Overheidsorganisatie | Gemeente Veghel |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van scheepvaartrechten 2016 |
Citeertitel | Verordening scheepvaartrechten 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belastingverordeningen |
Geen
Art. 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2015 | Nieuwe regeling | 17-12-2015 | 78119 |
De raad van de gemeente Veghel;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 november 2015;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de
Verordening op de heffing en invordering van
scheepvaartrechten 2016
(Verordening scheepvaartrechten 2016)
Krachtens deze verordening worden geheven:
havengelden;
overslaggelden;
elektriciteitsgelden.
1. Onder de naam “havengeld” wordt ingevolge deze verordening een recht geheven, dat verschuldigd is voor vaartuigen waarmee overeenkomstig de bestemming van de gemeentehavens, als bedoeld in de Havenbeheerverordening Veghel 2014, gebruik wordt gemaakt.
2. Geen havengeld wordt geheven van:
roeiboten, behorende bij vaartuigen,
vaartuigen die aan het Rijk toebehoren,
politieboten,
hospitaalboten,
vaartuigen, die op zondagen en algemeen erkende christelijke feestdagen in de haven ligplaats kiezen, uitsluitend in verband met kerkbezoek van de bemanning.
4. Het recht wordt geheven van de gezagvoerder, de schipper, de kapitein, de reder, de eigenaar, de gebruikers, de bevrachter, de huurder van het vaartuig of de gemachtigde van een van dezen.
5. De heffing van het recht vangt aan, zodra van de gemeentehaven gebruik wordt gemaakt.
6. Bij langer verblijf dan zeven dagen ná de dag van aankomst in de gemeentehaven, is voor elk tijdvak van zeven dagen of gedeelte daarvan het recht opnieuw verschuldigd, tenzij dit langer verblijf wegens ijsgang, invriezing, abnormale waterstand ter plaatse of andere buitengewone omstandigheden noodzakelijk is. Binnen het in de vorige zinsnede bedoelde tijdsbestek van zeven dagen mag een vaartuig van de gemeentelijke havens en van de gemeentelijke los- en laadplaatsen aan de Zuid-Willemsvaart over en weer, onmiddellijk op elkaar aansluitend, gebruikmaken.
1. Maatstaf van de heffing is de maximum waterverplaatsing ingevolge de geldige meetbrief van het vaartuig.
2. Bij gemis van een meetbrief of bij weigering om de meetbrief te vertonen, wordt de maximum waterverplaatsing door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld en wordt het recht naar de uitkomst daarvan geheven.
Het havengeld wordt berekend naar de maximum waterverplaatsing van de vaartuigen en bedraagt per kubieke meter van die maximum waterverplaatsing € 0,12 voor elke keer dat de vaartuigen gebruikmaken van een van de gemeentehavens, met een minimum van € 29,91.
Voor vaartuigen die de haven bezoeken zonder te laden of te lossen en die niet voor opslag bestemd zijn, bedraagt het recht € 0,12 per kubieke meter waterverplaatsing met een minimum van € 29,91.
1. Onder de naam “overslaggeld” wordt ingevolge deze verordening een recht geheven wegens het gebruik maken van gedeelten van de havens welke onmiddellijk dan wel middellijk met het laden en lossen van vaartuigen verband houden.
2. Indien er overslaggeld wordt betaald is geen havengeld verschuldigd.
1. Het overslaggeld wordt geheven van degene aan wie gedeelten van de haven in gebruik zijn gegeven ten behoeve van overslag.
2. Degene van wie overslaggeld wordt geheven, is verplicht op het einde van iedere maand een opgave van het gewicht van de overgeslagen goederen en het aantal containers aan de havenmeester te verstrekken. Tevens dienen de volgende gegevens te worden verstrekt: datum, naam van het schip met Europanummer en het aantal uitgeloste/geladen tonnen of containers.
Het overslaggeld bedraagt per ton overgeslagen goederen € 0,16 en per overgeslagen met materialen c.q. producten gevulde container € 1,10 (€ 1,03).
Het overslaggeld wordt geheven bij wege van gedagtekende nota of andere schriftuur.
Schepen die gebruikmaken van dit recht en elders ligplaats binnen de gemeentehavens innemen, vallen onder artikel 2 (havengelden) van deze verordening.
1. Onder de naam “elektriciteitsgeld” wordt ingevolge deze verordening een recht geheven, dat is verschuldigd voor vaartuigen die gebruikmaken van de bij de gemeentelijke havens beschikbare elektriciteitafnamepunten.
2. Het recht wordt geheven van degene aan wie een afnamepunt in gebruik is gegeven.
Het recht wordt geheven op basis van het geleverde voltage.
Het recht bedraagt na 3 dagen vanaf de dag van aankomst in de haven € 5,37 per dag per schip voor 220 V en € 7,02 per dag per schip voor 380 V.
1. Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Indien zulks in deze verordening niet anders is bepaald, wordt bij de toepassing van deze verordening gerekend voor een gedeelte van een jaar, van een kalendermaand, van een dag, van een kubieke meter, van een vierkante meter en van een strekkende meter respectievelijk een vol jaar, een volle kalendermaand, een volle dag, een hele kubieke meter, een hele vierkante meter en een hele strekkende meter.
De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur.
Het verschuldigde bedrag wordt in de kennisgeving, de nota of andere schriftuur vermeld.
Voor degenen die niet tijdig de informatie verstrekken die nodig is voor de berekening van deverschuldigde havengelden, worden de verschuldigde rechten per kwartaal door het collegevan burgemeester en wethouders vastgesteld.
1. De rechten zijn verschuldigd en moeten worden betaald op het tijdstip waarop het gebruik aanvangt.
2. Indien de rechten niet op het in het eerste lid genoemde tijdstip kunnen worden voldaan, moeten deze, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, worden betaald binnen 1 maand na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving, de nota of de andere schriftuur.
Alle in deze verordening genoemde tarieven zijn exclusief de verschuldigde omzetbelasting.
De rechten genoemd in artikel 1 komen niet voor kwijtschelding in aanmerking.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de scheepvaartrechten.
De “Verordening scheepvaartrechten 2015”, vastgesteld bij raadsbesluit van 4 december 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening scheepvaartrechten 2016”.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 17 december 2015.
De raad voornoemd.
De griffier,
Dr. W. Oosten.
De voorzitter,
mr. I.R. Adema.
Artikel 2, eerste lid, is louter tekstueel gewijzigd. Inhoudelijk is er niets gewijzigd.
Zoals aangegeven bij de vaststelling van de verordening 2015 worden tarieven voor containers verhoogd conform onderstaand scenario:
in 2015 gelijk te laten op € 1,03 per geladen container excl. BTW;
in 2016 te verhogen tot € 1,10 per geladen container excl. BTW;
in 2017 te verhogen tot € 1,15 per geladen container excl. BTW;
in 2018 te verhogen tot € 1,25 per geladen container excl. BTW;