Overheidsorganisatie | Gemeente Slochteren |
---|---|
Officiële naam regeling | Beleidsregels giften en geldleningen gemeente Slochteren |
Citeertitel | Beleidsregels giften en geldleningen gemeente Slochteren |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 15-12-2015 't Bokkeblad, 23-12-2015 | 2015007068 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Slochteren;
gezien het advies van het Platform Werk en Inkomen van 8 december 2015;
gelet op artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 31, tweede lid, onderdeel m, van de Participatiewet;
overwegende dat het wenselijk is om vast te stellen welke giften naar ons oordeel uit een oogpunt van bijstandsverlening verantwoord zijn en niet tot de middelen van de belanghebbende worden gerekend;
b e s l u i t :
vast te stellen:
Beleidsregels giften en geldleningen gemeente Slochteren
1. Giften van instellingen en personen worden niet als middelen voor de bijstand aangemerkt voor zover deze worden verstrekt voor kosten waarvoor anders bijzondere bijstand verstrekt had kunnen worden.
2. Giften van instellingen en personen worden niet als middelen voor de bijstand aangemerkt voor zover deze worden verstrekt voor noodzakelijke kosten dan wel uit medisch oogpunt wenselijke kosten.
3. Giften van werkgevers ten behoeve van werknemers worden niet in aanmerking genomen als middel voor de bijstand, voor zover en inzoverre deze onbelast zijn.
4. Giften in de vorm van verstrekkingen van de voedselbank, kledingbank, speelgoedbank en dergelijke liefdadigheidsinstellingen worden niet als middel beschouwd.
5. Voor giften bedoeld in het vierde lid geldt geen meldingsplicht, voor giften genoemd in het eerste lid tot en met het derde lid, geldt wel een meldingsplicht.
6. De giften als bedoeld in de voorgaande leden tellen niet mee voor de maximale bedragen als bedoeld in de artikelen 2, 3 en 4 van deze beleidsregels.
1. Giften in natura die een geringe waarde vertegenwoordigen worden niet tot de middelen gerekend en hoeven niet door de uitkeringsgerechtigde gemeld te worden voor zover de waarde niet meer is dan € 500,-.
2. Als sprake is van meerdere giften in natura in een kalenderjaar waarvan de totale waarde hoger is dan € 500,-, moet dit wel worden gemeld door de uitkeringsgerechtigde.
3. Als de waarde van een gift in natura hoger is dan het onder het eerste lid genoemd bedrag of de waarde van de giften in een zelfde kalenderjaar hoger is dan dit bedrag, wordt het meerdere aangemerkt als vermogen. Hierdoor wordt het nog vrij te laten vermogen aangepast.
4. De vermogensaanpassing blijft achterwege voor zover dit uit oogpunt van bijstandsverlening verantwoord is zoals in geval een gift in natura wordt gedaan in de vorm van medisch hulpmiddel dat noodzakelijk is voor het functioneren van belanghebbende (of één van zijn gezinsleden) of als sprake is van normaal gebruikelijke duurzame gebruiksartikelen.
1. Giften of geldleningen met een periodiek karakter worden niet tot de middelen gerekend als het totaal van de giften niet hoger is dan 5% van de voor belanghebbende geldende bijstandsnorm op jaarbasis. Het meerdere wordt als inkomen in aanmerking genomen.
2. Giften of geldleningen met een periodiek karakter dienen altijd te worden gemeld.
1. Giften met een eenmalig karakter worden niet tot middelen gerekend, voor zover de giften niet meer bedragen dan 5% van de voor belanghebbende geldende bijstandsnorm op jaarbasis.
2. Voor zover de gift hoger is dan het in het eerste lid bedoelde bedrag, wordt het meerdere als vermogen aangemerkt.
3. Onder “eenmalig” zoals bedoeld in het eerste lid, wordt verstaan: één gift in een aangesloten periode van twaalf maanden.
4. Giften met een eenmalig karakter dienen altijd te worden gemeld.
1. Een gift of geldlening die wordt verstrekt (of giften of geldleningen die worden verstrekt) in afwachting van de afhandeling van de bijstandsaanvraag en die niet meer bedraagt (of bedragen) dan 5% van de voor belanghebbende geldende bijstandsnorm, wordt (of worden) niet in aanmerking genomen als middel.
2. Deze giften of geldleningen tellen mee voor het bereiken van het maximaal vrij te laten bedrag als bedoeld in de artikelen 3 en 4 van deze beleidsregels.
1. Een gift die wordt verstrekt ter delging van een problematische schuld ontstaan in een periode voor aanvang van de bijstandsverlening, wordt niet in aanmerking genomen als middel.
2. Een schuld is in ieder geval problematisch als deze niet binnen 36 maanden terugbetaald kan worden.
Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als Beleidsregels giften en geldleningen gemeente Slochteren.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.
Vastgesteld in de collegevergadering van 15 december 2015.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Slochteren,
Burgemeester, Geert-Jan ten Brink
Secretaris, Chrétien van den Akker