Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Schijndel

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Schijndel
Officiële naam regelingVerordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014
CiteertitelVerordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Schijndel 2014.
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikelen 95, 96, eerste en tweede lid en 97 en 147 van de Gemeentewet,
  2. artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders
  3. artikelen 4, 7a, vierde lid, 13, tweede lid, 14, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-11-201401-08-201401-01-2017Nieuwe regeling

06-11-2014

Gemeenteblad 17 november 2014, nummer 65432

14.025676

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieledengemeente Schijndel2014

De raad van de gemeente Schijndel;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 oktober 2014;

gelet op de artikelen 95, 96, eerste en tweede lid en 97 en 147 van de Gemeentewet,

de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders,

de artikelen 4, 7a, vierde lid, 13, tweede lid, 14, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

besluit

Vast te stellen de volgende verordening:

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieledengemeente Schijndel2014

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: commissie ingesteld als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet;

  • b.

    Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;

  • c.

    Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 december 2009, Stb.561;

  • d.

    Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2004, Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;

  • e.

    Raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder;

  • f.

    Griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

  • g.

    Gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet.

  • h.

    Commissielid: lid van een commissie, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor raads- en commissieleden

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden voor raadsleden

De vergoeding voor de werkzaamheden voor raadsleden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 3 vastgestelde maximum.

Artikel 3 Vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen

1.Aan commissieleden wordt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies toegekend die gelijk is aan het door de minister van

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse drie vastgestelde maximum.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96 van de Gemeentewet ontvangt.

  • 3.

    Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie

    • a.

      Als raadslid of wethouder;

    • b.

      Uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;

    • c.

      Als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient.

Artikel 4 Onkostenvergoeding raadslidmaatschap

De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten is dwingendrechtelijk geregeld bij wet.

Artikel 5 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid

De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raads-of commissielid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.

Artikel 6 Compensatie korting werkloosheidsuitkering

  • 1. In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, kan deze verzoeken de vergoeding ten laste van de gemeente te verhogen tot het bedrag van bedoelde korting.

  • 2. In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, kan deze verzoeken deze vergoeding ten laste van de gemeente te verhogen tot het bedrag van bedoelde korting.

Artikel 8 Reis- en verblijfkosten

  • 1. De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reis- en verblijfkosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden aan het raadslid vergoed.

  • 2. De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reis- en verblijfkosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden aan het commissielid vergoed.

  • 3. De vergoeding als bedoeld in het eerste en tweede lid is:

    • a.

      voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;

    • b.

      voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.

Artikel 9 Buitenlandse excursie of reis

  • 1. De gemeenteraad kan een delegatie uit de gemeenteraad of een raadscommissie toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland als deze door of vanwege de gemeente wordt georganiseerd. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

  • 2. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.

Artikel 10 Scholing

  • 1. Raads- of commissieleden die aan scholing als bedoeld in artikel 13, eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden willen deelnemen, die niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2. De aanvraag bedoeld in het eerste lid gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3. Kosten van scholing die wordt georganiseerd door de beroepsvereniging van raadsleden of door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten komt altijd voor vergoeding door de gemeente in aanmerking als voldaan wordt aan de voorwaarden genoemd in het eerste lid.

  • 4. De gemeenteraad kan bij aparte verordening nadere regels stellen met betrekking tot de maximale vergoeding.

  • 5. Aanvragen die niet overeenkomstig de bepalingen in deze verordening worden ingediend komen niet voor vergoeding in aanmerking.

  • 6. In de gevallen waarin dit artikel niet voorziet, beslist het presidium.

Artikel 11 Tablet PC

  • 1. Aan raads- en commissieleden wordt ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het raads- c.q. commissielidmaatschap een tablet pc in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 2. Het raads- en commissielid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 12 Werkkostenregeling

Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen:

  • 1.

    De vergoedingen op grond van artikel 4

  • 2.

    De vergoedingen op grond van artikel 8

  • 3.

    De vergoedingen op grond van artikel 9

  • 4.

    De vergoedingen op grond van artikel 10

Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders

Artikel 13 Onkostenvergoeding wethouders

De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten is dwingendrechtelijk geregeld bij wet.

Artikel 14 Reiskosten woon-werkverkeer

  • 1. Wethouders hebben recht op een vergoeding van de kosten voor woon-werkverkeer, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 2. Er bestaat maximaal twee keer per dag recht op een enkele reis vergoeding woon-werkverkeer.

  • 3. De reiskosten als bedoeld in het eerste lid worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verordening.

Artikel 15 Zakelijke reiskosten

  • 1. Wethouders hebben recht op een vergoeding voor reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 2. De reiskosten als bedoeld in het eerste lid worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verordening.

Artikel 16 Buitenlandse dienstreis

  • 1. Als de wethouders in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maken worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.

  • 2. Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

Artikel 17 Scholing

  • 1. De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente

  • 2. De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij het college van burgemeester en wethouders. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de uitoefening van het ambt als wethouder.

Artikel 18Tablet PC

  • 1.

    Aan een wethouder wordt ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het wethouderschap een tablet pc in bruikleen gesteld.

  • 2.

    De wethouders aan wie een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, tekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente..

  • 3.

    Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

.

Artikel 19 Mobiele telefoon

De wethouders aan wie communicatieapparatuur in bruikleen ter beschikking wordt gesteld tekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

Artikel 20 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten bij benoeming

De wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:

  • a.

    reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders, en

  • b.

    verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 21 Fietsregeling

  • 1. De wethouder kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van de wethouder wordt de bezoldiging dan wel vaste onkostenvergoeding dan wel eindejaarsuitkering verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.

  • 2. Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 22 Werkkostenregeling

Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen op grond van de artikelen 14, 15, 16, 17, 20, 21

Hoofdstuk IV De procedure van declaratie

Artikel 23 Betaling vaste vergoedingen

De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis tenzij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, het Rechtspositiebesluit wethouders of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.

Artikel 24 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1. Raads- en commissieleden en wethouders dragen ten behoeve van het vergoeden van kosten zorg voor rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

  • 2. Verantwoording van de vergoeding door het raadslid, het commissielid respectievelijk de wethouder vindt plaats door een door het college vastgesteld formulier volledig in te vullen en te ondertekenen.

  • 3. Facturen komen alleen voor vergoeding in aanmerking als voldaan wordt aan de bepalingen in deze verordening.

  • 4. Het formulier wordt ter goedkeuring ingediend bij de griffier, respectievelijk de gemeentesecretaris, of een daartoe aangewezen ambtenaar.

Artikel 25 Declaratie van vooruit betaalde kosten

  • 1. De declaratie van de kosten die uit eigen middelen vooruit zijn betaald en de vergoeding van reiskosten met de eigen auto vindt plaats door gebruikmaking van een door het college vastgesteld formulier.

  • 2. Het formulier wordt binnen twee maanden na de betaling cq de datum van de gemaakte rit volledig ingevuld en ondertekend door het raads- of het commissielid respectievelijk de wethouder en ter goedkeuring ingediend bij de griffier, respectievelijk de gemeentesecretaris, of een daartoe aangewezen ambtenaar, onder bijvoeging van de bewijsstukken.

Hoofdstuk VI Citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 26 Intrekking oude regeling

De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2013 (vastgesteld op 20 december 2012) wordt ingetrokken.

Artikel 27 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 7 november 2014 en werkt terug tot en met 1 juli 2014.

Artikel 28 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Schijndel 2014.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van 6 november 2014,

De griffier,

F.G.T.W. van Kessel–van Erp

De voorzitter,

J.Eugster - van Bergeijk

Bijlagen:

Circulaire Besluit Harmonisering en modernisering rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers

Ter inzage:

http://www.vng.nl/onderwerpenindex/arbeidsvoorwaarden-en-personeelsbeleid/politieke-ambtsdragers/nieuws/wijzigingen-rechtspositie-raads-en-commissieleden-wethouders-en-burgemeesters