| Overheidsorganisatie | Gemeente Bernisse |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Reglement monumentencommissie gemeente Bernisse 2008 |
| Citeertitel | Reglement monumentencommissie gemeente Bernisse 2008 |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | algemeen |
| Eigen onderwerp |
Geen
artikel 84 van de Gemeentewet en artikel 15 van de Monumentenwet 1988
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 13-03-2008 | Nieuwe regeling | 22-01-2008 Onbekend | Onbekend |
Reglement monumentencommissie Bernisse 2008
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bernisse,
gelet op artikel 84 van de Gemeentewet en artikel 15 van de Monumentenwet 1988,
besluit vast te stellen het volgende reglement:
"Reglement monumentencommissie gemeente Bernisse 2008"
1. De leden van de monumentencommissie worden voor een periode van vier jaar door het college benoemd. Zij zijn eenmaal onmiddellijk herbenoembaar.
2. De voorzitter en diens plaatvervanger worden door het college benoemd op voordracht van en uit het midden van de monumentencommissie.
3. Het college ontslaat de leden van de monumentencommissie:
bij disfunctioneren;
op hun verzoek. Het verzoek moet schriftelijk worden ingediend bij het college;
wanneer zij door ziekten of gebreken blijvend ongeschikt zijn de functie te vervullen;
bij aanvaarding van een ambt of betrekking dat onverenigbaar is met het lidmaatschap van de monumentencommissie;
wanneer zij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf zijn veroordeeld, dan wel door uitspraak wegens misdrijf zijn veroordeeld, dan wel bij uitspraak een maatregel is opgelegd, die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;
wanneer zij bij rechterlijke uitspraak onder curatele zijn gesteld, in staat van faillissement zijn verklaard, surseance van betaling hebben verkregen of wegens schulden zijn gegijzeld.
4. Het ontslag van een lid van de monumentencommissie op eigen verzoek gaat een maand na ontvangst van het schriftelijk verzoek aan het college van burgemeester en wethouders in of zoveel eerder als een opvolger is benoemd.
1. De monumentencommissie vergadert ten minste eenmaal per kalendermaand doch ten minste 10 keer per kalenderjaar, voorts zo dikwijls de voorzitter of diens plaatsvervanger het nodig oordeelt of indien de meerderheid van de leden het verlangen daartoe onder opgaaf van redenen aan de voorzitter of diens plaatsvervanger kenbaar maakt. Indien een vergadering is gevraagd, wordt zij binnen twee weken gehouden.
2. De voorzitter of diens plaatsvervanger belegt de vergaderingen en zorgt dat de agenda, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste zeven dagen van te voren wordt verzonden met vermelding van de te behandelen onderwerpen en bijbehorende stukken.
3. De monumentencommissie kan slechts beraadslagen en besluiten indien ten minste twee leden, waaronder de voorzitter of diens plaatsvervanger, bij de vergadering aanwezig zijn.
4. Indien het vereiste aantal leden niet aanwezig is, belegt de voorzitter of diens plaatsvervanger, onder verwijzing naar dit artikel, opnieuw een vergadering. Op deze vergadering is het derde lid niet van toepassing.
5. De vergaderingen van de monumentencommissie zijn openbaar.
6. De voorzitter of diens plaatsvervanger kan besluiten achter gesloten deuren te vergaderen wanneer hier zwaarwichtige redenen aan ten grondslag liggen. Een besluit hiertoe dient, voorafgaande aan de behandeling van het desbetreffende agendapunt, door de meerderheid van het aantal aanwezige leden te worden genomen. Het college is te allen tijde gerechtigd de besloten vergaderingen als toehoorder bij te wonen.
7. De voorzitter of diens plaatsvervanger kan omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken, die aan de monumentencommissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen conform artikel 86 Gemeentewet. Geheimhouding wordt zowel door de leden, die bij de behandeling aanwezig waren, als eventueel tot de vergadering toegelaten personen, in acht genomen tot de voorzitter of diens plaatsvervanger de geheimhouding opheft.
8. De besluiten die het college naar aanleiding van de adviezen van de monumentencommissie neemt worden zo spoedig mogelijk aan de monumentencommissie medegedeeld.
1. Een ieder kan de openbare vergadering van de monumentencommissie bijwonen.
2. Een ieder kan, voorafgaand aan de behandeling van een agendapunt, gebruik maken van spreekrecht.
3. Degenen die van het spreekrecht gebruik willen maken dienen dit aan het begin van de vergadering bekend maken.
1. De voorzitter of diens plaatsvervanger draagt zorg voor de handhaving van de orde tijdens de vergadering van de monumentencommissie.
2. Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter t of diens plaatsvervanger tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter of diens plaatsvervanger hem gedurende de vergadering, waarin het gebeurde plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
3. De voorzitter of diens plaatsvervanger kan om orde van de vergadering te handhaven de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en, indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.
De voorzitter of diens plaatsvervanger is bevoegd, uit eigen beweging of daartoe uitgenodigd door de monumentencommissie, ambtenaren, adviseurs en/of deskundigen te horen en/of in te
schakelen, echter onder de voorwaarde dat toestemming van het college nodig is indien hieraan kosten voor de gemeente zijn verbonden.
1. In de vergadering van de monumentencommissie hebben de leden elk een stem.
2. De besluiten van de monumentencommissie worden genomen bij meerderheid van stemmen.
3. Bij staking van de stemmen beslist de stem van de voorzitter of diens plaatsvervanger.
4. De minderheid kan vorderen dat haar afwijkende mening uit het advies blijkt.
5. De leden van de monumentencommissie onthouden zich van deelneming aan de beraadslagingen en aan de besluitvorming over zaken die hen, hun echtgenoten of hun bloedverwanten tot in de derdegraad persoonlijk aangaan.
6. De leden van de monumentencommissie onthouden zich van beraadslagingen en deelname aan stemming over zaken waar zij beroepshalve of op enigerlei andere wijze bij betrokken zijn.
7. Adviezen worden met redenen omkleed.
1. Van het besprokene in een vergadering van de monumentencommissie maakt de secretaris een verslag.
2. Het verslag vermeldt:
de namen van de leden van de monumentencommissie die aanwezig zijn;
de namen van de in de vergadering verschenen adviseurs en belanghebbenden;
een zakelijke weergave van het in de vergadering behandelde;
het door de commissie uitgebrachte advies.
3. Het verslag wordt door de voorzitter of diens plaatsvervanger en de secretaris ondertekend.
4. Het verslag wordt voor de eerstvolgende vergadering aan de leden van de monumentencommissie toegezonden.
5. Het verslag wordt in de eerstvolgende vergadering van de monumentencommissie besproken en vastgesteld. Na vaststelling wordt een exemplaar aan het college toegezonden en voor een ieder kenbaar gemaakt.
De voorzitter of diens plaatsvervanger en de leden van de monumentencommissie ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen van de monumentencommissie een vergoeding, die door het college wordt bepaald.
In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de voorzitter of diens plaatsvervanger.
1. Het college is belast met het toezicht op het functioneren van de monumentencommissie.
2. De monumentencommissie verstrekt alle door het college verlangde inlichtingen betreffende haar werkzaamheden.
1. Dit reglement treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.
2. Benoemingen van leden van de monumentencommissie voor inwerkingtreding van dit reglement blijven van kracht.
Dit reglement kan worden aangehaald als "Reglement monumentencommissie Bernisse 2008”.
Abbenbroek, 22 januari 2008,
Het college van burgemeester en wethouder van de gemeente Bernisse,
De secretaris, De burgemeester,
Drs. M.H.J. van Kruijsbergen P.J. Bouvy-Koene