Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Rijnwoude

Regeling gebruik FPU-Gemeenten gemeente Rijnwoude 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Rijnwoude
Officiële naam regelingRegeling gebruik FPU-Gemeenten gemeente Rijnwoude 2005
Citeertitel"Regeling gebruik FPU-Gemeenten gemeente Rijnwoude 2005"
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerpgebruik PFPU gemeenten

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200501-01-2014Nieuwe Regeling

07-12-2004

Rijnwoude Koerier, 29-09-2010

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling gebruik FPU-Gemeenten gemeente Rijnwoude 2005

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijnwoude

heeft besloten:

Gelet op de in de commissie voor Georganiseerd Overleg bereikte overeenstemming;

Tot vaststelling van de navolgende:

Regeling gebruik FPU-Gemeenten gemeente Rijnwoude 2005

Artikel 1: Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    Medewerker

    De ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR.

  • 2.

    FPU-Gemeenten

    De regeling zoals opgenomen in hoofdstuk 5a van de CAR.

Artikel 2: voorwaarden

  • 1. Om voor de FPU-Gemeenten in aanmerking te komen, dient de medewerker:

    • a)

      ontslag te worden verleend op grond van artikel 8:11 van de CAR;

    • b)

      tien jaar voordat de medewerker gebruik wil maken van de FPU-Gemeenten, onafgebroken gewerkt te hebben bij (een) werkgever(s), die bij het ABP is/zijn aangesloten;

    • c)

      geen functie te hebben waarvoor functioneel leeftijdsontslag geldt, en

    • d)

      nog geen gebruik te hebben gemaakt van een gemeentelijke seniorenregeling.

  • 2. Met ‘onafgebroken’ in lid 1 sub b wordt bedoeld, dat deze periode maximaal twee maanden onderbroken mag worden. De laatste zes maanden voorafgaand aan de FPU mogen niet onderbroken worden.

Artikel 3: beïnvloedende maatregelen

  • 1. De werkgever kan de medewerker stimuleren, dan wel weerhouden om gebruik te maken van de FPU-Gemeenten, indien het dienstbelang met betrekking tot de datum van (gedeeltelijke) uittreding afwijkt van de wens van de medewerker.

  • 2. Om de medewerker ervan te weerhouden met de FPU-Gemeenten te gaan, kunnen de volgende instrumenten ingezet worden:

    • a)

      het toekennen van extra verlof uren;

    • b)

      de medewerker in de gelegenheid stellen tot het volgen van een opleiding die niet past in het opleidingsplan met volledige toekenning van studieverlof en vergoeding van de opleidingskosten;

    • c)

      de medewerker in staat stellen een opleiding te staken, zonder verdere consequenties;

    • d)

      taakverlichting met behoud van bezoldiging;

    • e)

      financiële vergoeding;

    • f)

      aanpassing van de betrekking;

    • g)

      extra arbeidsvoorwaarden voor een periode van maximaal drie of vier jaar;

    • h)

      een bedrag ineens, dat door de medewerker kan worden aangewend voor verhoging van de FPU-uitkering, dan wel verhoging van het ouderdomspensioen;

    • i)

      een stimulans anderszins.

  • 3. Om de medewerker te stimuleren met FPU-Gemeenten te gaan, kunnen de volgende instrumenten ingezet worden:

    • a)

      financiële vergoeding voor het verlies aan pensioenopbouw;

    • b)

      financiële vergoeding voor het verlies aan inkomsten;

    • c)

      de medewerker in staat stellen een opleiding te staken, zonder verdere consequenties;

    • d)

      een stimulans anderszins.

  • 4. Over de invulling van deze regeling (met het beschikbare budget) dient overeenstemming te bestaan in de Ondernemingsraad.

Artikel 4: onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het college van Burgemeester en Wethouders een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 5: inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling kan worden aangehaald als "Regeling gebruik FPU-Gemeenten gemeente Rijnwoude 2005".

  • 2. Deze regeling treedt met ingang van 1 januari 2005 in werking.

  • 3. De regeling “in het kader van de FPU gemeenten” komt hiermee te vervallen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van

7 december 2004,

de secretaris a.i., de burgemeester, wnd.,

Mr G.A. Biersteker Ir E.L.P. Hessing