Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Rijnwoude

Regeling flexibele werktijden gemeente Rijnwoude 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Rijnwoude
Officiële naam regelingRegeling flexibele werktijden gemeente Rijnwoude 2005
Citeertitel"Regeling flexibele werktijden gemeente Rijnwoude 2005"
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerpWerktijden

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 160
  2. Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling, art. 2:7 en 4:2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200501-01-2014Nieuwe Regeling

07-12-2004

Rijnwoude Koerier, 29-09-2010

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling flexibele werktijden gemeente Rijnwoude 2005

Het college van burgemeester en wethouders van Rijnwoude

heeft besloten:

- Gelet op artikelen 2:7 en 4:2 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR);

- Gelet op het gestelde in artikel 160 Gemeentewet;

- Gelet op de in de commissie voor Georganiseerd Overleg en de Ondernemingsraad bereikte overeenstemming;

Tot vaststelling van de navolgende

Regeling flexibele werktijden gemeente Rijnwoude 2005

Artikel 1: Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    Medewerker

    De ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR, alsmede uitzendkrachten, detacheringskrachten, stagiaires en personen die anderszins in dienst zijn van de gemeente Rijnwoude.

  • 2.

    Formele arbeidsduur

    De volgens de aanstelling vastgestelde omvang van het aantal uren gedurende welke de medewerker in een bepaalde periode arbeid moet verrichten.

  • 3.

    Feitelijke arbeidsduur

    Het aantal uren gedurende welke de medewerker in een bepaalde periode arbeid heeft verricht.

  • 4.

    Bedrijfstijd

    De tijd per week gedurende welke de gemeente Rijnwoude diensten kan aanbieden aan burgers en bedrijven.

  • 5.

    Werktijd

    De periode tussen vastgestelde tijdstippen waarbinnen door de medewerker arbeid moet worden verricht.

  • 6.

    Bandbreedte

    De marge waarbinnen het college de feitelijke arbeidsduur mag vaststellen op een andere omvang dan de formele arbeidsduur per week.

  • 7.

    Pauze

    Een periode van een onafgebroken aantal uren waarop geen arbeid wordt verricht.

  • 8.

    Bloktijden

    De tijden waarop de medewerker, behoudens bijzondere omstandigheden verplicht is aanwezig te zijn.

  • 9.

    Glijtijden

    De tijden buiten de bloktijden, doch binnen de bedrijfstijd waarin aankomst en vertrek vrij zijn.

  • 10.

    Compensatieverlof

    Het verschil tussen de formele en feitelijke arbeidsduur per dag.

  • 11.

    Plusuren

    De tijd die langer is gewerkt dan de formele arbeidsduur.

  • 12.

    Minuren

    De tijd die korter is gewerkt dan de formele arbeidsduur.

Artikel 2: Arbeidsduur

  • 1. De formele arbeidsduur bedraagt bij een voltijd dienstverband gemiddeld 36 uur per week. Bij een deeltijd dienstverband is de formele arbeidsduur zoveel uren als in de aanstelling is vastgesteld tot een maximum van 36 uur.

  • 2. De individuele medewerker maakt met zijn direct leidinggevende afspraken over de door hem te werken uren en de tijdstippen waarop gewerkt wordt.

  • 3. De feitelijke arbeidsduur kan afwijken van de formele arbeidsduur, met inachtneming van de artikelen 2:7, 2:7a en 4:1 van de CAR.

Artikel 3: Bedrijfstijd

  • 1. Wanneer er geen afwijkende regeling betreffende de bedrijfstijd is opgesteld, geldt voor alle dienstonderdelen de volgende bedrijfstijd: maandag tot en met vrijdag van 8.30 uur tot 17.00

  • 2. De invulling van de permanente wekelijkse avondopenstelling voor de verschillende bureaus van de gemeente Rijnwoude is geregeld in de regeling invulling avondopenstelling 2004.

  • 3. Wanneer bij het opstellen van de arbeidsduur van de medewerker geen andere afspraken gemaakt worden, zijn de bloktijden van maandag t/m vrijdag van 9.00 uur tot 12.00 uur en van 14.00 uur tot 16.00 uur.

  • 4. Wanneer er bij het opstellen van de arbeidsduur van de medewerker geen andere afspraken gemaakt worden, zijn de glijtijden van maandag t/m vrijdag van 7.30 uur tot 9.00 uur, van 12.00 uur tot 14.00 uur en van 16.00 uur tot 18.30 uur (met uitzondering van degenen die aangewezen zijn dienst te verrichten op de avondopenstelling).

Artikel 4: Persoonlijke werktijden en werktijden voor groepen medewerkers

  • 1. Voor de medewerkers die zijn aangewezen om buiten de reguliere werktijden werkzaamheden te verrichten, niet zijnde overwerk in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub l CAR, geldt dat zij op één dag niet langer mogen werken dan negen uur, waarbij de gemiddelde arbeidstijd over 13 weken niet meer dan 40 uur per week mag bedragen. In overleg met de betreffende leidinggevende kan de werktijd één dag in de week op tien uur worden gesteld. De gemiddelde arbeidstijd over 13 weken mag dan niet meer dan 45 uur bedragen.

  • 2. Het sectorhoofd en de direct leidinggevende zijn, als de bedrijfsvoering of arbeidsomstandigheden dit vereisen, bevoegd om in afwijking van lid 1 voor individuele medewerkers of groepen medewerkers vaste aanvangs- en vertrektijden vast te stellen, waarbij kan worden afgeweken van de in artikel 3 geregelde bloktijden en werktijden. Het in dienstbelang vaststellen van een structureel afwijkende werktijd voor (een) groep(en) medewerkers geschiedt met instemming van de Ondernemingsraad.

  • 3. In het kader van de optimalisering van de bedrijfsvoering kan de arbeidsduur van een werknemer op verzoek van de werkgever worden verruimd naar maximaal 40 uur per week. De arbeidsduur wordt uitgebreid gedurende een periode van maximaal één jaar. Instemming van de werknemer voor de uitbreiding van de arbeidsduur is vereist. De formele arbeidsduur blijft gehandhaafd op 36 uur per week. De tijdelijke uitbreiding van de arbeidsduur zal doorwerken in de pensioenopbouw. Ook werkt de uitbreiding van de arbeidsduur door naar het minimumbedrag van de vakantie-uitkering en naar het bodembedrag van de eindejaarsuitkering. Voor de mogelijkheid van de tijdelijke uitbreiding van de arbeidsduur komen de volgende functies in aanmerking:

    • -

      gemeentesecretaris;

    • -

      sectorhoofden;

    • -

      bureauhoofden;

    • -

      coördinatoren

  • 4. De medewerker bepaalt, in overleg met zijn direct leidinggevende, zelf zijn aanvangs- en vertrektijden, een en ander met inachtneming van het bepaalde in dit reglement. Deze tijden worden bij rooster vastgelegd en worden voor onbepaalde tijd bepaald. Wanneer er veranderingen in de tijden nodig zijn, dienen de wijzigingen in onderling overleg tussen de medewerker en de direct leidinggevende bepaald te worden.

  • 5. De betreffende leidinggevende is er verantwoordelijk voor, dat de dienstverlening van de afdeling kwalitatief en kwantitatief op een aanvaardbaar niveau ligt.

Artikel 5: Compensatieverlof

  • 1. Het verschil tussen de feitelijke en formele arbeidsduur wordt gecompenseerd in de vorm van een even zo groot aantal uren verlof.

  • 2. De medewerker mag, tenzij anders is overeengekomen, op de eerste dag van ieder kwartaal maximaal 36 compensatieverlofuren hebben opgebouwd. Maandelijks zal hierover worden gerapporteerd. Indien een medewerker meer compensatieverlofuren heeft opgebouwd dan 36, wordt hierover in overleg getreden met de betreffende leidinggevende. De medewerker krijgt dan de gelegenheid om dit meerdere aantal uren weg te werken gedurende de daarop volgende maand. In principe is de medewerker zelf verantwoordelijk voor het voorkomen van deze situatie.

  • 3. Het maximale aantal minuren bedraagt op de eerste dag van ieder kwartaal twaalf uur. Maandelijks zal hierover worden gerapporteerd. Indien een medewerker meer minuren opgebouwd heeft dan twaalf, wordt hierover in overleg getreden met de betreffende leidinggevende. De medewerker krijgt dan de gelegenheid om dit minsaldo weg te werken gedurende de daarop volgende maand. Er kan ook gekozen worden deze uren te compenseren met vakantieverlof. In principe is de medewerker zelf verantwoordelijk voor het voorkomen van deze situatie.

  • 4. In afwijking van het vorige lid geldt voor de medewerker die een afspraak heeft gemaakt ten aanzien van “meerwerken” dat het tekort aan urensaldo lager kan zijn dan twaalf uur. Dit saldo kan niet lager zijn dan het individueel overeengekomen aantal uren “meerwerken” tezamen met de genoemde twaalf minuren. Voor deze medewerker geldt dat het tekort aan urensaldo aan het eind van het betreffende jaar tenminste twaalf uur bedraagt.

  • 5. In geval van ziekte vindt er compensatie plaats van zeven komma twee uur per niet-gewerkte werkdag naar rato van de omvang van het dienstverband.

  • 6. In geval van studie, congressen, symposia, etc. vindt er compensatie plaats op basis van de afspraken zoals vastgelegd in de studieovereenkomst. Als er geen overeenkomst is gemaakt, vindt compensatie plaats op basis van de vooraf met de direct leidinggevende gemaakte afspraken op basis van de feitelijk bestede uren voor zover deze tussen half 8.30 uur en 17.00 uur liggen.

  • 7. Uren die de medewerker, zonder daartoe een opdracht te hebben gekregen, meer werkt dan zijn vastgestelde formele arbeidsduur worden conform het bepaalde in de bezoldigingsregeling gemeente Rijnwoude 2004 niet aangemerkt als overwerk.

Artikel 6: Pauzeregeling

  • 1. De medewerker die maximaal acht uur per dag werkt, dient tenminste een half uur pauze te nemen tussen 12.00 uur en 14.00 uur.

  • 2. Er mag maximaal vijf en half uur zonder onderbreking door pauze worden gewerkt.

  • 3. Wanneer een medewerker meer dan acht uur maar minder dan tien uur per dag werkt, dient hij tenminste 45 minuten pauze te nemen, waarvan een half uur aaneengesloten in de periode tussen 12.00 uur en 14.00 uur .

  • 4. In geval van overwerk waardoor de arbeidstijd meer dan tien uur per dag bedraagt, moet tenminste één uur worden gepauzeerd, waarvan een half uur aaneengesloten in de periode tussen 12.00 uur en 14.00 uur.

Artikel 7: Tijd- en verlofregistratie

  • 1. Het begin en einde van de werktijd en de pauze(s) dienen te worden vastgelegd via het systeem voor elektronische tijdregistratie.

  • 2. De medewerker is zelf verantwoordelijk voor het deugdelijk registreren van zijn arbeidsuren en verlof.

  • 3. De direct leidinggevende is belast met het toezicht op de naleving van deze regeling. Eventuele mutaties worden door de direct leidinggevende doorgegeven aan het bureau Interne Zaken.

  • 4. De afdeling Personeel & Organisatie heeft ter uitvoering van de regeling een adviserende functie. Het bureau Interne Zaken heeft een signalerende functie ter uitvoering van deze regeling en draagt zorg voor de invoering van de mutaties.

  • 5. De medewerkers die werkzaam zijn in de buitendienst, dienen de begin- en eindtijden en pauzes alsmede het verlof vast te leggen op de betreffende urenverantwoordingslijsten.

  • 6. Indien de medewerker verzuimt zijn arbeidsuren te registreren, wordt 30 minuten pauze geregistreerd. Correctie van de gegevens binnen het tijdregistratiesysteem is alleen mogelijk door middel van het inleveren van een door de direct leidinggevende ondertekend mutatieformulier.

  • 7. Voor zover men invloed heeft op het vaststellen van de tijdstippen van een doktersbezoek, een tandartsbezoek, een ziekenhuisbezoek, e.d. dient men deze tijdstippen zo veel mogelijk buiten de werktijd te kiezen. De in verband hiermee niet gewerkte uren dienen, indien deze onder werktijd vallen, als doktersbezoek geregistreerd te worden in het tijdregistratiesysteem, waarbij wordt uitgegaan van een fictieve begintijd van 8.30 uur en een fictieve eindtijd van 17.00 uur. Men dient aanwezig te zijn indien de tijd tussen de fictieve aanvang van de dienst en het tijdstip waarop men weg moet meer bedraagt dan een half uur. Wanneer vooraf een maaltijd wordt genuttigd kan hier een half uur bij worden getrokken. Wanneer de fictieve eindtijd en het tijdstip waarop men weer aanwezig kan zijn meer bedraagt dan een uur, wordt men geacht de werkzaamheden te hervatten. Ook in dit geval kan voor maaltijdgebruik een half uur worden bijgeteld.

  • 8. Bij afwezigheid van een of meerdere werkdagen in verband met dienstreis, besprekingen, bijzonder verlof of opleiding (volgen van lessen en/of trainingstrajecten, deelname aan cursussen, congressen, symposia en voorbereiden of afleggen van examens) wordt de te compenseren tijd als bedoeld in artikel 5 lid 6 van deze regeling geregistreerd in het tijdregistratiesysteem.

  • 9. Bij afwezigheid wegens het bijwonen van commissievergaderingen als notulist, secretaris en/of adviseur worden de gewerkte uren gecompenseerd conform het in de artikel 19 van de bezoldigingsregeling Gemeente Rijnwoude 2004 bepaalde.

Artikel 8: Sancties

Frauderen met de tijdregistratie wordt aangemerkt als plichtsverzuim als bedoeld in artikel 16:1:1 van de uitwerkingsovereenkomst (UWO).

Artikel 9: Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het college van B&W een bijzonderde voorziening treffen.

Artikel 10: Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling kan aangehaald worden als “Regeling flexibele werktijden gemeente Rijnwoude 2005”.

  • 2. Deze regeling treedt met ingang van 1 januari 2005 in werking.

  • 3. De regelingen “invoering 36-urige werkweek” en “variabele werktijden” komen hiermee te vervallen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders

van 7 december 2004,

de secretaris a.i., de burgemeester, wnd.,