Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Reest en Wieden

Delegatiebesluit waterschap Reest en Wieden 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieWaterschap Reest en Wieden
Officiële naam regelingDelegatiebesluit waterschap Reest en Wieden 2011
CiteertitelDelegatiebesluit waterschap Reest en Wieden 2011
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur – waterschappen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Delegatiebesluit waterschap Reest en Wieden 2009.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Waterschapswet, art. 56
  2. Waterschapswet, art. 77
  3. Waterschapswet, art. 82
  4. Waterschapswet, art. 83
  5. Waterschapswet, art. 86
  6. Algemene wet bestuursrecht, afdeling 10.1.2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-09-201101-01-2016nieuwe regeling

27-09-2011

Onbekend.

WM/MBZ/NdL/6689

Tekst van de regeling

Intitulé

Delegatiebesluit

Het Algemeen Bestuur van het waterschap Reest en Wieden;

Gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van het waterschap Reest en Wieden van 26 juli 2011;

Overwegende dat het ter bevordering van een doelmatige en adequate behandeling en afdoening van zaken nodig en wenselijk is een aantal bevoegdheden van het Algemeen Bestuur te delegeren aan het Dagelijks Bestuur en;

Gelet op de artikelen 56, 77, 82, 83 en 86 van de Waterschapswet en afdeling 10.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

B e s l u i t :

Aan het Dagelijks Bestuur de volgende bevoegdheden te delegeren:

Juridische en processuele bevoegdheden

Delegatiebesluit waterschap Reest en Wieden 2011

Artikel 1

1. Het voeren van civielrechtelijke, bestuursrechtelijke en strafrechtelijke procedures en het instellen van alle rechtsmiddelen, in alle instanties zowel eisend als verwerend, en het nemen van de daarbij behorende beslissingen ter voorbereiding, ter voorkoming of ter beëindiging van deze procedures.

2. Het uitoefenen van het recht van bezwaar en beroep tegen besluiten of handelingen van bestuursorganen, indien een recht daartoe bij wettelijk voorschrift aan het waterschap of het waterschapsbestuur is toegekend.

Grondzaken

Artikel 2

1. Het (ver)kopen van grond tot een bedrag van € 100.000,00 en daarnaast het (ver)kopen, (ver-)huren, ruilen of bezwaren van roerende en onroerende zaken vermo­gensrechten en persoonlijke rechten tot een bedrag van € 50.000,00. Hieronder wordt ook begrepen het aangaan, wijzigen en beëindigen van pacht-, jacht- en visrechtovereenkomsten en de verkoop van rietgewas, waarbij geen grens wordt gesteld ten aanzien van een bedrag.

2. Het (ver)kopen van grond en gebouwen, mits gelegitimeerd in het Aankoopstrategieplan, tot een bedrag van € 1.000.000,00 (grond) respectievelijk € 500.000,00 (gebouwen).

3. Het vestigen van een zakelijk recht en het daartoe benodigde afsluiten van een overeenkomst ten behoeve van het leggen van kabels en leidingen en het aanbrengen van andere werken van openbaar nut.

Machtiging

Artikel 2a

1. Het nemen van die investeringsbesluiten die in de programmabegroting zijn genoemd om te worden afgedaan bij of krachtens het Dagelijks Bestuur.

2. Het doen van af- en overschrijvingen van begrotingsbedragen binnen het totale budget van de begroting.

3. Het doen van uitgaven ten laste van de post onvoorziene uitgaven.

4. Het afsluiten van geldleningen.

5. Het (her)beleggen van tijdelijk beschikbaar kasgeld.

Besluit tot het aanleggen en verbeteren van waterstaatswerken

Artikel 2b

Het besluiten tot aanleg of wijziging van een waterstaatswerk, overeenkomstig een vast te stellen projectplan op grond van artikel 5.4 Waterwet met uitzondering van:

  • Besluiten tot aanleg of wijziging van een waterstaatswerk waarop de projectprocedure van paragraaf 2 van hoofdstuk 5 van de Waterwet van toepassing is;

  • Besluiten tot aanleg of wijziging van een waterstaatswerk waarvan in een betekende mate een wijziging van de bestaande waterstaatkundige situatie of van de hoogte van de te heffen waterschapsomslag is te verwachten of waarvan het realiseren ervan maatschappelijk gevoelig ligt.

Slotbepalingen

Artikel 3

Het Dagelijks Bestuur rapporteert in de bestuursrapportage over de wijze waarop van de gedelegeerde bevoegdheden gebruik is gemaakt.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking.

Artikel 5

Het Delegatiebesluit waterschap Reest en Wieden 2009, zoals vastgesteld op 20 april 2009, wordt ingetrokken.

Artikel 6

Dit besluit kan worden aangehaald als: Delegatiebesluit waterschap Reest en Wieden 2011.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 27 september 2011, kenmerk WM/Mbz/ndl/6694.

Het Algemeen Bestuur voornoemd,

M.M. Kool, Dijkgraaf

Mr. A.K. Schuttingac, secretaris-directeur                                                                           

Toelichting

Algemene toelichting

De artikelen 56 en 77 van de waterschapswet (wsw) bepalen dat het algemeen bestuur bevoegd is tot regeling en bestuur van het waterschap, voor zover deze bevoegdheid niet is toegekend aan het dagelijks bestuur of de dijkgraaf.

Artikel 84 van de wsw geeft aan dat het dagelijks bestuur belast is met de dagelijkse aangelegenheden van het waterschap.

Bij delegatie gaat het om de overdracht van bevoegdheden (artikel 10:13 van de algemene wet bestuursrecht (awb)). Het bestuursorgaan dat de bevoegdheden krijgt overgedragen oefent deze onder eigen verantwoordelijkheid uit.

Het algemeen bestuur kan op grond van de wsw (artikel 83) bevoegdheden aan het dagelijks bestuur overdragen. Het algemeen bestuur mag geen bevoegdheden overdragen die betrekking hebben op het vaststellen van:

  • De hoofdlijnen van beleid;

  • Verordeningen;

  • De legger;

  • Het heffen van belastingen;

  • De begroting en rekening;

  • Peilbesluiten.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Aan het algemeen bestuur van het waterschap is de bevoegdheid toegekend tot regeling en bestuur van het waterschap.

Dit houdt ook in dat het algemeen bestuur bevoegd is te beslissen tot het aangaan van een gerechtelijke procedure namens de (publiekrechtelijke) rechtspersoon waterschap reest en wieden.

In artikel 86 van de wsw is aan deze bevoegdheid nader uitwerking gegeven. Het dagelijks bestuur is op grond van dit artikel bevoegd ‘spoedshalve' te besluiten tot het aangaan van gerechtelijke procedures namens het waterschap, maar ook namens het algemeen bestuur indien aan dit bestuursorgaan zelf een bevoegdheid toe komt tot het aangaan van een gerechtelijke procedure.

Ter vermijding van discussies over de geldigheid van bevoegdheden tot het aangaan van gerechtelijke procedures en in verband met de soms noodzakelijke snelle besluitvorming is delegatie door het algemeen bestuur aan het dagelijks bestuur van haar bevoegdheid tot het verrichten van juridische en processuele handelingen gewenst.

Artikel 2

De in dit artikel gedelegeerde bevoegdheden behoren formeel ook tot de competentie van het algemeen bestuur. In de praktijk worden deze bevoegdheden uitgeoefend door en onder de verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur. Reden om ook deze bevoegdheden te delegeren aan het dagelijks bestuur.

Tweede lid

Het betreft hier voornamelijk de bevoegdheid tot het verkopen van losse stukjes grond, gedempte watergangen, (uitruilen) van gronden in het kader van projecten, maar ook gronden met waterstaats- c.q. Zuiveringtechnische werken die hun functie voor het waterschap hebben verloren. Het verhuren en verpachten van gronden betreft voornamelijk gronden die het waterschap (tijdelijk) in eigendom heeft ten behoeve van de uitvoering van (meerjarige) projecten.

Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling de verkoop van (gronden waarop) dienstgebouwen (staan) te delegeren.

Artikel 2b

Degene die mag besluiten tot aanleg of wijziging van een waterstaatswerk, mag ook het bijbehorende projectplan vaststellen. Het projectplan formaliseert het besluit tot aanleg of wijziging van een waterstaatswerk.

In de praktijk zal het vaststellen van projectplannen, die samenlopen met peilbesluiten en besluiten tot vaststellen van het ggor (gewenst grond- en oppervlaktewaterregime) een bevoegdheid van het algemeen bestuur blijven. Het gaat in zulke gevallen vaak om watergebiedsplannen.