Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Veghel

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Veghel
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2016
CiteertitelVerordening toeristenbelasting 2016
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelastingverordeningen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Art. 224 Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-12-2015Nieuwe regeling

17-12-2015

GVOP, 30-12-2015

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2016

De raad van de gemeente Veghel;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2015;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2016(Verordening toeristenbelasting 2016)

Artikel 1. Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook of anderszins uit economische- dan wel commerciële overwegingen door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 2. Belastingplicht

Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 1.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 2.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3. Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • a.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • b.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;

  • c.

    van kinderen die de leeftijd van 13 jaar nog niet hebben bereikt;

  • d.

    in vaartuigen voor de beroepsvaart.

Artikel 4. Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 5. Belastingtarief

Per overnachting bedraagt het tarief € 1,54 (2014: €1,52).

Artikel 6. Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7. Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8. Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 5,00 worden niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 9. Termijnen van betaling

  • 1. De aanslag(en) moet(en) worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later.

  • 2. Het bedrag inzake een bestuurlijke boete moet worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 3. Indien een machtiging voor automatische incasso is afgegeven en zolang de verschuldigde bedragen via automatische incasso kunnen worden afgeschreven, moet(en) de aanslag(en) en de bestuurlijke boete(s) worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 4. In afwijking van het derde lid is betaling via automatische incasso alleen mogelijk voor zover het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen en bestuurlijke boetes minder is dan € 3.000,00.

  • 5. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10. Nadere regels door het Dagelijks Bestuur

Het dagelijks bestuur van de Belastingsamenwerking Oost-Brabant kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 11. Meldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeente-ambtenaren, bedoeld in artikel 232, vierde lid, onderdelen a en c, van de Gemeentewet.

Artikel 12. Nachtverblijfregister

  • 1. De belastingplichtige is gehouden per belastingjaar een nachtverblijfregister bij te houden.

  • 2. Het nachtverblijfregister bevat met betrekking tot ieder aan wie gelegenheid tot overnachten is verschaft of wie heeft overnacht gegevens ten minste betreffende:

    • -

      naam, leeftijd en woonplaats;

    • -

      datum van aankomst en vertrek;

    • -

      het aantal overnachtingen ter zake waarvan belasting verschuldigd is.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen van de in het eerste lid bedoelde verplichting gehele of gedeeltelijke ontheffing te verlenen, zo nodig onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 13. Kwijtschelding van belastingen

Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2015” van 4 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening toeristenbelasting 2016”.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 17 december 2015.

De raad voornoemd.

De griffier,

Dr. W. Oosten

De voorzitter,

Mr. I.R. Adema

Toelichting Verordening toeristenbelasting 2016

Wijziging t.o.v. 2015

TariefHet tarief is conform de Notitie uitgangspunten begroting 2015 verhoogd.