Vakantie- en leeftijdsverlofregeling gemeente Rijnwoude 2005

Artikel 1: Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

• 1.

  Medewerker

  De ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR, alsmede uitzendkrachten, detacheringskrachten, stagiaires en personen die anderszins in dienst van de gemeente Rijnwoude werkzaamheden verrichten.

• 2.

  Volledige betrekking

  Een betrekking waarbij de arbeidsduur maximaal 1836 uur per jaar omvat en de formele arbeidsduur 36 uur per week bedraagt (artikel 1:1 lid 1 sub k van de CAR).

Artikel 2: Basis vakantieverlof

• 1. Het aantal vakantie-uren van een medewerker met een volledige betrekking is geregeld in artikel 6:2 lid 1 van de CAR/UWO. Dit aantal bedraagt thans minimaal 158,4 vakantie-uren per kalenderjaar. Voor deeltijd medewerkers geldt een aantal uren naar rato van de deeltijdfactor.

• 2. Bij het opnemen van vakantieverlof wordt het aantal vakantie-uren afgeschreven, dat de medewerker op die betreffende dag(en) gemiddeld zou moeten werken. Voor full-timers bedraagt dit dan 7,2 uur per dag. Het feitelijk aantal opgenomen uren wordt afgeschreven van de verlofkaart door de direct leidinggevende.

• 3. Het aantal uren dat op een dag waarop verlof wordt opgenomen gedeeltelijk wordt gewerkt, wordt in mindering gebracht op het aantal vakantie-uren dat wordt afgeschreven (tenzij er voor gekozen wordt deze uren te compenseren met het urensaldo van het tijdregistratiesysteem).

• 4. Het opnemen van verlof binnen de bloktijd vindt altijd plaats in overleg met de direct leidinggevende.

• 5. Mutaties ten aanzien van het tijdsregistratiesysteem worden op initiatief van de medeweker na akkoord van de direct leidinggevende verwerkt door het bureau Interne Zaken.

Artikel 3: Verhoging basis vakantieverlof (leeftijdsverlof)

• 1. Naast de mogelijkheid het basisverlof te verhogen op grond van artikel 3:2:1 lid 3, 4a:2 lid 2, 6:2 lid 2 en 6:2:1 lid 4 van de CAR/UWO, wordt het basis vakantieverlof verhoogd afhankelijk van de volbrachte diensttijd en/of de bereikte leeftijd van de medewerker in het betreffende kalenderjaar. Hiervoor is de leeftijd die in het betreffende kalenderjaar bereikt wordt bepalend.

• 2. Het basis vakantieverlof (op grond van artikel 2 van deze regeling) voor medewerkers die op of na 1 januari 1997 in dienst zijn getreden bij de gemeente Rijnwoude wordt verhoogd volgens onderstaande tabel:

• Leeftijd bereikt in betreffend kalenderjaar	Of aantal dienstjaren	Uren verhoging o.b.v. een full-time dienstverband
  18	n.v.t.	7,2
  40	n.v.t.	7,2
  45	15	14,4
  50	n.v.t.	21,6
  55	25	28,8
  N.v.t.	35	43,2

• 3. In afwijking van het vorige lid wordt het basis vakantieverlof voor medewerkers die voor 1 januari 1997 in dienst waren bij de gemeente Rijnwoude verhoogd met het aantal uren volgens onderstaande tabel:

• Leeftijd bereikt in betreffend kalenderjaar	Of aantal dienstjaren	Aantal uren verhoging o.b.v. een full-time dienstverband
  30	n.v.t.	7,2
  35	15	14,4
  40	n.v.t.	21,6
  45	25	28,8
  50	n.v.t.	36
  55	35	43,2

• 4. Op verzoek van de medewerker kan maximaal 21,6 uur leeftijdverlof worden uitbetaald in de maand december tenzij financieel en/of organisatorische redenen zich hiertegen verzetten.

Artikel 4: Niet opgenomen vakantie-uren

• 1. Als uitgangspunt wordt gehanteerd dat de medewerker niet meer 36 (deeltijder naar rato) vakantieuren meeneemt naar het volgende jaar. Indien iemand meer dan 36 uur overhoudt, dient de betreffende medewerker een verzoek in te dienen om de uren mee te nemen naar het volgende jaar. Het bevoegd gezag beslist per individuele aanvraag of aan het verzoek tegemoet getreden kan worden.

• 2. Indien de medewerker met een volledige betrekking in een kalenderjaar zijn opgebouwde vakantie-uren geheel of gedeeltelijk niet heeft opgenomen om een reden als genoemd in artikel 6:2:6 lid 1 onder b of c van de UWO en het aantal niet genoten vakantie-uren niet meer dan het aantal in artikel 6:2:6 lid 3 van de UWO bedraagt, worden deze vakantie-uren automatisch overgeboekt naar het volgende kalenderjaar zonder dat de medewerker een verzoek daartoe hoeft te doen. Voor deeltijdmedewerkers geldt een aantal uren naar rato van de deeltijdfactor.

Artikel 5: Uitbreiding lokale feestdagen

• 1. Voor zover de dienst dit toelaat, wordt er naast de landelijke feestdagen nieuwjaarsdag, 2e paasdag, Koninginnedag, hemelvaartsdag, 2e pinksterdag en beide kerstdagen niet gewerkt op goede vrijdag en 5 mei.

• 2. De gemiddeld te werken arbeidsduur bepaalt de hoeveelheid verlofuren waarop iemand op een feestdag recht heeft.

Artikel 6: Buitengewoon verlof

• 1. Buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging wordt verleend voor:

  • ·

    Het jaarlijkse uitje van de personeelsvereniging voor zover men deelneemt (max. 3,6 uur);

  • ·

    Voor het bijwonen van de Sinterklaasviering;

  • ·

    Teambuilding (max. 3,6 uur);

  • ·

    24 en 31 december ‘s middags (3,6 uur ieder);

  • ·

    Jeugd- en jongerenwerk waarbij 20% van het verlof voor eigen rekening blijft.

• 2. Voor het toekennen van buitengewoon verlof conform artikel 6:4 CAR/UWO anders dan het verlof voortvloeiende uit lid 1 van het betreffende artikel, zal steeds op individuele basis de afweging worden gemaakt of aan het verzoek zal worden tegemoet te treden.

Artikel 7: Verplichte vrije dagen

• 1. Door de werkgever worden in overleg met de Ondernemingsraad jaarlijks maximaal vijf verplichte vrije dagen vastgesteld.

• 2. De gemiddeld te werken arbeidsduur bepaalt de hoeveelheid verlofuren die dienen te worden afgeschreven op verplichte vrije dagen.

Artikel 8: Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het college van Burgemeester en Wethouders een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 9: Inwerkingtreding

• 1. Deze regeling kan worden aangehaald als “Vakantie- en leeftijdsverlofregeling gemeente Rijnwoude 2005”.

• 2. Deze regeling treedt met ingang van 1 januari 2005 in werking.