Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Milieudienst IJmond

Werktijden- en verlof

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieMilieudienst IJmond
Officiële naam regelingWerktijden- en verlof
CiteertitelWerktijden- en verlofregeling
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

CAR/UWO

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

H3,4,6

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-05-2016Onbekend

25-05-2016

Onbekend

Werktijden- en verlof

Tekst van de regeling

Werktijden- en verlof

Werktijden- en verlofregeling

Inhoudsopgave

  • Inleiding

  • 1. Werktijden

    • 1.1 Werktijd

    • 1.2 Kantoortijden

    • 1.3 Bereikbaarheidstijden

    • 1.4 Dagvenster

    • 1.5 Arbeidsduur per dag

    • 1.6 Formele arbeidsduur per week

    • 1.7 Feitelijke arbeidsduur per week

    • 1.8 Arbeidsduur per jaar

    • 1.9 Buitendagvenstertoelage

    • 1.10 Crisispiket

    • 1.11 Rusttijd

    • 1.12 Pauzes

    • 1.13 Deeltijd

    • 1.14 Aanvragen van verlof

    • 1.15 Big Ben

  • 2. Verlof

    • 2.1 Basisverlof (wettelijk)

    • 2.2 Vervaltermijn

    • 2.3 Rangdagen (bovenwettelijk)

    • 2.4 Leeftijdsdagen (bovenwettelijk)

    • 2.5 Opnemen van verlof

    • 2.6 Vakantietoelage

    • 2.7 Peilmoment: de jaarwisseling

    • 2.8 Ziekteverzuim en ingeroosterde uren/flexuren

    • 2.9 Opbouw verlofuren bij ziekte

    • 2.10 Vakantie tijdens ziekte

    • 2.11 Ziek tijdens vakantieverlof

    • 2.12 Deeltijders

  • 3. Verlofvarianten

    • 3.1 Extra vakantie-uren

    • 3.2 Cafetaria-uren

    • 3.3 Studieverlof

    • 3.4 Verlof in het kader van lidmaatschap van de Ondernemingsraad

  • 4. Buitengewoon verlof

    • 4.1 Huwelijk / geregistreerd partnerschap

    • 4.2 Zwangerschaps- en bevallingsverlof

    • 4.3 Kraamverlof

    • 4.4 Ouderschapsverlof

    • 4.5 Adoptieverlof

    • 4.6 Overlijden

    • 4.7 Huisarts-, tandarts-, fysiotherapeut-, specialist bezoek etc.

    • 4.8 Uitoefenen van kiesrecht

    • 4.9 Voldoen aan een wettelijke verplichting

    • 4.10 Calamiteiten verlof (zie bijlage)

    • 4.11 Kortdurend zorgverlof (zie bijlage)

    • 4.12 Buitengewoon verlof bij deeltijd

    • 4.13 (Gedeeltelijk) onbetaald verlof

    • 4.14 Eerstegraads en tweedegraads familieleden

  • 5. Roostervrije tijd

    • 5.1 Roostervrije tijd

    • 5.2 Aan te wijzen roostervrije dagen

    • 5.3 Maximum flexuren

    • 5.4 Bandbreedte: verschil formele arbeidsduur en feitelijke arbeidsduur

  • Bijlage 1: Toelichting op calamiteitenverlof & kortdurend zorgverlof

Inleiding

Deze werktijden- en verlofregeling is gebaseerd op de hoofdstukken 3, 4 en 6 van de CAR/ UWO. Voor aanvullende informatie verwijzen wij dan ook naar de CAR/UWO.

1. Werktijden

1.1 Werktijd

In overleg met de teamleider wordt een basisafspraak gemaakt over de individuele werktijden. Bij het vaststellen van de individuele werktijden en -dagen zal rekening worden gehouden met het organisatiebelang, de werktijden van collega's, de bezetting van het team, de kantoor- en bereikbaarheidstijden, de reguliere vergadertijdstippen en de belangen en/of zorgtaken van de medewerker enz. In beginsel wordt geen arbeid op zon- en feestdagen verricht, tenzij het dienstbelang dit noodzakelijk maakt en dan kan dat alleen via een dienstopdracht of op basis van een regeling.

1.2 Kantoortijden

De standaard kantoortijd van Omgevingsdienst IJmond ligt van maandag tot en met vrijdag tussen 7.30 en 18.00 uur.

1.3 Bereikbaarheidstijden

In het belang van de organisatie is er elke werkdag tijdens de bereikbaarheidstijden (9.00-17.00 uur) een zogenaamde basisbezetting aanwezig om onder meer bezoekers te kunnen ontvangen en vragen te kunnen beantwoorden. Elke leidinggevende zorgt ervoor dat er per discipline periodiek een basisbezetting is die tijdens bereikbaarheidstijden aanwezig is. Per team kan de basisbezetting verschillen.

1.4 Dagvenster

Er is een dagvenster van maandag tot en met vrijdag van 7.00 tot 22.00 uur. Dit betekent dat er, in overleg met je leidinggevende, binnen dit dagvenster gewerkt kan worden. Voorafgaand aan ieder nieuw jaar worden in het doelstellingengesprek naast het plannen van de werkzaamheden voor het komende jaar ook afspraken gemaakt over werktijden, werkplek en verlof. Moet er incidenteel buiten het dagvenster gewerkt worden dan ontvang je daarvoor een buitendagvenstertoelage conform hoofdstuk 3 van de CAR/UWO. Dit gebeurt altijd in overleg met je leidinggevende.

1.5 Arbeidsduur per dag

De arbeidsduur zoals deze voor een medewerker voor een bepaalde dag is ingeroosterd en is vastgesteld door de leidinggevende, na overleg met de medewerker. De arbeidsduur per dag bedraagt maxi-maal 9 uur en maximaal één dag per week 10 uur.

1.6 Formele arbeidsduur per week

De arbeidsduur per week volgens de aanstelling (maximaal 36 uur voor een voltijds dienstverband).

1.7 Feitelijke arbeidsduur per week

De arbeidsduur per week, zoals die voor een medewerker voor een bepaalde week is vastgesteld door de leidinggevende, na overleg met de medewerker. De feitelijke arbeidsduur kan dus op een andere omvang worden vastgesteld dan de formele arbeidsduur per week en kan fluctueren. De medewerker wordt minimaal een maand van tevoren in kennis gesteld van een mogelijke wijziging in de feitelijke arbeidsduur.

1.8 Arbeidsduur per jaar

De formele arbeidsduur per week van een voltijder is 36 uur per week en ten hoogste 1836 uur per jaar.In dit aantal is rekening gehouden met de volgende nationale feestdagen:

Nieuwjaarsdag (5/7) = 5,14 uur
2e paasdag (7/7) = 7,20 uur
Koningsdag (5/7) = 5,14 uur
Hemelvaartsdag (7/7) = 7,20 uur
2e pinksterdag (7/7) = 7,20 uur
Beide kerstdagen (10/7) = 10,28 uur

NOTE: Nieuwjaarsdag, Koningsdag en de beide kerstdagen tellen slechts voor 5/7e mee, omdat de kans dat deze dagen op een doordeweekse dag vallen 5/7e is. Er zijn 7 dagen in een week, waarvan alleen maandag tot en met vrijdag als werkdagen gelden. Hemelvaartsdag, tweede paas- en pinksterdag vallen altijd op een werkdag, dus tellen deze dagen mee voor 7/7e, een hele dag.

5 mei wordt eens in vijf jaar als roostervrije dag aangemerkt.

1.9 Buitendagvenstertoelage artikel 3:12 CAR/UWO

Alleen na toestemming van de leidinggevende of op basis van een beschikbaarheidsregeling, kunnen buitendagvensteruren worden gemaakt. Deze uren kunnen alleen worden gemaakt tussen 22.00 uur en 7.00 uur. De uren die buiten het dagvenster gewerkt worden, kunnen NIET worden omgezet in vakantieverlof. Je ontvangt je daarvoor een buitendagvenstertoelage en je mag de uren op een ander moment compenseren (tijd voor tijd). De buitendagvenstertoelage bedraagt:

  • -

    op maandag tot en met vrijdag voor de uren buiten het dagvenster 50% van het uurloon

  • -

    op zaterdag 75% van het uurloon en

  • -

    op zondag 100% van het uurloon.

De medewerker die een functie heeft hoger dan schaal 11 heeft geen recht op een buitendagvenstertoelage. De medewerker komt wel in aanmerking voor een compensatie in tijd over de uren die hij gewerkt heeft buiten het dagvenster.

1.10 Crisispiket

Voor een crisispiketweek is deze vergoeding gelijk gesteld aan één werkdag à 7,2 uur. Zij die 6 tot 12 weken per jaar crisispiketdienst hebben verricht ontvangen een extra verlofdag (7,2 uur) en bij 12 weken of meer is dat wederom een extra verlofdag (7,2 uur). Binnen Omgevingsdienst IJmond bestaat de mogelijkheid om deze vergoeding in verlofuren of geld uitbetaald te krijgen. Dit dient aangeven te worden op het declaratieformulier crisispiket- en buitendagvenstervergoeding.De buitendagvensteruren dienen afgetrokken te worden van het aantal uren bereikbaarheid. Verricht een crisispiketmedewerker werkzaamheden op uren binnen het dagvenster dan kan hij die uren op een ander moment in tijd compenseren in overleg met zijn leidinggevende. Bij een daadwerkelijke inzet buiten het dagvenster dient de vergoeding van de uren via een crisispiket- en buitendagvenstervergoeding declaratie te worden aangevraagd.

Als er gebruik wordt gemaakt van een eigen vervoermiddel heeft de crisispiketmedewerker bij een uitruk aanspraak op dienstreisvergoeding. De vergoeding is gelijk aan de vergoeding die men krijgt voor dienstreizen, met dien verstande dat alle gereden kilometers vanaf de oproep tot de terugkeer op het vertrekpunt worden vergoed.

Bovenstaande vergoeding is mogelijk doordat de crisispiketmedewerker is aangewezen door de directeur onder verwijzing naar artikel 15:1:11 CAR/UWO.

De medewerker die een functie heeft hoger dan schaal 11 heeft geen recht op een buitendagvenstertoelage. De medewerker komt wel in aanmerking voor een compensatie in tijd over de uren die hij gewerkt heeft buiten het dagvenster.

1.11 Rusttijd

De werkgever moet de arbeid zodanig organiseren, dat de medewerker een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 11 uur in een aaneengesloten tijdruimte van een dag (24 uur). Eenmaal in een periode van 7 x 24 uur mag deze rusttijd worden ingekort tot 8 uur.

1.12 Pauzes

De pauze maakt geen onderdeel uit van de arbeidsduur. Medewerkers hebben enerzijds de plicht en anderzijds het recht op de volgende pauzes, indien meer dan 5,5 uur wordt gewerkt:

  • -

    bij een arbeidsduur tot 10 uur bedraagt de pauzes gezamenlijk minimaal een half uur, de medewerker kan deze pauze(s) zelf invullen, 1 x een half uur of 2 x 15 minuten;

  • -

    bij een arbeidsduur meer dan 10 uur bedraagt de pauze gezamenlijk minimaal 45 minuten, de medewerker kan deze pauze(s) zelf invullen, 1 x een drie kwartier of 3 x 15 minuten.

Werken buiten het dagvenster is niet van invloed op de omvang en frequentie van de pauzes.

Indien je gebruik maakt van de bedrijfsfitnessregeling geldt dat fitness tijdens werktijd plaats kan vinden, dit is echter wel eigen tijd. Met andere woorden, op een later tijdstip in te halen. De lunchpauze kan hier deels voor worden gebruikt.

1.13 Deeltijd

Voor medewerkers die zijn aangesteld voor een formele arbeidsduur van minder dan 36 uur per week geldt deze werktijden- en verlofregeling naar evenredigheid.

1.14 Aanvragen van verlof

De aanvraag wordt beoordeeld door de leidinggevende en bij bijzonder verlof tevens in overleg met de stafmedewerker Personeel & Organisatie. De leidinggevende controleert de verlofaanvraag en dient deze te accorderen. Bij het al dan niet toekennen van aangevraagd verlof wordt rekening gehouden met persoonlijke belangen van de medewerker ten opzichte van bedrijfs- of dienstbelangen van organisatorische en/of roostertechnische aard van Omgevingsdienst IJmond. De medewerker is zelf verantwoordelijk om in te schatten of de werkzaamheden verlof toelaten. Indien van toepassing dient de medewerker af te stemmen met zijn directe collega’s en de eventuele werkzaamheden over te dragen aan deze directe collega’s. De leidinggevende is verantwoordelijk voor de beschikbare personele capaciteit binnen zijn team. Indien de medewerker gebruik wil maken van een van de verlofvarianten, anders dan regulier vakantieverlof, dan dient hiervoor een verlofformulier te worden ingevuld. Dit is te vinden op intranet.

1.15 Big Ben

Dit is het urenregistratiesysteem van Omgevingsdienst IJmond.

2. Verlof

2.1 Basisverlof (wettelijk)

De vakantie van een medewerker met een voltijdse baan (36 uur) bedraagt ten minste 158,4 uur per kalenderjaar. Hiervan is 144 uur per kalenderjaar wettelijk verlof.

2.2 Vervaltermijn

Per 1 januari 2015 geldt de nieuwe verlofregeling in de CAR-UWO (Artikel 6:2a en 6:2b) waarin wordt gesproken over verval en verjaring van verlof.

Verjaring wettelijk verlof: Dit wettelijke verlof bedraagt 144 uren op voltijds basis. Indien in een kalenderjaar het wettelijk verlof geheel of gedeeltelijk niet is opgenomen, vervalt dit verlof 12 maanden na het einde van dat kalenderjaar. Kortom, je wettelijk verlof is 2 jaar houdbaar.

Verjaring bovenwettelijk verlof: Dit verlof is 14,4 uren op voltijds basis en wordt aangevuld met eventueel van toepassing zijnde, leeftijds- of functieverlof. Indien in een kalenderjaar het bovenwettelijk verlof geheel of gedeeltelijk niet is opgenomen, verjaart dit verlof 60 maanden na het einde van dat kalenderjaar. Kortom, je bovenwettelijk verlof is 5 jaar houdbaar. In Big Ben zijn de wettelijke en bovenwettelijke uren apart geregistreerd. Big Ben is zo ingericht dat het bij een verlofaanvraag zorgt dat het verlof dat het eerst vervalt/verjaart wordt opgenomen.

Flexuren worden niet tot het verlof gerekend, deze vervallen binnen de gestelde termijn van 1 kalenderjaar.

2.3 Rangdagen (bovenwettelijk)

Voor medewerkers, die voor 1 juni 2002 in dienst zijn getreden en in schaal 9 of hoger zijn geplaatst wordt het aantal bovenwettelijke verlofuren verhoogd met 7,2 uur (1 normdag). Voor medewerkers die na 1 juni 2002 in dienst treden is dit verlof niet van toepassing.

2.4 Leeftijdsdagen (bovenwettelijk)

Vanaf 30 jaar worden per 5 leeftijdsjaren normdagen toegevoegd aan het aantal basisverlofuren (30, 35, 40, 45, 50, 55), met een maximum per jaar van 6 dagen à 7,2 uur.

2.5 Opnemen van verlof

Voor de opname van verlofuren geldt, dat 1 dag verlof het aantal uren kost dat voor die dag is ingeroosterd. Verlof kan worden opgesplitst, maar wordt als regel voor ten minste 2/3 deel, doch in elk geval voor ten minste 10 werkdagen aaneengesloten tussen 1 mei en 1 oktober, aaneensluitend verleend.

2.6 Vakantietoelage

De vakantietoelage bedraagt 8% van het bruto jaarsalaris. Deze toelage wordt eenmaal per kalenderjaar naar rato, in mei, uitbetaald.

2.7 Peilmoment: de jaarwisseling

De jaarwisseling, 31 december om 24.00 uur, is het peilmoment waarop maximaal twee keer het aantal verlofuren gelijk aan je feitelijke arbeidsduur per week mag worden overgeheveld naar het nieuwe jaar. Uitgangspunt is dat verlofuren zoveel mogelijk worden opgenomen. Het is mogelijk om meer uren naar een volgend jaar over te hevelen, maar dan moet daarvoor voor 15 december een schriftelijk en gemotiveerd verzoek worden ingediend. Redenen voor toekenning kunnen onder meer zijn een ophanden zijnde gezinsuitbreiding of een reis van langer dan drie weken. Uiteraard wordt bij elk verzoek het belang van de verzoeker afgewogen tegen het belang van de organisatie. Wanneer aan het einde van het jaar uit het jaarrooster blijkt dat er nog spaaruren ter compensatie staan, dan vervallen deze uren zonder dat daar enige vergoeding in tijd of geld tegenover staat. Spaaruren zijn de uren die je meer gewerkt hebt dan je je feitelijke arbeidsduur. In Big Ben staat je feitelijke arbeidsduur onder werkplan. Alles wat je meer of minder werkt en registreert in Big Ben valt onder spaaruren. Blijkt aan het einde van het jaar dat je teveel uren voor privé doeleinden (een negatief spaarurensaldo) hebt gebruikt, dus aan het einde van het jaar staat in het jaarrooster dat je nog een aantal uren moet inhalen, dan worden de verlof-uren verminderd met het aantal nog in te halen uren. Zijn daarvoor op 31 december onvoldoende verlofuren aanwezig, dan wordt het verlof van het volgende jaar met het desbetreffende aantal uren gekort.

Niet opgenomen flexuren en spaaruren komen in principe te vervallen. Echter, niet opgenomen spaaruren kunnen in overleg met leidinggevende meegenomen worden naar het nieuwe kalenderjaar. Deze dienen voor het einde van het lopende jaar te worden ingepland om op te nemen in het eerst kwartaal van het nieuwe kalenderjaar.

2.8 Ziekteverzuim en ingeroosterde uren/flexuren

Als een medewerker ziek is, komt het feitelijk verzuim per dag overeen met het voor die dag ingeroosterd aantal uren. Als de medewerker ziek is op een dag waarop flexuren zijn gepland, dan kunnen de vast ingeroosterde flexuren niet verschoven worden naar een andere dag. Voor opbouw van flexuren bij ziekte geldt de volgende regeling.Indien de medewerker geheel of gedeeltelijke ziek is:

  • -

    tijdens ziekte in de spaarperiode wordt de opbouw van flexuren tot 12 weken behouden. Vanaf het moment dat de ziekte aaneengesloten een periode van 12 weken heeft geduurd, wordt de opbouw van flexuren gestopt tot het moment van volledig herstel;

  • -

    op het moment dat vrij opneembare flexuren gepland zijn ten tijde van ziekte komt de opname te vervallen tot het moment van volledig herstel;

  • -

    de niet vrij opneembare flexuren die aan het begin van het jaar zijn ingepland komen ten tijde van ziekte te vervallen vanaf het moment dat de ziekte aaneengesloten periode van 6 weken heeft geduurd tot het moment van volledig herstel.

Bij aangewezen roostervrije dagen (bv. goede vrijdag) worden de uren niet verschoven naar een andere dag. Bij verlofuren is verschuiving wel mogelijk.

2.9 Opbouw verlofuren bij ziekte

Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen medewerkers die niet ziek zijn en medewerkers die wel ziek zijn. Alle medewerkers hebben recht op een vakantieaanspraak van 158,4 uur, waarvan 144 uur wettelijk. Indien in een kalenderjaar het wettelijk verlof geheel of gedeeltelijk niet is opgenomen, dit verlof 2 jaar na einde van dat kalender jaar vervalt, tenzij je tot aan dat tijdstip om medische redenen redelijkerwijs niet in staat is geweest om dit vakantieverlof op te nemen. Het bovenwettelijk verlof dat je in een kalenderjaar niet hebt opgenomen verjaart 60 maanden na het einde van het betreffende jaar.

2.10 Vakantie tijdens ziekte

Tijdens ziekte dient de medewerker voor vakantie in binnen- en buitenland toestemming te hebben van de teamleider, die hierover overleg pleegt met de bedrijfsarts. De verlofuren worden afgeschre-ven, tenzij de vakantie in het kader van herstelbevordering plaatsvindt, dit ter beoordeling van de bedrijfsarts.

2.11 Ziek tijdens vakantieverlof

Wordt de medewerker ziek tijdens vakantie en heeft de medewerker volgens de regels van het ziekteverzuimreglement van Omgevingsdienst IJmond gehandeld, dan worden er over de ziekteperiode geen verlofuren afgeschreven.

2.12 Deeltijders

Voor het aantal in te roosteren uren per jaar en het aantal uren verlof van deeltijders geldt het volgende. Het aantal arbeids-/verlofuren voor deeltijders wordt vastgesteld door de deeltijd-factor te vermenigvuldigen met het aantal arbeids-/verlofuren die gelden voor voltijders.

3. Verlofvarianten

Als een medewerker kiest voor een aanvullende verlofvariant, dan dient de medewerker dit schriftelijk aan te vragen via een verlofformulier en te laten ondertekenen door zijn leidinggevende. Afhankelijk van het soort verlof wordt dit verlof door de stafmedewerker Personeel & Organisatie bevestigd. Uiteraard wordt een verzoek van de medewerker altijd getoetst aan het organisatiebelang.

3.1 Extra vakantie-uren

Het is mogelijk om een aantal uren per jaar overeen te komen voor het verlengen van het basisverlof. Het betreft maximaal 50,4 uur (voor een voltijder) boven de feitelijke arbeidsduur per jaar als men hiervoor werkt. De formele arbeidsduur blijft ongewijzigd. De extra vakantie-uren worden over maximaal één kalenderjaar uitgegeven. Voor 1 november voorafgaand aan het desbetreffende kalenderjaar dient een schriftelijk verzoek te worden ingediend.

3.2 Cafetaria-uren

Het is voor een voltijder mogelijk om maximaal 72 uur verlof te kopen dan wel te verkopen (met dien verstande dat het resterende aantal vakantie-uren na vermindering minimaal 144 uur (wettelijk) bedraagt). Per individu kan een berekening van de financiële consequenties worden gevraagd bij de stafmedewerker Personeel & Organisatie. Het aan- of verkopen van cafetaria-uren dient minimaal twee maanden voor opname te worden aangevraagd. Voor deeltijdwerkers en senioren wordt dit pro rato toegepast. De wijze van verrekening van de uren wordt per medewerker individueel afgesproken en wordt schriftelijk bevestigd door de stafmedewerker Personeel & Organisatie. Omgevingsdienst IJmond gaat met het verkopen van verlof echter terughouden om in het kader van goed werkgeverschap. Wij vinden het belangrijk dat iedere medewerker de ruimte krijgt zijn of haar verlof op te nemen.

3.3 Studieverlof

Voor recht op studieverlof verwijzen wij naar de studieregeling van Omgevingsdienst IJmond.

3.4 Verlof in het kader van lidmaatschap van de Ondernemingsraad

Leden van de OR dienen uren besteedt aan overleg in het kader van de Ondernemingsraad apart in Big Ben te vermelden. Voor het aantal beschikbaar gestelde uren voor OR overleg door Omgevingsdienst IJmond verwijzen wij naar de intern gemaakte afspraken.

4. Buitengewoon verlof

4.1 Huwelijk / geregistreerd partnerschap

Per kalenderjaar/gebeurtenis:

Ondertrouw van de medewerker½ werkdag
Huwelijk van de medewerker1 werkdag
Huwelijk van kind, pleegkind, kleinkind, ouder, schoonouder, broer, zuster, zwager of schoonzuster1 werkdag
Huwelijksfeest (12½, 25, 40, 50 en 60 jaar) van medewerker, kind, pleegkind of (schoon)ouders1 werkdag

4.2 Zwangerschaps- en bevallingsverlof

Per kalenderjaar/gebeurtenis:

Vrouwelijke medewerkers hebben wettelijk recht op verlof i.v.m. zwangerschap en bevalling. Tijdens deze periode heeft de medewerkster recht op een zwangerschaps- en bevallingsuitkering vanuit de Ziektewet. 16 weken

4.3 Kraamverlof

Per kalenderjaar/gebeurtenis:

Bevalling van de levenspartner *2 werkdagen (betaald)
Ouderschapsverlof na bevalling levenspartner . Deze 3 dagen worden in mindering gebracht bij een eventueel latere opname van ouderschapsverlof van de levenspartner .3 werkdagen (onbetaald)

4.4 Ouderschapsverlof

Per kalenderjaar/gebeurtenis:

De wet geeft beide ouders of verzorgers recht op tijdelijk verlof. Omgevingsdienst IJmond kent hiervoor verlof met gedeeltelijk recht op doorbetaling. 26 weken, waarvan 13 gedeeltelijk doorbetaald, zie CAR/UWO

4.5 Adoptieverlof

Per kalenderjaar/gebeurtenis:

Recht op adoptieverlof kan vanaf twee weken voor de eerste dag waarop de feitelijke opneming ter adoptie een aanvang heeft genomen. De medewerker moet het opnemen van adoptieverlof uiterlijk drie weken voor de dag van ingang van het verlof onder opgaven van de omvang opgeven. Hierbij moeten documenten worden overlegd waaruit blijkt dat de medewerker een kind ter adoptie neemt. Dit artikel geldt ook voor het opnemen van een pleegkind. Maximaal 4 aaneengesloten weken gedurende een tijdvak van 18 weken

4.6 Overlijden

Per kalenderjaar/gebeurtenis:

Overlijden van levenspartner , ouder, pleegouder, stiefouder, schoonouder, (adoptie-, pleeg- of stief) kind van jou of je levenspartner . (Bloedverwanten en aanverwantschap in de eerste graad) 4 werkdagen
Overlijden van grootouder, kleinkind, broer / zus van jou of je levenspartner (Bloedverwanten en aanverwantschap in de tweede graad) 2 werkdagen
Bloedverwanten en aanverwanten in de tweede graad (zie hierboven) waarbij de medewerker is belast met de regeling van de begrafenis of nalatenschap 4 werkdagen

Dit verlof dient binnen een periode van zeven kalenderdagen na het overlijden te worden opgenomen.

4.7 Huisarts-, tandarts-, fysiotherapeut-, specialist bezoek etc.

Bezoek aan huisarts, tandarts, fysiotherapeut, specialist etc. Zoveel als mogelijk in eigen tijd

4.8 Uitoefenen van kiesrecht

Per kalenderjaar/gebeurtenis:

Voor de uitoefening van kiesrecht, voor zover dit niet in vrije tijd kan geschieden of verzetting van de dienst niet mogelijk is. maximaal 2 uur

4.9 Voldoen aan een wettelijke verplichting

Per kalenderjaar/gebeurtenis:

Voor het voldoen aan een wettelijke verplichting, tenzij deze is ontstaan door schuld of nalatigheid van de medewerker en voor zover dit niet in vrije tijd kan geschieden of verzetting van de dienst niet mogelijk is. maximaal 1 werkdag

4.10 Calamiteiten verlof (zie bijlage)

Per kalenderjaar/gebeurtenis:

Bij een plotselinge en onvoorziene gebeurtenis waarbij de medewerker, zonder dat uitstel mogelijk is, noodzakelijke maatregelen moet treffen. E.e.a. ter beoordeling en accordering van de werkgever. Maximaal 3 werkdagen

4.11 Kortdurend zorgverlof (zie bijlage)

Per kalenderjaar/gebeurtenis:

Bij ernstige ziekte van de levenspartner , inwonend kind, ouders, broer, zus, grootouder, kleinkind, huisgenoot of vriend(in) heeft de medewerker, per kalenderjaar, recht op maximaal 72 uur per jaar bij een volledige betrekking. Het verlof komt voor 50% voor rekening van de werkgever en voor 50% voor rekening van de medewerker. De reden van het verlof dient tijdig te worden aangegeven samen met de wijze van opname en de vermoedelijke duur. E.e.a. ter beoordeling en accordering van de werkgever na melding door de medewerker via het aanvraagformulier kortdurend zorgverlof. Maximaal 10 werkdagen

4.12 Buitengewoon verlof bij deeltijd

Van het buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging van een medewerker die is aangesteld voor een formele arbeidsduur van minder dan 36 uur wordt het aantal uren of dagen hierboven genoemd naar evenredigheid verminderd.

4.13 (Gedeeltelijk) onbetaald verlof

Tevens bestaat de mogelijkheid tot (gedeeltelijk) onbetaald verlof. Voorwaarden hiervoor zijn dat de medewerker minimaal één jaar in dienst is van de organisatie. De periode is minimaal één en maximaal 18 maanden aaneengesloten. In een periode van vijf jaar kan maximaal 18 maanden onbetaald verlof worden opgenomen. Aanvraag hiervan geschiedt minimaal drie maanden voorafgaand aan de ingangsdatum.

4.14 Eerstegraads en tweedegraads familieleden

Onder eerstegraads familieleden horen volgens Omgevingsdienst IJmond:

  • -

    Partner *

  • -

    Ouders (dit geldt ook voor stief-, pleeg- en adoptieouders)

  • -

    Schoonouders

  • -

    Kinderen (dit geldt ook voor stief-, pleeg- en adoptiekinderen)

  • -

    Schoondochters- en zonen

Deze familieleden zijn tweedegraads volgens Omgevingsdienst IJmond:

  • -

    Broers en zussen (dit geldt ook voor stief- en pleegbroers en –zussen)

  • -

    Kleinkinderen

  • -

    Grootouders

  • -

    Schoonzussen en zwagers

5. Roostervrije tijd

5.1 Roostervrije tijd

Onder roostervrije tijd verstaan we ‘aangewezen werkdagen of delen daarvan waarop door de medewerker in beginsel geen arbeid wordt verricht’.

5.2 Aan te wijzen roostervrije dagen

De directeur van Omgevingsdienst IJmond kan jaarlijks maximaal 4 werkdagen aanwijzen als roostervrije dagen. De door de directeur aangewezen roostervrije dagen in een kalenderjaar worden uiterlijk in december voorafgaande aan het betreffende kalenderjaar door de stafmedewerker P&O bekend gemaakt.

5.3 Maximum flexuren

Het aantal uren dat aaneengesloten aan flexuren mag worden opgenomen, is beperkt tot maximaal 96 uur per jaar. Deze uren zijn vrij opneembaar en staan apart verwerkt in Big Ben. Na aftrek van de 96 vrij-opneembare flexuren kunnen er nog flexuren resteren. Al deze resterende flexuren moeten vervolgens in januari, in overleg met de leidinggevende, in Big Ben worden ingevoerd. Flexuren dienen in het lopende jaar te worden opgenomen, niet opgenomen flexuren vervallen.

5.4 Bandbreedte: verschil formele arbeidsduur en feitelijke arbeidsduur

De medewerker kan werken met de toegestane bandbreedte. Bij het inroosteren van de uren wordt uitgegaan van de bandbreedte die is overeengekomen door de medewerker met de leidinggevende. De bandbreedte mag maximaal het onderstaande aantal uren bedragen

  • -

    2 uur bij een formele arbeidsduur per week van 0 tot 12 uur;

  • -

    4 uur bij een formele arbeidsduur per week van 12 tot 24 uur;

  • -

    6 uur bij een formele arbeidsduur per week van 24 tot 36 uur.

Gemiddeld mag de formele arbeidsduur per jaar die voor een medewerker geldt niet worden overschreden.

  • A

    Het toepassen van de bandbreedte kan resulteren in een uren- neutraal resultaat

  • B

    Er kunnen ook resterende flexuren ontstaan die verplicht ingeroosterd moeten worden

Ad A

Er is sprake van een uren-neutraal resultaat wanneer in de ene periode meer uren worden gewerkt en in een andere periode evenzoveel uren minder. Een bekend voorbeeld vormt de alternerende vrijdag, de ene week wordt wel en de andere week wordt niet op vrijdag gewerkt. Aldus ontstaan weken met een minimum (bv. 32 uur) en een maximum (bv. 40 uur) arbeidsduur per week. Uiteraard zal in de weken waarin aangewezen roostervrije dagen/uren of feestdagen vallen, de minimum/maximum arbeidsduur naar evenredigheid van het aantal beschikbare werkdagen in die week moeten worden aangepast. Dit wordt in het begin van het jaar door de stafmedewerker P&O berekend.

Ad B

De eerste 96 flexuren worden aangemerkt als vrij opneembare flexuren. De overige of resterende flexuren moeten verplicht, vooraf in Big Ben worden ingeroosterd en verspreid over het jaar. Om deze reden staan flexuren dan ook apart in Big Ben. Flexuren zijn geen verlofuren in de zin van bovenwettelijk- of wettelijk verlof.

Bijlage 1: Toelichting op calamiteitenverlof & kortdurend zorgverlof

Calamiteitenverlof

In de toelichting van artikel 6:4 CAR/UWO wordt onder lid 1 specifiek aangegeven dat onder ‘zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden’ ook plotselinge ziekte van kinderen wordt verstaan. Onder persoonlijke omstandigheden valt ook de bevalling van de echtgenote, de geregistreerde partner of de persoon met wie de medewerker ongehuwd samenwoont.

Procedure bij calamiteitenverlof

Calamiteitenverlof is altijd ter beoordeling van de werkgever en de vergoeding is ter beoordeling van werkgever waarbij een maximum van drie werkdagen op jaarbasis geldt. Na akkoord van werkgever, vult werknemer het verlofformulier in waarmee de betreffende afspraak wordt vastgelegd en door leidinggevende wordt ondertekend.

Samenloop van calamiteitenverlof met kraamverlof

De bevalling van de partner levert een grond op om kort verzuimverlof op te nemen. In beginsel zal het verlof dan één dag bedragen. De ambtenaar kan dan eventueel aansluitend twee dagen kraamverlof opnemen.

Kortdurend zorgverlof

In hoofdstuk 5 van de Wet arbeid en zorg (Wazo) wordt het recht op kortdurend zorgverlof als volgt gedefinieerd:

Art. 5:1

  • 1

    de werknemer heeft recht op verlof voor de noodzakelijke verzorging in verband met ziekte van een persoon als bedoeld in het tweede lid. Onder een persoon als bedoeld in het eerste lid, wordt verstaan:

    • a

      de echtgenoot, de geregistreerde partner of de persoon met wie de werknemer ongehuwd samenwoont;

    • b

      een inwonend kind tot wie de werknemer als ouder in een familierechtelijke betrekking staat;

    • c

      een inwonend kind van de echtgenoot, de geregistreerde partner of de persoon met wie de werknemer ongehuwd samenwoont;

    • d

      een pleegkind dat blijkens verklaringen uit de gemeentelijke basisadministratie op hetzelfde adres woont als de werknemer en door hem in diens gezin duurzaam wordt verzorgd en opgevoed op basis van een pleegcontract als bedoeld in artikel 39 van de Wet op de jeugdhulpverlening;

    • e

      een bloedverwant in de eerste graad, niet zijnde een kind.

    • f

      Sinds 1 juli 2015 is zorgverlof ook mogelijk voor broers, zussen, grootouders, kleinkinderen, huisgenoten en bekenden.

Wanneer is er sprake van noodzakelijke verzorging in verband met ziekte?De toevoeging van het element noodzaak heeft niet alleen betrekking op de verzorging maar ook op het gegeven dat die medewerker de verzorging moet verlenen. Dat betekent dat aan de eis van de noodzakelijke verzorging niet wordt voldaan als een ander dan de betrokken medewerker die taak op zich kan nemen. De medewerker moet aannemelijk maken dat het voor hem noodzakelijk is om zorgverlof op te nemen. Omgevingsdienst IJmond kan de medewerker vragen aanvullende bewijzen te verstrekken. Van de medewerker wordt uiterste terughoudendheid verwacht. Hij heeft een inspanningsverplichting om de partner, een familielid, een kennis of een oppas in te schakelen.

Procedure bij kortdurend zorgverlof

De medewerker meldt via het aanvraagformulier kortdurend zorgverlof vooraf of, als dit niet kan, zo spoedig mogelijk achteraf dat hij kortdurend zorgverlof wil opnemen. Deze aanmelding vindt in ieder geval plaats binnen drie weken nadat het verlof is opgenomen.

Bij de aanvraag van het kortdurend zorgverlof moet de medewerker ook aangeven wat de omvang van het verlof zal zijn, de wijze waarop hij het wil opnemen en de vermoedelijke duur ervan. Deze aspecten kunnen van belang zijn bij de afweging van een eventueel zwaarwegend dienstbelang van Omgevingsdienst IJmond tegen het belang van de medewerker.

Het verlof vangt niet aan of eindigt in ieder geval zodra Omgevingsdienst IJmond aan de werknemer kenbaar maakt dat hij tegen het opnemen van het kortdurend zorg een zwaarwegend dienstbelang heeft dat daardoor het belang van de werknemer op grond van de redelijkheid en billijkheid moet wijken. Dit formulier kan na indiening bij de leidinggevende bij P&O in een gesprek nader toegelicht worden. In overleg met de leidinggevende geeft P&O een advies aan de directeur.

Slaagt de medewerker er achteraf niet in om aannemelijk te maken dat het niet verrichten van zijn arbeid samenhangt met de noodzakelijke verzorging van de zieke, dan kan Omgevingsdienst IJmond (spaar)verlof inhouden over de uren die niet gewerkt zijn.

De medewerker wordt schriftelijk op de hoogte gesteld van het besluit en kan binnen zes weken na dagtekening van de brief bezwaar aantekenen conform de Algemene wet bestuursrecht.

Samenloop van calamiteitenverlof met kortdurend zorgverlof

De Wazo regelt niet precies de duur van het calamiteiten – en ander kort verzuimverlof, maar bepaalt dat het gaat om een korte naar billijkheid te berekenen tijd. Daarom heeft de wetgever het nood-zakelijk geacht om een regeling te treffen over samenloop tussen de diverse verlofvormen. Het is immers mogelijk dat een situatie zowel voldoet aan de voorwaarden voor calamiteitenverlof als aan de voorwaarden voor kortdurend zorgverlof. In dat geval zou het voor de ambtenaar aantrekkelijk kunnen zijn om voor calamiteitenverlof te kiezen omdat dit verlof verleend wordt met behoud van de volledige bezoldiging. In artikel 5:8 Wazo is daarom bepaald dat indien zowel is voldaan aan de voorwaarden voor het calamiteitenverlof, als aan de voorwaarden voor het kortdurend zorgverlof, het calamiteitenverlof na één dag eindigt.

Ondertekening


Noot
* Onder levenspartner wordt verstaan; een persoon met wie de niet-gehuwde medewerker samenwoont en, met het oogmerk duurzaam samen te leven, een gemeenschappelijke huishouding voert, hetgeen blijkt uit een schriftelijke verklaring (op te vragen door en in te leveren bij de stafmedewerker P&O). Tegelijkertijd kan slechts één persoon als levenspartner worden aangemerkt.
Noot
* Op het moment dat je getrouwd bent, een geregistreerd partnerschap hebt of samenwoont met een samenlevingscontract.