Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Veghel

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Veghel
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2016
CiteertitelVerordening precariobelasting 2016
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelastingverordeningen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Art. 228, Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-12-2015Nieuwe regeling

17-12-2015

GVOP, 30-12-2015

78119

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2016

De raad van de gemeente Veghel;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van2015;

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

vast te stellen de

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2016

(Verordening precariobelasting 2016)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur, of een gedeelte daarvan;

  • b.

    week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

  • c.

    maand: een kalendermaand;

  • d.

    jaar: een kalenderjaar.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een ontheffing heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de ontheffing is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 4 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

  • 1.

    voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;

  • 2.

    voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;

  • 3.

    voorwerpen, welke rechtens moeten worden gedoogd;

  • 4.

    voorwerpen, welke uitsluitend voorzien in een algemeen belang dan wel worden gebezigd voor weldadige doeleinden en welke niet worden geëxploiteerd tegen betaling.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

  • 1. Voor de berekening van de precariobelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde lengte- of oppervlaktemaat een gedeelte daarvan als een volle eenheid aangemerkt.

  • 2. Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.

  • 3. De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.

  • 4. Indien de gemeente een ontheffing heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die ontheffing, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.

  • 5. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp tarieven voor verschillende tijdseenheden zijn opgenomen, wordt de precariobelasting berekend op de voor de belastingplichtige meest voordelige wijze.

  • 6. In afwijking van het bepaalde in artikel 1 wordt voor de berekening van de precariobelasting:

    • a.

      indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een weektarief, maar geen dagtarief is opgenomen, een gedeelte van een week gelijkgesteld met een week;

    • b.

      indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een maandtarief, maar geen dag- of weektarief is opgenomen, een gedeelte van een maand gelijkgesteld met een maand.

  • 7. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp een dagtarief, weektarief of maandtarief is opgenomen en het belastingtijdvak een langere periode dan een dag, onderscheidenlijk een week of een maand omvat, gelden deze tarieven per dag, onderscheidenlijk week of maand van het belastingtijdvak.

Artikel 7 Belastingtijdvak

  • 1. In de gevallen waarin de gemeente een ontheffing heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de ontheffing is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaar overschrijdende geldigheidsduur van de ontheffing het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

  • 2. In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de in het kalenderjaar gelegen aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet of heeft voorgedaan.

Artikel 8 Wijze van heffing

De precariobelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belastingen zijn verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij deaanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de belastingenverschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belastingenals in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffingvoor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belastingen als er in datjaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    De aanslag(en) moet(en) worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    Indien een machtiging voor automatische incasso is afgegeven en zolang de verschuldigde bedragen via automatische incasso kunnen worden afgeschreven, moet(en) de aanslag(en) worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid is betaling via automatische incasso alleen mogelijk voor zover het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen minder is dan € 3.000,00.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het Dagelijks Bestuur

Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking Oost-Brabant kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelastingen.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening precariobelasting 2015”, vastgesteld bij raadsbesluit van 4 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening precariobelasting 2016”.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 17 december 2015.

De raad voornoemd.

De griffier,

Dr. W. Oosten

De voorzitter,

Mr. I.R. Adema

Bijlagen:

Tarieventabel

Kaart centrum Veghel

Toelichting Verordening precariobelasting 2016

Wijzigingen t.o.v. 2015

De tarieven zijn conform de uitgangspunten uit de gemeentebegroting 2016 verhoogd met + 1%.

Bijlage 1 TARIEVENTABEL behorende bij de Verordening precariobelastingen 2016

Algemeen

De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief de eventueel verschuldigde omzetbelasting.

 A.  Bouw- en sloopwerk20162015
1.Voor het hebben ten dienste of ten behoeve van enig bouw- of sloopwerk van schuttingen, steigers, werk- of bergloodsen of andere tijdelijke getimmerten, containers, alsmede van bouwmaterialen, per m² buiten de rooilijn daardoor ingesloten of ingenomen grondvlak a. per week b. per maand         € 0,61 € 1,57        € 0,60 € 1,55
2.I. Bij bouwwerken voor het lozen van grondwater e.a. op ‘open water’ per pomp: a. voor een dag met een minimum van b. voor een maand met een minimum van c. voor een jaar II. Bij bouwwerken voor het lozen van grondwater e.a. op riolering per pomp per dag:    € 2,45 € 24,68 € 48,54 €147,85 €297,59   € 8,81     € 2,43 € 24,44 € 48,06 € 146,39 € 294,64   € 8,72
    
B.Terrassen  
 Voor het innemen van openbare gemeentegrond voor het hebben van een terras, per m² per jaar: a. in het centrum van Veghel (zie bijlage) b. in de rest van de gemeente Veghel Voor incidentele terrassen, per m² per dag: a. in het centrum van Veghel (zie bijlage) b. in de rest van de gemeente Veghel Voor tijdelijke uitbreidingen van bestaande terrassen tijdens evenementen (maximaal 7 dagen); per evenement per m²: a. in het centrum van Veghel (zie bijlage) b. in de rest van de gemeente Veghel    € 16,55 € 3,03   € 3,02 € 0,87     € 0,33 € 0,08     € 16,39 € 3,00  € 2,99 € 0,86     € 0,33 € 0,08
    
C.Uitstallingen en losstaande borden  
 Voor het hebben van uitstallingen en/of losstaande borden op openbare gemeentegrond per m² (uitstallingen) of per m’ (losstaande borden, met een minimum van 1 m’) per jaar, verschuldigd: a. in het centrum van Veghel (zie bijlage) b. in de rest van de gemeente Veghel Voor incidentele uitstallingen, per m² per dag: a. in het centrum van Veghel (zie bijlage) b. in de rest van de gemeente Veghel      € 26,74 € 18,20   € 3,02 € 0,87      € 26,48 € 18,02   € 2,99 € 0,86
    
D.Standplaatsen  
1.Voor het innemen van een standplaats waarvoor een doorlopende vergunning is verleend voor het ter verkoop of verhuur aanbieden van goederen op de locaties zoals in het standplaatsenbeleid aangegeven, per standplaats per doorlopende vergunning: a. in Veghel en Erp b. in overige kernen        € 950,23 € 304,21         €940,82 €301,20
2.Voor het innemen van een incidentele standplaats a. bij gebruik van 100 m² of minder per dag b. voor elke volgende 100 m² per dag € 24,65 € 18,87 € 24,41 € 18,68
    
E.Gebruik openbare gemeentegrond  
 Voor het innemen van openbare gemeentegrond, waarvoor niet elders in deze tabel een tarief is opgenomen, per m²: a. voor een dag met een minimum van b. voor een week met een minimum van c. voor een maand met een minimum van d. voor een jaar    € 0,33 € 2,53 € 1,09 € 5,38 € 3,28 € 13,98 € 26,67     € 0,33 € 2,50 € 1,08 € 5,33 € 3,25 € 13,84 € 26,41

Behoort bij het raadsbesluit van 17 december 2015.

Mij bekend,

De griffier van de gemeente Veghel,

Dr. W Oosten

Bijlage 2 Aanduiding gebied

Bijlage 2