Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Slochteren

Subsidieverordening Welzijn gemeente Slochteren

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Slochteren
Officiële naam regelingSubsidieverordening Welzijn gemeente Slochteren
CiteertitelSubsidieverordening Welzijn gemeente Slochteren
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Met inwerkingtreding: intrekking Subsidieverordening Werlzijn gemeente Slochteren, vastgesteld 19-12-2005

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Algemene wet bestuursrecht, art. 4:32, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Nadere regels Subsidieverordening Welzijn: accomodatiefonds

Nadere regels Subsidieverordening Welzijn: stimuleringsbudget Wmo

Nadere regels Subsidieverordening Welzijn: waarderingssubsidies en kindervakantiespeelweken

Nadere regels Subsidieverordening Welzijn: Leefbaarheidsfonds

Beleidsregels Jaarwisselingsactiviteiten

Subsidieplafond 2012 Subsidieverordening Welzijn

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200928-12-2012Nieuwe regeling

18-12-2008

't Bokkeblad, 23-12-2008

2008004757

Tekst van de regeling

Intitulé

SUBSIDIEVERORDENING WELZIJN GEMEENTE SLOCHTEREN

De raad van de gemeente Slochteren;

gelezen het voorstel van het college d.d. 18 november 2008

gelet op artikel 149 Gemeentewet en artikel 4:23 lid 1 Algemene wet bestuursrecht;

besluit:

vast te stellen de

"SUBSIDIEVERORDENING WELZIJN GEMEENTE SLOCHTEREN”

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    activiteitenplan: een overzicht van activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, de daarmee nagestreefde doelstellingen en de daarvoor benodigde personele en materiële middelen;

  • b.

    incidentele subsidie: een subsidie voor eenmalige of kortdurende activiteiten op het terrein van welzijn;

  • c.

    structurele subsidie: een subsidie voor dezelfde of in hoofdzaak dezelfde jaarlijks of regelmatig terugkerende activiteiten op het terrein van welzijn;

  • d.

    waarderingssubsidie: een subsidie waarmee van belang zijnde activiteiten op het terrein van welzijn worden beloond, gestimuleerd of aangemoedigd, zonder deze naar aard of inhoud te beïnvloeden, en waarvan de hoogte niet gerelateerd is aan de kosten van deze activiteiten;

  • e.

    wet: de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 1.2 Reikwijdte verordening
  • 1. Deze verordening is van toepassing op aanvragen om subsidie voor activiteiten op het terrein van welzijn in de gemeente Slochteren.

  • 2. Onder activiteiten bedoeld in het eerste lid worden in ieder geval verstaan: activiteiten en projecten op het terrein van welzijn, zorg en maatschappelijke ondersteuning, daaronder begrepen leefbaarheid, jeugd, ouderen, sport, kunst en cultuur.

  • 3. Deze verordening is niet van toepassing, indien voor de verstrekking van subsidies een bijzondere gemeentelijke regeling van toepassing is.

Artikel 1.3 Bevoegdheden van het college
  • 1. Het college is bevoegd te beslissen op aanvragen om subsidie op grond van deze verordening.

  • 2. Het college kan voor de indiening van de aanvraag tot verlening en vaststelling van de subsidie een formulier vaststellen.

  • 3. Het college is bevoegd ter uitvoering van deze verordening nadere regels te stellen.

  • 4. Het college kan nadere regels geven voor de inrichting van het activiteitenplan, debegroting, het activiteitenverslag en het financieel verslag.

Artikel 1.4 Subsidieplafonds
  • 1. De raad stelt jaarlijks in de begroting de bedragen vast die ten hoogste beschikbaar zijn voor de verlening van subsidies voor de beleidsterreinen waarop deze verordening van toepassing is.

  • 2. De bedragen bedoeld in het eerste lid gelden als subsidieplafonds als bedoeld in artikel 4:22 van de wet.

  • 3. Het college stelt de wijze van verdeling van de beschikbare bedragen vast.

  • 4. Indien de beschikbare bedragen worden verdeeld op grond van het criterium ‘Wie het eerst komt, die het eerst maalt‘, dan geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is.

  • 5. Het college maakt de subsidieplafonds en de wijze van verdeling voor aanvang van het tijdvak waarvoor ze zijn vastgesteld bekend.

Artikel 1.5 De subsidie-ontvanger
  • 1. Een subsidie wordt verstrekt aan een natuurlijk persoon, of aan een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid.

  • 2. In bijzondere gevallen kan het college in afwijking van het eerste lid subsidie verstrekken aan instellingen zonder volledige rechtsbevoegdheid.

Hoofdstuk 2 DE AANVRAAG TOT SUBSIDIEVERLENING

Artikel 2.1 De aanvraag om een incidentele subsidie
  • 1. Een aanvraag om een incidentele subsidie wordt ingediend uiterlijk acht weken vóór aanvang van de activiteiten.

  • 2. Het college is bevoegd in bijzondere gevallen af te wijken van de in het eerste lid genoemde termijn.

  • 3. Indien de aanvraag niet tijdig is ingediend kan het college besluiten de aanvraag niet te behandelen.

  • 4. De aanvraag om subsidie gaat in ieder geval vergezeld van:

    • a.

      een activiteitenplan;

    • b.

      een bij het activiteitenplan behorende begroting.

  • 5. Als voor dezelfde activiteit tevens subsidie is aangevraagd bij één of meer andere instellingen of bestuursorganen, doet de aanvrager daarvan mededeling in de aanvraag.

Artikel 2.2 De aanvraag om een structurele subsidie
  • 1. Een aanvraag om een structurele subsidie voor een bedrag van ten hoogste € 3.000 wordt ingediend vóór 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2. Een aanvraag om een structurele subsidie voor een bedrag van meer dan € 3.000 wordt ingediend vóór 1 juni van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 3. Het college is bevoegd in bijzondere gevallen af te wijken van de in het eerste en tweede lid genoemde termijnen.

  • 4. Indien de aanvraag niet tijdig is ingediend kan het college besluiten de aanvraag niet te behandelen.

  • 5. De aanvraag om subsidie gaat in ieder geval vergezeld van een activiteitenplan, een daarbij behorende begroting, alsmede een overzicht van de vermogensvorming, of een balans.

  • 6. Bij een eerste subsidieaanvraag overlegt de aanvrager die een rechtspersoon is bovendien:

    • a.

      een omschrijving van de organisatie van de rechtspersoon;

    • b.

      een opgave van de samenstelling van het bestuur;

    • c.

      een exemplaar van de oprichtingsakte van de rechtspersoon, waarin de statuten zijn opgenomen;

    • d.

      een exemplaar van het huishoudelijk reglement.

  • 7. Als voor dezelfde activiteit tevens subsidie is aangevraagd bij één of meer andere instellingen of bestuursorganen, doet de aanvrager daarvan mededeling in de aanvraag.

Artikel 2.3 De aanvraag om een waarderingssubsidie
  • 1. Een aanvraag om een waarderingssubsidie wordt ingediend uiterlijk acht weken vóór aanvang van de activiteiten.

  • 2. Het college is bevoegd in bijzondere gevallen af te wijken van de in het eerste lid genoemde termijn.

  • 3. Indien de aanvraag niet tijdig is ingediend kan het college besluiten de aanvraag niet te behandelen.

  • 4. De aanvraag om subsidie gaat in ieder geval vergezeld van:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten;

    • b.

      een bij het activiteitenplan behorende begroting.

  • 5. De subsidie bedraagt ten hoogste € 1.000,-

Hoofdstuk 3 DE BESLISSING OP DE AANVRAAG

Artikel 3.1 De beschikking tot subsidieverlening

Met uitzondering van waarderingssubsidies en subsidies tot en met een bedrag van ten hoogste € 3.000 wordt voorafgaande aan het vaststellen van de subsidie een beschikking tot het verlenen van de subsidie gegeven.

Artikel 3.2 Beslistermijn subsidieverlening
  • 1. Het college beslist op een aanvraag om een incidentele subsidie binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 2. Het college beslist op een aanvraag om een structurele subsidie vóór 1 januari van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Indien de subsidie ingevolge artikel 2.2. eerste lid wordt aangevraagd vóór 1 november kan het college zijn beslissing eenmaal voor ten hoogste acht weken verdagen.

  • 3. Het college beslist op een aanvraag om een waarderingssubsidie binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

Artikel 3.3 Tijdvak structurele subsidie

De periode waarvoor een structurele subsidie wordt verleend bedraagt ten hoogste vier jaren.

Artikel 3.4 Weigeringsgronden

Naast de in artikel 4:35 van de wet genoemde gronden kan de subsidieverlening voorts worden geweigerd indien:

  • a.

    de aanvrager ook zonder subsidie over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

  • b.

    de subsidieverlening niet past binnen het beleid van de gemeente Slochteren;

  • c.

    de activiteiten van de aanvrager niet zijn gericht op de gemeente Slochteren, naar het oordeel van het college niet ten goede komen aan de ingezetenen van de gemeente Slochteren, of anderszins geen gemeentelijk belang dienen;

  • d.

    het activiteiten betreft waarbij de doelgroep naar oordeel van het college onvoldoende is betrokken, of die het particulier initiatief onvoldoende stimuleren;

  • e.

    het activiteiten betreft, die uitsluitend of in hoofdzaak een levensbeschouwelijk of politiek karakter hebben.

Hoofdstuk 4 VERPLICHTINGEN VAN DE SUBSIDIEONTVANGER

Artikel 4.1 Aanvullende verplichtingen
  • 1. Het college kan de subsidie-ontvanger bij de verlening van de subsidie ook andere verplichtingen dan genoemd in artikel 4:37 van de wet opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

  • 2. Het college kan in de beschikking tot subsidieverlening de verplichting opnemen dat de subsidie-ontvanger periodiek rapporteert over de voortgang van de activiteiten.

Artikel 4.2 Administratieplicht bij subsidies van € 3.000 of meer
  • 1. Indien de verstrekte subsidie € 3.000 of meer bedraagt voert de subsidie-ontvanger een zodanig ingerichte administratie, dat daaruit te allen tijde de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en verplichtingen, alsmede de betalingen en ontvangsten kunnen worden nagegaan.

  • 2. De subsidie-ontvanger verleent aan de door of namens het college aangewezen ambtenaren of deskundigen inzage in de administratie, als dit naar de mening van het college nodig is voor het vormen van een oordeel over het besteden van de verstrekte subsidie.

Artikel 4.3 Meldingsplicht bij subsidies van € 3.000 of meer
  • 1. Indien de verstrekte subsidie € 3.000 of meer bedraagt informeert de subsidie-ontvanger het college onverwijld over:

    • a.

      dreigende of reeds ontstane aanmerkelijke verschillen tussen de werkelijke uitgaven en inkomsten en de begrote uitgaven en inkomsten;

    • b.

      dreigende of reeds ontstane aanmerkelijke wijzigingen in de uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend;

    • c.

      ontwikkelingen die van belang zijn voor het door de gemeente gevoerde beleid;

    • d.

      wijzigingen van de rechtsvorm, de statuten en de samenstelling van het bestuur;

    • e.

      ontbinding van de rechtspersoon.

  • 2. Het college kan in de beschikking tot subsidieverlening bepalen dat de subsidieontvanger de toestemming van het college nodig heeft voor één of meer van de in het eerste lid genoemde handelingen. Het college beslist binnen vier weken omtrent de toestemming. Deze beslissing kan eenmaal voor ten hoogste vier weken worden verdaagd.

  • 3. Het college kan in de beschikking tot subsidieverlening, al dan niet op verzoek van de subsidie-ontvanger, ontheffing verlenen van de meldingsplicht met betrekking tot één of meerdere van de in het eerste lid genoemde feiten en handelingen.

Artikel 4.4 Vergoeding bij vermogensvorming
  • 1. In de gevallen genoemd in artikel 4:41, tweede lid van de wet is de subsidie-ontvanger, voor zover het verstrekken van de subsidie heeft geleid tot vermogensvorming, daarvoor een vergoeding verschuldigd aan het college indien het college zich hierop beroept.

  • 2. De hoogte van de vergoeding is evenredig aan de mate waarin de verleende subsidie aan de vermogenstoename heeft bijgedragen.

  • 3. Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de zaken en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat in geval van ontvangst van schadevergoeding voor verlies of beschadiging van zaken wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding door de subsidie-ontvanger wordt ontvangen.

  • 4. Indien het onroerende zaken betreft, geschiedt de waardebepaling door een onafhankelijke deskundige.

  • 5. Dit artikel is niet van toepassing in die gevallen waarin de activiteiten door een derde worden voortgezet en activa en passiva met toestemming van het college tegen boekwaarde aan die derde worden overgedragen.

Artikel 4.5 Verantwoording van waarderingssubsidies en subsidies van ten hoogste € 3.000

Het college kan de ontvanger van een waarderingssubsidie en van een subsidie tot en met een bedrag van ten hoogste € 3.000 verplichten binnen acht weken na afloop van de activiteiten of het tijdvak waarvoor de subsidie is verstrekt aan te tonen dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend hebben plaatsgevonden.

Hoofdstuk 5 DE AANVRAAG TOT SUBSIDIEVASTSTELLING

Artikel 5.1 De aanvraag tot vaststelling van een incidentele subsidie van €3.000,- of meer
  • 1. Tenzij in de beschikking tot subsidieverlening een andere termijn is vermeld, dient de ontvanger van een incidentele subsidie binnen acht weken na afloop van de activiteiten of het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2. De aanvraag gaat vergezeld van een activiteitenverslag en een financieel verslag.

  • 3. Het activiteitenverslag beschrijft de aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie werd verleend, vergelijkt de nagestreefde en gerealiseerde doelstellingen en geeft een toelichting op de verschillen.

  • 4. Het financieel verslag beschrijft de uitgaven die met de subsidie zijn gedaan, vergelijkt deze met de bij de subsidieaanvraag ingediende begroting en geeft een toelichting op de verschillen.

  • 5. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid kan het college bepalen dat in plaats van een

  • 6. financieel verslag de betreffende jaarrekening wordt overgelegd.

Artikel 5.2 De aanvraag tot vaststelling van een structurele subsidie van €3.000,- of meer
  • 1. Tenzij in de beschikking tot subsidieverlening een andere termijn is vermeld, dient de ontvanger van een structurele subsidie binnen dertien weken na afloop van de activiteiten of het jaar waarvoor de subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2. Indien een structurele subsidie voor meer dan een jaar is verleend, dient de subsidieontvanger vóór 1 juni van het jaar na afloop van het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in, tenzij in de beschikking tot subsidieverlening een andere termijn is vermeld.

  • 3. De leden 2 tot en met 5 van artikel 5.1 zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 4. Het college kan aan de beschikking tot subsidieverlening de verplichting verbinden dat bij de aanvraag tot subsidievaststelling tevens een accountantsverklaring wordt overgelegd. De beschikking tot subsidieverlening vermeldt welke eisen aan de accountantsverklaring worden gesteld.

  • 5. De accountant van de subsidie-ontvanger doet onderzoek naar de getrouwheid en rechtmatigheid van het financieel verslag of de jaarrekening en legt de uitslag van zijn onderzoek vast in de schriftelijke verklaring als bedoeld in het vierde lid.

  • 6. Bij de verlening van de subsidie kan worden bepaald, dat de opdracht aan de accountant van de subsidie-ontvanger tevens strekt tot een onderzoek naar de naleving van verplichtingen die aan de subsidie verbonden zijn en de doelmatigheid van de bestedingen. In dat geval worden bij de verlening van de subsidie aanwijzingen gegeven over de reikwijdte en intensiteit van de controle. De accountant van de subsidie-ontvanger legt de uitslag van dit onderzoek vast in een schriftelijke verklaring.

Artikel 5.3 Beslistermijn subsidievaststelling
  • 1. Het college beslist op een aanvraag tot vaststelling van een incidentele subsidie binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen. Het college kan zijn beslissing eenmaal voor ten hoogste vier weken verdagen.

  • 2. Het college beslist op een aanvraag tot vaststelling van een structurele subsidie binnen zes maanden na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

Hoofdstuk 6 BETALING VAN DE SUBSIDIE EN VOORSCHOTTEN

Artikel 6.1 Betaling van de subsidie

Het subsidiebedrag wordt binnen zes weken na de subsidievaststelling betaald onder verrekening van reeds betaalde voorschotten.

Artikel 6.2 Voorschotten

Het college kan de subsidie-ontvanger voorschotten verlenen.

Hoofdstuk 7 SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 7.1 Hardheidsclausule

Het college kan van deze verordening afwijken, voor zover strikte toepassing ervan, gelet op het met deze verordening nagestreefde belang, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 7.2 Vervallen verordening

Bij inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Subsidieverordening Welzijn gemeente Slochteren, vastgesteld door de raad op 19 december 2005.

Artikel 7.3 Overgangsbepalingen
  • 1. Op subsidies die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend blijft de Subsidieverordening Welzijn gemeente Slochteren, vastgesteld door de raad op 19 december 2005, van toepassing.

  • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op subsidies die zijn aangevraagd vóór de inwerkingtreding van deze verordening, tenzij toepassing van deze verordening gunstiger is voor de aanvrager. In dat geval is deze verordening van toepassing.

Artikel 7.4 Inwerkingtreding verordening

Deze verordening treedt na bekendmaking in werking op 1 januari 2009.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van 18 december 2008.

De raad voornoemd,

, voorzitter.

, griffier.