| Overheidsorganisatie | Gemeente Liesveld |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Algemene Subsidieverordening Liesveld 2009 |
| Citeertitel | Algemene Subsidieverordening Liesveld 2009 |
| Vastgesteld door | gemeenteraad |
| Onderwerp | financiën en economie |
| Eigen onderwerp | 08-0794 |
Geen
Gemeentewet, art. 149
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-01-2009 | 13-12-2011 | Onbekend | 18-11-2008 Kontakt, 09-04-2009 | 2008/036 |
De raad van de gemeente Liesveld;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 oktober 2008, nummer 2008/036;
b e s l u i t :
vast te stellen de Algemene Subsidieverordening Liesveld 2009, die per 1 januari 2009 in werking treedt.
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen.
Hoofdstuk 2 Aanvraag tot subsidieverlening.
Hoofdstuk 3 Subsidievaststelling.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepalingen.
HOOFSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
wet: de Algemene wet bestuursrecht;
subsidie: een aanspraak op financiële middelen, door het college verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan de gemeente geleverde goederen of diensten;
de raad: de gemeenteraad van Liesveld;
het college: het college van burgemeester en wethouders van Liesveld.
Deze verordening is uitsluitend van toepassing op alle te verstrekken subsidies voor activiteiten op beleidsterreinen die het belang van de gemeente en/of haar inwoners dienen en die zijn opgenomen in de programmabegroting en specifieke beleidsnota’s.
1. Ter uitvoering van deze verordening kan het college beleidsregels vaststellen binnen de door de raad vastgelegde beleidskaders (programmabegroting en beleidstaken).
2. In de beleidsregels worden o.a. de beleidsterreinen, beleidsdoelen, toetsingscriteria en grondslagen (verdeelregels) voor de subsidieberekeningen nader uitgewerkt.
3. Voor incidentele subsidies geldt een maximum bedrag van € 1.000,00 per aanvraag.
Artikel 4:24 van de wet is niet van toepassing.
Artikel 2:13 van de wet is niet van toepassing.
1. Het college is bevoegd met toepassing van deze verordening subsidies te verlenen, in te trekken, te wijzigen, te verminderen en vast te stellen en voorschriften te verbinden aan subsidiebesluiten.
2. Het college is eveneens bevoegd om te beslissen omtrent de verlening van subsidies ten laste van de post onvoorzien tot een bedrag van maximaal € 2.500,00 per subsidie en met een maximum van € 10.000,00 per jaar.
3. Het college is bevoegd een (uitvoerings)overeenkomst, als bedoeld in artikel 4:36 van de wet, af te sluiten.
4. Het college is bevoegd te bepalen dat aanvragers om subsidie op grond van een beleidsregel voor het vormen van fondsen of het doen van reserveringen boven een bepaald bedrag vooraf toestemming van het college behoeven.
1. De raad stelt het subsidieplafond per beleidstaak jaarlijks vast bij de vaststelling van de begroting.
2. Het subsidieplafond wordt daarbij ook onderverdeeld per beleidsterrein.
3. Het college regelt de wijze van (her)verdeling van het beschikbare plafond als dit bij de beoordeling van de aanvragen wordt overschreden.
4. Het college maakt de subsidieplafonds en de (onder)verdeling per beleidsterrein binnen 6 weken na vaststelling van de begroting bekend.
Als voor het eerst een periodieke subsidie wordt aangevraagd moet de aanvraag voor 1 juli van het jaar voorafgaande aan het kalenderjaar,waarop de aanvraag betrekking heeft, schriftelijk worden ingediend bij het college.
1. Een aanvraag om verlenging van een periodieke subsidie moet voor 1 oktober van het jaar voorafgaande aan het kalenderjaar, waarop de aanvraag betrekking heeft, schriftelijk worden ingediend bij het college.
2. Als artikel 11 lid 3 is toegepast kan in de beschikking worden opgenomen dat het jaarlijks indienen van een aanvraag achterwege kan blijven.
Een aanvraag om verlening van een incidentele subsidie moet zo mogelijk 2 maanden voor de aanvang van de desbetreffende activiteit schriftelijk worden ingediend bij het college.
Een incidentele subsidie kan worden aangevraagd voor activiteiten met een éénmalig, bijzonder of experimenteel karakter, waarbij voorts het belang wordt aangegeven van de activiteit(en) voor de gemeente en/of haar inwoners.
Het college kan overlegging eisen van relevante stukken voor een goede beoordeling van een subsidieaanvraag.
Als op grond van lid 1 nadere stukken worden geëist wordt per aanvraag, als bedoeld in artikel 7 tot en met 9, van tevoren aangegeven welke stukken dan worden gevraagd.
Deze lijst met stukken wordt van tevoren bekendgemaakt.
1. Het college beschikt op een aanvraag als bedoeld in artikel 7 en 8 binnen 8 weken nadat de gemeentebegroting voor het desbetreffende jaar is vastgesteld.
2. De beschikking houdt in de subsidievaststelling voor het desbetreffende jaar.
3. In afwijking van lid 2 kan de subsidievaststelling plaatsvinden voor meerdere jaren met een maximum van vier. Wordt de subsidie voor twee, drie of vier jaren vastgesteld dan wordt zij voor deze jaren vastgesteld onder de voorwaarde dat elk jaar voldoende gelden ter beschikking worden gesteld door de gemeenteraad (begrotingsvoorbehoud).
4. Als subsidies in de beleidsregels zang, muziek en sport algemeen voor meerdere jaren worden toegekend en er in de tussentijd een nieuwe vereniging bijkomt dan wordt eerst de raad voorgesteld om hiervoor extra budget beschikbaar te stellen. Wordt geen extra budget beschikbaar gesteld dan wordt de toe te kennen subsidie tot de volgende toekenning uit het budget voor incidentele subsidies betaald.
5. Als subsidies in de beleidsregels zang, muziek en sport algemeen voor meerdere jaren zijn toegekend en een vereniging beëindigd haar activiteiten tussentijds of artikel 14 wordt toegepast dan wordt de vrij vallende subsidie alsnog via herberekening aanvullend toegekend aan de overblijvende verenigingen.
6. In de beschikking tot vaststelling wordt bepaald over welk(e) jaar (jaren) en met welke stukken, na afloop van de periode waarvoor subsidie is toegekend, verantwoording moet worden afgelegd. De subsidieontvanger voert in verband hiermee in ieder geval een zodanig ingerichte administratie dat daaruit de, voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde, rechten en verplichtingen als mede de betalingen en de ontvangsten kunnen worden nagegaan. Het college kan ook nog nadere bepalingen vaststellen, die van tevoren bekend worden gemaakt.
7. Bij subsidievaststellingen die een bedrag van € 10.000,00 per verstrekking te boven gaan kan het college bepalen dat het subsidiebedrag in termijnen beschikbaar wordt gesteld.
1. Het college beschikt op een aanvraag om incidentele subsidie binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag.
2. De organisatie die een subsidie ontvangt voor een incidentele activiteit kan worden verzocht om binnen 3 maanden na afloop van de activiteit:
verslag te doen van het effect van de activiteit voor de gemeente en/of haar inwoners;
verslag te doen van de wijze van besteding van de subsidie;
financieel verslag te doen van de georganiseerde activiteit(en) met vermelding van alle inkomsten en uitgaven.
Onverminderd het gestelde in artikel 4:35 Abw kan een subsidie worden geweigerd als:
door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden;
een aanvraag als bedoeld in artikel 7 en 8 niet tijdig voor of uiterlijk op de vermelde datum is ingediend;
de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken; bij de beoordeling worden de inkomsten uit acties, sponsoring en giften buiten beschouwing gelaten;
de subsidieverstrekking niet past binnen het beleid van de gemeente;
de activiteiten van de aanvrager niet algemeen toegankelijk zullen zijn.
Het college kan bij een met reden omkleed besluit de subsidie wijzigen, verminderen, de reeds verleende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen of de aanvrager van verdere subsidie uitsluiten als:
blijkt dat de aanvrager zich niet of niet in voldoende mate houdt aan de voorwaarden en bepalingen in en op grond van deze verordening;
blijkt dat de aanvrager opzettelijk onjuiste gegevens (heeft) verstrekt;
sprake is van opheffing, splitsing of samenvoeging van een instelling;
de kernactiviteit van de aanvrager veranderd;
in de gegevens voor de verdeelcriteria (forse) mutaties ontstaan.
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of onduidelijk is, beslist het college.
Het college kan artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, als toepassing ervan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.
Deze verordening kan worden aangehaald als: Algemene Subsidieverordening Liesveld 2009.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2009.
De Algemene Subsidieverordening gemeente Liesveld 2005, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 9 september 2008 blijft in werking voor de periodieke subsidieaanvragen voor 2008 en vervalt per 1 juli 2009.
Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 november 2008.
De griffier, De voorzitter,
A.J.P. Saes, K.J.G. Kats