Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Hoogezand-Sappemeer

Verordening begrafenisrechten algemene begraafplaats te Hoogezand, oostzijde Knijpslaan 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Hoogezand-Sappemeer
Officiële naam regelingVerordening begrafenisrechten algemene begraafplaats te Hoogezand, oostzijde Knijpslaan 2016
CiteertitelVerordening begrafenisrechten algemene begraafplaats te Hoogezand, oostzijde Knijpslaan 2016
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-2015Nieuwe regeling

09-11-2015

Gemeenteblad, 21 december 2015, nr. 124032, Jaargang 2015

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordening van begrafenisrechten op de algemene begraafplaats te Hoogezand, oostzijde van de Knijpslaan, 2016

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

d.d. 6 oktober 2015;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen:

Verordening op de heffing en de invordening van begrafenisrechten op de algemene begraafplaats te Hoogezand, oostzijde van de Knijpslaan, 2016

Artikel 1 Aard van de heffing en belastbaar feit

Ten behoeve van de gemeente Hoogezand-Sappemeer worden voor het begraven van lijken op de algemene begraafplaats ten oosten van de Knijpslaan en voor het gebruik van die begraafplaats, alsmede voor de diensten, welke in verband daarmede door deze gemeente worden verleend, de hierna volgende rechten geheven.

Artikel 2 Definities

  • Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1. Gewone grafruimte: een grafruimte, voor welke voor de tijd van 20 jaar het uitsluitend recht is verleend om daarin lijken van overleden personen te doen begraven;

  • 2. Grafruimte met grafkelder: een grafruimte, waarin het stichten van een grafkelder is toegestaan, voor welke voor de tijd van 20 jaar het uitsluitend recht is verleend om daarin lijken van overleden personen te doen begraven;

  • 3. Rechthebbende op een ruimte, diegene, te wiens name een vergunning tot het gebruik van de ruimte, als bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel, is ingeschreven of overgeschreven;

  • 4. Zondagen: de zondagen, de Nieuwjaarsdag, de Goede Vrijdag, de tweede Paasdag, de Hemelsvaartdag, de tweede Pinksterdag, de beide kerstdagen en de dagen, waarop de verjaardag van de koning en de herdenking van de bevrijding van Nederland worden gevierd.

Artikel 3 Belastingplicht

  • Belastingplichtig is voor wat betreft:

  • 1. De in artikelen 5, 6 en 12 genoemde rechten, de rechthebbende;

  • 2. De in artikelen 7, 8, 9, 10, en 11 genoemde rechten degene, die van de diensten van de gemeente gebruik maakt of de aanvraag tot het gebruik of genot heeft gedaan, of degene aan wie de vergunning is verleend.

Artikel 4 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in artikel 13 is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 5 Tarieven grafruimten

  • 1. Het uitsluitend recht tot het begraven in een gewone grafruimte – alsmede in een gewone grafruimte met grafkelder – voor de tijd van 20 jaar wordt verkregen door betaling van: € 29,90 voor een grafruimte vallende onder afdeling A; € 14,95 voor een grafruimte vallende onder afdeling B; € 7,50 voor een grafruimte vallende onder afdeling C; € 4,90 voor een grafruimte vallende onder afdeling D.

  • 2. Voor elke verlenging met een periode van 10 jaar worden eveneens de onder lid 1 vermelde tarieven geheven.

Artikel 6 Inschrijven en overboeken grafruimten

Voor het inschrijven en overboeken van een ruimte, als bedoeld in artikel 2, onder 1 en 2, ten name van een rechthebbende wordt een recht geheven van € 3,80 ongeacht de afdeling waarin de grafruimte is gelegen.

Artikel 7 Begraafrechten

  • 1. Het recht voor het begraven van een lijk, indien dit geschiedt op maandag tot en met zaterdag van 09.00 tot 15.00 uur, bedraagt:

  • a. Van een persoon van 12 jaar en ouder € 430,00.

  • b. Van een kind beneden de leeftijd van 12 jaar € 215,00.

  • 2. Bovenstaande tarieven gelden ongeacht de afdeling waarin wordt begraven.

Artikel 8 Begraven op andere tijden en dagen

  • 1. De in artikel 7 genoemde rechten worden met 50% verhoogd, indien het begraven of bijzetten, anders dan op last van de burgemeester of van de rechterlijke macht of op medisch advies, geschiedt op andere dan in artikel 7, lid 1, genoemde perioden.

  • 2. Voor het begraven op zondag, anders dan op last van de burgemeester of van de rechterlijke macht of op medisch advies, worden de in artikel 7 genoemde rechten verhoogd met 100%, tenzij drie zondagen onmiddellijk op elkaar volgen.

  • 3. De in het 2e lid genoemde verhoging wordt niet toegepast, wanneer het begraven om godsdienstige redenen op zondag geschiedt.

Artikel 9 Rechten plaatsen opstallen

Voor de vergunning tot het plaatsen of aanbrengen en het hebben en houden van voorwerpen op een gewone grafruimte, alsmede op een gewone grafruimte met grafkelder wordt een recht geheven van € 83,50.

Artikel 10 Ruimen, opgraven en herbegraven

Voor het op aanvraag van rechthebbende ruimen van een graf of voor een verzoek van rechthebbende tot opgraving en/of herbegraving worden de daadwerkelijke kosten in rekening gebracht.

Artikel 11 Grafkelders

Voor de aanleg van een grafkelder wordt een recht geheven van

€ 250,00.

Artikel 12 Onderhoud

Voor het vanwege de gemeente onderhouden van de begraafplaats wordt een recht geheven van € 9,40 per jaar.

Artikel 13 Afkoop

  • 1. De in artikel 12 genoemde jaarlijkse rechten kunnen voor een periode van ten hoogste 20 jaar worden vervangen door een afkoopsom, overeenkomende met het 20-voud van het geldende tarief.

  • 2. Bij afkoop der rechten voor een kortere periode dan 20 jaar, wordt een evenredig deel van de hiervoor vermelde afkoopsom geheven. De afkoopsom wordt in dat geval berekend en de afkoop gaat in met ingang van het belastingjaar, volgende op de datum, waarop de afkoop is vastgesteld. Heeft de betaling van de afkoopsom plaats in de eerste helft van een belastingjaar, dan wordt voor dat jaar de helft van de jaarlijkse belasting geheven.

  • 3. In afwijking van het tweede lid kan het college van burgemeester en wethouders op daartoe gedane aanvraag, indien naar hun mening daartoe aanleiding bestaat, de in artikel 12 genoemde rechten vervangen door een afkoopsom:

    - voor een periode van 40 jaar tegen betaling van 30 maal de in artikel 12 genoemde rechten;

    - voor een periode van 60 jaar tegen betaling van 35 maal de in artikel 12 genoemde rechten;

    - voor een periode van 80 jaar tegen betaling van 40 maal de in artikel 12 genoemde rechten;

    - voor een periode van 100 jaar tegen betaling van 45 maal de in artikel 12 genoemde rechten.

  • 4. Het schoonhouden en het onderhoud van gemeentewege geschiedt in geen geval langer dan tot het tijdstip, waarop de begraafplaats gesloten wordt verklaard.

Artikel 14 Vrijstellingen

  • Geen recht wordt geheven voor:

  • 1. Het ambtshalve inschrijven en overboeken van een grafruimte ten name van een rechthebbende;

  • 2. Het op rechterlijk gezag opgraven en eventueel daarna verkisten van een lijk.

Artikel 15 Wijze van heffing

  • 1. De rechten, met uitzondering van die, bedoeld in artikel 12, worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders stelt de modellen van de in het eerste lid bedoelde bescheiden vast.

  • 3. De rechten bedoeld in artikel 12 worden bij wege van aanslag geheven.

Artikel 16 Sluiting begraafplaats

Bij sluiting van de begraafplaats zal geen restitutie van betaalde rechten plaatsvinden over nog niet verstreken tijdvakken.

Artikel 17 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in artikel 12 en 13 zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingstijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in artikel 12 verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in artikel 12 voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.

Artikel 18 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten als die bedoeld in artikel 12 zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 19 Tijdstip van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de in artikel 16, eerste lid, bedoelde rechten worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving, als bedoeld in het eerste lid van artikel 16.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de in artikel 16, eerste lid, bedoelde rechten worden betaald ingeval de kennisgeving wordt toegezonden, binnen 2 weken na de dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 20 Termijnen van betaling

  • 1. Inafwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de in artikel 16, derde lid, bedoelde aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de in artikel 6, eerste lid, bedoelde aanslagen worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op artikel 19 en artikel 20, eerste lid.

Artikel 21 Kwijtschelding

Bij de invordering van begrafenisrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 22 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 23 Overgangsrecht

De "Verordening begrafenisrechten algemene begraafplaats te Hoogezand, oostzijde Knijpslaan" van 10 november 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 24 lid 2 genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 24 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.

Artikel 25 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening begrafenisrechten algemene begraafplaats te Hoogezand, oostzijde Knijpslaan 2016".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 9 november 2015.

De Raad voornoemd,

Dhr. P.M.M. de Jonge, voorzitter.

               

Mevr. C.A.M. Bodewes, raadsgriffier.