Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Leeuwarderadeel

Standplaatsenbeleid 2015 Gemeente Leeuwarderadeel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Leeuwarderadeel
Officiële naam regelingStandplaatsenbeleid 2015 Gemeente Leeuwarderadeel
CiteertitelStandplaatsenbeleid 2015
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Bij besluit van het college van burgemeester en wethouders van 23 januari 2018 is deze gemeentelijke regeling ingetrokken.

NB: Besluit is van kracht per 10 januari 2018.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene plaatselijke verordening van Leeuwarderadeel, art. 5.15

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-03-201610-01-2018nieuwe regeling

19-09-2015

Gemeenteblad, 2016, 27554

2015/ 150603 III

Tekst van de regeling

STANDPLAATSENBELEID 2015

1. INLEIDING

Aanleiding

Eind 2013 heeft de gemeente terecht een standplaatsvergunning voor een viskraam bij een lokale supermarkt afgewezen op grond van de APV en het standplaatsenbeleid. De commissie bezwaar- en beroepschriften heeft destijds aangegeven dat de enige manier om standplaatsen op dit soort locaties mogelijk te maken een wijziging van beleid is. De betrokken ondernemer heeft zich daarom in 2014 gewend tot college en raad met een verzoek het standplaatsenbeleid te heroverwegen omdat het verouderd is. Uiteindelijk heeft dit geleid tot een meningsvorming in de raad op 1 april 2015 en een memo van de raad van 3 juni 2015. Daarin worden suggesties gedaan en handvatten aangereikt voor aanpassing van het standplaatsenbeleid.

Huidige standplaatsenbeleid

Het vigerende standplaatsenbeleid ziet er als volgt uit:

  • 1.

    De plek naast het gemeentehuis, tussen It Finsterblomke en het oorlogsmonument aan de Langebuorren, is aangewezen als locatie voor maximaal twee standplaatsen voor ambulante handel. Het gaat daarbij om standplaatsen voor langere tijd.

  • 2.

    In de decembermaand zijn in het verlengde van de onder 1. genoemde standplaatsen twee extra standplaatsen toegestaan voor de verkoop van kerstbomen en andere kerstartikelen.

    Verder kunnen geen standplaatsen worden verleend, anders dan voor bijzondere incidentele gelegenheden.

    Op de weekmarkt op dinsdag in Stiens is niet het standplaatsenbeleid van toepassing, maar de marktverordening..

    Vaststelling standplaatsenbeleid door het college van B&W

    Het standplaatsenbeleid wordt aangemerkt als een beleidsregel, een richtlijn van het bestuursorgaan ten behoeve van het scheppen van duidelijkheid naar de burger. Het beleid is een uitwerking van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) die het kader vormt. Het college van burgemeester en wethouders heeft de bevoegdheid tot vaststelling.

    2. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN / JURIDISCH KADER

    2.1 Algemene Plaatselijke Verordening

    Begripsbepaling standplaats (art. 5.15 APV)

    Onder standplaats wordt verstaan: het vanaf een vaste plaats op of aan de weg of op een andere voor het publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of het anderszins aanbieden van goederen of diensten, al dan niet gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.

    Onder standplaats wordt niet verstaan:

  • 1.

    vaste plaatsen op jaarmarkten of markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid onder h, van de Gemeentewet;

  • 2.

    vaste plaatsen op evenementen als bedoeld in artikel 2.10.

    Algemene weigeringsgronden voor een standplaatsvergunning (art. 1.8 APV)

    De vergunning of ontheffing kan door het daartoe bevoegde gezag worden geweigerd in het belang van:

  • a.

    de openbare orde;

  • b.

    de openbare veiligheid;

  • c.

    de volksgezondheid;

  • d.

    de bescherming van het milieu.

    Toelichting op de algemene weigeringsgronden

    De vier weigeringsgronden zijn algemeen geformuleerd, maar goed toepasbaar in specifieke situaties. Ongewenste situaties kunnen hiermee adequaat worden voorkomen.

    Bij de uitwerking van het standplaatsenbeleid is dan ook bewust niet gekozen om per locatie te reguleren welke branche ambulante handel wel of niet gewenst is. Dit kan namelijk heel goed gestuurd worden met genoemde weigeringsgronden waar iedere aanvraag aan wordt getoetst.

    Een kraam, waar gefrituurd of gebakken wordt, is minder wenselijk in de directe nabijheid van woningen in verband met mogelijke geurhinder. De weigeringsgronden (volksgezondheid en milieu) worden dan op de aanvraag toegepast. Daarentegen is op zo’n locatie een andere vorm van ambulante misschien wel weer mogelijk. Per geval (aanvraag) wordt hier kritisch naar gekeken.

    Aanvullende weigeringsgronden voor een standplaatsvergunning (art.5.16 APV)

    Het is verboden zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen of te hebben.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 kan de vergunning worden geweigerd

  • 1.

    indien de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan eisen van redelijke welstand;

  • 2.

    vanwege strijd met een geldend bestemmingsplan.

    Toestemming rechthebbende (art. 5.17 APV)

    Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.

    Afbakeningsbepalingen (art. 5.18 APV)

    Het verbod van artikel 5:16, eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of het Provinciaal wegenreglement.

    De weigeringsgrond van artikel 5:16, tweede lid, onder a, geldt niet voor bouwwerken.

    2.2. Jurisprudentie voorzieningenniveau / concurrentie

    In het verleden is het beschermen van een redelijk voorzieningen niveau in de gemeente ten behoeve van de consument als een openbare orde-belang aangemerkt. De gedachte was dat gevestigde winkeliers geconfronteerd worden met hoge exploitatiekosten die niet in verhouding staan tot de vrij lage exploitatiekosten van de straathandelaren. Uit jurisprudentie van de Afdeling bestuursrecht van de Raad van State blijkt dat het reguleren van de concurrentieverhoudingen niet als een huishoudelijk belang van de gemeentewordt aangemerkt.

    Er is slechts één uitzondering, namelijk wanneer het voorzieningenniveau voor de consument in een deel van de gemeente in gevaar komt. Wil een gemeente op basis hiervan een vergunning weigeren dan moet worden aangetoond, mede aan de hand van de boekhouding van de plaatselijke winkelier, dat het voortbestaan van de winkel in gevaar komt als vanaf een standplaats dezelfde goederen worden aangeboden.

    3. SUGGESTIES/HANDVATTEN RAAD EN MENING OVL

    3.1 Visie gemeenteraad en Ondernemersvereniging Leeuwarderadeel

    Visie raad

    Vanuit de raad zijn onderstaande uitgangspunten, suggesties en handvatten aangereikt.

    Uitgangspunten

    Suggesties/handvatten

    Visie OVL

    De visie van de OVL luidt als volgt:

    3.2 Reactie op visies raad en OVL

    Ambulante handel

    De raad geeft aan dat het moet gaan om ambulante handel. Die term wordt nog wel eens verschillend geïnterpreteerd. In het kader van dit beleid geldt dat alleen verrijdbare of direct verplaatsbare fysieke middelen mogen worden gebruikt. Dit sluit aan bij de definitie van standplaats in onze APV. In alle andere gevallen is er sprake van vaste bouwwerken en gelden de regels van ruimtelijke ordening en omgevingsvergunning.

    Locatie Anna’s Patat

    Zo’n dertig jaar geleden is de kiosk ‘Anna’s Patat’ toegestaan aan de Uniawei. Formeel valt deze niet onder het standplaatsenbeleid, gelet op de definiëring van standplaats.

    De locatie is niet planologisch geregeld. In het geldende bestemmingsplan “Stiens” hebben de gronden de bestemming “Gemengd” waarbinnen detailhandel of horeca niet is toegestaan.

    In 2005 heeft de gemeenteraad ingestemd met een sterfhuisconstructie. Zodra de eigenaar stopt met de activiteiten moeten gebouw en functie verwijderd worden van deze locatie.

    Echter is dit destijds niet meegedeeld aan de eigenaar. Het is wenselijk nu een persoonsgebonden beschikking af te geven aan de eigenaar waarin de voorwaarden en termijnen zijn opgenomen. Anders is een sterfhuisconstructie niet geborgd en zou de eigenaar de zaak kunnen verkopen aan een derde.

    Uit recent telefonisch contact met de eigenaar kwam overigens naar voren dat deze nog zeker een tijd door wil gaan in de huidige constructie en dat er geen concrete plannen liggen voor daarna.

    Concurrentie

    De visies van raad en de OVL ten aanzien van het concurrentieaspect verschillen. Die van de raad vormt de leidraad. Het is namelijk niet aan de gemeente om concurrentie als argument aan te voeren voor het wel of niet verlenen van een vergunning. Dat is juridisch gezien niet correct.

    Zie hiervoor ook het voorgaande hoofstuk (jurisprudentie).

    Spottersplaats

    De spottersplaats als structurele standplaatslocatie is in het verleden afgevallen vanwege verkeersveiligheid. Er is ook hooguit incidenteel vraag naar een dergelijke standplaats als er wat bijzonders te beleven is bij de vliegbasis. In voorkomende gevallen wordt een afweging gemaakt, in nauw overleg met andere betrokken instanties.

    4. DE LOCATIES VAN EN BIJ DE SUPERMARKTEN IN STIENS

    4.1 Algemeen

    Gelet op de onder 2. en 3. genoemde uitgangspunten en stellingen is hier voor de aanpassing van het standplaatsenbeleid volstaan met het kijken naar geschiktheid van de locaties bij supermarkten.

    Daarbij is met name gelet op het veiligheidsaspect, het planologisch aspect en logica qua ruimte.

    4.2 Ruimtelijke aspecten van de aangeven locaties

    Gekozen is voor het toestaan van ten hoogste twee standplaatsen per gevestigde supermarkt in Stiens. Voor de standplaatsen zijn per supermarkt zoekgebieden aangegeven. Deze zoekgebieden zijn in de directe nabijheid van de betreffende supermarkten gesitueerd, om de functie van detailhandel te clusteren. Daarnaast is het qua zicht / aanzicht wenselijk dat er voor kramen/standplaatsen aansluiting wordt gezocht bij de bestaande bebouwing zodat er geen solitaire eenheden in de open (openbare) ruimte ontstaan. Daarnaast speelt het aspect van veiligheid voor de bezoekers: bij plaatsing níet direct bij de bebouwing is er (vaak) sprake van langsrijdend verkeer, waardoor onveilige situaties kunnen ontstaan. De standplaatsen zullen moeten worden voorzien van stroom waardoor er vaak kabels/leidingen over de grond richting standplaats liggen. Indien een standplaats níet direct aansluitend bij bebouwing wordt gerealiseerd, kunnen de door het openbaar gebied liggende kabels/leidingen voor hinder voor voetgangers/kinderwagens/rolstoelen etc. zorgen.

    Het plaatsen van een kraam/tafel of wagen ten behoeve van ambulante handel op parkeervakken kost parkeerplaatsen. Echter, in de nabijheid van bijvoorbeeld de Aldi zijn op het plein en bij de kerk voldoende parkeerplaatsen aanwezig. Bij de Lidl/Poiesz en AH zijn ruim voldoende parkeerplaatsen op de bij de winkel aangelegde parkeerterreinen, en als overloop zijn er parkeerplaatsen in het openbaar gebied aanwezig. Bovendien kost een kraam slechts twee à vier parkeerplaatsen, en zullen de parkeerplaatsen niet permanent worden ingenomen door de ambulante handel. Ook op piekmomenten is er geen sprake van onevenredige afname van het aantal parkeerplaatsen waardoor er een tekort zou ontstaan.

    4.3 Eigendomssituaties

    De zoekgebieden bij de Jumbo en de Aldi zijn in eigendom van de gemeente. De overige zoekgebieden zijn in eigendom van de betreffende winkel. De eigendomssituatie wordt niet betrokken in de afweging om wel of geen medewerking te verlenen.

    Op basis van de APV is te allen tijde een standplaatsvergunning nodig. Uiteraard kan de gemeente alleen voor een standplaats op gemeentegrond precario heffen.

    5. OVERZICHT STANDPLAATSENBELEID ANNO 2015 (NA AANPASSING)

  • 1.

    De plek naast het gemeentehuis, tussen It Finsterblomke en het oorlogsmonument aan de Langebuorren in Stiens, is aangewezen als locatie voor maximaal twee standplaatsen voor ambulante handel zoals bedoeld in artikel 5.15 van de APV van Leeuwarderadeel.

  • 2.

    In de decembermaand zijn in het verlengde van de onder 1. genoemde standplaatsen twee extra standplaatsen toegestaan voor de verkoop van kerstbomen en andere kerstartikelen.

  • 3.

    Bij de vijf supermarkten in Stiens kunnen afzonderlijk maximaal twee standplaatsen voor ambulante handel worden ingericht binnen de aangegeven zoekgebieden. De gemeente neemt een aanvraag voor een standplaatsvergunning niet eerder in behandeling dan nadat een gegadigde eerst schriftelijk toestemming heeft verkregen van de desbetreffende supermarkteigenaar. Aanvragen worden door de gemeente getoetst aan criteria (weigeringsgronden) van de APV. Mogelijke concurrentie voor bestaande ondernemers vormt geen toetsingscriterium.

  • 4.

    Behoudens genoemde locaties zal de gemeente elders hooguit op incidentele basis standplaatsvergunningen verstrekken. Bijvoorbeeld als sprake is van een bijzondere gelegenheid of omstandigheid (evenementen etc.).