Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Hoogezand-Sappemeer

Drank- en Horecaverordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Hoogezand-Sappemeer
Officiële naam regelingDrank- en Horecaverordening
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-12-2015Nieuwe regeling

30-06-2015

Gemeenteblad, 24 december 2015, nr. 126923, Jaargang 2015

Rv. 045

Tekst van de regeling

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Preventie – en handhavingsplan

Alcohol ex artikel 43a DHW

Gemeente Hoogezand-Sappemeer

Begrippenlijst

NVWA - Nederlandse voedsel- en warenautoriteit ODG - Omgevingsdienst Groningen PenH - Preventie- en handhavingsplan Alcohol

DHW - Drank en Horeca Wet VNN - Verslavingszorg Noord-Nederland GGD - Gemeentelijke Gezondheidsdienst

Inleiding

Met ingang van 1 januari 2013 is de Drank- en Horecawet (DHW) op een aantal punten ingrijpend gewijzigd. Eén van de belangrijkste veranderingen is dat gemeenten aanzienlijk meer bevoegdheden hebben gekregen om zelf regels op te stellen en de naleving te handhaven. De DHW is een bijzondere wet omdat één van de voornaamste doelen is dat ze onze jeugd beschermt tegen de schadelijke effecten die alcohol kan hebben op de gezondheid en de veiligheid.

Per 1 januari 2014 is deze gewijzigde DHW op twee punten opnieuw aangepast. De leeftijdsgrens voor de verkoop van alcohol is verhoogd naar 18 jaar, en de gemeenten hebben de verplichting om vóór 1 juli 2014 een integraal Preventie- en Handhavingsplan (PenH-plan) op te stellen en voor te leggen aan de gemeenteraad. Gemeenten zijn daarmee de belangrijkste uitvoerder van de DHW geworden. Zowel op juridisch-, handhavings- als op educatief vlak is de gemeente de regisseur van het Nederlandse alcoholbeleid. Het verplichte PenH-plan, geregeld in artikel 43a van de DHW, is in feite de wettelijke bekrachtiging van dit gegeven.

Op 8 februari 2012 ondertekenden alle Groninger gemeenten, (waaronder ook onze gemeente) het Openbaar Ministerie, de Groninger politie en GGD Groningen het convenant Alcohol & Jongeren. Deze partijen constateerden dat de combinatie alcohol en jongeren voor problemen zorgt. Vaak worden deze problemen geassocieerd met overlast en onveiligheid, minder vaak met gezondheid -terwijl juist, zeker op de langere termijn, dáár de grootste persoonlijke en maatschappelijke risico’s liggen en dus winst is te behalen. Door via het convenant samenwerking aan te gaan hopen zij gedurende de looptijd (2012-2016), samen met hun veldpartners die winst beter te kunnen verzilveren. Inmiddels wordt intensief samengewerkt op diverse terreinen, waaronder gezamenlijke maatregelen in de sfeer van preventie, handhaving en beleidsondersteuning.

Effectief beleid om het (overmatig) alcoholgebruik terug te dringen, in het bijzonder onder jongeren, is alleen haalbaar als op alle fronten tegelijk wordt ingezet: bewustwording van de risico’s, het delen van verantwoordelijkheid, het creëren van draagvlak voor het beleid, het stellen van duidelijke grenzen en het bewaken van die grenzen. Dat is de opdracht waar wij voor staan. Met dit plan hopen wij bij te dragen aan een gezondere en veiliger samenleving.

1. Risicoanalyse

Sinds 1988 is onder Nederlandse jongeren het alcoholgebruik flink toegenomen. Jongeren gingen in de loop van de afgelopen decennia meer, vaker én op jongere leeftijd drinken. In 2003 waren Nederlandse jongeren zelfs koplopers in Europa, als het ging om bingedrinken, dat wil zeggen het op één avond vijf of meer drankjes drinken. Er zijn veel van zulke avonden: vaak wekelijks of zelfs méér dan één avond per week. Uitgaan werd steeds minder ‘een glaasje voor de gezelligheid’ en steeds meer een alibi om stevig in te nemen – vaak vóór het uitgaan zelf (‘indrinken’).

1.1 Cijfers

Zowel landelijk, als provinciaal en lokaal presenteren we een aantal cijfers met betrekking tot de consumptie van alcohol van jongeren.

Provinciaal/Landelijk

Het landelijk beeld is onverkort van toepassing op de provincie Groningen. De gemiddelde leeftijd waarop jongeren voor het eerst drinken is tussen 13 jaar en 5 maanden (VMBO) en 14 jaar (Havo/VWO), zo blijkt uit de Jeugdgezondheidsenquête 2012 van de GGD Groningen.

Daarin lezen we ook dat in 2012 minder jongeren onder de 16, toen de wettelijke alcoholleeftijd, al alcohol hadden gedronken (n.l. 49% van de 15-jarigen tegen 76% in 2008).

Maar áls ze drinken doen ze dat fors, ook als ze nog geen 16 jaar zijn. Van alle 15-jarigen dronk in 2012 37% ‘binge’ (d.w.z. 5 glazen of meer per gelegenheid), van de 17-jarigen was dat gemiddeld 64% (bij MBO’ers 70%).

We zien hier enerzijds de effecten van de maatschappelijke discussie over overmatig alcoholgebruik door jongeren (en vooral ouders die strenger zijn geworden), maar aan de andere kant ook de ernst van het probleem. Bijna de helft van de jongeren van 16 jaar was de afgelopen maand een keer dronken of aangeschoten, zo blijkt uit de cijfers van 2011. En om een vaak gehoord misverstand uit de wereld te helpen: meisjes drinken nauwelijks minder dan jongens.

Lokaal

Landelijk was al te zien dat het aantal jongeren dat alcohol drinkt minder is dan in 2008. Echter het binge drinken blijft een punt van zorg. Naast dit landelijk en provinciaal te bekijken doen we dit ook gericht op onze eigen gemeente. Om te bepalen hoe het alcoholgebruik onder jongeren, in onze gemeente, is gebruiken we hiervoor de cijfers zoals die in de Jeugdgezondheidsenquete 2012 van de GGD zijn gepresenteerd. De gemeente Hoogezand-Sappemeer is hierin samengevoegd met de gemeente Slochteren, vertegenwoordigd in de regio Centrum-West. Dit met als reden dat de omvang van het onderzoek binnen enkel de gemeente Hoogezand-Sappemeer niet een representatief beeld zou geven voor de gemiddelde jongere in de gemeente. Als eerste worden de cijfers gepresenteerd van het aantal jongeren (12-18 jaar) dat alcohol heeft gedronken in een periode van 4 weken.

Te zien valt dat Centrum-West op dit gebied, in de afgelopen 4 jaar, al behoorlijk succes is behaald. Het aantal jongeren dat alcohol heeft gedronken, in de gemeten periode van 4 weken in 2012, is fors gedaald ten opzichte van 2008, terwijl in sommige regio’s deze juist is gestegen . Daarnaast zien we dat Centrum-West onder het gemiddelde van de provincie Groningen zit, terwijl dit er in 2008 nog boven was.

Het aantal jongeren dat binge heeft gedronken in de gemeten periode van 4 weken geeft eenzelfde beeld als het aantal jongeren dat alcohol überhaupt heeft gedronken in diezelfde periode.

Ook hier zat Hoogezand-Sappemeer/Slochteren (Centrum-West) eerst nog boven het gemiddelde van de provincie Groningen en nu juist er onder.

Als we nu kijken naar het percentage jongeren dat in een periode van een maand heeft binge gedronken en hierbij 16- afzetten tegen 16+ zit Centrum-West weer in beide categorieën onder het gemiddelde van de provincie Groningen.

Naast concrete cijfers van de GGD over consumptie van alcohol onder jongeren in de gemeente Hoogezand-Sappemeer hebben we aan de alcoholverstrekkers in de gemeente gevraagd in hoeverre zij ervaren dat jongeren en (andere) alcoholverstrekkers de regels overtreden. Daarin gaven zij veelvuldig aan dat dit volgens hen niet op grote schaal gebeurd maar dat het zeker voorkomt. Daarnaast geven een aantal van hen wel aan dat zij vrezen voor de verdere opkomst van de zogenaamde ‘zuipketens’ waar de jongeren, onder de 18 jaar, samenkomen om alcohol te drinken.

Naast de vraag aan de alcoholverstrekkers is deze ook aan de jongeren zelf gesteld.

Samen met de jongerenwerkers van Kwartier Zorg en Welzijn is, tijdens het straatwerk, de jeugdsoos ‘Alternative’ bezocht om jongeren te vragen over alcoholgebruik in de gemeente Hoogezand-Sappemeer. Ook daar kwam naar voren dat het drinken van alcohol actueel en een ‘issue’ is en gaven jongeren aan dat ook onder de wettelijk toegestane leeftijd nog steeds alcohol gedronken wordt binnen onze gemeente.

Terugkomend op de cijfers en de mening van de jongeren en alcoholverstrekkers over het drinken van alcohol, zoals deze lokaal bekend zijn, kan worden geconcludeerd dat we op de goede weg zijn, maar dat we de komende jaren nog meer resultaat op dit gebied willen boeken.

We gaan daarom zoveel mogelijk inzetten op preventie en voorlichting, over de effecten van alcoholgebruik door jongeren. En daarnaast door gebruik te maken van de nieuwe mogelijkheden die de wijziging van de drank- en horecawet ons biedt, ervoor zorgen dat de cijfers met betrekking tot consumptie van alcohol door jongeren enkel verder zullen dalen.

1.2 Gevolgen

De gevolgen van overmatig alcoholgebruik zijn elk weekend, elke dag zelfs, te zien. Op school, in de media en op straat. Erger is nog wat we niet zien: jonge hersenen die in de groei worden geremd en beschadigd, kiemen voor latere gezondheidsproblemen die worden gelegd. Daarnaast zorgt de combinatie alcohol en jongeren voor een openbaar orde- en veiligheidsprobleem, een maatschappelijk probleem en een economisch probleem. Want hoeveel winst ook wordt gemaakt met de verkoop van alcohol aan jongeren, hoeveel werk dat ook oplevert – de schade is, zeker op termijn, vele malen groter. Naast lichamelijke schade zijn het vooral de stagnerende ontwikkeling van de hersenen die zorgen baren. Op termijn leidt dit tot een verlies aan maatschappelijk-intellectueel kapitaal.

De genoemde cijfers zijn niet uitputtend maar wel indicatief: er is sprake van een omvangrijk fenomeen – alcohol is onlosmakelijk verbonden aan de jongeren(uitgaans)cultuur.

Die speelt zich voor een belangrijk deel buiten de reguliere horeca af, bijvoorbeeld thuis (‘indrinken’), in hokken en (zuip)keten en in (sport)kantines. Hier ontbreekt doorgaans gerichte controle op het (weder)verstrekken van alcohol aan minderjarigen en het bezit van alcohol door jongeren onder de 18 jaar in de openbare ruimte .

1.3 Hoe komen ze er aan?

De controle op verstrekking van alcohol onder de 18 jaar is cruciaal. Ouders zijn eerstverantwoordelijk, maar nemen die rol veelal onvoldoende. In 2012 verbood slechts 30% van de ouders hun kind onder de 16 jaar (de toenmalige alcoholleeftijd) om alcohol te drinken, 26% vond het goed of zegt er niets van.

Voor jongeren is het ook gemakkelijk om aan alcohol te komen: eind 2013 bleek in een landelijk onderzoek, ondanks alle voorlichtingsacties en maatregelen, bij een aankooppoging door ‘mysteryshoppers’ in 53% van de gevallen te slagen. Wel zijn er grote verschillen tussen de verstrekkers: supermarkten scoren steeds beter (27% geslaagde aankooppogingen), cafetaria’s en (sport)kantines doen het minder goed (beiden 85% geslaagde aankooppogingen). De reguliere horeca zit er met 63% tussenin. Een apart aandachtspunt is wederverstrekking: het doorgeven van legaal gekochte drank aan minderjarigen, door vrienden of zelfs door hun eigen ouders. Voor jongeren onder de 16 jaar bleek dat in 2012 de gemakkelijkste en meest gebruikte manier te zijn.

Op dit gebied zijn enkel landelijke cijfers bekend.

Voor dit plan levert dit alles duidelijke aanwijzingen op: naast het versterken van draagvlak voor ons beleid bij jongeren, hun ouders, verstrekkers van alcohol en professionals zijn vooral het stellen van duidelijke grenzen en de naleving van de verkoopregels van groot belang. Alleen die combinatie en dus integraliteit kan leiden tot succes.

2. Beleidsfocus

Dit plan is gebaseerd op een integrale beleidsvisie. Er is immers sprake van een samenhangend preventie én handhavingsplan. Dit betekent dat meerdere afdelingen binnen de gemeente - en dus ook meerdere type maatregelen – worden ingezet bij de aanpak van de alcoholproblematiek. Als uitgangspunt voor integraal alcoholbeleid hanteren we een preventiemodel (Reynolds 2003) dat drie beleidspijlers ziet: educatie, regelgeving en handhaving. De pijlers staan deels op zichzelf maar overlappen elkaar ook (figuur 1). Juist in de overlap zien we het integrale preventiebeleid terug.

Dit preventiemodel is gebaseerd op het gegeven dat alcoholgebruik altijd een resultaat is van een combinatie van factoren. De persoon, zijn sociale omgeving, het aanbod van drank en het overheidsbeleid vormen samen een systeem dat uiteindelijk de keuze van de gebruiker bepaalt. Alcoholpreventie kan daarom nooit alleen op het individu gericht kan zijn. Het meest succesvol zijn strategieën die vooral de omgeving van de drinker beïnvloeden. En in die omgeving van de jonge drinker spelen alcoholverstrekkers, scholen en ouders een belangrijke rol.

2.1 Doelgroepen

Uit deze analyse vloeien logischerwijze de volgende doelgroepen voor ons beleid voort:

  • -

    De persoon: de jongeren, te onderscheiden de groep onder de 18 jaar en de groep 18+;

  • -

    De sociale omgeving: de ouders, school en vrijetijdssetting;

  • -

    Aanbod van drank: de verstrekkers van alcohol, in horeca, (sport)kantines,

    supermarkten, slijterijen, cafetaria etc.;

  • -

    Het overheidsbeleid: de gemeente die regels opstelt op grond van de DHW en de naleving van deze regels controleert.

Wij richten ons in dit plan primair op de eerstverantwoordelijke doelgroepen, dat zijn de ouders en de aanbieders van alcohol. Daarnaast ook op de school- en vrijetijdsomgeving van de jongeren; wij zien dit

als een belangrijk intermediair kanaal om onze doelstellingen te bereiken. Wij kiezen onszelf als Gemeente mede als doelgroep voor ons beleid omdat wij verantwoordelijk zijn voor de regelgeving, toezicht en handhaving, en die verantwoordelijkheid duurzaam willen beleggen bij de betrokken

uitvoerende afdelingen.

2.2 Doelstellingen

Artikel 43a van de DHW schrijft voor dat de doelstellingen van het beleid duidelijk moeten zijn. De ambitie van dit beleidsplan is dat jongeren op een zo gezonde en veilig mogelijke wijze kunnen opgroeien, zodat hun talenten zo optimaal mogelijk tot ontwikkeling kunnen komen.

Op basis daarvan onderscheiden we dan drie algemene doelstellingen:

  • 1.

    Jongeren drinken tot hun 18e jaar geen alcohol, en gaan vanaf hun 18e jaar verantwoord met alcohol om;

  • 2.

    Ouders nemen hun verantwoordelijkheid voor het voorkomen van alcoholgebruik onder de 18 jaar en voor het aanleren van verantwoord alcoholgebruik na het 18e jaar;

  • 3.

    Verstrekkers nemen hun verantwoordelijkheid in het voorkomen van alcoholgebruik onder de 18 jaar en in het verantwoord alcoholgebruik na het 18e jaar;

Deze algemene doelstellingen zijn globaal van aard en slechts op lange termijn realiseerbaar. Om ze te bereiken formuleren wij een aantal meetbare beleidsdoelen voor de korte termijn. Deze zijn afgeleid van het provinciale convenant Alcohol en Jongeren:

2.3 Beleidsdoelen op korte termijn

Het effect van de educatieve en handhavende maatregelen uit dit plan wordt primair gemeten met de Jeugdgezondheidsmonitor van de GGD. Dit onderzoek wordt een keer per vier jaar uitgevoerd op provinciaal niveau (het volgende rapport verschijnt in 2016). Ook maken we gebruik van de rapportages van onze toezichthouders. We meten de volgende 4 specifieke doelstellingen:

  • 1.

    Het percentage jongeren, in onze gemeente, van 12 t/m 17 jaar dat in de Jeugdgezondheidsmonitor 2016 van GGD Groningen de afgelopen vier weken alcohol te hebben gedronken is gedaald tot tenminste 30% (in 2012 was die 41%);

  • 2.

    Het percentage jongeren van 12 t/m 17 jaar dat in de Jeugdgezondheidsmonitor 2016 van GGD Groningen de afgelopen vier weken ‘binge’ te hebben gedronken (d.w.z. 5 glazen of meer per gelegenheid) is gedaald tot tenminste 20% (in 2012 was die 27%);

  • 3.

    Het percentage aantal ouders dat volgens hun kinderen onder de 18 jaar toestemming geeft voor het alcoholgebruik of hier niets van zegt is volgens de Jeugdpeiling 2016 gedaald tot tenminste 15% (in 2012 was dat provinciaal 29%);

  • 4.

    In 2016 is het nalevingspercentage van het verbod op (weder)verstrekking van alcoholhoudende drank aan jongeren onder de 18 jaar gestegen tot gemiddeld 60% (in 2013 was dit op landelijk niveau gemiddeld 47%, geen provinciale of gemeentelijke gegevens bekent).

Deze doelstellingen zijn niet willekeurig gekozen. De eerste drie doelstellingen zijn op het niveau van de gehele provincie ook in het provinciaal Groninger Convenant Alcohol & Jongeren vastgelegd, aangepast aan de nieuwe alcoholleeftijd van 18 jaar. De vierde doelstelling is een nieuwe die is afgeleid van de nieuwe Drank- en Horecawet. De resultaten op deze doelstellingen geven ons belangrijke informatie voor het vaststellen van het effect van onze maatregelen en leveren input voor de beleidsperiode vanaf 2016. Voor alle duidelijkheid: het gaat om meetgegevens en effecten op provinciaal niveau, waar wij vanuit onze gemeente aan willen bijdragen.

2.4 Focus

Om deze doelen te halen is het nodig om te werken met een duidelijke focus. Wij willen ons daarom de komende jaren vooral richten op:

  • -

    Het versterken van het ‘alcoholbewustzijn’ en het draagvlak voor ons beleid bij het publiek in het algemeen, en bij de benoemde doelgroepen in het bijzonder;

  • -

    Het bevorderen dat ouders hun verantwoordelijkheid voor het alcoholgebruik van hun kind nemen; deels doen we dit via hun kind(eren) zelf;

  • -

    Het in kaart brengen van de zogenaamde ‘hotspots’, plaatsen waar jongeren onder de 18 jaar relatief eenvoudig aan alcohol kunnen komen, alsmede aan het controleren van deze plaatsen;

  • -

    Het naleven van de bepalingen omtrent het bezit van alcohol door jongeren onder de 18 jaar in de openbare ruimte;

  • -

    Het toezicht op de naleving van de bepalingen in de Drank- en Horecawet met betrekking tot schenken aan personen boven de 18 jaar die in kennelijke staat van dronkenschap verkeren;

  • -

    Het borgen van de veiligheid in het uitgaansleven en evenementen, in relatie tot bovengenoemde punten.

3.Educatie

De belangrijkste doelstellingen van dit plan zijn om het alcoholgebruik van jongeren onder de 18 jaar te voorkomen en het alcoholgebruik van jongeren boven de 18 jaar te beperken. Dat gebeurt enerzijds door het stellen van regels en het handhaven daarvan. In de hoofdstukken 4 en 5 van dit plan staat uitgewerkt hoe we dit doen. Daarnaast proberen we via educatie (en communicatie) de effectiviteit en het draagvlak van ons alcoholmatigingsbeleid te vergroten. Dit derde hoofdstuk gaat over educatie.

Het blijft belangrijk om de kennis over de risico’s van alcoholmisbruik en de aanpak ervan te vergroten. Alleen inzetten op kennisverhoging is echter niet voldoende. De meeste jongeren en volwassenen weten op een gegeven moment echt wel dat het alcoholgebruik niet is toegestaan onder de 18 jaar; ook is bekend dat alcohol niet bevorderlijk is voor een goede gezondheid, de schoolprestaties, de verkeersdeelname en sociaal gedrag. Behalve het verhogen van kennis, zijn daarom ook het leren van vaardigheden en het veranderen van een houding voor ons van belang.

Vaardigheden en houdingen in relatie tot alcohol zijn vrijwel altijd situatie gebonden. We richten ons daarom niet alleen op de jongeren zelf, maar ook op de omgeving waar jongeren zich begeven en waar ze in aanraking (kunnen) komen met alcohol. We onderscheiden hierbij de volgde hoofddomeinen:

  • 1.

    ouders/thuissituatie;

  • 2.

    onderwijs;

  • 3.

    alcoholverstrekkers (horeca, winkels, (sport)verenigingen).

Ons uitgangspunt is dat alleen een samenhangende combinatie van de drie vormen van educatie (kennis, houding en vaardigheden), die consequent op meerdere domeinen worden ingezet, bijdragen aan een gewenste gedragsverandering. We zien jongeren en betrokken volwassenen (ouder, onderwijzer, barmedewerker, winkelier) daarbij niet als een tegenstander of een “onwetende” die nog overtuigd moet worden van het gelijk om alcoholgebruik onder jongeren te verminderen. We gaan er in de basis vanuit dat veruit de meeste betrokkenen allemaal willen dat jongeren gezond opgroeien en zich aan regels houden. Geen betutteling daarom, maar ook geen gebruik van “eigen verantwoordelijkheid” en “zelfregulering” als argument om als gemeente afzijdig te blijven bij educatie en communicatie. Hoe we als gemeente onze educatieve rol oppakken wordt per domein weergegeven, maar allereerst staat beschreven hoe de situatie op dit moment bij de gemeente Hoogezand-Sappemeer is.

3.1 Huidige situatie gemeente

Voordat inhoudelijke per hoofddomein ingegaan wordt op welke manier we daar op willen gaan inzetten wordt eerst de huidige situatie rondom educatie beschreven. We subsidiëren in deze een aantal (externe) partners die ervaren zijn met de uitvoering van activiteiten die gericht zijn op de educatie en preventie bij het drinken van alcohol door jongeren. Activiteiten die deze partners jaarlijks uitvoeren zijn als bijlage 2 bij dit plan opgenomen.

Uit vooronderzoek is gebleken dat de betrokken partners het blijven inzetten op educatie en preventie zeer essentieel vinden. Op dit moment heeft de educatie nog een ietwat vrijblijvend karakter en staat educatie en handhaving nog te ver uit elkaar. Daarom zullen wij het contact met de externe partners intensiveren en educatie in combinatie met handhaving gerichter in gaan zetten.

3.2Ouders en de thuissituatie

De eerste verantwoordelijkheid voor het opgroeien van kinderen ligt bij de ouders; ook als het gaat om voorkomen van het alcoholgebruik. Veel ouders echter onderschatten het drinkgedrag van hun kinderen. Daarnaast onderschatten ouders zowel de negatieve als ook de positieve kanten van hun invloed op het drinkgedrag van hun kinderen, zo blijkt uit onderzoek.

Directe bemoeienis met de opvoeding van kinderen door de lokale overheid is niet mogelijk, niet wenselijk en ook weinig effectief. Via externe en vaak gedeeltelijk gesubsidieerde organisaties, als het jongerenwerk ‘Kwartier Zorg en Welzijn’, onderwijs, centrum voor Jeugd en Gezin, GGD en verslavingszorg VNN Hoogezand-Sappemeer wordt de brug naar ouders wel geslagen. Het terugdringen van het alcoholgebruik onder jongeren maakt meestal al onderdeel uit van de opdrachtverstrekking naar een deel van deze organisaties. Zo organiseert VNN ouderavonden op het Voortgezet Onderwijs waarin het onderwerp ‘jongeren en alcohol’ centraal staat.

Het is voor ouders van belang dat wanneer ze regels stellen en “Nee” zeggen, weten dat ze hierin gesterkt worden. Bijvoorbeeld doordat ook buiten de thuissituatie dezelfde regels gelden en (steeds beter) worden nageleefd. Landelijke preventie en voorlichting gericht op de thuissituatie vindt plaats via campagnes als “NIX 18”. Voor ons als lokale overheid zien we vooral een rol weggelegd als het gaat om het communiceren over de inzet van onze handhavingsactiviteiten op het gebied van alcoholmatiging. Dit doen we via de gemeentelijke website en (sociale) media.

3.3 Onderwijs

De school is een belangrijke pedagogische omgeving waar jongeren elkaar ontmoeten en beïnvloeden. Daarnaast is het de plek waar professionals als taak hebben om naast overdracht van kennis ook oog te hebben voor het algehele opgroeien en ontwikkelen van jongeren. Ten slotte is het ook nog eens de plek waar contact met ouders mogelijk is. Een ideale plek dus om aandacht te vestigen op een belangrijk maatschappelijk thema als het alcoholgebruik.

Kennis over gezondheidsaspecten van alcohol en andere genotmiddelen maakt vaak al onderdeel uit van het standaard lesprogramma van scholen. Als gemeente stimuleren we daarom vooral dat ook aandacht wordt besteed aan de aspecten houding en vaardigheden rondom alcoholgebruik. Bijvoorbeeld, daar waar scholen toch al inzetten op weerbaarheidtrainingen, debatvaardigheden, burgerschapsvorming en oudercontacten, zal ook (extra) aandacht zijn voor alcoholmatiging. Dat gaan we doen door via de Lokale Educatieve Agenda (LEA) hierover met de schoolbesturen nadere afspraken te maken.

De bestaande interventie programma’s als "de gezonde school" (voor basis - en voortgezet onderwijs) en “de gezonde school en genotmiddelen” (voor voortgezet onderwijs specifiek) en specifiek voor de provincie Groningen “Van 16 naar 18, Maklukzat”, zetten bij uitstek in op de combinatie van kennis, betrokkenheid en vaardigheden. Deze beide programma’s brengen we daarom actief onder de aandacht van onze scholen.

De GGD is verantwoordelijk voor de realisatie van de contactmomenten met kinderen binnen het onderwijs. We vragen de GGD expliciet om hierbinnen ook het eventuele alcoholgebruik onder jongeren mee te nemen. Met name het nieuwe contact moment 14+, dat in het schooljaar 2014/2015 wordt ingevoerd, biedt hiervoor aanvullende en goede mogelijkheden.

Schoolfeesten, excursies en studiereizen zijn van oudsher momenten waar het alcoholgebruik van scholieren, maar ook van docenten en begeleiders onderwerp van discussie zijn. Een goed schoolprogramma heeft in ieder geval duidelijke regels hiervoor opgesteld. In overleg met het onderwijs (via het LEA) zullen we de basis- en VO-scholen vragen hoe zij hier mee omgaan en of zij hierover zaken geregeld hebben in hun schoolveiligheidsplan. Gelijkluidende regels op dit terrein verhogen het draagvlak en de herkenbaarheid. We gaan daarom ook de mogelijkheden onderzoeken of de scholen hun interne regels (nog nader) op elkaar kunnen afstemmen. Bekeken wordt of (en zo ja hoe), de gemeentelijke handhavers/toezichthouders scholen kunnen ondersteunen. Tenslotte zullen we scholen wijzen op de mogelijkheden die vrijwilligersorganisaties voor hen kunnen hebben.

3.4 Alcoholverstrekkers

Onder alcoholverstrekkers wordt in dit verband verstaan: horeca, winkels, (sport)kantines en overige paracommercie die verantwoordelijk zijn voor een adequate naleving van de bepalingen in de DHW DHW.

Belangrijk is vooral dat een alcoholverstrekker zich bewust is van zijn verantwoordelijke taak en in staat is juist te handelen, ook wanneer er weerstand is bij de klant. Als gemeente hebben we richting deze organisaties vooral een formele handhavende en/of vergunningverlenende taak. Toch hebben deze organisaties vaak zelf ook belang bij het voorkomen van (overmatig) drinkende jongeren en alle problemen die dat met zich mee brengt op gebied van overlast en beeldvorming. We zien daarom vooral op het vlak van preventie en voorlichting mogelijkheden om met hen (nader) samen te werken. Voor onze eigen gemeente denken we hierbij in eerste instantie aan onderzoek van mogelijkheden en/of voortzetting van de volgende zaken:

  • ·

    We gaan bepalen of en hoe we onze handhavingsstrategie kunnen verbinden met preventie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan ondernemingen waarbij tekortkomingen en/of overtredingen zijn geconstateerd te informeren over hoe ze dit handiger aan kunnen pakken (bijvoorbeeld door het trainen van personeel). Daarnaast kan natuurlijk ook omgekeerd na preventieve activiteiten ingezet worden op de handhaving van de ondernemingen en instellingen.

  • ·

    We gaan structureel jaarlijks in overleg met eigenaren/eindverantwoordelijken van de alcoholverstrekkers. Hiermee willen we draagvlak creëren voor onze keuzes en anderzijds hun de mogelijkheid te geven zelf met nieuwe ideeën en alternatieven te komen.

  • ·

    We gebruiken waar mogelijk de subsidierelatie met bijvoorbeeld sportverenigingen of buurt- en wijkcentra als mogelijkheid om met hen in ieder geval in gesprek te gaan en te bepalen of aan deze organisaties nadere eisen gesteld kunnen worden.

  • ·

    Naleving van wet- en regelgeving, maar ook van “vrijwillig gedrag” worden beïnvloed door nalevingscommunicatie. Dat geldt zowel voor de jongeren zelf als ook voor de verstrekkers van alcohol. Onze bedoeling is om een gedragsverandering te bewerkstelligen, door via communicatie ook de subjectieve pakkans te vergroten. Daarnaast willen we ook de houding ten opzichte van alcoholgebruik beïnvloeden door via nieuwsberichten, interviews, e.d. positief te communiceren.

3.5 Concrete acties

In de bijlagen is een tabel opgenomen met de concrete acties beschreven die we als gemeente gaan uitvoeren op het vlak van educatie, in samenhang met onze maatregelen in de sfeer van regelgeving en handhaving.

4. Regelgeving

De DHW geeft gemeenten verschillende verordenende bevoegdheden (art. 4, 25a t/m d). Ook kan de burgemeester bijvoorbeeld voorschriften verbinden aan ontheffingen op grond van artikel 35 van de DHW. Regelgeving is geen verplichtend onderdeel van het gemeentelijk PenH-plan. Voor het voeren van een integraal alcoholbeleid is het echter van belang om een afweging te maken of en zo ja, op welke manier gebruik wordt gemaakt van de regelgevende bevoegdheid. In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van regelgeving dat in het kader van dit PenH-plan in ieder geval toegepast kan worden specifiek in de gemeente Hoogezand-Sappemeer.

In het licht van de drie hoofdthema’s van dit plan (leeftijdsgrens 18+, rol ouders en verantwoorde alcoholverstrekking vanaf 18+) is bekeken welke regelgevende bevoegdheden een expliciete meerwaarde kunnen hebben in het terugdringen van de alcoholproblematiek. Daarbij is gekozen voor de volgende maatregelen:

  • -

    Vastgestelde Drank- en Horecaverordening

  • -

    Voorwaarden stellen aan evenementen

  • -

    Alcoholverbod in de openbare ruimte, op schoolpleinen, speelplaatsen, etc.

4.1 Vaststgestelde Drank- en Horecaverordening

Gemeenten zijn wettelijk verplicht een Drank- en Horecaverordening op te stellen (art. 4 DHW) en hierin regels te stellen over o.a. schenktijden, verbod op happy hours etc. voor paracommerciële rechtspersonen. Daaronder vallen bijvoorbeeld de kantines van sportverenigingen en buurt- en wijkcentra. Gemeenten moesten dit uiterlijk 1 januari 2014 hebben vastgesteld. Wij hebben aan deze verplichting voldaan. Zie bijlage 3.

4.2 Voorwaarden stellen aan evenementen

Uit onderzoek (Roodbeen e.a., 2014) blijkt dat het naleven van de leeftijdsgrens voor alcohol voor veel alcoholverstrekkers moeilijk is. Dit geldt ook voor het naleven van de bepalingen rondom dronkenschap en doortappen. Op evenementen is de naleving veelal nog een stuk lastiger. Door de schaalgrootte, de inzet van tijdelijke personeelskrachten en het gebrek aan een structurele controlesystematiek, is de naleving vaak moeilijk. De DHW biedt gemeenten de mogelijkheid om voorwaarden te stellen aan het verlenen van een ontheffing van de DHW, zoals dat bij evenementen het geval is (artikel 35, lid 2). Van die mogelijkheid wordt gebruik gemaakt om een ‘alcoholmodule’ in de aanvraag van de ontheffing mee te nemen. Met de alcoholmodulen worden aanvragers verplicht om te omschrijven hoe ze op leeftijd (en zaken als dronkenschap) gaan controleren.

4.3 Alcoholverbod op schoolpleinen, speelplaatsen, etc.

De Gemeente Hoogezand-Sappemeer heeft van zijn bevoegdheid gebruik gemaakt om een aantal gebieden als alcoholvrij aan te wijzen. Zo geldt bijvoorbeeld voor alle schoolpleinen een alcoholverbod. Met dit alcoholverbod is het voor een ieder verboden alcohol te nuttigen op deze plaatsen of om aangebroken blikjes, flessen, etc. bij zich te hebben.

4.4Concrete acties

In de bijlagen is een tabel opgenomen met de concrete acties beschreven die we als gemeente gaan uitvoeren op het vlak van regelgeving en handhaving, in samenhang met onze maatregelen in de sfeer van educatie.

5. Handhaving

De kern van de handhaving is gebaseerd op de beleidspijlers handhaving, regelgeving en educatie. De risicoanalyse bepaalt in welke mate op een specifieke pijler wordt ingezet en welke setting de meeste aandacht krijgt. De risicoanalyse is dus niet bedoeld om te bepalen welke interventies er worden ingezet, maar waar, wanneer en hoe interventies het beste kunnen worden ingezet.

5.1 Handhavingsactiviteiten

Met de gewijzigde Drank- en Horecawet is de gemeente toezichthouder geworden voor de DHW. Handhaving van de wetgeving rond alcohol is dus een relatief nieuwe taak voor de gemeente. De hier geschetste handhavingsactiviteiten zijn gebaseerd op basis van de ervaringen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) die voorheen de (landelijke) verantwoordelijkheid had op de handhaving van de DHW. Daarnaast zijn deze gebaseerd op ervaringen van gemeenten die de afgelopen jaren (als pilotgemeente) al wat meer ervaring hebben opgedaan met handhaving en lokaal alcoholbeleid. Ook hebben we voor de opstelling van dit plan onderzoek verricht en gesproken met verschillende partners. Op basis van hun ervaringen en de resultaten van het onderzoek is gekozen voor een gestructureerde programmatische aanpak, waarbij de volgende stappen worden onderscheiden:

  • 1.

    Hotspots inventariseren

  • 2.

    Interventiestrategie bepalen

  • 3.

    Uitvoeren van interventiestrategie

  • 4.

    Effectmeting en evaluatie

Zoals eerder aangegeven ligt de gemeentelijke prioriteit in dit plan, zowel als het gaat om preventie als om handhaving, bij de problemen rondom alcoholverstrekking aan minderjarigen én het voorkomen van overmatig drinken onder jongvolwassenen. Deze doelstellingen sluiten aan bij de volgende wettelijke bepalingen:

Leeftijdsgrens 18 jaar (sinds 01-01-2014)

  • -

    Artikel 20, (lid 1 en 4) van de Drank- en Horecawet, ofwel het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en het duidelijk zichtbaar aangeven van de leeftijdgrens.

  • -

    Artikel 20, lid 4 van de Drank- en Horecawet, het verplicht aanduiden van de leeftijdsgrens.

Dronkenschap/doorschenken

  • -

    Artikel 20, lid 5 van de Drank- en Horecawet: het verbod om personen in kennelijke staat van dronkenschap toe te laten in een horecazaak of op het terras.

  • -

    Artikel 45: het is degenen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, met uitzondering van personen van 16 of 17 jaar die dienst doen in een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, waaronder begrepen het zijn van barvrijwilliger in een inrichting in beheer bij een paracommerciële rechtspersoon, verboden op voor het publiek toegankelijke plaatsen alcoholhoudende drank aanwezig te hebben of voor consumptie gereed te hebben, met uitzondering van plaatsen waar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse wordt verstrekt.

  • -

    Artikel 252 Wetboek van Strafrecht: verbod om dronken personen te schenken.

  • -

    Artikel 453 Wetboek van Strafrecht: verbod om zich in kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg te begeven.

5.2 Huidige situatie gemeente

Voordat aan bod komt hoe we de handhaving willen gaan oppakken, wordt eerst hier de huidige situatie van geschetst. Door de gemeenteraad is besloten handhaving- en vergunningverlening onder te brengen bij de Omgevingsdienst Groningen (ODG). Dat betekent dat zij verantwoordelijk zijn voor uitvoering van handhaving binnen de gemeente en dat de gemeente hierin opdrachtgever is. Uiteraard vindt er overleg en terugkoppeling over de behaalde resultaten plaats, op basis waarvan vervolgens inzet voor de toekomst wordt bepaald.

De ODG verleent ook de vergunningen aan alcoholverstrekkers binnen de gemeente Hoogezand-Sappemeer. De samenhang met de uitvoering van de handhaving door de ODG maakt dat er efficiënt opgetreden kan worden.

Het inventariseren van de hotspots is nog in het begin stadium. Op dit moment zijn de hotspots ingedeeld op basis van een aantal factoren te weten: omvang van de onderneming (grootte), hoeveelheid jeugd er komt, aard van de onderneming, openingstijden, etc. In de toekomst zullen de nalevingcijfers de indeling van hotspots (mede) bepalen. Omdat het hier een nieuwe uit te voeren taak betreft zijn er nog onvoldoende ervaringscijfers bekend. In paragraaf 5.3 komt nogmaals gespecificeerd aan bod op welke wijze we de hotspots van de alcoholverstrekker in kaart zullen brengen.

Bij het drinken van jongeren in de openbare ruimte zijn de hotspots bij de gemeente wel bekend. Input hiervan komt van de politie, jongerenwerkers, inwoners en toezichthouders. Wel moet hierbij opgemerkt worden dat deze hotspots niet voor altijd vast staan en dat jongeren zich nogal eens verplaatsen. Bovendien speelt het seizoen hierin ook een rol. De gemeente is zich hiervan bewust en voert met betrokken partners een integrale ketenaanpak jongerenoverlast uit. Uit het feit dat de jongerenoverlast de laatste paar jaar is afgenomen blijkt dat deze aanpak succesvol is.

5.3 Hoe gaan we de handhaving oppakken?

Omdat we beperkt formatie beschikbaar hebben zal de inzet van handhavers gestructureerd moeten gebeuren. Zo is uit vooronderzoek gebleken dat het vooral belangrijk is de subjectieve pakkans te vergroten. Inhoudelijk betekent dit beïnvloeding van het vergroten van het gevoel van de pakkans. Op basis van deze strategie zal de inzet van handhaving uiteindelijk bepaald worden en bovendien in opvolgende jaren worden verfijnd en bijgestuurd.

5.4 Hotspots inventariseren

Voor deze gerichte aanpak is het allereerst nodig dat hotspots in kaart worden gebracht.

Hotspots zijn alcoholverstrekkers waar jongeren (tot 25 jaar) alcoholhoudende drank (proberen)te kopen. Op basis van de risicoanalyse worden de hotspots vastgesteld. Daarbij hanteren we weer de eerder genoemde settings:

  • -

    supermarkten

  • -

    slijterijen

  • -

    horeca professionals en structureel karakter

  • -

    evenementen

  • -

    (sport)kantines

  • -

    buurt- en wijkcentra semi/non professionals

  • -

    openbare ruimte

Per hotspot wordt de kans op overtreden in kaart gebracht. Die kans wordt op basis van omvang van de onderneming (grootte), hoeveelheid jeugd dat er komt, aard van de onderneming, openingstijden, deurbeleid, doelgroep en naleving etc. bepaald. In de toekomst worden ook nalevingscijfers van de ODG mee gewogen in het bepalen van de hotspots. De hotspots zullen vervolgens via een bepaald systeem in kaart worden gebracht, in figuur 2 is te zien op welke manier wij dat gaan doen.

Figuur 2, risicopiramide: laat zien hoe de verschillende typen verkopers kunnen worden ingedeeld

structurele overtreders

zonder systeem

systeem in opbouw, uitvoering nog onvoldoende

goed systeem en goede uitvoering

Per hotspot wordt de volgende info verzameld:

  • ·

    naam en adres bedrijf

  • ·

    rechtspersoon

  • ·

    openingstijden, data (voor evenementen)

  • ·

    toegangsbeleid (indien bekend)

  • ·

    doelgroep

  • ·

    tijden waarop jongeren het bedrijf bezoeken

  • ·

    nalevingshistorie

  • ·

    bijzonderheden (veiligheid, bedrijfsfilosofie)

Extra aandacht wordt gevraagd voor de evenementen. Er wordt een evenementenkalender opgesteld, waarbij extra aandacht is voor evenementen die ook door veel jongeren worden bezocht.

5.5 Interventiestrategie bepalen

Op basis van o.a. de hotspotlijst worden prioriteiten t.a.v. het toezicht vastgesteld. Daarbij wordt nadrukkelijk aandacht gegeven aan het voorkomen van het verstrekken van alcohol aan jongeren onder de 18 jaar en het verantwoord omgaan met alcohol vanaf die leeftijd. Over het uitvoeren van deze toezichttaken hebben we zoals al aangegeven afspraken gemaakt met de ODG.

Het jaar 2014 zal daarbij vooral in het teken staan van het inventariseren en registreren, aan de hand waarvan keuzes kunnen worden gemaakt ten aanzien van de taken op het gebied van toezicht en handhaving van de DHW in het algemeen, en op het terrein van het alcoholgebruik onder jongeren in het bijzonder.

5.6 Uitvoeren van interventiestrategie

In het beschrijven van de interventiestrategie beperken we ons tot de inspecties m.b.t. de leeftijdsgrens en dronkenschap.Voor het overige wordt verwezen naar het integrale schema in de bijlagen.

5.6.1 Controles

Kern van de controlestrategie vormen de observatie-inspecties die in burgerkleding uitgevoerd worden. Doel van deze controles is nagegaan of de regels nageleefd worden. Bij niet-naleving wordt een maatregel genomen en volgt een herinspectie (binnen 2 maanden).

5.6.2 Nalevingscommunicatie

Communicatie kan het effect van de handhaving versterken. Het kan bijdragen aan een verhoogd nalevinggedrag en aan meer draagvlak voor de eventuele maatregelen. Het is van belang de communicatie naar de diverse doelgroepen in goed overleg met andere afdelingen en partijen vorm te geven. Aangezien communicatie in dit plan vooral een educatief (uitleggen regels) en persuasief (aanzetten tot betere naleving) doel heeft, is dit verder uitgewerkt in het hoofdstuk 3 dat gaat over educatieve activiteiten.

Sanctiestrategie

De afhandeling van de geconstateerde overtredingen voor leeftijdsgrenzen en dronkenschap zal plaatsvinden volgens het volgende handhavingstappenplan

1e overtreding

  • ·

    Waarschuwen mondeling/schriftelijk naar aanleiding van de geconstateerde overtreding.

  • ·

    Uitleg over te nemen maatregelen ter voorkoming overtreding (toegangscontrole, deurbeleid, leeftijdsherkenningssysteem realiseren binnen 2 weken)

  • ·

    Hercontrole

2e overtreding (binnen 1 jaar)

  • ·

    Bestuurlijke boete opleggen aan desbetreffend verkooppunt.

  • ·

    Hoogte van de boete is vastgelegd in het Besluit Bestuurlijke Boete Drank- en Horecawet.

  • ·

    Voor paracommercie wordt een verplichte training barcode/IVA opgelegd.

  • ·

    Hercontrole

3e overtreding (binnen 1 jaar)

·Intrekking of schorsen van de DHW-vergunning of ontzegging alcoholverkoop voor supermarkten voor maximaal 12 weken (Three strikes out).

5.7 Effectmeting en evaluatie

Het effect van de interventiestrategie op de naleving van de leeftijdsgrens en het toelaten en schenken aan dronken klanten wordt gemeten aan de hand van de rapportage van de Omgevings Dienst Groningen.

6. Uitvoeringsaspecten

In de vorige hoofdstukken zijn de verplichtingen, kaders, mogelijkheden en plannen voor een effectieve uitvoering van de drank- en horecawet uiteengezet. De vertaling naar een concreet uitvoeringsplan vindt nog plaats.

Zoals eerder geschetst werkt alcoholbeleid het beste als op meerdere beleidspijlers tegelijkertijd wordt ingezet. Dat impliceert ook dat er in de uitvoering meerdere partners en stakeholders betrokken zijn. Hieronder een beschrijving van de belangrijkste samenwerkingspartners en de organisatiestructuur.

6.1 Samenwerking met externe partners

Op een integraal dossier als het alcoholbeleid is samenwerking essentieel voor een goede uitvoering. De volgende partners en de bijbehorende activiteiten zijn daarbij concreet in beeld:

Scholen Bestuurlijk overleg (via de Lokale Educatieve Agenda). Inzet preventieactiviteiten via maatschappelijke organisaties, informatievoorziening richting ouders, schoolveiligheidsplan.

Politie Veiligheid tijdens inspecties en eventuele samenwerking met betrekking tot de aanpak van doortappen vanuit het Wetboek van Strafrecht en openbare dronkenschap (artikel 252 resp. 453). De handhaving van het verbod op het bezit van alcohol in de openbare ruimte kan behalve door BOA’s ook door de politie uitgevoerd. De politie geeft eveneens HALT-verwijzingen af bij overtredingen.

Ondernemers/ Nalevingsommunicatie, samenwerking bij evenementen, Training personeel/

Verenigingen vrijwilligers, nadere vrijwillige afspraken met sportverenigingen en buurt- en wijkcentra.

Gezondheids- Partners als de GGD, ‘Kwartier Zorg en Welzijn, Verslavingszorg Noord Nederland’

Organisaties zijn belangrijk bij de uitvoering en ontwikkeling van educatieve interventies.

6.2 Coördinatie vanuit de gemeente

De coördinatie van de uitvoering van dit plan ligt bij de gemeente Hoogezand-Sappemeer en specifiek zal dit gebeuren vanuit de afdeling ‘Wonen en Samenleving’ door de betreffende beleidsmedewerkers Integraal Veiligheidsbeleid en Volksgezondheid.

De samenwerking t.a.v. jongeren met externe partners verloopt goed. De gemeente heeft hierin de coördinerende rol en voert hierin de regie. In het uitvoeringsplan Jeugd en Veiligheid worden jaarlijks de doelstellingen, verantwoordelijkheden van de gemeente en ketenpartners en de uit te voeren acties vastgelegd.

In de bijlagen is een schematisch overzicht van de maatregelen per beleidspijler opgenomen. Uitgangspunt van dit plan is dat per setting zoveel mogelijk combinaties worden gemaakt van elementen de verschillende pijlers die elkaar versterken. Op deze wijze ontstaan een optimale matrix van maatregelen en activiteiten per pijler.

Bijlage 1: Schematisch overzicht maatregelen per beleidspijler

Setting

Handhaving

Regelgeving

Educatie

Detailhandel

-Toezicht leeftijdsgrenzen

-Three strikes out (schorsen vergunning bij 3 geconstateerde overtredingen)

-

-Nalevingcommunicatie

-Communicatie over DHW en alcoholregels

Horeca/

evenementen

-Toezicht leeftijdsgrenzen

-Toezicht doorschenken

-Toezicht naleving DHW regels

-Aanvullende eisen t.a.v. ontheffing DHW bij evenementen

-Drank- en Horecaverordening

-Paracommerciële beleidsregels (2012)

-Nalevingcommunicatie

-Communicatie over DHW en alcoholregels

Thuis/ouders

-Hokken en Zuipketen

-Bouwregelgeving

-Brandveiligheid

-DHW

-Hokken en Ketenbeleid

-Alcoholopvoeding

-Uitgaansopvoeding

-Communicatie over DHW en alcoholregels in clubhuizen en tijdens ouderavonden op school BO en VO.

Sport/ Buurt- en wijkcentra

-Toezicht leeftijdsgrenzen

-Toezicht doorschenken

-Toezicht sluitingstijden

-Horecaverordening

-Nalevingcommunicatie

-Communicatie over DHW en alcoholregels

Scholen

-toezicht houden op schenken van alcohol bij o.a. schoolfeesten

Overleg over interne regels op school

-Afspraken maken over alcoholvrije schoolfeesten

Overleg scholen over alcoholvoorlichting aan ouders

-Communicatie over DHW en alcoholregels

Openbare ruimte

Toezicht openbare dronkenschap/ alcoholbezit -18 in de openbare ruimte en alcoholconsumpties in gebieden die zijn aangewezen als alcoholvrij

-APV

-DHW

Voorlichting en educatie

Bijlage 2: Educatieve activiteiten VNN en Kwartier Zorg en Welzijn

In deze bijlage zijn de bestaande activiteiten opgenomen zoals deze door Kwartier Zorg en Welzijn en VNN Noord in hun jaarprogramma hebben opgenomen met betrekking tot (o.a.) educatie van jongeren over alcoholgebruik

Jongerenwerk en educatie/preventie van jongerenwerk ‘kwartier zorg en welzijn’

Jongerenwerk vindt preventieactiviteiten erg belangrijk voor jongeren. ‘ Jongeren met meer kennis van zaken kunnen bewustere keuzes maken!’ Er zijn verschillende manieren waarop het jongerenwerk met jongeren bezig zijn in het kader van preventie. Hieronder een aantal voorbeelden.

  • ·

    Preventie activiteiten worden door jongeren zelf georganiseerd. ‘Peer-to-peer’ voorlichting werkt altijd erg goed. Leeftijdgenoten geven elkaar voorlichting.

  • ·

    Het jongerenwerk organiseert 4 grote themaweken per jaar. Jongeren bedenken het onderwerp en de inhoud van het programma. Het jongerenwerk ondersteunt en faciliteert hierin. Een van de thema’s is voorlichting over alcoholgebruik en de gevolgen daarvan:

  • ·

    Verder zijn er diverse kleinschalige activiteiten i.s.m. met diverse ketenpartners zoals met VNN en De Zijlen. Met risicojongeren worden gesprekken gevoerd en er wordt voorlichting gegeven over alcohol en drugsverslaving. Soms met een ex-verslaafde erbij als ervaringsdeskundige. Dit zijn heel interessante diepgaande activiteiten die erg veel indruk maken bij de jongeren.

  • ·

    Medio mei wordt JIMMY’s geopend in jongerencentrum BAAZ. Jimmy’s zal ook een belangrijke rol gaan spelen in voorlichting en preventie. Dit is ook een project dat gedraaid wordt door jongeren voor jongeren. Bij JIMMY’s kunnen jongeren met al hun vragen en ideeën terecht (‘CJG functie’ voor jongeren). Ook JIMMY’s gaat veel met voorlichting en preventie doen en wil daarin ook een goede samenwerking opzetten met scholen om zoveel mogelijk jongeren te bereiken.

  • ·

    Vanaf september 2014 gaat het jongerenwerk actief bijdragen in het project Maklukzat samen met de scholen. Ook dit is een jongeren voor jongeren project met als doel alcoholgebruik onder jongeren bespreekbaar te maken en te verminderen. Beeldvorming is daarbij erg belangrijk.

Educatieve activiteiten VNN Hoogezand-Sappemeer

Activiteiten School

Uitvoering

Ondersteuning/begeleiding/overleg

Aletta Jacobscollege

ELO programma’s roken/alcohol/blowen

Aletta Jacobscollege

Docentenhandleidingen

Aletta Jacobscollege

Ouderavond

Aletta Jacobscollege

Levering extra materiaal

Aletta Jacobscollege

Ouderfolder plus brief

Primair onderwijs

NIX18 campagne

Divers

Training Verslaving en middelen

Sociaal netwerk

Training Motiverende gespreksvoering

Sociaal netwerk

Dagdeel Verandertaal

Sociaal netwerk

Informatiestand leefstijlbeurs

Algemeen publiek

Voorlichting

Jeugdsoos BAAZ

Aansluiten project week

Thema alcohol/drugs

Bijlage 3: Drank en horecaverordening gemeente Hoogezand-Sappemeer

Drank- en Horecaverordening

Artikel 1 Begripsbepalingen

De begripsbepalingen uit artikel 1 van de Drank- en Horecawet zijn op deze verordening van

toepassing.

Hoofdstuk 2 Bepalingen paracommercie

Artikel 2 Schenktijden

Buiten de volgende tijden is het voor paracommerciële rechtspersonen verboden omalcoholhoudende drank te verstrekken bij activiteiten die passen binnen de statutaire doelstelling:

vanaf een uur voor aanvang van die activiteiten tot aan sluitingstijd.

Artikel 3 Verbod sterke drank

  • 1. Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank te verstrekken in inrichtingen van de volgende rechtspersonen:

    - een paracommercieel rechtspersoon die zich voornamelijk richt op het organiseren van activiteiten van sportieve aard;

    - een paracommercieel rechtspersoon die zich voornamelijk richt op het organiseren van activiteiten van educatieve aard;

    - een paracommercieel rechtspersoon die zich voornamelijk richt op het organiseren van activiteiten voor de jeugd of dat voornamelijk wordt bezocht door de jeugd.

  • 2. De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, de veiligheid, de zedelijkheid of de volksgezondheid aan een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet voorschriften verbinden en de vergunning beperken tot het verstrekken van zwakalcoholhoudende drank.

Artikel 4 Verbod happy hours

Ter bescherming van de volksgezondheid of in het belang van de openbare orde is het verbodenbedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die in de

betreffende horecalokaliteit of op het betreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd.

Artikel 5 Verbod alcoholhoudende drank bij bijeenkomsten van persoonlijke aard en nietverenigingsgebonden bijeenkomsten

  • 1. Behoudens het bepaalde in lid 2 en het bepaalde in de artikelen 6, 7, 8 en 9 is hetparacommerciële rechtspersonen verboden alcoholhoudende drank te verstrekken tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen, of bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de betreffende rechtspersoon betrokken zijn.

  • 2. Dorps- en wijkcentra en daarmee gelijk te stellen paracommerciële rechtspersonen verstrekken maximaal negen keer per kalenderjaar alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard of bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de betreffende rechtspersoon betrokken zijn. Voor Zalencentrum Het Brandpunt geldt een maximum van twaalf keer per kalenderjaar.

  • 3. De paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in lid 2 stelt de burgemeester tenminste een week voorafgaand aan de bijeenkomst van persoonlijke aard of de bijeenkomst die gericht is op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de betreffende rechtspersoon betrokken zijn daarvan in kennis. Dit kan per mail: frontoffice@hoogezand-sappemeer.nl

  • 4. Het is verboden om de mogelijkheid tot het houden van en deelname aan bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de betreffende rechtspersoon betrokken zijn in een paracommerciële rechtspersoon openlijk aan te prijzen of door middel van reclame onder de aandacht te brengen.

Artikel 6 Toestaan alcoholhoudende drank voor paracommerciële rechtspersonen die zich richten op activiteiten van sportieve of recreatieve aard

Met inachtneming van de in artikel 2 bedoelde schenktijden is het paracommerciëlerechtspersonen die zich richten op activiteiten van sportieve of recreatieve aard in ieder gevaltoegestaan om alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse tijdens:

  • a.

    bestuursvergaderingen;

  • b.

    ledenvergaderingen;

  • c.

    kaart-, dart-, dobbel- en bordspelavonden voor leden en introducés;

  • d.

    jubileum van de paracommerciële rechtspersoon (maximaal 1 keer per jaar)

  • e.

    jaarfeest voor leden, vrijwilligers, donateurs en sponsoren in verband met het begin vaneen nieuw seizoen of afsluiting van een lopend seizoen (maximaal 2 keer per jaar);

f.feest voor leden, vrijwilligers, donateurs en sponsoren in verband met een

kampioenschap of promotie (maximaal 1 keer per jaar);

  • g.

    kerstborrel voor leden, vrijwilligers, donateurs en sponsoren;

  • h.

    oudejaars-/nieuwjaarsborrel voor leden, vrijwilligers, donateurs en sponsoren;

  • i.

    feest voor leden, vrijwilligers, donateurs en sponsoren tijdens Koningsdag.

Artikel 7 Toestaan alcoholhoudende drank voor paracommerciële rechtspersonen die zich richten op het faciliteren van sociale interactie

Met inachtneming van de in artikel 2 bedoelde schenktijden is het paracommerciëlerechtspersonen die zich richten op het faciliteren van sociale interactie in ieder geval toegestaanom alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse tijdens:

  • a.

    bestuursvergaderingen;

  • b.

    ledenvergaderingen;

  • c.

    kaart-, dart-, dobbel-, bord- of andere spelavonden voor leden en introducés;

  • d.

    jubileum van de paracommerciële rechtspersoon;

  • e.

    buurtfeest/jaarfeest;

  • f.

    kerstborrel;

  • g.

    oudejaars-/nieuwjaarsborrel;

  • h.

    feest tijdens Koningsdag.

Artikel 8 Toestaan alcoholhoudende drank voor paracommerciële rechtspersonen die zich richten op activiteiten van educatieve aard

Met inachtneming van de in artikel 2 bedoelde schenktijden is het paracommerciële rechtspersonen die zich richten op activiteiten van educatieve aard in ieder geval toegestaan omalcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse tijdens;

  • a.

    lessen en cursussen gericht op volwassenen;

  • b.

    bestuursvergaderingen;

  • c.

    afstudeerbijeenkomsten en diploma-uitreikingen.

Artikel 9 Toestaan alcoholhoudende drank voor paracommerciële rechtspersonen die zich richten op activiteiten van levensbeschouwelijke of godsdienstige aard

Met inachtneming van de in artikel 2 bedoelde schenktijden is het paracommerciëlerechtspersonen die zich richten op activiteiten van levensbeschouwelijke of godsdienstige aard inieder geval toegestaan om alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse tijdens:

  • a.

    bestuursvergaderingen;

  • b.

    bijeenkomsten in het kader van een religieus feest

  • c.

    rouwdiensten;

  • d.

    huwelijksdiensten (niet de recepties/bruiloften);

  • e.

    condoleancebijeenkomsten.

Hoofdstuk 3 Bepalingen verlof alcoholvrij

Artikel 10 Verbod verstrekken alcoholvrije dranken zonder verlof

  • 1. Het is verboden zonder verlof van de burgemeester in een besloten ruimte bedrijfsmatig alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken

  • 2. Dit verbod geldt niet:

    • a.

      Indien wordt gehandeld krachtens een ingevolge de wet verleende vergunning tot het uitoefenen van een horecabedrijf.

    b. Indien wordt gehandeld krachtens een ontheffing ingevolge de wet tot het verstrekken van zwak alcoholische drank bij bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard.

Artikel 11 Verlofregeling

  • 1. Voor het verkrijgen van een verlof moet een natuurlijk persoon de leeftijd van 18 jaar hebbenbereikt en onbekend zijn in de justitiële documentatie.

  • 2. Het verlof kan onder beperkingen worden verleend en aan het verlof kunnen voorschriftenworden verbonden.

  • 3. Een verlof kan slechts worden verkregen voor een lokaliteit die voldoet aan de inrichtingseisengesteld bij of krachtens de Drank- en Horecawet.

  • 4.

    • De burgemeester kan ontheffing verlenen van de eisen gesteld in het derde lid.

    • 5.

      De burgemeester kan een verlof als bedoeld in het eerste lid intrekken indien:

      • a.

        niet langer wordt voldaan aan de in het tweede lid bedoelde voorschriften of beperkingen;

      • b.

        zich feiten hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het van kracht blijven van het verlofgevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of volksgezondheid.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 12 Overgangsrecht

1.In navolging van de in artikel III van de Wet tot wijziging van de Drank- en Horecawet van24 mei 2012 opgenomen overgangsregeling voor paracommerciële instellingen, vervallen ophet tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening voor paracommerciële inrichtingen:

  • a.

    de voorschriften en beperkingen die tot dat tijdstip zijn gesteld;

  • b.

    de ontheffingen die tot dat tijdstip door het college van burgemeester en wethouders ende burgemeester zijn verleend;

  • c.

    de tot dat tijdstip gehanteerde schenk- of taptijden.

    • 2.

      Voorschriften en beperkingen die tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordeningop grond van eerder gemeentelijke verordening krachtens de wet zijn gesteld aan

vergunningen van andere dan in het eerste lid bedoelde inrichtingen, blijven van kracht.

3.Ontheffingen die tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend opgrond van eerdere gemeentelijke verordeningen krachtens de wet, behalve de in het eerstelid, onder b, bedoelde ontheffingen, blijven 12 maanden na inwerkingtreding van deze

verordening van kracht. Daarna komen deze ontheffingen te vervallen.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.

  • 2. De Drank- en Horecaverordening, vastgesteld bij het raadsbesluit van 18 maart 1997 wordt ingetrokken met ingang van de in het eerste lid genoemde datum.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als Drank- en Horecaverordening.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Sprake is van een verordening die is opgesteld in medebewind. Volstaan kan worden met eenverwijzing naar de begripsbepalingen van de DHW. Mochten deze begripsbepalingen wijzigen ofworden nieuwe begripsbepalingen toegevoegd, dan heeft deze verwijzing als voordeel dat dezeverordening niet aangepast hoeft te worden. Ook is daarom gekozen voor een verwijzing naar deDrank- en Horecawet, en niet naar de Drank- en Horecawet zoals deze laatstelijk is gewijzigd per 1 januari 2013.

Artikel 2

De wijziging van de DHW legt gemeenten de plicht op om in een verordening de schenktijden van de paracommerciële inrichtingen te reguleren. Er is aansluiting gezocht bij de schenktijden uit de

beleidsregels paracommercie.

Artikel 3

Krachtens artikel 25a van de wet kan bij gemeentelijke verordening het bedrijfsmatig of anders dan om niet het verstrekken van alcoholhoudende drank worden verboden.

Gekozen is om de VNG variant gedeeltelijk op te nemen. Dit betekent dat gekozen is om verschil te maken naar de aard van de instelling en dat de mogelijkheid voor de burgemeester is geschapen om in het belang van de openbare orde, de veiligheid, de zedelijkheid of de volksgezondheid vergunningen van andere (paracommerciële) rechtspersonen te beperken tot het schenken van zwak-alcoholhoudende drank.

De gekozen paracommerciële rechtspersonen zijn instellingen die veel door jongeren wordenbezocht. Gelet op de belangen die worden gediend met een matig alcoholgebruik onder jongeren, en de ondertekening van het convenant Alcohol en Jeugd, is daarom een verbod op het schenken van sterke drank opgenomen. Geen verbod is opgenomen voor dorps- en wijkcentra en kerkelijke instellingen. Reden hiervoor is dat deze groep zich niet (voornamelijk) richt op jongeren. Ook bij andere (paracommerciële) rechtspersonen kan de burgemeester besluiten om de vergunning te beperken tot het schenken van zwak-alcoholische dranken. De burgemeester moet motiveren welk belang hierbij is gediend.

Artikel 4

Artikel 25 d van de Drank- en Horecawet biedt gemeenten de mogelijkheid prijsacties, zoals happy hours, gedeeltelijk te beperken. Happy hours zijn doorgaans afgebakende tijden (enkele uren, één dag in de week) waarop alcoholhoudende drank tegen een gereduceerd tarief wordt aangeboden. Hoogezand-Sappemeer heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.

Artikel 5, 6, 7, 8, 9

Bijeenkomsten van persoonlijke aard zijn bijeenkomsten met een veelal feestelijk karakter, die geen direct verband houden met de doelstelling van de paracommerciële rechtspersoon. Daarbij is het niet van belang of de zaal wel of niet verhuurd is, of dat het een besloten feest is voor alleen leden dan wel een feest voor algemeen publiek. De vraag is alleen of de activiteit binnen de statutaire doelstelling van de paracommerciële rechtspersoon valt. Zo is een dansfeest alleen voor leden ook een bijeenkomst van persoonlijke aard, tenzij het toevallig een dansvereniging betreft. Ook het met alle leden bekijken van voetbalwedstrijden is een bijeenkomst van persoonlijke aard, tenzij het een voetbalvereniging betreft. Andere voorbeelden van bijeenkomsten van persoonlijke aard zijn jubilea, bruiloftsfeesten, recepties en verjaardagen. In principe zijn bijeenkomsten van persoonlijke aard verboden. Dit ligt anders wanneer de bijeenkomst een direct verband heeft met de statuten van de paracommerciële rechtspersoon. Het standaardvoorbeeld hiervan is een feest ten behoeve van een jubileum van de voorzitter. Als dit het feest is dat wordt gevierd dat hij inmiddels 25 jaar voorzitter is van diezelfde vereniging, dan is dit feest toegestaan. Wil hij echter zijn 25-jarig huwelijksfeest of zijn 25-jarig dienstverband, graag bij zijn eigen vereniging vieren, dan is dit een verboden bijeenkomst van persoonlijke aard. Dorps- en wijkcentra en daarmee gelijk te stellen paracommerciële rechtspersonen mogen maximaal negen keer per jaar drank verstrekken tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard of bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet rechtstreeks bij de activiteiten van de betreffende rechtspersoon betrokken zijn. Voor Zalencentrum Het Brandpunt geldt een maximum van twaalf keer per jaar. Er is op dit punt aansluiting gezocht bij de beleidsregels paracommercie. De lijst met toegestane activiteiten zijn verwoord in de artikelen 6, 7, 8 en 9. De opsommingen in deze artikelen zijn niet limitatief. Dit blijkt ook uit de woorden in ieder geval. Het betreft een lijst met activiteiten die niet altijd direct passen binnen de statutaire doelstelling van de paracommerciële rechtspersoon, maar waarover maatschappelijke consensus bestaat dat deze activiteiten wel georganiseerd mogen worden bij de paracommerciële rechtspersonen. Deze activiteiten zijn dus toegestaan, zonder dat de paracommerciële rechtspersoon daarvoor een ontheffing nodig heeft. Tijdens deze activiteiten mag alcohol worden verstrekt. Wel moeten de rechtspersonen zich ook tijdens deze activiteiten houden aan de opgelegde beperkingen, zoals de schenktijden en de eventuele beperking om geen sterke drank te mogen schenken.

Artikel 10 en 11

In de artikelen 10 en 11 is een ontheffingsregel opgenomen voor het bedrijfsmatig verstrekken van alcoholvrije drank. Door het vaststellen van een ontheffingsregeling zijn tevens de bepalingen uit de Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (BIBOB) van toepassing op een aanvraag om ontheffing van de Drank- en Horecaverordening. Hierdoor vallen onder meer coffeeshops, snackbars en cafetaria onder de reikwijdte van BIBOB.

Artikel 12 Overgangsrecht

In het eerste lid van artikel 12 is opgenomen dat alle oude voorschriften en beperkingen komen te vervallen op het moment van inwerkingtreding van de nieuwe plaatselijke verordening rond de

paracommercie. Deze bepaling voor paracommerciële rechtspersonen is in lijn met hetovergangsrecht zoals dat is opgenomen in artikel III van de wet die de Drank- en Horecawet wijzigt. Daarin is bepaald dat op het moment van inwerkingtreding van de plaatselijke verordening rond paracommercie de oude voorschriften en beperkingen met betrekking tot oneerlijke mededinging komen te vervallen. Voor paracommerciële rechtspersonen gelden nieuwe gemeentelijke bepalingen. Zonodig zendt de burgemeester een paracommerciële rechtspersoon een gewijzigde vergunning met daarin de aangepaste voorschriften en beperkingen. In het tweede en derde lid is overgangsrecht opgenomen voor alle andere verstrekkers. De kern is

dat voorschriften en beperkingen aan horecabedrijven en slijterijen zijn gesteld op grond van oude gemeentelijke Drank- en Horecaverordeningen van kracht blijven. In lid 3 staat dat alle ontheffingen op grond van oude verordeningen één jaar na inwerkingtreding van de nieuwe gemeentelijke verordening komen te vervallen. Vanzelfsprekend kan op verzoek van betrokkene de ontheffing ook eerder komen te vervallen.

Artikel 13 Citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich.