Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Roer en Overmaas

Gedragscode integriteit voorzitter en overige leden van het dagelijks bestuur Waterschap Roer en Overmaas 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieWaterschap Roer en Overmaas
Officiële naam regelingGedragscode integriteit voorzitter en overige leden van het dagelijks bestuur Waterschap Roer en Overmaas 2015
CiteertitelGedragscode integriteit voorzitter en overige leden van het dagelijks bestuur Waterschap Roer en Overmaas 2015
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Waterschapwet, art. 33 en 45

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-11-201501-01-2018nieuwe regeling

24-11-2015

Waterschapsblad 2016, 5478

1505845

Tekst van de regeling

Intitulé

Gedragscode integriteit voorzitter en overige leden van het dagelijks bestuur Waterschap Roer en Overmaas 2015

Het algemeen bestuur van het Waterschap Roer en Overmaas;

Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 10 november 2015, waterschapsblad 2015, nummer 53;

Gelet op de artikelen 33, derde lid, en 45 van de Waterschapswet;

BESLUIT

vast te stellen de Gedragscode integriteit voorzitter en overig leden van het dagelijks bestuur Waterschap Roer en Overmaas 2015, luidend als volgt:

Inleiding

Goed bestuur is integer bestuur. Daarmee is integriteit niet alleen een verantwoordelijkheid van de individuele politieke ambtsdragers, maar een gezamenlijk belang dat de hele organisatie en het hele bestuur in al zijn geledingen aangaat.

De gedragscode richt zich daarom zowel tot de individuele politieke ambtsdragers als tot de bestuursorganen. Ons democratische systeem en de democratische processen kunnen niet zonder integer functionerende organen en functionarissen.

Integriteit van politieke ambtsdragers verwijst naar de zorgvuldigheid die politieke ambtsdragers moeten betrachten bij het invullen van hun rol in de democratische rechtsstaat. Dat betekent de verantwoordelijkheid nemen die met de functie samenhangt en bereid zijn verantwoording af te leggen, aan collega-bestuurders en/of (leden van) de volksvertegenwoordiging en bovenal aan de burger. In de democratische rechtsstaat dient een ieder zich te houden aan de wetten en regels die op democratische wijze zijn vastgesteld. Dat geldt zeker voor de politieke ambtsdragers die (mede)verantwoordelijk zijn voor de totstandkoming van die wetten en regels. Zonder dat zal het vertrouwen in de

democratische rechtsstaat worden ondermijnd en het draagvlak voor de naleving van de wetten en regels verdwijnen. Vertrekpunt voor de politieke ambtsdrager is dan ook de eed of gelofte die de politieke ambtsdrager bij de ambtsaanvaarding aflegt.

Integriteit is niet alleen een kwestie van regels, maar ziet ook op de onderlinge omgangsvormen. Een respectvolle omgang met burgers en organisaties, tussen politieke ambtsdragers onderling en tussen politieke ambtsdragers en medewerkers, met behoud van eigen politieke inhoud en stijl, is van groot belang.

De volksvertegenwoordiging stelt zowel voor de eigen leden als voor de dagelijkse bestuurders (voorzitter en overige leden van het dagelijks bestuur) een gedragscode vast. Dat is zo vastgelegd in de Waterschapswet. De gedragscode is richtsnoer voor het handelen van individuele politieke ambtsdragers en heeft tot doel hen te ondersteunen bij de invulling van hun verantwoordelijkheid voor de integriteit van het openbaar bestuur.

Voor de twee groepen van politieke ambtsdragers (volksvertegenwoordigers en dagelijkse bestuurders) is er een afzonderlijke gedragscode. Onderhavige gedragscode heeft betrekking op de dagelijkse bestuurders: de voorzitter en de leden van het dagelijksBestuur. Veel bepalingen zijn voor dagelijkse bestuurders en volksvertegenwoordigers gelijk.

Er zijn ook verschillen. Die hebben te maken met de staatsrechtelijke posities en met de voor hen geldende wettelijke (integriteits)regels. Het algemeen bestuur van het waterschap is eenpolitiek orgaan. In de volksvertegenwoordigingen worden specifieke of (partij-)politieke belangen ingebracht voor het algemeen belang van het waterschap. Deze politieke ambtsdragers krijgen het mandaat van hun kiezers en de gedragscode dient de vervulling van het kiezersmandaat te ondersteunen. Het handelen van het dagelijks bestuur en van de bestuurders staat ten dienste van het waterschap. De ambtsdragers aan wie en de organen waaraan het dagelijks bestuur is opgedragen, zijn over hun bestuurlijke handelen en over hun functioneren verantwoording schuldig aan de volksvertegenwoordigende organen.

Aan het dagelijks bestuur en de bestuurders worden ook in de gedragscode bijzondere eisen gesteld om optimale openheid en controleerbaarheid mogelijk te maken. Het rechtskarakter van de gedragscode is dat van een interne regeling, als nadere invulling en concretisering van de wettelijke regels. De gedragscode bevat in aanvulling op wettelijke regels gedragsnormen en regels over procedures die de transparantie van het handelen van politieke ambtsdragers evenals van de besluitvorming over en de naleving van de normen vergroten. Zij vormt een beoordelingskader en leidraad bij twijfel, vragen en discussies. Het niet naleven van de gedragscode heeft geen rechtsgevolgen. Sprake is van zelfbinding. De regels worden in gezamenlijk debat vastgesteld door de politieke ambtsdragers zelf. In dit licht moeten de regels in de code worden gezien. Dat maakt de gedragscode evenwel niet vrijblijvend. De bestuurders kunnen daarop worden aangesproken en zij dienen zich overde naleving ervan te verantwoorden. Het niet naleven van de gedragscode kan dus wel onderdeel worden van politiek debat en politieke gevolgen hebben.

Integriteit is een thema dat betekenis krijgt in het handelen. Een integriteitsbeleid dat alleen op papier bestaat is slechts een dode letter. Daarom moet het handelen van politieke ambtsdragers regelmatig onderwerp van gesprek zijn, juist ook onderling, en ook daarbij geeft de gedragscode ondersteuning. De code en de voorgestelde registraties zijn instrumenten. Integriteit is uiteindelijk niet in regels te vangen. In de woorden van de schrijver C.S. Lewis gaat het om ‘doing the right thing, even when no one is watching’.

Integer handelen, kan alleen in een cultuur en organisatie waar ook de andere waarden van goed bestuur worden nagestreefd.

De Nederlandse Code voor Goed Openbaar Bestuur benoemt een aantal kernwaarden van goed openbaar bestuur. Integriteit wordt hierin in één adem genoemd met openheid. ‘Openheid en integriteit’: 'het bestuur is open en integer en maakt duidelijk wat het daaronder verstaat.' De wetgeving (en de gedragscode in aanvulling hierop) bevatdiverse voorschriften inzake openheid met het oog op de integriteit.

Die voorschriften hebben betrekking op openbaarmaking van nevenfuncties en/of neveninkomsten, van geschenken, buitenlandse reizen, excursies en evenementen. De registraties in de codes zijn bedoeld om de transparantie te bevorderen die belangenverstrengeling en onverantwoord en/of onjuist gebruik van publieke middelen door politieke ambtsdragers moeten tegengaan. De politieke ambtsdrager is primair zelf verantwoordelijk voor zijn integriteit en hij zal zich daar in alle openheid over moeten verantwoorden.

De Nederlandse Code voor Goed Openbaar Bestuur verbindt openheid en integriteit met de kernwaarden participatie, behoorlijke contacten met burgers, doelgerichtheid en doelmatigheid, legitimiteit, lerend en zelfreinigend vermogen en verantwoording. Al deze kernwaarden klinken in verschillende mate door in deze gedragscode.

Algemene bepalingen

Artikel 1

  • 1.

    Deze gedragscode geldt voor de voorzitter en voor de overige leden van het dagelijks bestuur, maar richt zich ook tot de bestuursorganen.

  • 2.

    In deze gedragscode wordt onder lid van het dagelijks bestuur niet mede de voorzitter verstaan.

  • 3.

    Deze gedragscode is openbaar en via internet beschikbaar.

Voorkomen van belangenverstrengeling

Artikel 2

  • 1.

    De voorzitter levert de secretaris-directeur de informatie aan over de nevenfuncties die openbaar gemaakt moeten worden, bij aanvang van het ambt. Als gaande het lidmaatschap een nieuwe nevenfunctie aanvaard wordt of de omstandigheden met betrekking tot een bestaande nevenfunctie wijzigen, wordt de informatie die hierop betrekking heeft binnen één week aangeleverd bij de secretaris-directeur.

  • 2.

    De informatie betreft in ieder geval:

    • a.

      de omschrijving van de nevenfunctie;

    • b.

      de organisatie voor wie de nevenfunctie wordt verricht;

    • c.

      of het al dan niet een nevenfunctie betreft uit hoofde van het ambt;

    • d.

      of de nevenfunctie bezoldigd of onbezoldigd is; en

    • e.

      indien bezoldigd wat de inkomsten daaruit zijn.

  • 3.

    De secretaris-directeur legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

Artikel 3

  • 1.

    Het lid van het dagelijks bestuur levert de secretaris-directeur de informatie aan over de nevenfuncties die openbaar gemaakt moeten worden bij aanvang van het ambt. Als gaande de uitoefening van het ambt een nieuwe nevenfunctie aanvaard wordt of de omstandigheden met betrekking tot bestaande nevenfuncties wijzigen, wordt de informatie die hierop betrekking heeft binnen één week aangeleverd bij de secretaris-directeur.

  • 2.

    De informatie betreft in ieder geval:

    • a.

      de omschrijving van de nevenfunctie;

    • b.

      de organisatie voor wie de nevenfunctie wordt verricht;

    • c.

      of het al dan niet een nevenfunctie betreft uit hoofde van het ambt;

    • d.

      of de nevenfunctie bezoldigd of onbezoldigd is; en

    • e.

      indien bezoldigd – voor zover deze openbaar gemaakt moeten worden - wat de inkomsten daaruit zijn.

  • 3.

    De secretaris-directeur legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

Artikel 4

  • 1.

    De voorzitter en het lid van het dagelijks bestuur handelen in de uitoefening van hun ambt niet zodanig dat zij vooruitlopen op een functie na aftreden.

  • 2.

    Het lid van het dagelijks bestuur bespreekt het voornemen tot tussentijdse aanvaarding van een functie na aftreden, met de voorzitter.

Artikel 5

  • 1.

    Het dagelijks bestuur sluit de waterschapvoorzitter en een lid van het dagelijks bestuur gedurende een jaar na aftreden uit van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van het waterschap.

  • 2.

    De uitsluiting geldt niet bij aanvaarding van een dienstbetrekking bij het waterschap waar hij voorzitter, onderscheidenlijk lid van het dagelijks bestuur was. Voor werving, selectie en indiensttreding bij het waterschap zijn de voor het ambtelijk personeel geldende regels ter zake van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6

  • 1.

    Het dagelijks bestuur draagt de voorzitter en een lid van het dagelijks bestuur niet eerder dan een jaar na aftreden voor als kandidaat voor benoeming tot commissaris dan wel bestuurslid van een verbonden partij.

  • 2.

    Onder verbonden partij wordt verstaan hetgeen hieronder wordt verstaan in artikel 1.1 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en in artikel 4.1 van het Waterschapsbesluit.

Informatie

Artikel 7

  • 1.

    De voorzitter respectievelijk het lid van het dagelijks bestuur zorgt ervoor dat vertrouwelijke en geheime informatie waarover hij beschikt veilig wordt bewaard.

  • 2.

    De voorzitter respectievelijk het lid van het dagelijks bestuur maakt niet ten eigen bate of ten bate van derden gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen niet openbare informatie.

Omgang met geschenken en uitnodigingen

Artikel 8

  • 1.

    De voorzitter respectievelijk het lid van het dagelijks bestuur accepteert geen geschenken, faciliteiten en diensten als zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid kan de voorzitter respectievelijk het lid van het dagelijks bestuur incidentele geschenken die een geschatte waarde van ten hoogste € 50 vertegenwoordigen behouden.

  • 3.

    Geschenken die de voorzitter respectievelijk het lid van het dagelijks bestuur uit hoofde van zijn ambt ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50 vertegenwoordigen worden, als zij niet worden teruggestuurd, eigendom van het waterschap.

  • 4.

    De secretaris-directeur legt een register aan van de geschenken met een geschatte waarde van meer dan € 50. In het register is aangegeven welke bestemming het waterschap hieraan heeft gegeven. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

  • 5.

    Geschenken worden niet op het huisadres ontvangen.

Artikel 9

  • 1.

    De voorzitter respectievelijk het lid van het dagelijks bestuur accepteert geen lunches, diners, recepties en andere uitnodigingen die door anderen betaald of georganiseerd worden, tenzij dat behoort tot de uitoefening van de functie en de aanwezigheid beschouwd kan worden als functioneel.

  • 2.

    Bij twijfel legt de voorzitter respectievelijk het lid van het dagelijks bestuur de uitnodiging ter bespreking voor aan het dagelijks bestuur.

Artikel 10

  • 1.

    Invitaties voor excursies, evenementen en buitenlandse reizen voor rekening van anderen dan het waterschap legt de voorzitter respectievelijk het lid van het dagelijks bestuur vooraf ter bespreking voor aan het dagelijks bestuur.

  • 2.

    De voorzitter, onderscheidenlijk het lid van het dagelijks bestuur maakt de excursies en evenementen die hij heeft aanvaard open baar binnen één week nadat de excursie, onderscheidenlijk het evenement heeft plaatsgevonden. Daarbij wordt ook openbaar gemaakt wie deze kosten voor zijn rekening heeft genomen.

  • 3.

    De informatie is via internet beschikbaar.

  • 4.

    De informatie over buitenlandse reizen voor rekening van derden wordt binnen één week na terugkeer in Nederland opgenomen in het register, bedoeld in artikel 13, tweede lid.

Gebruik van voorzieningen van het waterschap

Artikel 11

  • 1.

    Het bestuursorgaan richt de financiële en administratieve organisatie zodanig in dat er een getrouw beeld mogelijk is van de juistheid en rechtmatigheid van de uitgaven en hanteren heldere procedures over de wijze waarop functionele uitgaven rechtstreeks in rekening worden gebracht of kunnen worden gedeclareerd bij het waterschap.

  • 2.

    De voorzitter en het lid van het dagelijks bestuur verantwoordt zich over zijn gebruik van de voorzieningen volgens de in het kader van het eerste lid vastgelegde regels en procedures.

Artikel 12

  • 1.

    De voorzitter respectievelijk het lid van het dagelijks bestuur meldt het voornemen tot een buitenlandse dienstreis of een uitnodiging daartoe aan het dagelijks bestuur. Hij verschaft daarbij informatie over het doel en de duur van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap dat meereist, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan.

  • 2.

    De waterschapvoorzitter, onderscheidenlijk het lid van het dagelijks bestuur meldt daarbij tevens als hij voornemens is om de buitenlandse reis voor privédoeleinden te verlengen. De extra kosten van de verlenging komen daarbij volledig voor eigen rekening.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur betrekt alle aspecten in de besluitvorming en informeert het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk over het genomen besluit.

Artikel 13

  • 1.

    De voorzitter respectievelijk een lid van het dagelijks bestuur legt verantwoording af over afgelegde buitenlandse dienstreizen. Hij maakt in ieder geval openbaar wat het doel, de bestemming en de duur van de buitenlandse dienstreis is geweest en wat daarvan de kosten waren voor het waterschap.

  • 2.

    De secretaris-directeur legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

Artikel 14

Voor de toepassing van de artikelen 12 en 13 wordt onder buitenlandse dienstreis niet verstaan een dienstreis naar een Europese instelling of een dienstreis naar een buurwaterschap in het buitenland.

Artikel 15

De voorzitter respectievelijk een lid van het dagelijks bestuur declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

Artikel 16

Gebruik van voorzieningen en eigendommen van het waterschap ten eigen bate of ten bate van derden is niet toegestaan, tenzij hier andere afspraken over gemaakt zijn.

Uitvoering gedragscode

Artikel 17

Het algemeen bestuur bevordert de eenduidige interpretatie van de gedragscode. Ingeval van leemtes en onduidelijkheden in de gedragscode voorzien zij daarin.

Artikel 18

  • 1.

    Op voorstel van de voorzitter maakt het algemeen bestuur in ieder geval afspraken over:

    • a.

      de periodieke bespreking van het onderwerp integriteit in het algemeen en van de gedragscode in het bijzonder;

    • b.

      de aanwijzing van contactpersonen of aanspreekpunten integriteit;

    • c.

      de processtappen die worden gevolgd ingeval van een vermoeden van een integriteitschending van een politieke ambtsdrager van het waterschap.

  • 2.

    De afspraken, bedoeld in het eerste lid, maken deel uit van deze gedragscode.

Vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 24 november 2015.

De secretaris/directeur, De voorzitter,

ing. J.M.G. In den Kleef dr. J.J. Schrijen