| Overheidsorganisatie | Gemeente Liesveld |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Verordening regelende het verlenen van een tegemoetkoming in de kosten van het geven van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan leerlingen van het openbaar onderwijs |
| Citeertitel | Verordening tegemoetkoming godsdienst- en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan leerlingen van de openbare basisscholen in Liesveld |
| Vastgesteld door | gemeenteraad |
| Onderwerp | onderwijs |
| Eigen onderwerp | 08-0975 |
Geen
Artikelen 50 en 51 Wet op het primair onderwijs
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-01-2002 | 01-01-2011 | Onbekend | 05-03-2002 Onbekend | 2002/014 |
De raad van de gemeente Liesveld;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 februari 2002, nummer 2002/014;
gelet op de artikelen 50 en 51 van de Wet op het primair onderwijs;
b e s l u i t :
vast te stellen de volgende
Verordening regelende het verlenen van een tegemoetkoming in de kosten van het geven van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan leerlingen van het openbaar onderwijs.
1. Aan kerkelijke gemeenten, plaatselijke kerken of rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid als bedoeld in artikel 51 van de Wet op het primair onderwijs kan een tegemoetkoming worden verleend in de kosten verbonden aan het geven van godsdienstonderwijs aan leerlingen van openbare basisscholen in de gemeente Liesveld.
2. Aan volledige rechtsbevoegdheid bezittende organisaties op geestelijke grondslag als bedoeld in artikel 51 van de Wet op het primair onderwijs kan een tegemoetkoming worden verleend in de kosten verbonden aan het geven van levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan leerlingen van de in lid 1 bedoelde scholen.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
godsdienstonderwijs : het onderricht in bijbelkennis, bijbelse geschiedenis,
godsdienst- en cultuurgeschiedenis van het christendom
en/of andere wereldgodsdiensten;
vormingsonderwijs : het leveren van een bijdrage in de vorm van onderricht aan de
geestelijke en zedelijke vorming van de leerlingen;
lesuur : een les van 45 minuten.
Om voor de in artikel 1 bedoelde tegemoetkoming in aanmerking te komen dient het godsdienstonderwijs c.q. levensbeschouwelijk vormingsonderwijs gedurende de daarvoor aangegeven uren in het schoolgebouw of met toestemming van burgemeester en wethouders in andere ruimten te worden gegeven aan tenminste de groepen 7 en 8 van de openbare basisschool. De les moet worden bezocht door minimaal 10 leerlingen.
1. De verantwoordelijkheid voor de inhoud van het godsdienstonderwijs c.q. vormingsonderwijs berust bij de instantie die dat onderwijs doet geven.
2. Deze instantie draagt er zorg voor dat het onderwijs op pedagogisch en didactisch verantwoorde wijze wordt gegeven.
De voor het godsdienstonderwijs c.q. levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aangewezen leerkrachten onthouden zich ervan iets te leren, te doen of toe te laten, wat strijdig is met de eerbied, verschuldigd aan de levensbeschouwing van andersdenkenden en gedragen zich overigens naar de aanwijzingen door de directeur van de school te geven.
1. Aan de in artikel 1 genoemde instantie wordt voor maximaal twee gevormde groepen van leerlingen voor één wekelijks lesuur van 45 minuten per gevormde groep per kalenderjaar een tegemoet koming verleend van € 454,--. Over een gedeelte van een kalenderjaar wordt de tegemoetkoming naar rato berekend op basis van het aantal werkelijk gegeven wekelijkse lesuren, waarbij voor een vol kalenderjaar wordt uitgegaan van 40 wekelijkse lesuren per groep.
2. Het bedrag van € 454,--, genoemd in het eerste lid, wordt met ingang van 1 januari 2003 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 1,--. Het aangepaste bedrag treedt in de plaats van het in het eerste lid genoemde bedrag van € 454,--.
3. Zonodig mogen voor het bereiken van het in artikel 3 bedoelde aantal leerlingen de groepen worden gecombineerd.
Voor het verkrijgen van de tegemoetkoming zendt de in artikel 1 bedoelde instantie binnen een maand na afloop van het kalenderjaar aan burgemeester en wethouders per school een verzoek onder vermelding van de volgende gegevens:
het aantal groepen dat het onderwijs heeft ontvangen;
het aantal leerlingen dat elke groep vormde;
het in het afgelopen jaar aan elke groep werkelijk gegeven aantal lesuren;
naam, adres en bevoegdheid van degene die het onderwijs heeft gegeven;
de voor de uitbetaling benodigde gegevens;
gegevens omtrent de rechtsbevoegdheid van de instantie.
Geen tegemoetkoming wordt verleend indien aan de bepalingen van deze verordening niet wordt voldaan.
Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening tegemoetkoming godsdienst- en levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan leerlingen van de openbare basisscholen in Liesveld en wordt geacht in werking te zijn getreden met terugwerkende kracht tot 1 januari 2002 onder intrekking van de gelijknamige verordening, vastgesteld door de raad op 13 oktober 1987.
Aldus besloten in de openbare vergadering,
gehouden op 5 maart 2002.
De secretaris, De voorzitter,
mr. B.J. van Stiphout-van Keulen mr. B. Koelewijn