Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Rijnwoude

Rekenkamercommissieverordening Rijnwoude

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Rijnwoude
Officiële naam regelingRekenkamercommissieverordening Rijnwoude
Citeertitel"Verordening op de gemeentelijke rekenkamercommissie Rijnwoude"
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerpRekenkamercommissie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 81o, 84 en 147

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-03-200601-01-200617-02-2011Nieuwe Regeling

02-02-2006

Rijnwoude Koerier, 23-03-2006

2005/V/10/2006/I/B

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de rekenkamercommissie Rijnwoude

De raad van de gemeente Rijnwoude

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende verordening op de rekenkamercommissie Rijnwoude:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • ·

    Wet: Gemeentewet;

  • ·

    commissie: rekenkamercommissie;

  • ·

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • ·

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • ·

    rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Rijnwoude bedoeld in artikel 2.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2.De commissie onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur. Een door de rekenkamercommissie ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de Gemeentewet.

  • 3. De commissie bestaat uit 5 leden.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1. De raad benoemt 2 leden van de rekenkamercommissie uit zijn midden en 3 externen, waaronder een voorzitter.

  • 2. De leden van de rekenkamercommissie die tevens raadsleden zijn, worden voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad aangewezen. De leden die niet deel uitmaken van de raad worden voor een periode van vierjaar aangewezen. Leden zijn herbenoembaar.

  • 3. De zittingsperiode van de externe leden vangt aan halverwege de raadsperiode en loopt af halverwege de volgende raadsperiode.

  • 4. De in lid 2 genoemde zittingsduur/periode is korter indien sprake is van een benoeming om te voorzien in een tussentijds ontstane vacature.

  • 5. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende externe lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste externe lid in jaren.

Artikel 4 Eed

Ten aanzien van de externe leden is artikel 81g van de Wet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1.

    De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2.

    Het lidmaatschap van een raadslid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      indien het lid aftreedt als lid van de raad;

    • c.

      indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van de rekenkamercommissie te vervullen;

  • 3.

    Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie.

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 4.

    De externe leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.

**Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de externe leden van de rekenkamercommissie

  • 1. De externe leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie.

  • 2. De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget van de rekenkamercommissie.

  • 3. Ten aanzien van de vergoedingen alsmede de onkostenvergoedingen van de leden is het gestelde in het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden van toepassing, met uitzondering van de vergoeding voor de aanwezigheid op vergaderingen van de externe voorzitter en de externe leden, waarvoor deze leden een vergoeding ontvangen op grond van de “Verordening vergoeding leden commissie voor de bezwaarschriften, leden gemeentelijke rekenkamercommissie en burgerlid Welstandscommissie”.

Artikel 7 Ambtelijk secretaris

  • 1. De raad benoemt de ambtelijk secretaris op voordracht van de rekenkamercommissie.

  • 2. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 8 Reglement van orde

  • De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast.

    Daarin wordt met betrekking tot besluitvorming in de commissie in ieder geval vastgelegd dat:

    - in de vergadering van de commissie besloten wordt bij meerderheid van stemmen, waarbij ieder lid één stem heeft;

    -interne leden standpunten innemen en stemmen zonder last of ruggespraak met de raad of raadsfracties;

    -wanneer de stemmen staken, de stem van de voorzitter doorslaggevend is;

    -besluiten niet genomen kunnen worden tenzij 3 leden van de commissie ter vergadering aanwezig zijn.

    Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde selectie van onderwerpen en opzetten worden door de commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3. De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de raad binnen twee maanden in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij de raad daarvan met redenen omkleed in kennis stellen.

Artikel 10 Werkwijze

  • 1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken. De commissie kan deze bevoegdheid mandateren aan de secretaris en aan ( in te huren ) onderzoeksmedewerkers.

  • 4. De commissie vergadert zoveel als de voorzitter of tenminste twee andere leden nodig achten.

  • 5. De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de commissie en degenen die ten behoeve van de commissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.

  • 6. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 8. De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 9.De commissie stelt het bestuur in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport en de conceptaanbevelingen kenbaar te maken.

  • 10. Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

  • 11. Vóór 1 april biedt de commissie aan de raad een schriftelijk verslag van haar activiteiten in het voorgaande kalenderjaar aan. Daarin wordt tevens verantwoording afgelegd voor de besteding van het in artikel 11 bedoelde budget.

Artikel 11 Budget

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de externe leden;

    • b.

      de ambtelijk secretaris;

    • c.

      onderzoeksmedewerkers;

    • d.

      externe deskundigen die eventueel door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • e.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 12 Ondertekening stukken

De van de commissie uitgaande stukken worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris

Artikel 13 Voorziening

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking binnen acht dagen na publicatie ervan*.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening op de gemeentelijke rekenkamercommissie Rijnwoude.

Ondertekening

Bij dit besluit heeft de raad zich gebaseerd op:

Het voorstel van het Presidium van de raad van Rijnwoude d.d. 25 april 2005.

- Behandeling in de commissie BMO d.d. 24 februari 2005 en 19 mei 2005.

- Artikel 81o, 84 en 147 van de Gemeentewet.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Rijnwoude,

d.d. 2 juni 2005/2 februari 2006,

de griffier, de voorzitter,

*16 juni 2005 **wijziging in dit artikel is vastgesteld op 2 februari 2006 en in werking getreden met terugwerkende kracht tot 1 januari 2006.

Toelichting

Toelichting Artikel 1

Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.

In deze modelverordening is gekozen om de begrippen doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid (die in artikel 182 van de Gemeentewet is genoemd) niet in artikel 1 op te nemen. Hiermee willen wij voorkomen dat gemeenten in de verordening een eigen definitie hanteren. Wel wordt in deze toelichting uiteengezet wat onder deze termen wordt verstaan. Doelmatigheid is de mate waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt. Bij doeltreffendheid gaat het er om of het resultaat van het beleid beantwoordt aan wat er met het beleid werd beoogd en de gestelde beleidsdoelen worden verwezenlijkt. Bij rechtmatigheid gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de rechtmatigheid van de totstandkoming van de gemeentelijke baten en lasten. Voor de duidelijkheid; een door de rekenkamer ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur omvat géén controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de Gemeentewet.

Toelichting Artikel 2

Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel 81o van de wet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. De wet spreekt van een rekenkamerfunctie. In deze verordening is gekozen voor een rekenkamercommissie met raadsleden en externen. De raad bepaalt zelf hoeveel leden de rekenkamer zal hebben. Gekozen is voor een gemengde samenstelling van 5 leden, inclusief de voorzitter.

De taak van de rekenkamercommissie is herleid aan het bepaalde in artikel 182 van de Gemeentewet. Onderzoek wordt uitgevoerd naar ( maatschappelijke ) effecten van gemeentelijk beleid en naar de doelmatigheid en doeltreffend van het gemeentelijk beleid, van het gemeentelijk beheer en van de gemeentelijke organisatie. Ook is dergelijk onderzoek mogelijk bij instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd. Denk hierbij aan gemeenschappelijk regelingen waaraan de gemeente deelneemt en gesubsidieerde privaatrechtelijke rechtspersonen.

Toelichting Artikel 3

Anders dan bij de rekenkamer kunnen naast externen ook raadsleden deel uitmaken van de rekenkamercommissie. Uit oogpunt van onafhankelijkheid wordt er voor gekozen dat ook niet-raadsleden deelnemen in de rekenkamercommissie. In het tweede lid is een zittingstermijn van vier jaar genoemd.

Vervolgens is in lid 3 en lid 4 geregeld dat de zittingstermijn van de externe leden telkens de zittingstermijn van de raadsleden met twee jaar overlapt. Daarmee wordt continuïteit bereikt in de ervaring bij de leden met het werk van deze commissie bij zowel reguliere als ook bij een onvoorziene wisseling van de bezetting van de commissie.

Bij de eerste benoemingen bij de start van de commissie zal derhalve sprake zijn van kortere benoemingsperiodes. Voor raadsleden tot het aflopen van de huidige raadsperiode medio maart 2006; voor de externe leden tot 1 april 2008.

Toelichting Artikel 4

De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de rekenkamer rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. Deze bepaling wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de externe leden van de rekenkamercommissie.

Toelichting Artikel 5

Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties.

*Toelichting Artikel 6

In dit artikel is voor de vergoeding, die externe leden voor hun werkzaamheden ontvangen, verwezen naar de “Verordening vergoeding externe leden commissie voor de bezwaarschriften, externe leden gemeentelijke rekenkamercommissie en burgerlid Welstandscommissie”. Deze verordening is vastgesteld door de raad op 2 februari 2006 en met terugwerkende kracht in werking getreden op 1 januari 2006.

Toelichting Artikel 7

De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een secretaris. Deze wordt door de raad benoemd op voordracht van de rekenkamercommissie. De rekenkamercommissie dient zelfstandig te functioneren en in het derde lid is voorzien in een rechtstreekse verantwoordingsrelatie van de secretaris ten opzichte van de rekenkamercommissie.

Toelichting Artikel 8

Artikel 81i van de Gemeentewet wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de rekenkamercommissie. In het reglement van orde kunnen zaken geregeld worden zoals de rol van de voorzitter, het bijeenroepen van de commissieleden voor een vergadering, stemmingen, verhouding secretaris-voorzitter, de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten enzovoorts.

In dit artikel zijn met betrekking tot de besluitvorming in de vergadering van de commissie enkele voorwaarden vastgelegd, welke in ieder geval als zodanig in het reglement moeten worden opgenomen.

Toelichting Artikel 9

De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. De rekenkamercom-missie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid van de wet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaalde gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij daarvoor de redenen aan de raad mededelen.

Toelichting Artikel 10

Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren. De rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wob kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt.

Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerponderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende ambtenaren worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden uit te halen en te corrigeren. Vervolgens wordt het college de gelegenheid geboden om te reageren op het conceptonderzoeksrapport en de conceptaanbevelingen die de rekenkamer verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamercommissie een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.

Jaarlijks dient de commissie een jaarverslag van haar activiteiten aan te bieden aan de gemeenteraad.

Eventueel zouden zaken die in dit artikel zijn opgenomen ook in een reglement van orde verder kunnen worden geregeld.

Toelichting Artikel 11

De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in het tweede lid genoemde kosten gebracht.

Toelichting Artikel 12 ,13, 14 en 15.

Deze artikelen behoeven geen toelichting.