Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Roer en Overmaas

Regeling Bijzonder Georganiseerd Overleg Fusie waterschappen Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieWaterschap Roer en Overmaas
Officiële naam regelingRegeling Bijzonder Georganiseerd Overleg Fusie waterschappen Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas
CiteertitelRegeling Bijzonder Georganiseerd Overleg Fusie waterschappen Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Ambtenarenwet, art. 125

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-07-201601-01-2018nieuwe regeling

14-10-2015

Waterschapsblad 2016, 5340

1504311

Tekst van de regeling

Inhoudsopgave

Hoofdstuk I Algemene bepalingen 4

Artikel 1 Definities 4

Hoofdstuk II Toepassingsbereik, samenstelling, taak en werkwijze 4

Artikel 2 Toepassingsbereik 4

Artikel 3 Samenstelling 5

Artikel 4 Vervanging van leden 5

Artikel 5 Secretaris 5

Artikel 6 Taak 6

Artikel 7 Werkwijze en besluitvorming 6

Artikel 8 Vergaderfrequentie 6

Artikel 9 Oproeping 6

Artikel 10 Quorum 7

Artikel 11 Vergaderingen 7

Artikel 12 Verslaglegging 7

Artikel 13 Afronding overleg 7

Hoofdstuk III Slotbepalingen 7

Artikel 14 Slotbepalingen 8

Artikel 15 Titel en inwerkingtreding 9

Bijlage procedure voor advies en arbitrage 9

Artikel 1 Toepasselijkheid 9

Artikel 2 Kennisgeving 9

Artikel 3 Vergadering BGO 9

Artikel 4 Geschil 9

Artikel 5 Verzoek om advies 9

Artikel 6 Verzoek om arbitrage 10

  • De algemene besturen van:

    - Waterschap Peel en Maasvallei te Venlo en

  • - Waterschap Roer en Overmaas te Sittard

Overwegende,

  • -

    dat de in de aanhef genoemde waterschappen per 1 januari 2017 fuseren; 

  • -

    dat de fusie rechtspositionele en personele gevolgen heeft voor de medewerkers van genoemde waterschappen; 

  • -

    dat het voor het regelen van deze gevolgen aanbeveling verdient om een Bijzonder Georganiseerd Overleg (BGO) in te stellen; 

  • -

    dat voor de vaststelling van onder meer het toepassingsbereik, de samenstelling, taakstelling en werkwijze van het BGO regels moeten worden vastgesteld.

Gehoord de commissies voor het Georganiseerd Overleg van de waterschappen Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas;

Besluiten ieder voor zich en gezamenlijk vast te stellen de volgende:

Regeling Bijzonder Georganiseerd Overleg Fusie Waterschap Peel en Maasvallei enWaterschap Roer en Overmaas.

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

1. Waterschappen:

de waterschappen Peel en Maasvallei te Venlo en Roer en Overmaas te Sittard

2. Fusiewaterschap:

Waterschap Limburg (WsL)

3. Bijzonder Georganiseerd Overleg (BGO):

de commissie welke overleg voert over de afwikkeling van de rechtspositionele en personele gevolgen voor de ambtenaren van de fusie van de waterschappen per 1 januari 2017

4. Ambtenaar:

hij/zij die bij een van de waterschappen is aangesteld in vaste dienst of bij wijze van proef is aangesteld in tijdelijke dienst

5. Vakorganisaties:

de plaatselijk werkende groeperingen van de landelijke verenigingen van

overheidspersoneel, te weten:

a) CNV-Overheid

b) FNV-Overheid

6. Partijen:

de vertegenwoordigingen van zowel werkgeverszijde als werknemerszijde

7. Advies- en Arbitragecommissie:

de Advies- en Arbitragecommissie, ingesteld door het College van Arbeidszaken van deVereniging van Nederlandse Gemeenten, de gezamenlijke colleges van GedeputeerdeStaten van de provincies en het bestuur van de Unie van Waterschappen

Hoofdstuk II Toepassingsbereik, samenstelling, taak en werkwijze

Artikel 2 Toepassingsbereik

1.Deze regeling is van toepassing op het overleg tussen partijen over de afwikkeling van de rechtspositionele en personele gevolgen voor de ambtenaren van de fusie van de waterschappen.

2.Over aangelegenheden waarover het in het BGO overleg wordt gevoerd, wordt geenoverleg gevoerd in de lokale commissie(s) voor Georganiseerd overleg.

Artikel 3 Samenstelling

1.Het BGO is samengesteld uit een vertegenwoordiging van werkgeverszijde en eenvertegenwoordiging van werknemerszijde.

2.De vertegenwoordiging van werkgeverszijde wordt gevormd door een delegatie,bestaande:

  • ·

    Een door en uit het dagelijks bestuur van het waterschap Peel en Maasvallei aan te wijzen vertegenwoordiger;

  • ·

    Een door en uit het algemeen bestuur van het waterschap Peel en Maasvallei aan te wijzen vertegenwoordiger;

  • ·

    Een door en uit het dagelijks bestuur van het Waterschap Roer en Overmaas aan te wijzen vertegenwoordiger;

  • ·

    Een door en uit het algemeen bestuur van het Waterschap Roer en Overmaas aan te wijzen vertegenwoordiger.

3.De waterschappen wijzen plaatsvervangers aan voor de onder 2 bedoelde vertegenwoordigers.

4.De werkgeversvertegenwoordiging heeft het mandaat om namens de waterschappenhet overleg te voeren en een akkoord als bedoeld in artikel 7, lid 1 te bereiken.

5.De werknemersvertegenwoordiging bestaat uit 4 leden. Elke vakorganisatie wijst uit de ledengroepen van elk van de beide waterschappen één lid aan. Voor elk lid wijzen zijtevens een plaatsvervangend lid aan. De werknemersvertegenwoordiging omvat naastbovenbedoelde 4 leden van elk van de vakorganisaties een adviseur I bestuurder.

6.Door en uit de werkgeversvertegenwoordiging wordt de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van het BGO aangewezen.

Artikel 4 Vervanging van leden

1.Leden van de werkgeversvertegenwoordiging houden op dit te zijn zodra zij geen lidmeer zijn van het bestuur van het waterschap. Zo spoedig mogelijk vindt vanuit het betreffende bestuur een nieuwe aanwijzing plaats.

2.Leden van de werknemersvertegenwoordiging of hun plaatsvervangers houden op dit te zijn zodra zij geen ambtenaar meer zijn in dienst van een van beide waterschappen, dan wel geen lid of vertegenwoordiger meer zijn van de vakorganisatie die hem of haar heeft aangewezen. In deze gevallen wordt door de betreffende vakorganisatie zo spoedig mogelijk een opvolger aangewezen.

Artikel 5 Secretaris

1.De werkgeversdelegatie wijst een secretaris en een plaatsvervangend secretaris van het BGO aan.

2. De secretaris van het BGO of diens plaatsvervanger kan aan de beraadslagingendeelnemen.

Artikel 6 Taak

1.Het BGO overlegt over alle aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van de ambtenaren voor zover deze verband houdt met de vorming van het fusiewaterschap.

In het bijzonder betreft het overleg de wijze waarop de rechtspositionele en

personele gevolgen van de fusie voorde ambtenaren worden afgewikkeld.

2.Het overleg in het BGO wordt voorbereid in een Technisch BGO (TBGO). Aan dit TBGOwordt aan werknemerszijde deelgenomen door de leden van het BGO, bijgestaan doorde bestuurders dan wel arbeidsvoorwaardenadviseurs van de twee betrokken vakorganisaties.

De BGO-leden kunnen zich in het TBGO ook laten vertegenwoordigen door de

bestuurders dan wel arbeidsvoorwaardenadviseurs van genoemde vakorganisaties.

3.Aan werkgeverszijde bestaat de delegatie voor het TBGO uit de secretarissen-directeur van de waterschappen. Zij kunnen zich door adviseurs laten bijstaan.

4.Het overleg van het TBGO wordt voorgezeten door een van de beide secretarissen/directeur. De secretarissen/directeur wijzen een secretaris van het TBGO aan.

Artikel 7 Werkwijze en besluitvorming

1.Het overleg in het BGO wordt door de werkgeversvertegenwoordiging gevoerd metmandaat van de algemeen besturen van de waterschappen. Het overleg in het BGOwordt afgerond met een akkoord over de onderwerpen als bedoeld in artikel 6.

2.Nadat partijen een akkoord hebben bereikt, leggen de vakorganisaties dit onverwijldvoor aan hun achterban. Tegelijkertijd brengt dewerkgeversvertegenwoordiging het akkoord ter kennis van de algemene besturen van de waterschappen.

3.Indien de vakorganisaties instemmen met het onderhandelingsakkoord, wordt hetakkoord voorgelegd aan de dagelijkse besturen van beide waterschappen, die vervolgens elk over gaan tot formele vaststelling.

4.Indien een akkoord door de achterban van de vakorganisaties wordt afgewezen, wordt het overleg in het BGO hervat.

Artikel 8 Vergaderfrequentie

  • 1. Het BGO vergadert indien de voorzitter dit nodig oordeelt.

  • 2. Voorts belegt de voorzitter een vergadering, indien ten minste vier leden van het BGO hem dat schriftelijk met opgave van redenen verzoeken en wel uiterlijk twee weken na ontvangst van het verzoek.

Artikel 9 Oproeping

1.De voorzitter draagt er zorg voor, dat het BGO tijdig, ten minste een week van tevoren, ter vergadering wordt opgeroepen. In spoedeisende omstandigheden kan hier van worden afgeweken.

2.De oproepbrief vermeldt de te bespreken onderwerpen; de bijbehorende stukkenworden daarbij zoveel mogelijk tegelijkertijd meegezonden.

Artikel 10 Quorum

1.Een vergadering van het BGO kan slechts plaatsvinden, indien zowel ten minste de helft van het aantal leden van de vertegenwoordiging van de werkgeversdelegatie als van de werknemersdelegatie aanwezig is.

2.Indien wegens onvoltalligheid in de zin van het eerste lid een vergadering niet kanplaatsvinden, worden de aan de orde zijnde onderwerpen door de voorzitter geplaatst op de agenda van een binnen veertien dagen te houden nieuwe vergadering.

Artikel 11 Vergaderingen

1.De vergaderingen van het BGO zijn niet openbaar.

2.De werkgeversvertegenwoordiging kan zich laten bijstaan door adviseurs. Dezeadviseurs kunnen aan de besprekingen deelnemen.

3.Beide vertegenwoordigingen zijn bevoegd geagendeerde onderwerpen, binnen degrenzen van een doelmatige en vertrouwelijke behandeling van zaken, aan een voorbespreking in eigen kring te onderwerpen.

4.Met instemming van de leden van het BGO kan de voorzitter over het in de vergadering behandelde en over de inhoud van de aan het BGO overgelegde stukken geheimhouding opleggen. De voorwaarden waaronder de geheimhouding geldt, worden per onderwerp tijdens de betreffende vergadering vastgelegd.

Artikel 12 Verslaglegging

Het in de vergadering behandelde wordt zakelijk weergegeven in een verslag. Het verslagwordt uiterlijk 5 werkdagen na de datum van de vergadering door de secretaris aan de ledenvan het BGO toegezonden.

Artikel 13 Afronding overleg

1.Overeenstemming is nodig over regelingen waaraan individuele ambtenaren rechtenkunnen ontlenen.

2.Indien de in lid 1 bedoelde overeenstemming uitblijft, kunnen de werkgevers- en/ofwerknemersvertegenwoordigingen een beroep doen op de advies- en arbitrageprocedureals opgenomen in de bijlage bij deze Regeling. Het vragen van advies kan door zowelde werkgevers- als de werknemersdelegatie afzonderlijk gebeuren, voor een verzoek

om arbitrage is overeenstemming tussen beide delegaties vereist.

Hoofdstuk III Slotbepalingen

Artikel 14 Slotbepalingen

1.Het BGO is bevoegd om voorstellen tot wijziging van deze regeling aan de in artikel 1onder a. bedoelde besturen voor te leggen.

2.In de gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen partijen in onderling overlegnaar redelijkheid en billijkheid.

Artikel 15 Titel en inwerkingtreding

1.Deze regeling kan worden aangehaald als 'Regeling Bijzonder Georganiseerd OverlegFusie waterschappen Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas '.

2.Deze regeling treedt in werking de dag nadat de beide algemeen besturen de regelinghebben vastgesteld en op de gebruikelijke wijze hebben bekend gemaakt.

3.Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2017.

Aldus vastgesteld door het algemeen bestuur van Waterschap Peel en Maasvallei op14 oktober 2015.

de secretaris/directeur, de voorzitter wnd.

mr. W.J.M. Evers G.H.M. Driessen

Aldus vastgesteld door het algemeen bestuur van Waterschap Roer en Overmaas op14 oktober 2015.

de secretaris/directeur, de voorzitter,

ing. J.M.G. In den Kleef dr. J.J. Schrijen

Bijlage Procedure voor advies en arbitrage

Artikel 1 Toepasselijkheid

De hierna volgende artikelen 2 tot en met 6 zijn slechts van toepassing op geschillenbetreffende aangelegenheden als bedoeld in artikel 6 van de Regeling BGO

Artikel 2 Kennisgeving

Indien een of beide partijen tot het oordeel komt dat dit overleg niet zal leiden tot eenuitkomst die de instemming heeft van alle partijen aan het overleg, breng(t)en (hij) zij ditoordeel binnen drie dagen, nadat (hij)zij daarvan in het overleg blijk (heeft)hebben gegevenschriftelijk ter kennis van de andere partij aan het overleg.

Artikel 3 Vergadering BGO

Binnen tien dagen na de kennisgeving, als bedoeld in artikel 2, schrijft de voorzitter eenvergadering van het BGO uit. De vergadering moet worden gehouden binnen zeven dagennadat deze is uitgeschreven.

Artikel 4 Geschil

1.Indien het BGO besluit het overleg toch voort te zetten dan wel te beëindigen, wordt inde vergadering nagegaan of er overeenstemming bestaat over de vraag wat het onderwerpen de inhoud van het geschil is. Voorts dient te worden besloten, of een oplossingvan dat geschil zal worden gezocht door middel van voortzetting van het overleg nadathet advies is ingewonnen van de Advies- en arbitragecommissie, dan wel door onderwerpingvan het geschil aan een arbitrale uitspraak van die commissie.

2.De delegaties aan werkgevers- en werknemerszijde zijn ieder voor zich bevoegd tot hetinwinnen van advies van de Advies- en arbitragecommissie.

3.Voor onderwerping van het geschil aan arbitrage door de Advies- en arbitragecommissieis overeenstemming vereist tussen de werkgeversdelegatie en de werknemersdelegatienodig.

Artikel 5 Verzoek om advies

1.Binnen zes dagen na de vergadering als bedoeld in artikel 3 wordt een verzoek omadvies ter kennis gebracht van de voorzitter van de Advies- en arbitragecommissie. Hetverzoek wordt ondertekend door een lid van de partij die zich voor inwinnen van adviesheeft uitgesproken en vermeldt in ieder geval het onderwerp en de inhoud van het geschil.

2.Indien in de vergadering als bedoeld in artikel 3 geen overeenstemming is bereikt terzake van het onderwerp en de inhoud van het geschil brengen partijen ieder hun opvattingter zake van het onderwerp en de inhoud van het geschil eveneens binnen zes dagen na eerdergenoemde vergadering ter kennis van de voorzitter van de Advies- enarbitragecommissie.

3.Binnen twee weken na ontvangst van het advies van de Advies- en arbitragecommissiewordt het overleg over het geschil op initiatief van de voorzitter voortgezet.

Artikel 6 Verzoek om arbitrage

1.Binnen zes dagen na de vergadering als bedoeld in artikel 3 wordt een verzoek omarbitrage ter kennis gebracht van de voorzitter van de Advies- en arbitragecommissie.Een verzoek om arbitrage wordt ondertekend door een lid van elk der vertegenwoordigingenen vermeldt in leder geval het onderwerp en de inhoud van het geschil evenalsde opvattingen van devertegenwoordigingen.

2.Een arbitrale uitspraak van de Advies- en arbitragecommissie heeft bindende kracht.