Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Graafstroom

Verordening klachtenbehandeling gemeente Graafstroom 2003

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Graafstroom
Officiële naam regelingVerordening klachtenbehandeling gemeente Graafstroom 2003
CiteertitelKlachtenverordening gemeente Graafstroom 2003
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerparchief 336-7

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Art. 147 Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-10-200321-06-2011Onbekend

22-09-2003

Kontakt, 09-10-2003

Onbekend

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Graafstroom:

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 september 2003, nr.

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de navolgende

Verordening klachtenbehandeling gemeente Graafstroom 2003

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • ·

    Klachtencommissie: de commissie als bedoeld in artikel 2;

  • ·

    Klacht: een schriftelijke uiting van ongenoegen, als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht, over een gedraging van een gemeentelijk bestuursorgaan, een bestuurder dan wel een persoon die in dienst of in opdracht van de gemeente Graafstroom werkzaam is met uitzondering van het onderwijzend personeel;

  • ·

    Klager: een natuurlijk- of rechtspersoon die zich met een klacht tot het gemeentebestuur van Graafstroom wendt;

  • ·

    Gedraging: een feitelijke handeling of nalatigheid;

Artikel 2

Er is een commissie ter voorbereiding van en de advisering over de beslissing op ingediende klachten als bedoeld in artikel 1

Artikel 3 De Commissie

  • 1. De klachtencommissie bestaat uit een voorzitter, twee leden en twee plaatsvervangende leden die worden benoemd, geschorst en ontslagen door de gemeenteraad op voorstel van burgemeester en wethouders;

  • 2. De zittingsduur van de leden is gelijk aan de zittingsduur van de leden van de gemeenteraad;

  • 3. De leden van de commissie kunnen te allen tijde ontslag nemen. Het ontslag dient schriftelijk bij de gemeenteraad te worden ingediend. De leden blijven hun functie vervullen tot er een opvolger is benoemd;

  • 4. De leden van de commissie kunnen door de gemeenteraad worden ontslagen indien zij niet naar behoren functioneren;

  • 5. De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden kunnen geen deel uitmaken van de commissie indien zij werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan. Leden van de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders kunnen eveneens geen lid zijn van de commissie.

  • 6. Een lid van de commissie neemt niet deel aan de behandeling van de klacht als het lid op enigerlei wijze direct of indirect betrokken is bij de klacht. Deze plaats wordt opgevuld door een plaatsvervangend lid van de commissie;

  • 7. De commissie neemt een klacht alleen in behandeling indien deze is voorzien van naam en adres van de klager, is gemotiveerd en is voorzien van voldoende van belang zijnde gegevens.

Artikel 4 Secretariaat

  • 1. De commissie wordt voor het verrichten van secretariaatswerk bijgestaan door een door burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaar;

  • 2. De in het eerste lid bedoelde secretaris is met betrekking tot zijn werkzaamheden als zodanig uitsluitend verantwoording schuldig aan de commissie;

  • 3. De secretaris kan ten behoeve van zijn werkzaamheden gebruik maken van de administratieve diensten van de gemeentelijke organisatie.

Artikel 5 Vergadering

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls de voorzitter dit nodig oordeelt of wanneer één lid hem dit met opgaaf van redenen verzoekt.

  • 2. De commissie kan alleen beraadslagen en besluiten indien tenminste twee leden, waaronder de voorzitter, aanwezig zijn.

  • 3. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen.

  • 4. De commissie kan een klacht niet-ontvankelijk, gegrond of ongegrond verklaren, dan wel de klacht buiten behandeling laten.

Artikel 6 Inlichtingen

  • 1. De commissie kan over een ter advisering voorgelegde klacht bij het desbetreffende bestuursorgaan, bestuurder of bij de desbetreffende persoon in dienst van de gemeente verzoeken inlichtingen te verstrekken. De gevraagde inlichtingen worden binnen twee weken gegeven;

  • 2. Door of vanwege de commissie kan inzage genomen worden en zo nodig afschriften gemaakt worden van de op de desbetreffende klacht betrekking hebbende documenten, bescheiden en correspondentie die het bestuursorgaan, bestuurder of ambtenaar onder zich heeft.

Artikel 7 Horen

  • 1. De commissie kan klager en degene tegen wie de klacht is gericht horen;

  • 2.Van het horen van de klager kan worden afgezien indien de klacht kennelijk ongegrond is dan wel indien de klager heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord;

  • 3. Zo nodig stelt de commissie andere belanghebbenden in de gelegenheid zich te doen horen;

  • 4. Van de hoorzitting wordt een verslag gemaakt. Dit verslag bevat in ieder geval een weergave van de kern van hetgeen ter zitting naar voren is gebracht.

Artikel 8 Bevoegdheid commissie

  • 1. De commissie adviseert het bestuursorgaan dat over de klacht dient te beslissen en kan, naar aanleiding van een behandelde klacht en ter voorkoming van klachten, daarbij aanbevelingen doen aan gemeentelijke bestuursorganen.

  • 2. De commissie adviseert de indiener van een klacht niet-ontvankelijk te verklaren als het een zaak betreft:

    • a.

      waarvoor een beroepsinstantie is aangewezen;

    • b.

      waarvoor een geëigende en doelmatige rechtsgang openstaat of opengestaan heeft;

    • c.

      waarbij geen sprake is van een klacht als bedoeld in artikel 1 van deze verordening;

    • d.

      waarbij – na een geboden herstelkans – niet wordt voldaan aan de eisen van artikel 3, lid 7, van deze verordening;

    • e.

      waarover reeds eerder een klacht is ingediend en behandeld, tenzij nieuwe feiten worden aangevoerd die een hernieuwd onderzoek rechtvaardigen.

Artikel 9 Behandeling klacht

  • 1. De klager ontvangt binnen twee weken na het indienen van de klacht een ontvangstbevestiging. In deze ontvangstbevestiging wordt vermeld dat de klacht ter advisering aan de commissie is voorgelegd, dat de commissie de klacht in behandeling neemt en hoe de verdere afhandeling van de klacht verloopt.

  • 2. Uiterlijk zes weken na ontvangst van de klacht adviseert de commissie aan het bestuursorgaan of de klacht ontvankelijk is en in het bevestigende geval of deze gegrond dan wel ongegrond is. Wanneer behandeling binnen deze termijn niet mogelijk blijkt, licht de commissie de klager hieromtrent schriftelijk in, onder opgave van redenen en van de termijn waarbinnen de behandeling naar verwachting zal plaatsvinden.

  • 3. Een afschrift van het advies wordt tegelijkertijd aan betrokkenen toegezonden. Daarbij wordt zo nodig mededeling gedaan van aanbevelingen die de commissie heeft opgesteld.

  • 4. Het bestuursorgaan beslist binnen 4 weken na ontvangst van het advies over de klacht.

Artikel 10 Bijzondere gevallen

De commissie beslist in de gevallen waarin deze verordening niet voorziet en kan ter zake voor de uitvoering nadere regelen stellen.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Klachtenverordening gemeente Graafstroom 2003”.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag nadat bekendmaking als bedoeld in artikel 139 en 142 van de Gemeentewet heeft plaatsgevonden. Terzelfder tijd vervalt de Verordening klachtenbehandeling 1999, vastgesteld op 13 september 1999, met dien verstande dat deze verordening haar werking behoudt voor de voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening reeds ingediende klachten.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad

der gemeente Graafstroom, gehouden op 22 september 2003

De raadsgriffier, De voorzitter,

E.G. Bunt drs. J. van Belzen