Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Spijkenisse

Verordening regelende het recht op Burgerinitiatief

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Spijkenisse
Officiële naam regelingVerordening regelende het recht op Burgerinitiatief
CiteertitelVerordening regelende het recht op Burgerinitiatief
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

1. Deze verordening vervangt de verordening regelende het recht op burgerinitiatief, vastgesteld bij raadsbesluit van 10-09-2003, onder handhaving van de daarbij behorende bijlage als bedoeld in artikel 5, derde lid. Deze bijlage is het modelformulier voor een burgerinitiatiefvoorstel

2. Deze verordening wordt ingetrokken door artikel 6 van de Verordening Burgerinitiatief Nissewaard

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-05-200701-01-2015nieuwe regeling

14-03-2007

Gemeentelijke voorlichtingskrant, 21-05-2007

BSGRF/2007/15

Tekst van de regeling

De raad der gemeente Spijkenisse;

gelezen het voorstel van de griffie d.d. 7 maart 2007;

gezien het advies van de commissie Algemene Zaken d.d. 6 februari 2007;

besluit:

I de navolgende verordening regelende het recht op Burgerinitiatief vast te stellen.

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatiefvoorstel: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen.

Artikel 2

De raad plaatst een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van zijn vergadering, indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

Ongeldig is het verzoek dat:

  • a.

    niet door ten minste 25 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

  • b.

    een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat; of

  • c.

    niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

Artikel 3

  • 1. Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, alsmede ingezetenen van de gemeente van zestien jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.

  • 2. Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

Artikel 4

  • 1. Een burgerinitiatiefvoorstel houdt niet in:

    • a.

      een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

    • b.

      een vraag over het gemeentelijk beleid;

    • c.

      een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht over een gedraging van het gemeentebestuur;

    • d.

      een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur;

    • e.

      een onderwerp waarover korter dan één jaar voor indiening van het burgerinitiatiefvoorstel door de raad een besluit is genomen tenzij sprake is van aantoonbare nieuwe feiten die, waren die bekend geweest ten tijde van het besluit, hadden kunnen leiden tot een ander besluit;

    • f.

      een onderwerp dat een wijziging van beleid betreft dat al in een onomkeerbaar stadium van ontwikkeling is of al in uitvoering is.

  • 2. Een burgerinitiatief over een onderwerp of voorstel dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad maar wel valt onder de bevoegdheid van het gemeentebestuur, zal door de raad, eventueel vergezeld van zijn advies, worden doorgezonden naar het college of naar de burgemeester in de hoedanigheid van portefeuillehouder.

  • 3. Het college of de burgemeester zal een onderwerp of voorstel als bedoeld in het tweede lid behandelen als ware het een burgerinitiatiefvoorstel.

Artikel 5

  • 1. Het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de burgemeester.

  • 2. Het verzoek bevat ten minste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatiefvoorstel;

    • b.

      een toelichting op het burgerinitiatiefvoorstel;

    • c.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de verzoeker en zijn plaatsvervanger; en

    • d.

      een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

  • 3. Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het in de bijlage van deze verordening opgenomen model.

Artikel 6

  • 1. De raad beslist in de eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek of het burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt geplaatst, met dien verstande dat ten minste twee weken zijn gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering, waarin de raad over het verzoek beslist.

  • 2. Indien de raad het verzoek toewijst, dan agendeert hij het burgerinitiatiefvoorstel voor de tweede volgende vergadering van de raad.

  • 3. De burgemeester nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel mondeling nader toe te lichten.

  • 4. Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.

  • 5. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan de verzoeker.

Artikel 7

De burgemeester brengt in het burgerjaarverslag over elk jaar een verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar bekendmaking. Met ingang van dezelfde dag vervalt de verordening regelende het recht op burgerinitiatief, vastgesteld bij raadsbesluit van 10 september 2003 onder handhaving van de daarbij behorende bijlage als bedoeld in artikel 5, derde lid.

II in te stemmen met:

  • 1.

    de publicatie van de verordening in de voorlichtingskrant met een uitgebreide toelichting en aangeven van informatiepunt bij vragen (griffie);

    daarbij tevens

  • 2.

    de opneming van dit instrument in een afzonderlijke folder;

  • 3.

    de opneming van dit instrument op de website van Spijkenisse (vermelding in de voorlichtingskrant);

  • 4.

    het besteden van frequente aandacht in de voorlichtingskrant aan het instrument burgerinitiatief en het stimuleren van met name jongeren om van dit instrument gebruik te maken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Spijkenisse d.d. 14 maart 2007

de griffier,
mr. H.C. Landheer
de voorzitter,
J. Broekhuis