Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Menterwolde

Beleidsregels bijzondere inkomsten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Menterwolde
Officiële naam regelingBeleidsregels bijzondere inkomsten
CiteertitelBeleidsregels bijzondere inkomsten
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-04-201601-01-2020Onbekend

22-03-2016

Gemeenteblad jaargang 2016, nr. 36580

Onbekend

Tekst van de regeling

Artikel 1 opbrengsten in verband met gokken

  • 1. Periodieke opbrengsten uit gokken is inkomen waarmee de bijstand volledig rekening houdt. Op deze opbrengsten is geen vrijlating van een deel van het inkomen van toepassing.

  • 2. Een incidentele opbrengst uit gokken wordt gezien als vermogen waarmee de bijstand rekening houdt.

  • 3. Geen rekening wordt gehouden met de ingezette gelden, geleden verliezen noch met de inzet van de opbrengsten in een nieuwe inleg.

  • 4. Met een incidentele opbrengst dat gelijk of lager is dan 150 euro per kalenderjaar wordt geen rekening gehouden.

  • 5. Alle opbrengsten in verband met gokken moeten door belanghebbende gemeld worden aan het college.

Artikel 2 Hennepteelt

  • 1. Indien sprake is van hennepteelt van maximaal 5 planten wordt deze geacht geteeld te worden voor eigen gebruik en mitsdien wordt geen rekening gehouden met inkomsten uit deze teelt, tenzij wel sprake is van een beroeps- of bedrijfsmatige teelt.

  • 2. Indien sprake is van hennepteelt van 6 of meer planten wordt belanghebbende geacht inkomsten hieruit te genereren. Deze inkomsten worden in zijn geheel in aanmerking genomen als middel voor de bijstand en hierop is de vrijlating niet van toepassing.

Artikel 3 (Internet)verkopen

  • 1. Incidentele verkoop van eigen privé goederen hoeft niet gemeld te worden en dit wordt mitsdien niet als middel voor de bijstand in aanmerking genomen, tenzij het uit oogpunt van bijstandsverlening niet verantwoord is om deze middelen vrij te laten.

  • 2. Indien sprake is van eerder verworven of anderszins verkregen goederen die vervolgens worden verkocht duidt dit op handel en is sprake van inkomsten waarmee de bijstand rekening houdt. De vrijlatingsbepalingen zijn niet van toepassing.

  • 3. Indien op meer structurele wijze goederen worden verkocht is sprake van inkomsten waarmee de bijstand rekening houdt. De vrijlatingsbepalingen zijn niet van toepassing.

  • 4. Het fokken en het (door) verkopen van dieren moet worden gemeld en de opbrengsten minus kosten hiervan worden beschouwd als inkomen waarmee de bijstand rekening houdt. De vrijlating is hierop niet van toepassing.

Toelichting

Artikel 1

Onder gokken wordt onder meer verstaan online gokken, meedoen aan loterijen, casino etcetera.

Als een belanghebbende heeft verzwegen dat hij of zij middelen ontving uit gokken moet een deugdelijk boekhoudverslag overgelegd worden waaruit opgemaakt kan worden welke inkomsten of welk vermogen is behaald door het gokken. Hiervoor geldt dat de opbrengsten uit gokken middelen zijn en dat hierop geen inleg of andere kosten in mindering gebracht mag worden. Kan een deugdelijk boekhoudverslag niet overgelegd worden wordt de bijstand ingetrokken vanaf de datum waarop vastgesteld is dat er gokactiviteiten plaatsvonden. In dat geval kan het recht op bijstand niet vastgesteld worden. Ook kan van belang zijn de vraag of de inzet uit de bijstand betaald kan worden. Dit met het oog op inkomens- of vermogensfraude.

Dit artikel geldt niet voor de Ioaw en Ioaz tenzij sprake is van een beroepsmatige gokker. Inkomsten uit gokken kunnen anders niet gekwalificeerd worden als inkomsten uit arbeid in de Ioaw. Het past niet in de definities van de Ioaw. Voor het vaststellen of iemand als beroepsgokker moet worden aangemerkt is onder meer het aantal uren dat hij of zij besteed aan gokken van belang en/of sprake is van een patroon van inkomsten dat duidt op regelmatig gokken.  

Artikel 1, eerste lid

Onder periodieke opbrengsten  wordt verstaan een meer dan incidentele opbrengst in verband met gokken. De vrijlatingsartikelen voor een deel van de inkomsten zijn niet van toepassing omdat gokken geen bijdrage levert aan het bevorderen van uitstroom naar betaald werk.

Artikel 1, tweede lid

Onder een incidentele opbrengst wordt verstaan één opbrengst in verband met gokken in een kalenderjaar. Een ontvangen prijs buiten de bijstandsperiode wordt niet meegeteld.

Het nog vrij te laten vermogen wordt met de opbrengst verminderd. Voor zover hierdoor de nog resterende vermogensruimte wordt overschreden wordt de bijstand ingetrokken, tenzij de overschrijding lager is dan de voor belanghebbende geldende bijstandsnorm op maandbasis

Artikel 1, derde lid

Met de eventueel door de belanghebbende gestelde kosten van de deelname en de inzet van het gokspel wordt geen rekening gehouden. Deze kosten zijn namelijk gelijk te stellen met verwervingskosten. Dergelijke kosten worden niet op het inkomen in mindering gebracht. De bijgeschreven of ontvangen bedragen worden dus geheel in aanmerking genomen, ook al stelt de belanghebbende met dit gokken meer geld te hebben verloren dan gewonnen. Evenmin wordt rekening gehouden met een eventuele nieuwe inleg uit de verkregen gokopbrengsten.

Artikel 1, vierde lid

Uit oogpunt van bijstandsverlening is het verantwoord om geen rekening te houden met een incidentele opbrengst in verband met gokken in zoverre dit niet uitkomt boven 150 euro per kalenderjaar. Een ontvangen prijs buiten de bijstandsperiode wordt niet meegeteld. Voor periodieke opbrengsten geldt dit niet omdat dit inkomsten zijn waarmee in het levensonderhoud voorzien kan worden.

Toelichting artikel 2

Voor de beoordeling of sprake is van een beroepsmatige of bedrijfsmatige teelt wordt onderstaande stappenplan doorlopen. Als sprake is van meer dan 5 planten wordt een beroepsmatige of bedrijfsmatige teelt verondersteld tenzij belanghebbende bewijs levert dat dit anders is.

Stappenplan:

I. Wat is het doel van de hennepteelt?

a. Belanghebbende wil er geld mee verdienen?Ja, dan is zonder meer sprake van beroeps of bedrijfsmatige teelt. Belanghebbende moet de hennepkwekerij melden bij het college.

b. Belanghebbende teelt de planten voor eigen gebruik? Ja, dan moet worden beoordeeld of sprake is van een hennepkwekerij voor eigen gebruik of voor beroeps- of bedrijfsmatige doeleinden. Zie vraag II.

II. Uit hoeveel hennepplanten bestaat de hennepkwekerij?

c.Meer dan 5? Ja, dan is in beginsel geen sprake van eigen gebruik, maar wordt beroeps- of bedrijfsmatige teelt aangenomen. Belanghebbende moet de hennepkwekerij melden bij het college.

d.5 of minder? Ja, dan moet worden gekeken naar de mate van professionaliteit. Zie vraag III.

III. Wat is de mate van professionaliteit van de hennepkwekerij?

e.Wordt voldaan aan 2 of meer punten, genoemd in de lijst indicatoren (bijlage 1 van de Aanwijzing opiumwet van het college van procureur-generaal (Stcrt. 2011, nr. 22936*)Ja, dan is in beginsel sprake van beroeps- of bedrijfsmatige hennepteelt. Belanghebbende moet de hennepkwekerij melden bij het college.

Wordt niet voldaan aan minimaal 2 punten, genoemd in de lijst indicatoren (bijlage 1 van de Aanwijzing*)? Ja, dan is in beginsel sprake van hennepteelt voor eigen gebruik.

Het ligt op de weg van een belanghebbende feiten te stellen en te bewijzen dat, indien de inlichtingenplicht wel naar behoren zou zijn nagekomen, toch (volledige) bijstand zou zijn verstrekt (zie CRvB 22-03-2005, nr. 03/3477 NABW, CRvB 27-11-2008, nr. 07/4664 WWB en CRvB 20-05-2010, nrs. 08/432 WWB e.a. en CRvB 13-08-2013, nr. 12/1396 WWB). Indien belanghebbende de transacties niet aan het college heeft gemeld en geen administratie heeft bijgehouden, maakt belanghebbende het voor het college onmogelijk om (achteraf) vast te stellen of en zo ja, in welke mate de handel inkomsten gegenereerd heeft, die bij de vaststelling van het recht op bijstand in aanmerking moeten worden genomen. Belanghebbende neemt hierdoor zelf het risico dat hij niet meer zou beschikken over bewijsstukken om de hoogte van zijn verdiensten aan te tonen. De gevolgen komen dan voor zijn rekening.

Bij het bepalen van de aanvangsdatum van een hennepkwekerij kan het college rekening houden met een zekere voorbereidingstijd en een groeicyclus van hennepplanten van 10 weken (zie CRvB 15-02-2012, nr. 11/6138 WWB en CRvB 22-01-2013, nrs. 10/4548 WWB e.a.).

De vrijlatingsartikelen voor een deel van de inkomsten zijn niet van toepassing omdat hennepteelt geen bijdrage levert aan het bevorderen van uitstroom naar werk.

Toelichting artikel 3

Het college kan belanghebbende verzoeken inzicht te geven in de aard en omvang van de verkoopactiviteiten. Voor zover belanghebbende dit inzicht niet verschaft wordt de bijstand beëindigd en teruggevorderd vanaf het moment waarop voor het eerst is geadverteerd door belanghebbende of vanaf ingangsdatum van de bijstand als dit later is.

Artikel 3, eerste lid

Kopen en verkopen op internet gebeurt veelvuldig. Dat is natuurlijk ook het geval door ( bij) mensen in de bijstand. Maar omdat de bijstand laatste vangnet van de sociale zekerheid is, moet in beginsel alles wat door de bijstandsgerechtigde wordt verdiend op de uitkering in mindering gebracht worden (art. 19 van de Participatiewet). Maar als het gaat om het verkopen van eigen normaal gebruikelijke privé goederen geldt dit niet. Dit is als het ware substitutie van een gebruikelijk goed in geld. Indien het gaat om goederen met een hoge waarde zoals bijvoorbeeld het verkopen van een dure verzameling of schilderij wordt de opbrengst tot het vermogen gerekend voor zover de vrijlating hiervan uit oogpunt van bijstandsverlening onverantwoord is. Het vermogen vastgelegd in de schilderij wordt dan omgezet in liquide middelen.

Mocht het gaan om het verkopen van een auto of motor vervalt de gemeentelijke vrijlating voor een auto/motor. De opbrengst van de verkochte auto/motor wordt tot het vermogen van belanghebbende gerekend. Dit wordt in mindering gebracht op het nog vrij te laten vermogen. (Maar hoe beoordelen we de verkoop van een auto als deze wordt ingeruild tegen een andere/nieuwere b.v. omdat de auto ook wordt ingezet bij woon-werk verkeer). Voor zover hierdoor de nog resterende vermogensruimte wordt overschreden, wordt de bijstand ingetrokken, tenzij de overschrijding lager is dan de voor belanghebbende geldende bijstandsnorm op maandbasis. Voor goederen als bijvoorbeeld een caravan, boot etc. geldt dat de opbrengsten tot het vermogen wordt gerekend, tenzij uiteraard het tweede of derde lid van toepassing is.

Artikel 3, tweede lid

Indien sprake is van goederen die vooraf gekocht of (al dan niet gratis) verkregen worden en vervolgens worden verkocht is sprake van opbrengsten die (als inkomen) volledig gekort worden op de bijstand. Hier is geen sprake van verkoop van eigen privé goederen. Dit onderdeel van artikel 3 is ook van toepassing als het slechts om één goed gaat.

De vrijlatingsbepalingen zijn niet van toepassing omdat hierdoor niet wordt verwacht dat de arbeidskansen stijgen.

Artikel 3, derde lid

Als verkopen van eigen privé goederen een structureel karakter hebben worden de opbrengsten als inkomen op de bijstand in mindering gebracht. Dit zonder vrijlating omdat hierdoor niet verwacht wordt dat de arbeidskansen stijgen. Uit de jurisprudentie wordt niet helder wat onder structureel moet worden verstaan. Bij verkoop van eigen privé goederen werd 59 verkopen in 6 maanden tijd niet structureel bevonden door de CRvB. Daarentegen was 140 verkochte goederen in 9 maanden tijd wel structureel. Als het gaat om goederen die eerder verworven zijn met het oogmerk om deze te verkopen is altijd sprake van te korten inkomsten. Bij de verkoop van eigen privé goederen is de vraag of sprake is van normaal gebruikelijke goederen cruciaal. Is dat niet zo dan is sneller sprake van op structurele wijze verkopen van goederen. Als vuistregel kan aangenomen worden dat als sprake is van meer dan 4 verkopen per kalenderjaar de opbrengsten als inkomsten gerekend worden vermits de totale opbrengsten in dat kalenderjaar een bedrag van 2.000 euro te boven gaat.

Artikel 3, vierde lid

Deze regel is niet van toepassing als het een huisdier betreft dat om belanghebbende moverende redenen verkocht moet worden en het huisdier al enige tijd als huisdier werd gehouden.Er is dan sprake van omstandigheden en was het niet de bedoeling om het huisdier te verkopen. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen als één van de huisgenoten allergisch is voor dit huisdier.

 
Belichtingdaglicht kunstlicht op tijdklokken
Voedinggieter centraal geregeld bevloeiingssysteem, drupsysteem
Ruimtebalkon, tuinafgescheiden ruimte in huiskas of grote, verdeelde en afgeschermde ruimte binnen of buiten
Afscherminggeen geïsoleerd m.b.t. daglicht en temperatuur
Ventilatiegeen afzuiging naar buiten
Verwarminggeenwelthermostaat- of computergestuurd
Bodemaarde, potgrond speciaal verrijkte aarde en potgrond, steenwol, hydrocultuur
Ziektebestrijdinggeenwelsignaleringsvellen, ziektebestrijding, ook biologische
Verwerkingkleinschaligin eigen beheeruitbesteed aan manicultuurbedrijf
Plantmateriaalonbekend zaadgeselecteerd zaadstekken en klonen van eigen planten of extern gekocht
CO2-suppletiegeenwelgestuurde installatie