Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Littenseradiel

Beleidsregels ter uitvoering van afdeling 3.2. (specifiek welzijn) van de gemeente Littenseradiel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Littenseradiel
Officiële naam regelingBeleidsregels ter uitvoering van afdeling 3.2. (specifiek welzijn) van de gemeente Littenseradiel
CiteertitelBeleidsregels specifiek welzijn
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpamateuristische kunstbeoefening, bibliotheekwerk, flankerend ouderenwerk, georganiseerde sport, gezondheidszorg, jubilea en bijzondere activiteiten, jeugd- en jongerenwerk, kunstzinnige vorming, onderhoud dorpshuizen, peuterspeelzaalwerk, specifiek welzijn, speeltuinwerk, subsidieverordening, vormings- en ontwikkelingswerk volwassenen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Publicatie van de vaststelling van de beleidsregels is niet meer te achterhalen. De inwerkingtreding is bij benadering.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Subsidieverordening gemeente Littenseradiel 2007, art. 1.1.3
  2. Subsidieverordening gemeente Littenseradiel 2007, art. 3.2.1.1 t/m 3.2.2.12
  3. Algemene wet bestuursrecht, art. 1:3
  4. Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-200812-10-2012Nieuwe regeling

17-06-2008

Onbekend

Collegebesluit, 17-06-2008, nr. 13

Tekst van de regeling

Intitulé

BELEIDSREGELS ter uitvoering van afdeling 3.2 (specifiek welzijn) van de Subsidieverordening gemeente Littenseradiel 2007

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Littenseradiel;

overwegende dat in afdeling 3.2. van de “Subsidieverordening gemeente Littenseradiel 2007” de wettelijke grondslag voor de subsidieverstrekking ten behoeve van activiteiten in het kader van specifiek welzijn is vastgelegd;

dat het college op grond van artikel 1.1.3 van de Subsidieverordening belast is met de uitvoering en het toezicht op de naleving van de verordening en uit dien hoofde besluit over de subsidieverstrekking;

dat het in dit verband wenselijk is middels beleidsregels als bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht aan te geven, op welke wijze het college de aan hem in dezen toekomende bevoegdheden uitoefent;

dat in de Subsidieverordening het begrip “specifiek welzijn” is omschreven en middels het noemen van een aantal werksoorten nader is aangeduid;

dat het wenselijk is een nadere uitleg te bieden van hetgeen onder deze werksoorten wordt verstaan en te duiden, welke subsidievorm voor de verschillende werksoorten gehanteerd zal worden;

gelet op de artikelen 1.1.3 en 3.2.1.1 tot en met 3.2.2.12 van de “Subsidieverordening gemeente Littenseradiel 2007” alsmede de artikelen 1:3 en 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende Beleidsregels ter uitvoering van afdeling 3.2. (specifiek welzijn) van de gemeente Littenseradiel:

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1. Onder een basissubsidie als bedoeld in artikel 3.2.2.1 van de Subsidieverordening wordt verstaan een vast bedrag en/of een bedrag per deelnemer ter tegemoetkoming in de algemene kosten.

  • 2. Onder een exploitatiesubsidie als bedoeld in artikel 3.2.2.1 van de Subsidieverordening wordt verstaan een tegemoetkoming in de:

    • a.

      personeelskosten;

    • b.

      kosten van huisvesting;

    • c.

      kosten van leiding;

    • d.

      aanschafkosten van niet-duurzame gebruiksmaterialen;

    • e.

      organisatiekosten;

    • f.

      andere exploitatiekosten, die naar het oordeel van het college subsidiabel zijn.

  • 3. Onder personeelskosten als bedoeld in lid 2, sub a, worden verstaan:

    • a.

      salarissen (inclusief sociale lasten en pensioenpremies);

    • b.

      vergoedingen tijdelijk personeel;

    • c.

      overige personele kosten zoals reis- en verblijfkosten, kosten werving en kosten deskundigheidsbevordering.

  • 4. Onder huisvestingskosten als bedoeld in lid 2, sub b, worden verstaan:

    • a.

      huur voor gebruik van gebouwen, lokalen en sportterreinen;

    • b.

      kosten voor verlichting, water, verwarming en schoonmaakartikelen;

    • c.

      premies voor storm-, brand- en inboedelverzekeringen;

    • d.

      overige huisvestingskosten, die naar het oordeel van het college subsidiabel zijn.

  • 5. Onder kosten van leiding als bedoeld in lid 2, sub c, worden verstaan:

    • a.

      de kosten die een dirigent, instructeur, regisseur, cursusleider of andere personen, die beroepsmatige of deskundige ondersteuning verlenen, in rekening brengen;

    • b.

      de kosten van kadervorming, waaronder te verstaan de kosten die zijn verbonden aan het volgen van cursussen en/of bijeenkomsten, die in direct verband staan met de taak van genoemde personen binnen hun instelling.

  • 6. Onder kosten van niet-duurzame gebruiksmaterialen als bedoeld in lid 2, sub d, worden verstaan materialen, die naar hun aard slechts één of hooguit enkele malen te gebruiken zijn.

  • 7. Onder organisatiekosten als bedoeld in lid 2, sub e, worden verstaan:

    • a.

      bestuurskosten (vergaderkosten, representatiekosten en reis- en verblijfkosten van bestuursleden);

    • b.

      bureaukosten (administratiekosten, kosten druk- en stencilwerk en porto- en telefoonkosten)

  • 8. Onder een investeringssubsidie als bedoeld in artikel 3.2.2.1 van de Subsidieverordening wordt verstaan een tegemoetkoming in de:

    • a.

      stichtingskosten van een accommodatie;

    • b.

      uitbreidingskosten van een accommodatie;

    • c.

      kosten van bijzonder onderhoud aan/van een accommodatie.

  • 9. Voor subsidiëring komen niet in aanmerking de volgende kosten:

    • a.

      de kosten van verkoopartikelen en van acties en activiteiten, die zijn bedoeld om inkomsten te verwerven;

    • b.

      de kosten van maaltijden, consumpties, traktaties en rookartikelen;

    • c.

      de kosten van festiviteiten ter gelegenheid van opening van gebouwen, van jubilea en soortgelijke gebeurtenissen;

    • d.

      de kosten van geschenken, attenties e.d., tenzij deze dienen ter vervanging van een honorarium voor verrichte diensten;

    • e.

      kosten, waarvoor reeds uit andere hoofde subsidie is verkregen;

    • f.

      uitgaven, welke naar hun aard dienen te worden beschouwd als terugbetaling of doorbetaling van ontvangen baten;

    • g.

      kosten van bands, orkesten, toneel- en cabaretgezelschappen, shows en overeenkomstige kosten.

Artikel 2 Bibliotheekwerk

  • 1. Onder bibliotheekwerk wordt verstaan de dienstverlening en activiteiten van een openbare bibliotheek, gericht op het verzamelen, ordenen en beschikbaar stellen van door anderen vastgelegde informatie met als doel het vrije verkeer van informatie in de samenleving te bevorderen.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt in de vorm van een exploitatiesubsidie.

  • 3. De hoogte van de subsidie is maximaal het werkelijke exploitatietekort.

  • 4. Voor subsidie in het kader van het bibliotheekwerk komen alleen instellingen in aanmerking die werkzaam zijn binnen de gemeente Littenseradiel.

Artikel 3 Onderhoud dorpshuizen

  • 1. Onder dorpshuizen worden verstaan accommodaties met een algemeen, voor de gehele dorpsgemeenschap openstaande functie voor het dorps- en verenigingsleven en waarvan de eigendom en het beheer zodanig zijn dat naar het oordeel van het college de toegankelijkheid voor de gehele dorpsgemeenschap is gewaarborgd.

  • 2. Onder onderhoud wordt in dit artikel begrepen schilderwerk, dakdekkerwerk, loodgieterwerk, stoffeerderswerk, aannemerswerk, installatiewerk en overig onderhoudswerk.

  • 3. Onder een onderhoudsplan wordt verstaan een door een door het college aan te wijzen bureau op te stellen plan waarin voor een periode van 10 jaar de in lid 2 vermelde werkzaamheden staan vermeld, voorzien van een raming van kosten. Het college draagt er zorg voor dat het onderhoudsplan eens in de 4 jaar wordt geactualiseerd.

  • 4. Voor subsidie komen in aanmerking de in het onderhoudsplan opgenomen kosten van schilderwerk, dakdekkerwerk, loodgieterwerk, aannemerswerk (exclusief keukenkastjes en dergelijke) en installatiewerk.

  • 5. Geen subsidie wordt verleend aan dorpshuizen die naast hun functie als dorpshuis een caféfunctie hebben. Voor multifunctioneel centrum de Wjukken te Mantgum komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking de onderhoudskosten zoals genoemd in lid 4 voor zover deze betrekking hebben op de dorpshuisfunctie.

  • 6. De hoogte van de voorlopige subsidie wordt berekend aan de hand van de onderhoudskosten zoals die in het onderhoudsplan voor 10 jaar worden geraamd en het voor de subsidieverstrekking beschikbare bedrag.

  • 7. De subsidie in de onderhoudskosten van dorpshuizen wordt verstrekt tot en met 2012.

Artikel 4 Vormings- en ontwikkelingswerk volwassenen

  • 1. Onder vormings- en ontwikkelingswerk volwassenen wordt verstaan de activiteiten, gericht op vorming en ontwikkeling van individuen en groepen ten aanzien van bewustwording, verwerving van inzicht, kennis en vaardigheden, meningsvorming en –uiting, niet zijnde basiseducatie.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt in de vorm van een jaarlijkse exploitatiesubsidie, die de volgende bestanddelen kent:

    • a.

      een tegemoetkoming van 100% in de kosten van leiding met een maximum van € 25,-- per dagdeel;

    • b.

      een tegemoetkoming van 50% in de kosten van zaalhuur;

    • c.

      een bijdrage van 100% in de kosten van door de A.F.U.K. verzorgde cursussen.

  • 3. Aan de activiteit nemen minimaal 10 personen per groep regelmatig deel.

Artikel 5 Jeugd- en jongerenwerk

  • 1. Onder jeugd- en jongerenwerk wordt verstaan sociaal-culturele activiteiten gericht op de ontplooiing van jeugdigen (tot 16 jaar) en jongeren (16 tot 25 jaar).

  • 2. De subsidie wordt verstrekt in de vorm van een jaarlijkse exploitatiesubsidie, die de volgende bestanddelen kent:

    • a.

      een tegemoetkoming in de organisatiekosten van maximaal € 250,--;

    • b.

      een tegemoetkoming van 62,5% in de kosten van huisvesting;

    • c.

      een tegemoetkoming van 75% in de aanschafkosten van niet-duurzame gebruiksmaterialen;

    • d.

      een tegemoetkoming van 100% in de kosten van deskundige leiding met een maximum van € 25,-- per dagdeel;

    • e.

      een tegemoetkoming van 100% in de kosten van kadervorming.

Artikel 6 Speeltuinwerk

  • 1. Onder speeltuinwerk wordt verstaan activiteiten voor kinderen in een speeltuin.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt in de vorm van een jaarlijkse basissubsidie ten behoeve van de kosten van onderhoud van de speeltuin van € 500,--.

  • 3. Daarnaast wordt subsidie verstrekt in de vorm van een investeringssubsidie van 50% van de door het college goedgekeurde stichtings- en uitbreidingskosten van een speeltuin met een maximum van € 2.300,--.

  • 4. Subsidie in de kosten van uitbreiding wordt slechts verstrekt, indien de betreffende speeltuin tenminste 5 jaar bestaat.

  • 5. Subsidie in de kosten van uitbreiding wordt maximaal één keer in een periode van 5 jaar verstrekt.

  • 6. In aanvulling op artikel 1.2.1 van de Subsidieverordening wordt bij de subsidieaanvraag voor de inrichting of uitbreiding van een speeltuin overgelegd:

    • a.

      een begroting met een schetsontwerp;

    • b.

      een financieringsplan, en;

    • c.

      een verklaring, waaruit blijkt dat de grond, waarop de speeltuin wordt ingericht dan wel uitgebreid minimaal nog 10 jaar als zodanig beschikbaar blijft.

Artikel 7 Peuterspeelzaalwerk

  • 1. Onder peuterspeelzaalwerk wordt verstaan activiteiten voor kinderen van 2 tot 4 jaar in een peuterspeelzaal.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt in de vorm van een budgetsubsidie.

  • 3. Om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen, is Stichting Welzijn Middelsee te Stiens ook werkzaam binnen de gemeente Littenseradiel.

  • 4. Het college kan ter uitvoering van een subsidiebeschikking een overeenkomst sluiten als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 8 Amateuristische kunstbeoefening

  • 1. Onder amateuristische kunstbeoefening wordt verstaan activiteiten gericht op het door amateurs in groepsverband bij wijze van liefhebberij ontwikkelen en beoefenen van vaardigheden op het terrein van muziek, zang, toneel, dans en andere expressievormen.

  • 2. De subsidie bedraagt voor:

    • a.

      Korpsen

    een jaarlijkse bijdrage bestaande uit:

    • 1.

      een basissubsidie van € 910,-- per korps;

    • 2.

      een bedrag van € 25,-- per bespeeld instrument;

    • 3.

      een tegemoetkoming van 30% in de kosten van de dirigent/instructeur(s) tot een maximum van € 1.025,-- per jaar;

    • 4.

      een tegemoetkoming van 50% in de kosten van deelname aan concoursen of kampioenschappen tot een maximum van 2 concoursen of kampioenschappen per jaar.

    • b.

      Drumbands

    een jaarlijkse bijdrage bestaande uit:

    • 1.

      een basissubsidie van:

    • -

      € 175,-- voor een drumband met 8 tot 18 actieve leden;

    • -

      € 205,-- voor een drumband met 18 tot 35 actieve leden;

    • -

      € 265,-- voor een drumband met 35 of meer actieve leden;

    • 2.

      een bedrag van € 10,-- per bespeeld instrument;

    • 3.

      een tegemoetkoming van 15% in de kosten van de instructeur(s) tot een maximum van € 350,-- per jaar;

    • 4.

      een tegemoetkoming van 25% in de kosten van deelname aan concoursen of kampioenschappen tot een maximum van 2 concoursen of kampioenschappen per jaar.

    • c.

      Majorettenkorpsen

    een jaarlijkse bijdrage bestaande uit:

    • 1.

      een basissubsidie van:

    • -

      € 85,-- voor een majorettenkorps met 8 tot 18 actieve leden;

    • -

      € 110,-- voor een majorettenkorps met 18 tot 35 actieve leden;

    • -

      € 125,-- voor een majorettenkorps met 35 of meer actieve leden;

    • 2.

      een bedrag van € 5,-- kledinggeld per lid;

    • 3.

      een tegemoetkoming van 10% in de kosten van de instructeur(s) tot een maximum van € 105,-- per jaar;

    • 4.

      een tegemoetkoming van 15% in de kosten van deelname aan concoursen of kampioenschappen tot een maximum van 2 concoursen of kampioenschappen per jaar.

    • d.

      Zangverenigingen

    een jaarlijkse bijdrage bestaande uit:

    • 1.

      een bedrag van € 2,50 per lid met een minimum van € 70,-- per zangvereniging;

    • 2.

      een tegemoetkoming van 10% in de kosten van huisvesting;

    • 3.

      een tegemoetkoming van 10% in de kosten van leiding, zulks met een maximum van € 300,-- per jaar.

    • e.

      Toneelverenigingen

    een jaarlijkse bijdrage bestaande uit:

    • 1.

      een basissubsidie van € 50,-- per toneelvereniging;

    • 2.

      een tegemoetkoming van 10% in de kosten van huisvesting;

    • 3.

      een tegemoetkoming van 10% in de kosten van leiding, zulk met een maximum van € 75,-- per jaar.

    • f.

      Stifting Iepenloftspul

    een basissubsidie van € 1.250,-- per jaar.

    • g.

      Stifting Berne-iepenloftspul

    een basissubsidie van € 1.250,-- per jaar.

Artikel 9 Kunstzinnige vorming

  • 1. Onder kunstzinnige vorming wordt verstaan de activiteiten gericht op de vorming van inwoners op het terrein van zang, muziek, dans, toneel en kunst.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt in de vorm van een basissubsidie per lesuur.

  • 3. Zowel de hoogte van de basissubsidie als het aantal af te nemen lesuren wordt jaarlijks vastgesteld.

  • 4. Het college kan ter uitvoering van een subsidiebeschikking een overeenkomst sluiten als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 10 Flankerend ouderenwerk

  • 1. Onder flankerend ouderenwerk wordt verstaan de activiteiten en vormen van dienstverlening voor ouderen gericht op integratie in de samenleving, participatie bij de vormgeving van de eigen leefsituatie en handhaving van zelfstandigheid.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt als exploitatiesubsidie.

  • 3. De subsidie wordt verstrekt in de vorm van een basissubsidie van € 0,30 per deelnemer per bijeenkomst voor meer bewegen voor ouderen.

Artikel 11 Algemeen maatschappelijk werk

  • 1. Onder algemeen maatschappelijk werk wordt verstaan activiteiten die gericht zijn op het welbevinden van personen en groepen in de samenleving, waarvan ontplooiing, het dragen van verantwoordelijkheden voor zichzelf en voor anderen en actieve maatschappelijke deelname aspecten zijn.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt in de vorm van een bedrag per inwoner en een basissubsidie per cliënteenheid.

  • 3. Het college kan ter uitvoering van een subsidiebeschikking een overeenkomst sluiten als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 12 Gezondheidszorg

  • 1. Onder gezondheidszorg wordt verstaan de behartiging van de preventieve taken op het gebied van de volksgezondheid, inclusief de jeugdgezondheidszorg.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt in de vorm van een exploitatiesubsidie.

  • 3. Het college kan ter uitvoering van een subsidiebeschikking een overeenkomst sluiten als bedoeld in artikel 4.36 van de Algemene Wet Bestuursrecht.

Artikel 13 Georganiseerde sport

  • 1. Onder georganiseerde sport wordt verstaan die vorm van sport, waarbij volgens vaststaande regels individueel of in groepsverband een bepaalde lichamelijke of geestelijke prestatie wordt verricht.

  • 2. Onder sportverenigingen worden verstaan in de gemeente gevestigde verenigingen, die zich in hoofdzaak bezig houden met georganiseerde sport en tevens zijn aangesloten bij een algemeen erkende provinciale of landelijke sportbond.

  • 3. Onder jeugdleden worden verstaan leden van een sportvereniging beneden de 18 jaar.

  • 4. Onder kadervorming wordt verstaan de scholing van bestuurs- en sporttechnisch kader met uitzondering van beroepsopleidingen.

  • 5. Onder eenheidstarieven worden verstaan tarieven voor het onderhoud aan een grassportveld, het daarop aanwezige bosplantsoen en de er om heen gelegen sloten.

  • 6. Onder fictieve onderhoudskosten worden verstaan kosten voor onderhoudswerkzaamheden op basis van eenheidstarieven.

  • 7. Onder onderhoudskosten worden verstaan kosten voor onderhoudswerkzaamheden, welke naar algemeen geldende maatstaven dienen te geschieden om een (sport)voorziening in stand te houden.

  • 8. De subsidie wordt verstrekt in de vorm van:

    • a.

      een jaarlijkse basissubsidie van € 6,-- per jeugdlid;

    • b.

      een jaarlijkse exploitatiesubsidie, die de volgende bestanddelen kent:

      • 1.

        een bijdrage van 30% in de kosten van deskundige leiding met een maximum van € 15,--per lid voor de eerste 100 leden en van € 10,-- voor de overige leden;

      • 2.

        een bijdrage van 50% in de kosten van scheidsrechters- en bestuurskadercursussen, alsmede in de kosten van cursussen voor jeugdsportleider en recreatiesportleider, mits deze cursussen met goed gevolg zijn afgelegd;

      • 3.

        een bijdrage van 50% in de werkelijke onderhoudskosten van ijs-, tennis- en jeu de boulesbanen;

      • 4.

        een bijdrage van 50% in de fictieve onderhoudskosten van sportterreinen en de er om heen gelegen sloten;

      • 5.

        een bijdrage van 50% in de kosten van de op de sportterreinen aanwezige beplanting;

      • 6.

        een basissubsidie van € 115,-- in de kosten welke zijn verbonden aan de organisatie van het jaarlijkse schoolkaats-, schoolkorfbal- en jeugddamkampioenschap en het jaarlijkse schoolvoetbal- en schoollijnbaltoernooi.

  • 9. Voor het bepalen van het aantal jeugdleden, waarvoor recht op subsidie als bedoeld in lid 8, sub a bestaat, wordt uitgegaan van het gemiddelde aantal jeugdleden, dat op 1 januari en 31 december als zodanig bij de vereniging is ingeschreven.

  • 10. In afwijking van het bepaalde in lid 8, sub b, onder 4 en 5, is de bijdrage voor de sportterreinen te Easterein en Spannum 100%.

  • 11. Voor de berekening van de fictieve onderhoudskosten als bedoeld in lid 8, sub b, onder 4, wordt gebruik gemaakt van eenheidstarieven, die uitgedrukt worden in een jaarlijks door het college te bepalen bedrag per m2 voor:

    • a.

      het onderhoud van een grassportveld (inclusief maaien);

    • b.

      bosplantsoen;

    • c.

      sloot.

  • 12. Voor subsidie komen in aanmerking:

    • a.

      sportverenigingen;

    • b.

      instellingen, die één of meer sportterreinen onderhouden;

    • c.

      scholen en vrijwilligers voor zover het betreft de activiteiten genoemd in lid 8, sub b, onder 6.

  • 13. Om als sportvereniging voor subsidie in aanmerking te komen:

    • a.

      functioneert de sportvereniging tenminste één jaar als zodanig;

    • b.

      heeft de sportvereniging tenminste 20 leden;

    • c.

      weigert de sportvereniging niemand, die de wens te kennen geeft lid te willen worden, als lid, en;

    • d.

      heft de sportvereniging een contributie van tenminste € 11,-- per jaar per lid met uitzondering van de ijsverenigingen, voor wie dit laatste vereiste niet geldt.

  • 14. In afwijking van lid 12 komen ijsverenigingen uitsluitend in aanmerking voor de subsidie als bedoeld in lid 8, sub b, onder 3.

Artikel 14 Jubilea en bijzondere activiteiten

  • 1. Onder jubileum wordt verstaan de herdenking dat een instelling 100 jaar geleden is opgericht.

  • 2. Onder bijzondere activiteiten worden verstaan activiteiten, die in de gemeente gehouden worden, die voor iedereen toegankelijk zijn tegen betaling van een redelijke bijdrage en die zich naar aard en kosten onderscheiden van andere gelijksoortige activiteiten.

  • 3. De subsidie bedraagt 10% van de kosten verbonden aan de organisatie van activiteiten ter viering van een jubileum met een maximum van € 1.135,--.

  • 4. De subsidie bedraagt 50% van de kosten verbonden aan de organisatie van bijzondere activiteiten met een maximum van € 455,--.

Artikel 15 Overige werkvormen

  • 1. Onder overige werkvormen worden verstaan de activiteiten die niet ondergebracht kunnen worden bij de eerder in deze beleidsregels genoemde werkvormen, maar wel gerekend kunnen worden te vallen onder het begrip specifiek welzijn.

  • 2. De subsidie wordt verstrekt in de vorm van een exploitatiesubsidie.

Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking op 1 juli 2008.

  • 2. Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels specifiek welzijn.

  • 3. De Beleidsregels ter uitvoering van afdeling 3.2. (specifiek welzijn) van de gemeente Littenseradiel van 30 oktober 2007 worden op de in lid 1 genoemde datum ingetrokken.

Ondertekening

Wommels, 17 juni 2008

Het college van burgemeester en wethouders,

, burgemeester

, secretaris