Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Franekeradeel

Verordening op de heffing en de invordering van de rioolheffing 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Franekeradeel
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van de rioolheffing 2010
CiteertitelVerordening rioolheffing 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

-

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 228a

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-01-201601-01-2017Art. 7, lid 1

17-12-2015

Franeker Courant 30-12-2015

Raadsstuk nr. 15.203167
01-01-201504-01-2016Art. 7

18-12-2014

Franeker Courant 24-12-2014

Raadsstuk nr. 14.203172
29-12-201303-02-2015Art. 7

04-12-2013

Franeker Courant 24-12-2013

Raadsstuk nr. 13.202593
20-12-201019-12-2011Art. 7

02-12-2010

Franeker Courant 15-12-2010

Raadsstuk nr. 10.21858
21-12-200917-02-2011Nieuwe regeling

03-12-2009

Franeker Courant 16-12-2009

Raadsstuk nr. 09.20804

Tekst van de regeling

Verordening op de heffing en invordering van de rioolheffing 2010

De raad van de gemeente Franekeradeel;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Franekeradeel van 17 november 2009;

gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de navolgende

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • Deze verordening verstaat onder:

  • a.perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;

  • b.gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

  • c.verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van het waterbedrijf betrekking heeft;

  • d.water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater.

Artikel 2 Aard van de belasting

  • Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • a. de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijk afvalwater en

  • b. de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolge van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven:

    van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd, verder te noemen: gebruikersdeel.

    Met betrekking tot het gebruikersdeel, wordt als gebruiker aangemerkt:

  • a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;

  • b. ingeval een gedeelte van een perceel – niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4 – voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan.

Artikel 4 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, wordt geheven naar een vast bedragen voor zover van toepassing onderscheiden naar één- en meerpersoonshuishoudens vermeerderd met een tarief per m3 indien het waterverbruik >250 m3 is.

Het aantal kubieke meters afvalwater wordt gesteld op het aantal kubieke meters water dat in de laatste aan het einde van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het eigendom is toegevoerd of is opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een

gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.

Ingeval gebruik wordt gemaakt van een pompinstallatie moet die pompinstallatie zijn voorzien van een:

  • -

    watermeter, waarvan de hoeveelheid opgepompt water kan worden afgelezen, of

  • -

    bedrijfsurenteller, waarvan het aantal uren dat een pompinstallatie met vaste capaciteit in bedrijf is geweest kan worden afgelezen.

De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling.

De berekende hoeveelheid toegevoerd of gepompt water wordt verminderd met de hoeveelheid water die niet als afvalwater is afgevoerd.

Artikel 6 Vrijstelling

Eigendommen met een bouwinhoud < 60m3 zijn van deze heffing vrijgesteld.

Artikel 7 Belastingtarieven *wijz.17-12-2015

Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, bedraagt per eigendom zijnde een niet woning € 248,00 (2015 € 245,60)

voor een woning, in gebruik bij een éénpersoonshuishouden bedraagt het recht € 223,20 (2015 € 221,05)

voor een woning, in gebruik bij een meerpersoonshuishouden bedraagt het recht € 248,00 (2015 € 245,60)

Indien het aantal kubieke meters afvalwater dat vanuit het eigendom wordt afgevoerd

>250m3 is wordt het recht verhoogd met:

€ 100,00 per eenheidvan 250 tot < 1000 m3;
€ 400,00 per eenheid1000 tot < 5000 m3;
€ 900,00 per eenheid5000 tot < 10000 m3;
€ 1.500,00 per eenheid10000tot < 50000 m3;
€ 2.500,00 per eenheid50000 tot _

Voor eigendommen met een inhoud van 60 m3 - < 250 m3 en voor zover de bij die eigendommen behorende aansluitpunten uitsluitend dienen voor de afvoer van hemelwater € 124,00 (2015 € 122,80)

Artikel 8 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of voor het gebruikersdeel, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel voor het gebruikersdeel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde gebruikersdeel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in vier gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende telkens een maand later. In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zeven gelijke termijnen.

    De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De ‘Verordening Rioolrechten 2008’, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 4 december 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de vijfde dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016. *Rbs. 17-12-2015

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening rioolheffing 2010'

  • Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 3 december 2009,

  • Voorzitter,

  • Griffier,