| Overheidsorganisatie | Gemeente Spijkenisse |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2015 |
| Citeertitel | Verordening lijkbezorgingsrechten 2015 |
| Vastgesteld door | gemeenteraad |
| Onderwerp | financiën en economie |
| Eigen onderwerp |
1. Deze verordening volgt op de Verordening lijkbezorgingsrechten 2014
2. Deze verordening wordt ingetrokken door art. 12 van de Verordening lijkbezorgingsrechten 2016
3. Er is overgangsrecht van toepassing, volgens artikel 13 van de Verordening lijkbezorgingsrechten 2016
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 25-07-2015 | 01-01-2015 | 01-01-2016 | nieuwe regeling | 16-12-2014 | 14.R.00244 |
De raad van de gemeente Spijkenisse;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
gezien het advies van de commissie Algemene Zaken van 2 december 2014;
besluit:
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2015.
Voor de toepassing van deze verordening wordt mede begrepen onder:
een lijk: een stoffelijk overschot;
een lijkkist: een kist, bestemd voor de bewaring van een stoffelijk overschot;
een urn: een houder ter bewaring van as na crematie;
begraven: het ter aarde bestellen van een stoffelijk overschot of het bijzetten van een urn.
De rechten worden geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
2. Met betrekking tot de rechten genoemd in rubriek 7.2 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt vooruitbetaald.
1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in rubriek 7.1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, zijn de rechten bedoeld in rubriek 7.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de rechten bedoeld in rubriek 7.1 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Andere rechten dan die bedoeld in rubriek 7 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
De lijkbezorgingsrechten worden bij wege van aanslag geheven.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de lijkbezorgingsrechten.
De Verordening lijkbezorgingsrechten 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15 genoemde datum van ingang van de heffing.
De Verordening lijkbezorgingsrechten 2014 blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich vóór de in artikel 15 genoemde datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking. Indien de bekendmaking na 1 januari 2015 plaatsvindt, dan werkt deze verordening terug tot en met 1 januari 2015.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening lijkbezorgingsrechten 2015.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Spijkenisse 16 december 2014.
Voor het uitsluitend recht om lijken te mogen doen plaatsen en te hebben in een bepaald graf of urnenruimte – zolang de begraafplaats niet gesloten is verklaard – wordt, onverminderd de rechten, verschuldigd voor het begraven van een lijk of het bijzetten van een asbus, bedoeld in rubriek 3 van deze tarieventabel, geheven:
bij de eerste uitgifte (voor de tijd van 20 jaar): € 1.783,43;
bij het verlengen na afloop van de termijn van de eerste uitgifte (voor de tijd van 10 jaar): € 926,59.
Indien als gevolg van een besluit tot sluiting van de algemene begraafplaats het verlengen plaatsvindt voor een termijn korter dan 10 jaar, voor elk jaar – een gedeelte van een jaar wordt voor een heel jaar gerekend – 1/10 deel van het in deze rubriek onder 1b bedoelde bedrag.
Rubriek 2 Begraven en bijzetten
Voor het begraven van een lijk of het bijzetten van een asbus op de algemene begraafplaatsen worden de navolgende rechten geheven:
in een particulier graf of in een algemeen graf: € 922,13;
in een kindergraf (1 tot en met 11 jaar): € 461,07;
in een kindergraf (beneden 1 jaar): € 230,50;
in een particulier urnengraf of in een algemeen urnengraf: € 576,59.
Voor het begraven van een stoffelijk overschot of het bijzetten van een asbus op maandag tot en met vrijdag na 15.00 uur, alsmede zaterdag, zondag en christelijk erkende feestdagen wordt –boven de rechten genoemd in het eerste lid van deze rubriek- een recht geheven van € 194,92.
De verhoging van het recht, als bedoeld in deze rubriek onder 2, wordt niet toegepast als het begraven door de burgemeester in het belang van de openbare orde of gezondheid is belast.
Rubriek 3 Het openen en sluiten van een graf of een urnengraf
Voor het op verzoek openen en sluiten van een graf worden de volgende rechten geheven:
voor een particulier graf of een algemeen graf: € 268,60.
voor een kindergraf, een particulier urnengraf, of een algemeen urnengraf: € 134,24.
Rubriek 4 Opgraven of afzonderen van een lijk of het verzetten of verschikken van een urn
Voor het opgraven van een lijk, voor het ruimen van een particulier graf op aanvraag van de rechthebbende, zomede voor het verzetten of het verschikken van lijkkisten wordt, onverminderd het recht als bedoeld in rubriek 3, voor ieder lijk of iedere lijkkist een recht geheven van € 2.692,92.
Indien de lengte van een kist minder is dan 90 cm wordt in plaats van het in deze rubriek onder 1 genoemde recht een bedrag geheven van € 1.923,52.
Voor het opgraven van een urn in een algemeen of particulier urnengraf op aanvraag van de rechthebbende, zomede het verzetten of verschikken van een urn (behalve op rechtelijk gezag) wordt, onverminderd het recht als bedoeld in rubriek 3, voor iedere urn in een algemeen of particulier urnengraf een recht geheven van € 320,59.
Indien in hetzelfde particuliere urnengraf een tweede urn tegelijkertijd wordt geruimd, verzet of verschikt dan is voor deze urn een recht verschuldigd van € 66,68.
Rubriek 5 Tijdelijke plaatsing van een lijk in een baarhuisje
Voor de tijdelijke plaatsing van een lijk in een baarhuisje wordt voor elk etmaal of gedeelte daarvan een recht geheven van € 41,29.
Rubriek 6 Aanbrengen van grafbedekkingen
Met inachtneming van hetgeen dienaangaande in de Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Spijkenisse 2013 is bepaald, wordt geheven voor:
een vergunning voor het stichten van een grafkelder: € 610,59;
een vergunning voor het plaatsen van een steen, tegel of zerk: € 53,22.
Rubriek 7 Rechten voor het onderhoud van grafbedekkingen
Voor het onderhoud van gemeentewege van grafbedekkingen, als bedoeld in de Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Spijkenisse 2013, wordt gedurende het in het tweede lid genoemde aantal jaren per belastingjaar of gedeelte daarvan geheven, indien het onderhoud in 2014 is aangevangen:
van een tegel op een algemeen graf, een kindergraf of een urnenruimte: € 84,34;
van een liggende zerk op een particulier graf of kindergraf: € 114,75;
van een staande steen op een particulier graf of kindergraf: € 114,75;
van een tegel op een particulier graf: € 114,75;
van een op verzoek van rechthebbende op een particulier graf aangebrachte beplanting: € 33,49.
Het in het eerste lid bedoelde jaarlijkse onderhoudsrecht kan, zo de belastingplichtige dit schriftelijk verzoekt, worden vooruitbetaald, met dien verstande dat:
de vooruitbetaling voor het onderhoud van de grafbedekking op particuliere graven of particuliere urnenruimtes het twintigvoudige bedraagt van de in deze rubriek onder 1a, 1b en 1e genoemde onderhoudsrechten;
de vooruitbetaling van de onderhoudsrechten van de begraafplaats aan de Vredehofstraat gelijk is aan het product van het aantal jaren dat resteert tussen het jaar waarin het verzoek tot afkoop wordt gedaan en het jaar 2018 minus vier jaren en de tarieven genoemd in deze rubriek onder 1a, 1b en 1e;
de vooruitbetaling voor het onderhoud van de grafbedekking op algemene graven en algemene urnenruimtes het vijftienvoudige bedraagt van de in deze rubriek onder 1c, 1d en 1e genoemde onderhoudsrechten.
Voor het onderhoud van gemeentewege van grafbedekkingen, als bedoeld in de Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Spijkenisse 2013, wordt gedurende het in het vierde lid genoemde aantal jaren per belastingjaar of gedeelte daarvan geheven, indien het onderhoud vóór 2014 is aangevangen:
van een liggende zerk op een particulier graf/kindergraf: € 135,27;
van een staande steen op een particulier graf/kindergraf: € 94,26;
van een tegel op een algemeen graf/particulier graf/kindergraf: € 53,92;
van een tegel op een urnenruimte: € 53,92;
van een op verzoek van rechthebbende op een particulier graf aangebrachte beplanting: € 33,49.
Het in deze rubriek onder 3 bedoelde jaarlijkse onderhoudsrecht kan, zo de belastingplichtige dit schriftelijk verzoekt, worden vooruitbetaald, met dien verstande dat:
de vooruitbetaling voor het onderhoud van de grafbedekking op particuliere graven of particuliere urnenruimtes het twintigvoudige bedraagt van de in deze rubriek onder 3a, 3b en 3e genoemde onderhoudsrechten.
de vooruitbetaling van de onderhoudsrechten van de begraafplaats aan de Vredehofstraat gelijk is aan het product van het aantal jaren dat resteert tussen het jaar waarin het verzoek tot afkoop wordt gedaan en het jaar 2018 minus vier jaren en de tarieven genoemd in deze rubriek onder 3a, 3b en 3e.
de vooruitbetaling voor het onderhoud van de grafbedekking op algemene graven en algemene urnenruimtes het vijftienvoudige bedraagt van de in deze rubriek onder 3c, 3d en 3e genoemde onderhoudsrechten.
Rubriek 8 Gebruik van de geluidsinstallatie
Voor het gebruik van de geluidsinstallatie wordt een recht geheven van € 32,06.