Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Rijnwoude

Huisvestingsverordening 1994 van de gemeente Rijnwoude

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Rijnwoude
Officiële naam regelingHuisvestingsverordening 1994 van de gemeente Rijnwoude
Citeertitel“Huisvestingsverordening 1994 van de gemeente Rijnwoude”
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerphuisvesting, huisvestingsvergunning

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Huisvestingswet, art. 2, 5, 10, 11 en 13A

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-02-201201-04-2014Wijziging artikel 3 b

02-02-2012

Rijnwoude Koerier, 8 februari 2012

2012/I/8
09-02-201221-11-2012artikel 3b

02-02-2012

Rijnwoude Koerier, 08-02-2012

2012/I/8
09-01-201221-11-2012artikel 3b

02-02-2012

Rijnwoude Koerier, 08-02-2012

2012/I/8
28-12-200921-11-2012Nieuwe Regeling

10-12-2009

Rijnwoude Koerier, 16-12-2009

2009/XII/9

Tekst van de regeling

Intitulé

HUISVESTINGSVERORDENING RIJNWOUDE

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de Huisvestingswet;

  • b.

    besluit: het Huisvestingsbesluit;

  • c.

    huisvestingsvergunning: de vergunning, bedoeld in artikel 7 van de wet;

  • d.

    woning: elke woonruimte, welke bestemd is om permanent als zelfstandige woonruimte te worden gebruikt;

  • e.

    woningzoekende: het huishouden dat in het register als bedoeld in artikel 10 is ingeschreven;

  • f.

    huishouden: een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een (duurzame) gemeenschappelijke huishouding voeren of willen gaan voeren;

  • g.

    ingezetene: degene die in het bevolkingsregister van de gemeente of van een andere tot de regio behorende gemeente is opgenomen, en feitelijk in die gemeente hoofdverblijf heeft in een voor permanente bewoning aangewezen woonruimte;

  • h.

    economische binding: de binding van een persoon aan de gemeente of aan de regio Rijnstreek, daarin gelegen dat die persoon voor de voorziening van zijn bestaan een redelijk belang heeft zich in de gemeente of in de regio Rijnstreek te vestigen, met dien verstande dat een economische binding in elk geval wordt aangenomen ten aanzien van personen die voor de voorziening in het bestaan zijn aangewezen op het duurzaam verrichten van arbeid binnen of vanuit de gemeente of de regio Rijnstreek;

  • i.

    regio Rijnstreek: de gemeenten welke deelnemen aan de Regeling Intergemeentelijk Overlegorgaan Rijnstreek;

  • j

    maatschappelijke binding: de binding van een persoon aan de gemeente of aan de regio Rijnstreek, daarin gelegen dat die persoon een redelijk, met de plaatselijke samenleving verband houdend belang heeft zich in de gemeente te vestigen, met dien verstande dat een maatschappelijke binding in elk geval wordt aangenomen indien betrokkene in de voorafgaande tien jaar tenminste zes jaar onafgebroken ingezetene is geweest;

  • k.

    huurprijs: de prijs welke bij huur en verhuur is verschuldigd voor het enkele gebruik van een woonruimte, uitgedrukt in een bedrag per maand;

  • l.

    koopprijs: de prijs welke voor de enkele koop van woonruimte daadwerkelijk is of zal worden betaald;

  • m.

    huurprijsgrens: de maximale huurprijs waarbij nog huursubsidie kan worden verkregen op grond van de Wet individuele huursubsidie (Stb. 1990);

  • n.

    inkomen: het daaromtrent in artikel 7, juncto artikel 8, lid 3 en 4 van het besluit bepaalde;

  • o.

    woningruil: het door twee of meer partijen wederkerig in gebruik nemen van elkaars woning, met met oogmerk van daadwerkelijke bewoning;

HOOFDSTUK 2 VERDELING VAN WOONRUIMTE

artikel 2

  • 1. Het is verboden zonder vergunning (huisvestingsvergunning) van burgemeester en wethouders een woning in gebruik te nemen of te geven.

  • 2. Indien het college niet binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag heeft beslist wordt de huisvestingsvergunning geacht fictief te zijn verleend.

artikel 3

Een vergunning is vereist voor

  • a.

    woonruimten met een huurprijs beneden de huurprijsgrens

  • b.

    nieuw te bouwen woonruimten met een koopprijs beneden € 221.000,--

artikel 4

De aanvraag voor een huisvestingsvergunning dient schriftelijk te geschieden middels een door of namens burgemeester en wethouders beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

artikel 5

Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na ontvangst van de complete aanvraag.

artikel 6

Burgemeester en wethouders besluiten de aanvraag niet verder te behandelen, indien de aanvrager niet aannemelijk kan maken dat hij, indien hij een huisvestingsvergunning voor de in de aanvraag aangegeven woonruimte krijgt, die woonruimte ook daadwerkelijk in gebruik zal kunnen nemen, één en ander echter met uitzondering van de gevallen genoemd in artikel 23 lid 3 van de wet (medehuurderschap).

artikel 7

Op of bij de huisvestingsvergunning vermelden burgemeester en wethouders de volgende informatie:

  • a.

    de mededeling dat binnen acht weken na oplevering van de woonruimte van de vergunning gebruik gemaakt moet worden;

  • b.

    de namen van de personen die als vergunninghouder worden aangemerkt;

  • c.

    het aantal personen dat de woonruimte in gebruik neemt;

  • d.

    omstandigheden waaronder de verleende vergunning wordt ingetrokken.

artikel 8

Voor een vergunning als bedoeld in artikel 2, en met betrekking tot huurwoningen, komen in aanmerking personen van 18 jaar en ouder, die

  • a.

    ingeschreven staan of onmiddellijk kunnen worden ingeschreven in het woningzoekendenregister;

    en

  • b.

    een huishouden vormen voor welke de huurprijs van de woonruimte waarvoor een vergunning wordt aangevraagd, passend wordt geacht gelet op het inkomen van de aanvrager.

artikel 9

Voor een vergunning als bedoeld in artikel 2, en met betrekking tot koopwoningen, komen in aanmerking personen die de woonruimte zelf in gebruik wensen te nemen, en die ingezetenen zijn, dan wel ingeschreven staan of onmiddellijk kunnen worden ingeschreven in het woningzoekendenregister.

HOOFDSTUK 3 INSCHRIJVING

artikel 10

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor het aanleggen en bijhouden van een register van woningzoekenden.

artikel 10a

Burgemeester en wethouders kunnen met de plaatselijk werkzame verhuurders een convenant sluiten, waarin bepalingen worden vastgelegd voor de distributie van onder de vergunningsplicht van deze verordening vallende huurwoningen van deze verhuurders.

Artikel 10b

Het bepaalde in de, in 10a genoemde overeenkomsten treedt in de plaats van de betreffende delen van de verordening.

artikel 11

Burgemeester en wethouders schrijven op verzoek personen van 18 jaar en ouder in die op het tijdstip van aanvraag tot inschrijving:

  • 1.

    gedurende een termijn van tenminste twee jaar ingezetene zijn van de gemeente of van een andere tot de regio behorende gemeente en niet over zelfstandige woonruimte beschikken, of;

  • 2.

    economisch of maatschappelijk gebonden zijn aan de gemeente, economisch of maatschappelijk gebonden zijn aan de regio Rijnstreek en geen ingezetene zijn, of;

  • 3.

    tenminste twee jaar over passende zelfstandige woonruimte beschikken in de regio Rijnstreek maar wensen te verhuizen, of;

  • 4.

    ingezetenen zijn en in verband met renovatie, sloop of onbewoonbaarverklaring met dakloosheid worden bedreigd.

artikel 11a

In een convenant worden in elk geval bepalingen opgenomen met betrekking tot de wijze van registratie van woningzoekenden (belangstellenden).

artikel 12

Met inachtneming van de in artikel 11 vermelde leeftijdsgrens schrijven burgemeester en wethouders bovendien op verzoek in het in artikel 10 bedoelde register in:

  • 1.

    degenen van wie redelijkerwijs niet of niet meer verwacht kan worden dat zij door het duurzaam verrichten van arbeid in hun bestaan voorzien, zoals gepensioneerden, ernstig invaliden, en langdurig werklozen;

  • 2.

    degenen die als remigranten wensen terug te keren naar Nederland of zijn teruggekeerd, doch nog niet over passende huisvesting beschikken;

  • 3.

    degenen die ingevolge de Vreemdelingenwet als vluchteling zijn toegelaten, dan wel personen aan wie om humanitaire redenen een verblijfsvergunning is verleend;

  • 4.

    degenen die na echtscheiding, scheiding van tafel en bed of ontbinding van huwelijk na scheiding van tafel en bed in verband met die omstandigheid dringend zelfstandige woonruimte behoeven;

  • 5.

    degenen die een procedure tot echtscheiding, scheiding van tafel en bed of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed aanhangig hebben gemaakt en een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 825b en 825c van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering hebben verkregen, indien zij in verband met die omstandigheid dringend zelfstandige woonruimte behoeven;

  • 6.

    degenen die een met het huwelijk vergelijkbare duurzame samenlevingsvorm, welke tenminste aantoonbaar één jaar heeft geduurd, hebben verbroken, in die periode over zelfstandige woonruimte beschikten en in verband met die omstandigheid dringend vervangende woonruimte behoeven.

artikel 13

Verzoek om inschrijving vindt alleen plaats middels indiening van een volledig ingevuld en door burgemeester en wethouders verstrekt inschrijvingsformulier.

artikel 14

Gelijktijdig met de indiening van de aanvraag tot inschrijving dient de aanvrager gegevens betreffende het inkomen te verstrekken, alsmede andere gegevens welke voor een beoordeling van de mate van urgentie noodzakelijk zijn.

artikel 15

Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken over de aanvraag tot inschrijving.

artikel 16

Burgemeester en wethouders verstrekken aan de in het register ingeschreven woningzoekende een bewijs van inschrijving.

artikel 17

Het bewijs van inschrijving is, gerekend vanaf de inschrijvingsdatum, geldig voor de periode van maximaal 2 achtereenvolgende jaren.

artikel 18

Burgemeester en wethouders halen een inschrijving door indien:

  • a.

    de woningzoekende zelfstandige woonruimte heeft aanvaard, of;

  • b.

    is gebleken dat de woningzoekende niet meer voldoet aan de vereisten voor inschrijving zoals bedoeld in de artikelen 11 en 12, of;

  • c.

    de woningzoekende daarom verzoekt.

artikel 19

Burgemeester en wethouders kunnen bovendien de inschrijving doorhalen indien:

  • a.

    voor de derde maal een bij het huishouden passende woonruimte is geweigerd, of;

  • b.

    indien onjuiste gegevens zijn verstrekt.

Burgemeester en wethouders geven de betreffende woningzoekende een met reden omkleed bericht van doorhaling in het register.

HOOFDSTUK 4 PASSENDHEID

artikel 20

  • 1. De omvang van het huishouden van woningzoekende moet passen bij de grootte van de woonruimte.

  • 2. Bij de toepassing van het gestelde in lid 1 hanteren burgemeester en wethouders zoveel mogelijk een tabel voor de bepaling van de verhouding tussen het aantal leden van het huishouden en het daarbij ten hoogste toegestane aantal kamers van de woonruimte.

artikel 21

  • 1. Het inkomen van de woningzoekende moet in een redelijke verhouding tot de huurprijs van de woonruimte staan.

  • 2. Bij de toepassing van het gestelde in lid 1 hanteren burgemeester en wethouders zoveel mogelijk de volgende tabel voor de bepaling van de verhouding tussen de huurprijs en het daarbij ten hoogste toegestane inkomen:

    BELASTBAAR JAARINKOMEN
    HUURPRIJS alleenstaan- den jonger dan 65 jaar alleenstaan- den ouder dan 65 jaar meerpersoons- huishoudens jonger dan 65 meerpersoons- huishoudens ouder dan 65
    Huurprijs gelijk of lager dan € 600,-* € 36.500,-* € 30.750,-* € 48.600,-* € 40.500,-*
    Huurprijs € 600,- * tot huurprijsgrens loongrens ingevolge Ziekenfondswet

    *Over de actuele bedragen kan informatie worden ingewonnen bij Habeko wonen.

HOOFDSTUK 5 URGENTIE EN VOORRANG

artikel 22

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen van iedere woningzoekende op het moment van inschrijving de mate van urgentie vast aan de hand van de door de raad vastgestelde puntentabel zoals opgenomen in artikel 23.

  • 2. Voorts stellen zij minstens één maal per jaar de urgentie bij.

  • 3. Indien zich wijzigingen in de persoonlijke omstandigheden voordoen, kan tot tussentijdse bijstelling worden besloten.

artikel 23

  • a. De urgentie wordt bepaald door de som van alle punten die aan een woningzoekende zijn toegekend op basis van het urgentiepuntensysteem zoals vermeld in artikel 24.

  • b. Het urgentiepuntensysteem is opgebouwd uit zogenaamde basispunten, extra punten en minpunten. Basispunten worden toegekend op grond van ingezetenschap, economische of maatschappelijke binding of op grond van een overige binding.

  • c. Extra urgentiefaktoren (g tot en met j) zijn alleen van toepassing op ingezetenen van de gemeente of de regio.

artikel 24 De urgentiepuntentabel

In de puntentabel zijn de volgende factoren voor het bepalen van de urgentie opgenomen:

  • a.

    Ingezetenschap: minimaal: 20 punten

  • -

    extra voor alleenstaande

    Indien men niet over zelfstandige woonruimte beschikt voor elk jaar vanaf 18 jaar 2 punten per jaar.

  • -

    Extra voor partner:

    Indien beiden niet over zelfstandige woonruimte beschikken: voor beiden vanaf 18 jaar 1 punt per jaar.

  • b.

    Economische binding: minimaal 15 punten

Extra: voor elke afstand tot de huidige woonplaats per 50 km 1 punt, met een maximum van 5.

  • c.

    Maatschappelijke binding: minimaal: 5 punten

Extra: Periode dat men op moment van inschrijving reeds weg is uit de gemeente:

minder dan 1 jaar : 5 punten

1 t/m 4 jaar : 4 punten

5 t/m 9 jaar : 2 punten

10 jaar : 0 punten

  • d.

    Overige binding: minimaal: 5 punten

Extra: Indien afhankelijk van kind(eren) welke minimaal 5 jaar woonachtig in de gemeente of de regio is: 2 punten

  • e.

    Inschrijvingsduur: per jaar 3 punten.

  • f.

    Inkomen

    • 1.

      Voor het inkomen tot aan de ziekenfondsgrens worden 10 urgentiepunten toegekend.

    • 2.

      Voor inkomens die boven de ziekenfondsgrens uitkomen wordt over het meerdere telkens per € 1000,-- 1 punt in mindering gebracht op de hiervoor onder lid 1 genoemde inkomenspunten.

  • g.

    Doorstroming

  • -

    De geregistreerde die binnen de gemeente of de regio een

    goedkope huurwoning vrijmaakt en woonruimte wenst te betrekken die qua woonlasten passend is voor het gezinsinkomen verkrijgt afhankelijk van de netto-huur van de te verlaten woonruimte, de punten overeenkomstig de navolgende tabel:

    netto-huur tot € 500,-- p.m. : 15 punten

    netto-huur van € 500,-- - € 600,-- p.m. : 10 punten

    netto-huur van € 600,-- - € 700,-- p.m. : 5 punten

    netto-huur boven € 700,-- p.m. : 0 punten

  • -

    De geregistreerde die binnen de gemeente of de regio een

    huurwoning achterlaat en woonruimte betrekt dat qua aantal kamers passend is voor de grootte van het huishouden, verkrijgt afhankelijk van de grootte van de te verlaten woonruimte, de punten overeenkomstig de navolgende tabel:

    voor een 3 à 4-kamer eengezinswoning : 5 punten

    voor een 2 à 3-kamerwoning : 5 punten

  • h.

    Medische indicatie

Aan een woningzoekende, die in het bezit is van één van de onderstaande medische indicaties kunnen naar gelang de aard van de indicatie de volgende punten worden toegekend:

  • -

    indien mogelijk: 2 punten

  • -

    gewenst: 4 punten

  • -

    noodzakelijk: 6 punten

  • -

    urgent: 8 punten

  • -

    zeer urgent; 10 punten

Medische indicaties worden vastgesteld door de GGD Rijnstreek of door een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke arts.

  • i.

    Sociale indicatie

Aan een woningzoekende, die in het bezit is van één van de onderstaande sociale indicaties kunnen naar gelang de aard van de indicatie de volgende punten worden toegekend

  • -

    indien mogelijk: 2 punten

  • -

    gewenst: 4 punten

  • -

    noodzakelijk: 6 punten

  • -

    urgent: 8 punten

  • -

    zeer urgent: 10 punten

Sociale indicaties worden vastgesteld door de gemeentelijke sociale dienst of door een regionale stichting maatschappelijke dienstverlening of een andere door burgemeester en wethouders

aangewezen deskundige.

  • j.

    Gedwongen verlating

    • -

      dringende ontruiming buiten eigen toedoen door legale

    • -

      bewoner(s) van een binnen de gemeente gelegen woonruimte

    • -

      (brand, instorting, niet voorziene ontruiming binnen twee maanden) : 20 punten

    • -

      dakloos, nadat reeds in de gemeente legaal over zelfstandige woonruimte werd beschikt en deze buiten eigen toedoen is verloren : 20 punten

    • -

      overige ontruimingen buiten eigen toedoen door legale bewoners van een binnen de gemeente gelegen woonruimte : 20 punten

    • -

      gedwongen verkoop van een binnen de gemeente gelegen woonruimte : 20 punten

    • -

      woonkostentoeslag (binnen de gemeente) : 15 punten

  • k.

    Vermindering urgentie

Vermindering van urgentie wordt volgens onderstaande tabel toegepast als de woningzoekende een hem aangeboden, en naar het oordeel van burgemeester en wethouders -zijn omstandigheden in aanmerking genomen- passende woongelegenheid weigert of indien de woningzoekende niet op het aanbod reageert:

  • -

    0 punten bij een eerste weigering;

  • -

    10 punten bij een tweede weigering

bij een derde weigering vervalt de inschrijving.

artikel 25

  • 1. Bij de toepassing van artikel 8 hanteren burgemeester en wethouders voorrangsregels.

  • 2. De woning wordt in eerste instantie aangeboden aan woningzoekenden die ingezetenen zijn van de regio Rijnstreek of een economische of maatschappelijke binding hebben aan deze streek of zijnde de personen bedoeld in artikel 12.

  • 3. Indien de woning binnen vier weken na de datum van eerste aanbieding niet is verhuurd aan een persoon uit de onder lid 2 genoemde doelgroepen kan ook aanbieding plaatsvinden aan woningzoekenden die geen binding hebben aan de regio Rijnstreek of zijnde de personen bedoeld in artikel 12.

HOOFDSTUK 6 NADERE VOORWAARDEN VOOR KOOPWONINGEN EN VRUCHTELOZE AANBIEDING

artikel 26

In afwijking van het bepaalde in artikel 9 wordt de vergunning altijd verleend indien de woonruimte door de eigenaar overeenkomstig de in artikel 27 aangegeven procedure vruchteloos is aangeboden aan de woningzoekenden die ingevolge artikel 9 voor die woonruimte in aanmerking komen.

artikel 27

Indien de woonruimte niet op voorhand verkocht kan worden aan een persoon genoemd in artikel 9, dan is de procedure vruchteloze aanbieding van toepassing:

  • (1)

    De procedure vangt juridisch aan op de dag waarop de woning voor de eerste maal via een adverten-tie wordt aangeboden.

  • (2)

    De eerste advertentie dient geplaatst te worden in de Rijnwoude Koerier en een regionaal dagblad. De advertentie dient te voldoen aan de gebruikelijke vereisten voor het te koop aanbieden van woningen met vermelding van een redelijke vraagprijs en de tekst dat ingezetenen; economisch en maatschappelijk gebondenen de voorkeur genieten.

  • (3)

    Indien de woning niet kan worden verkocht aan een persoon uit de doelgroepen, dan dient de advertentie in de vierde week na de eerste plaatsingsdatum wederom in genoemde bladen te worden geplaatst, met dezelfde doelgroepen.

  • (4)

    Blijkt vier weken na de tweede plaatsingsdatum dat er geen persoon uit de doelgroepen de woning heeft gekocht, dan dient een derde advertentie te worden geplaatst in een huis-aan-huis blad met een regionale circulatie ('regio Alphen') èn een in de regio Rijnstreek verschijnend dagblad. Uitbreiding van de aanbieding vindt plaats naar ingezetenen en economisch en maatschappelijk gebondenen van een andere gemeente behorende tot de regio Rijnstreek.

  • (5)

    Blijkt vier weken na de derde plaatsingsdatum dat er geen persoon uit de (uitgebreide) doelgroepen de woning heeft gekocht, dan is in beginsel vrije vestiging toegestaan.

  • (6)

    Indien na twaalf weken vruchteloze aanbieding de vraagprijs met 10% of meer wordt verlaagd, kan door burgemeester en wethouders worden beslist dat nog eenmaal in de regio Rijnstreek moet worden geadverteerd met vermelding van de verlaagde vraagprijs. Responstijd: 3 weken.

artikel 28

Burgemeester en wethouders verlenen de huisvestingsvergunning steeds:

  • a.

    aan de eigenaar die als eerste bewoner een nieuw gebouwde woonruimte in gebruik neemt;

  • b.

    aan de eigenaar van een zelfstandige woonruimte, die laatstelijk door zijn rechtsvoorganger gedurende een termijn van tenminste zes maanden onafgebroken als eigenaar werd bewoond.

artikel 29

In geval van woningruil wordt de huisvestingsvergunning verleend wanneer een der partijen voldoet aan het bepaalde in artikel 8. Onverlet blijft evenwel de toepassing van het gestelde in artikel 20 en 21(passendheid).

HOOFDSTUK 7 OVERIGE BEPALINGEN

artikel 30

Op voordracht van burgemeester en wethouders kan de raad een commissie instellen, die tot taak heeft het college te adviseren inzake een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van de beschikbare ruimte.

artikel 31

  • 1. Burgemeester en wethouders, (gehoord de in artikel 30 bedoelde commissie), zijn bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt, ten gunste van de betrokkene af te wijken van deze verordening.

  • 2. In gevallen, waarin deze verordening niet of onvoldoende voorziet, beslissen burgemeester en wethouders, waarbij zij zich uitsluitend zullen laten leiden door overwegingen betrekking hebbende op een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van de beschikbare woningen over de bevolking.

HOOFDSTUK 8 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

artikel 32

  • 1. De vóór de inwerkingtreding van deze verordening gedane inschrijvingen worden geacht inschrijvingen te zijn als bedoeld in hoofdstuk 3 van deze verordening en behouden hun kracht tot zij zijn vervallen.

  • 2. Aanvragen tot inschrijving als woningzoekende of om verlening van de huisvestingsvergunning welke vóór of op de dag van inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend zullen worden behandeld met inachtneming van de voorheen ter zake geldende regelen, indien dit voor betrokkene gunstiger is.

artikel 33

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Huisvestingsverordening 1994 van de gemeente Rijnwoude'.

artikel 34

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 juli 1994.

  • 2.

    Met ingang van de datum van inwerkingtreding vervalt de "Woonruimteverordening 1991" van 30 mei 1991

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Rijnwoude

d.d. 8 juni1994 en gewijzigd bij raadsbesluiten van 16 december 1999, 27 april 2000, 25 april 2002, 6 maart 2008, 11 december 2008, 10 december 2009 en 2 februari 2012.

De secretaris, De burgemeester,