of geparafeerd exemplaar beschikbaar te worden gesteld voor het archief.

  • 8. De gemandateerde is verplicht om een mandaatbesluit te voorzien van een voorblad, volgens het daarvoor vastgestelde model – sjabloon, indien:

    • -

      er sprake is van afwijking van het ter zake vastgestelde beleid of bestendigde bestuurspraktijk;

    • -

      indien er financiële gevolgen aan het besluit verbonden zijn;

  • 9. Het voorafgaande laat onverlet dat de mandaatgever/volmachtgever bevoegd blijft de betreffende bevoegdheid uit te oefenen.

Artikel 3 Begrenzing

Van deze regeling zijn de volgende bevoegdheden uitgezonderd:

  • a.

    de beslissing op bezwaarschriften, tenzij bij de betreffende bevoegdheid anders is vermeld;

  • b.

    het vaststellen, wijzigen of intrekken van beleidsregels;

  • c.

    het vaststellen, wijzigen of intrekken van algemeen verbindende voorschriften, welke aan het college zijn opgedragen;

  • d.

    de aanwijzing van de afdelingshoofden als budgethouder voor besluiten, overeenkomsten of handelingen boven een bedrag van € 100.000, - exclusief BTW per besluit, overeenkomst of handeling.

Artikel 4 Ondermandaat

  • 1. De gemandateerde mag de bevoegdheden, die hij/zij krachtens deze regeling kan uitoefenen, met inachtneming van deze regeling tussentijds opdragen aan een onder zijn/haar verantwoordelijkheid werkzame medewerker. Ook kan een afdelingshoofd de aan hem/haar gemandateerde bevoegdheden mandateren aan een ander afdelingshoofd, dat met dit ondermandaat dient in te stemmen. De ondermandaatgever blijft bevoegd de ondergemandateerde bevoegdheden uit te oefenen. Er vindt geen ondermandaat plaats van een niet leidinggevende medewerker aan een andere niet leidinggevende medewerker.

  • 2.Ondermandaat door een afdelingshoofd in de vorm van een deelbudgethouderschap aan een onder diens verantwoordelijkheid vallende medewerker is begrenst bij een bedrag van € 45.000,- exclusief BTW per besluit, handeling of overeenkomst.

  • 3. Bij het ondermandaatbesluit, dat schriftelijk dient te geschieden, wordt deze regeling en de Algemene wet bestuursrecht in acht genomen. Aan het ondermandaat kunnen nadere voorwaarden worden gesteld.

  • 4. Degene die het ondermandaat heeft gekregen is behalve aan de bepalingen van deze regeling en de Algemene wet bestuursrecht ook aan de nadere voorwaarden gebonden.

  • 5. Een ondermandaatbesluit wordt bekendgemaakt op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

Artikel 5 Randvoorwaarden

  • 1. De gemandateerde/gevolmachtigde ziet erop toe dat bij de uitoefening van de bevoegdheden door of namens hem/haar naast de toepasselijke wettelijke regelingen, de geldende interne regelingen en het ter zake vastgestelde beleid of de ter zake bestendige bestuurspraktijk in acht wordt genomen.

  • 2. De gemandateerde/gevolmachtigde pleegt in ieder geval overleg met de verantwoordelijke portefeuille-houder(s):

    • -

      indien wordt afgeweken van de ter zake bestendige bestuurspraktijk of het ter zake vastgestelde beleid;

    • -

      bij afdelingoverstijgende bevoegdheden;

    • -

      bij financiële gevolgen, waarin de begroting niet voorziet.

      Indien de portefeuillehouder dit wenst, wordt de beslissing geagendeerd voor het college of overgelaten

      aan de burgemeester.

  • 3. De gemandateerde/gevolmachtigde, die een gemandateerde bevoegdheid uitoefent, houdt een registratie bij van de in mandaat genomen beslissingen en doet hiervan aan het einde van ieder kalenderkwartaal op verzoek van het college of de burgemeester door tussenkomst van het afdelingshoofd of de directeur/secretaris verslag aan het College of aan de burgemeester, als deze de mandaatgever/volmachtgever is.

Artikel 6 Slot- en overgangsbepaling

  • 1. In onvoorziene, spoedeisende gevallen, waarin onverwijld handelen geboden is, is de gemandateerde/gevolmachtigde verplicht te handelen in de geest van deze regeling.

  • 2. Alle op de datum van inwerkingtreding van deze mandaat- en volmachtregeling van kracht zijnde (onder-)mandaatbesluiten en machtigingen worden met ingang van deze datum ingetrokken.

    Niet ingetrokken worden: het mandaatbesluit ontheffingen exceptionele transporten aan de Rijksdienst voor het Wegverkeer, de regelingen inzake vertegenwoordiging van het college of de gemeente in of buiten rechte, alsook de specifieke op uitvoering van projecten gerichte mandaatbesluiten of op basis van de “Budgethoudersregeling 2010” gebaseerde mandaatbesluiten.

  • 3. Zowel op de afdeling Concernzaken, alsook op de afzonderlijke afdelingen rust een inspanningsverplichting om deze Mandaat- en volmachtregeling tijdig te actualiseren. Deze Mandaat- en volmachtregeling wordt periodiek geactualiseerd.

  • 4. Deze regeling kan worden aangehaald als “Mandaat- en volmachtregeling Rijnwoude 2010” en treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan en werkt terug tot en met 1 maart 2010. Op dezelfde dag wordt het “de Mandaat- en volmachtregeling Rijnwoude 2008” ingetrokken, maar de laatstgenoemde intrekking heeft geen nadelige gevolgen voor de geldigheid van de op dat moment reeds in mandaat genomen besluiten.

Ondertekening

Rijnwoude, 2 maart 2010.

het College van burgemeester en wethouders,

de loco-secretaris, de burgemeester,

F.Ebben A. Latenstein van Voorst - Woldringh

De burgemeester,

A.Latenstein Van Voorst - Woldringh

Bijlage bij de Mandaat- en volmachtregeling Rijnwoude 2010 ALLE AFDELINGEN

(PUBLIEKSZAKEN (PUB),  OPENBARE WERKEN EN VEILIGHEID (OW&V), RUIMTELIJKE-EN MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELING(RMO), CONCERNZAKEN (CZ), EN PROJECTEN(P)

Awb =Algemene wet bestuursrecht  WOB = Wet openbaarheid van bestuur

Bijlage bij de Mandaat- en volmachtregeling Rijnwoude 2010Bijlage bij de Mandaat- en volmachtregeling Rijnwoude 2010

Afdeling: PUBLIEKZAKEN (PUB)

VW=  Vreemdelingenwet,  VB = Vreemdelingenbesluit,   BW = Burgerlijk Wetboek, IS= Inwonerservice,  VV =Voorschriften Vreemdelingen Minister, V+I = Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,                 WGBA = Wet op de gemeentelijke basisadministratie,    

Awb= Algemene wet bestuursrecht , APV= Algemene Plaatselijke Verordening Rijnwoude, WPO = Wet op het primair onderwijs,  WVO = Wet op het voortgezet  onderwijs, RPBO = Rechtspositiebesluit basisonderwijs,    WEC = Wet op de expertisecentra, BABW = Besluit Administratieve Bepalingen inzake wegverkeer, Wkpb =  Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerend goed, Ww = Woningwet,  BWT = Bouw- en Woningtoezicht, Wro = Wet ruimtelijke ordening, Bro = Besluit ruimtelijke ordening

..........

Afdeling OPENBARE WERKEN EN VEILIGHEID (OWV)

.         .

Afdeling RUIMTELIJKE- EN MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELING (RMO)

.....

Afdeling CONCERNZAKEN (CZ)

....232425262728

Bijlage Attributiebesluit

Het College van burgemeester en wethouders, 

               Gelet op artikel 231, lid 1 en lid 2, onder b, c en d en artikel 246a van de Gemeentewet, de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR),

               de Invorderingswet en de Collectieve Arbeidsvoorwaarden Regeling/Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO);

 

                  B E S L U I T :

 

I. de volgende ambtenaren aan te wijzen voor de in de onderstaande tabel

   genoemde functies/bevoegdheden1:

.

            II.  Alle eerdere aanwijzingsbesluiten in te trekken op de dag dat dit

             aanwijzingsbesluit in werking treedt met uitzondering van de aan-

             wijzing van de ambtenaren, werkzaam bij Alphen aan den Rijn;

        III. Te bepalen dat dit besluit in werking treedt op de dag van het

             inwerkingtreden van de “Mandaat- en volmachtregeling Rijnwoude 2010”.

 

       Hazerswoude-Rijndijk, 2 maart 2010

      

       het college van burgemeester en wethouders,

       de loco-secretaris,                               de burgemeester,

 

 

 

         F.  Ebben                                                                  A. Latenstein van Voorst – Woldringh

Bijlage Vervangingsregeling

Vervangingsregeling Rijnwoude.

Het college van burgemeester en wethouders van Rijnwoude,

Gelet op het Organisatiebesluit, de Budgethoudersregeling 2010, de Mandaat- en Volmachtregeling Rijnwoude 2010 en het Attributiebesluit heffingsambtenaren gemeentelijke belastingen;

Overwegende dat het vanuit het oogpunt van duidelijkheid en rechtszekerheid wenselijk is voor de eerste laag functionarissen binnen de ambtelijke organisatie van Rijnwoude en voor de Mandaat- en volmachtregeling Rijnwoude, de Budgethoudersregeling en het Attributiebesluit heffingsambtenaren gemeentelijke belastingen

plaatsvervangers aan te wijzen;

Artikel 1 Vervanging.

Vervanging van de hieronder genoemde functionarissen vindt plaats door de voor hen aangewezen vervangers en wel volgens de in onderstaande tabel opgenomen numerieke volgorde.

Functionaris:Aangewezen vervanger:
Gemeentesecretaris:Door het college van B&W aangewezen 1e loco-secretaris, 2e loco-secretaris, 3e loco-secretaris, 4e loco-secretaris en5e loco-secretaris
Hoofd Ruimtelijke- en Maat- schappelijke Ontwikkeling (RMO):1e vervanger hoofd CZ, 2e vervanger hoofd Projecten
Hoofd Concernzaken (CZ):1e vervanger hoofd RMO, 2e vervanger hoofd Projecten
Hoofd Publiekszaken (PUB):1e vervanger hoofd OWV, 2e vervanger hoofd CZ
Hoofd Openbare Werken en Veiligheid (OWV):1e vervanger hoofd PUB, 2e vervanger hoofd CZ
Hoofd Projecten (P):1e vervanger hoofd RMO, 2e vervanger hoofd CZ

Artikel 2 Inwerkingtreding.

Deze vervangingsregeling treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan en werkt terug tot en met 1 maart 2010.

Hazerswoude-Rijndijk, 2 maart 2010.

Het college van burgemeester en wethouders,

De loco-secretaris, De burgemeester,

F. Ebben A. Latenstein van Voorst - Woldringh

De burgemeester,

A. Latenstein van Voorst - Woldringh

Toelichting "Mandaat- en volmachtregeling Rijnwoude 2010

Ad artikel 1: Begripsbepalingen:

er is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Organisatiebesluit van Rijnwoude.

Ad artikel 2: Mandaatbepaling:

lid 1: de Bijlage bij deze regeling, die onderdeel hiervan uitmaakt, is voor alle zekerheid en duidelijkheid gestempeld als behorende bij het collegebesluit van de in het stempel vermelde datum.

Lid 2: uitgangspunt is dat degene, die dicht bij de uitvoering zit, als eerste onder 1) of 1a) is aangewezen als gemandateerde. Pas daarna komen diens 1e en 2e plaatsvervanger volgens de Vervangingsregeling Rijnwoude in beeld.

Lid 3: dit artikel waarborgt dat recht wordt gedaan aan de organisatiestructuur, zoals deze is vastgelegd in het Organisatiebesluit, alsook dat de risico’s kunnen worden beperkt. De genoemde ambtenaren kunnen een bevoegdheid onder meer aan zich trekken: in de begin-

periode van aanstelling van de gemandateerde, bij verschil van inzicht tussen de leidinggevende en de aan hem/haar ondergeschikte gemandateerde en bij disfunctioneren van de gemandateerde.

Overleg vooraf met de directeur/secretaris/het betreffende afdelingshoofd blijft altijd mogelijk en kan soms verstandig zijn. Ook kan op verzoek van een gemandateerde medewerker/medewerkster diens afdelingshoofd in bijzondere gevallen een (bepaalde) bevoegdheid weer aan zich trekken.

Lid 4: dit lid is gelijk aan artikel 10:10 van de Awb.

Lid 5:Uit de wet vloeit voort dat een beslissingsmandaat automatisch de bevoegdheid inhoudt om namens het bestuursorgaan te tekenen. De ondertekening door de gemandateerde treedt hierbij in de plaats van de ondertekening namens het College van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester op basis van de Gemeentewet.

Van dit mandaat kan onderscheiden worden het in artikel 10:11 van de Awb geregelde ondertekeningsmandaat. In dat geval dient het besluit door het bestuursorgaan zelf te worden genomen, doch vindt alleen de ondertekening door een ambtenaar plaats. Het artikellid is voor alle duidelijkheid opgenomen.

Lid 6/7: de gebruikte formulering wordt voorgestaan door de VNG, de Bestuursacademie Randstad en “Leeuwendaal adviesbureau”.

Uit de rechtspraak komt naar voren dat ondertekening/parafering van besluiten essentieel is voor de bewijskracht/echtheid hiervan: Hoge Raad (HR) 25-6-1943, N.J. 1943, 518, Gerechtshof Den Haag 9-11-1950, A.B. 1952, 471 en HR 19-9-1988, “Gemeentestem” No. 6880. Bij het ontbreken hiervan zijn de (voorwaarden van) in mandaat genomen besluiten, moeilijk te bewijzen. Daarnaast zijn besluiten die alleen gestempeld worden fraudegevoelig.

Lid 8: een voorblad bij het mandaatbesluit volgens de vastgestelde sjabloon is een waarborg voor een goede archivering en biedt de ruimte om (achtergrond)informatie op te nemen, die niet in hetmandaatbesluit zelf is opgenomen. Bij afwijking van het ter zake gevoerde beleid of bij financiële

gevolgen is hier dus aanleiding toe.

Lid 9: dit lid is gelijk aan artikel 10:7 van de Awb.

Ad artikel 3: Begrenzing: deze begrenzingen vloeien voort uit de wet, dan wel vinden hun oorsprong in de politieke gevoeligheid.

Ad artikel 4: Ondermandaat:

lid 1: de Awb kent in artikel 10:9 de mogelijkheid van ondermandaat. Ondermandaat is echter alleen toegestaan indien wordt voldaan aan de bij dit artikel gestelde voorwaarden en begrenzingen.

Leden 2, 3, 4 en 5: bepalingen dienen ter beperking van financiële-/juridische- en politieke risico’s, alsmede ter waarborging van de inzichtelijkheid.

Ad artikel 5: Randvoorwaarden:

lid 1: zie ad artikel 4, onder 2, 3, 4 en 5.

Leden 2 en 3: bepalingen voorzien in mogelijkheid informatievoorziening aan respectievelijk de verantwoordelijke bestuurder (s) en het college. Lid 2 geeft tevens aan wanneer het oorspronkelijk bevoegde bestuursorgaan een gemandateerde bevoegdheid op grond van artikel 10:7 van de Awb

zelf uitoefent.

Ad artikel 6: Slotbepaling:

lid 1 is een vangnetbepaling voor onvoorziene zaken.

Lid 2: de bepaling schept duidelijkheid en (rechts)zekerheid.

Lid 3: zie ad artikel 4, onder 2, 3, 4 en 5.