Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Menameradiel

Uitvoeringsregeling beloning gemeente Menameradiel

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Menameradiel
Officiële naam regelingUitvoeringsregeling beloning gemeente Menameradiel
CiteertitelUitvoeringsregeling beloning gemeente Menameradiel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

CAR

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201601-01-2016nieuwe regeling

15-12-2016

Geen.

4

Tekst van de regeling

Nr: 0 Burgemeester en wethouders van de gemeente Menameradiel

Gelet op de invoering van het nieuwe hoofdstuk 3 in de CAR;

Besluiten

Vast te stellen de navolgende “Uitvoeringsregeling beloning gemeente Menameradiel”

1. Inleiding

Per 1-1-2016 wordt een nieuw hoofdstuk 3 CAR ingevoerd. Dit hoofdstuk is voor alle gemeenten bindend en heeft een standaard karakter. Dat betekent dat er, met uitzondering van de in het hoofdstuk genoemde uitzonderingen, geen afwijking mogelijk is ten voordele of ten nadele van de medewerker.

Het nieuwe hoofdstuk 3 sluit aanvullende lokale bepalingen uit. De bestaande lokale bezoldigingsverordening en andere lokale regelingen met betrekking tot belonen worden ingetrokken en verdwijnen.

Afspraken die de gemeente in stand wil houden rondom belonen kunnen op andere wijze lokaal in de vorm van beleid worden vastgelegd. Gemeente Menameradiel wil een aantal afspraken handhaven en heeft deze vastgelegd in deze beleidsregeling.

In deze regeling zijn alle per 1-1-2016 geldende lokale afspraken rondom belonen bij elkaar gezet. De diverse regelingen en/of bijlagen waarin deze afspraken eerder waren geregeld zijn per 1 januari 2016 vervallen.

2. Inpassen nieuwe medewerkers

Artikel 3:3 van de CAR regelt het vaststellen van het salaris (lid 1) en de mogelijkheid om iemand in de aanloopschaal te plaatsen (lid 2).

Werknemers die gedurende 24 maanden aangesteld zijn geweest in de bij de functie behorende aanlooprang, komen in de maand daaropvolgend in aanmerking voor bevordering naar de bij de functie behorende functierang.

3. Salarisverhogingen

Artikel 3:4 van de CAR regelt de salarisverhogingen.

Het tijdstip waarop voor de eerste keer een periodieke verhoging wordt toegekend kan worden vervroegd wanneer daartoe naar het oordeel van burgemeester en wethouders aanleiding bestaat.

Wanneer een werknemer, volgens beoordeling, onvoldoende functioneert kan worden bepaald de salarisverhoging achterwege te laten. Later kan worden bepaald dat de salarisverhoging die achterwege is gelaten al dan niet met terugwerkende kracht kan worden toegekend. Van de beslissing tot het achterwege laten van de salarisverhoging wordt de werknemer zo spoedig mogelijk, en tenminste voordat de salarisverhoging in zou gaan, schriftelijk mededeling gedaan onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid.

4. Inpassing in hogere schaal

Artikel 3:6 van de CAR regelt de inpassing in een hogere (functie)schaal.

Het salaris in de nieuwe schaal wordt vastgesteld op het eerst hogere bedrag in die schaal. Waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe en oude salaris van de werknemer tenminste 75% bedraagt van het salaris dat de werknemer voor het laatst kreeg en het naast hogere bedrag in de oude schaal. Wanneer de werknemer al het maximum van de oude schaal kreeg bedraagt het verschil tenminste 75% van het laatste salaris van de werknemer en het naast lagere bedrag van de oude schaal.

5. Uitloopschaal

Artikel 3:7 regelt de toekenning van en inpassing in een uitloopschaal.

Werknemers die gedurende 24 maanden salaris hebben ontvangen naar het maximum van de functieschaal komen in de maand daaropvolgend in aanmerking voor bevordering naar de bij de functie behorende uitloopschaal.

Voor werknemers in de functieschalen 1 t/m 5 bedraagt de wachttijd 12 maanden.

6. Functioneringstoelage

Artikel 3:8 van de CAR geeft de mogelijkheid voor toekenning van een functioneringstoelage.

De functioneringstoelage kan slechts worden toegekend aan medewerkers die het maximum van de functieschaal hebben bereikt en die blijk hebben gegeven van buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en ijver. Toekenning van een functioneringstoelage is altijd gekoppeld aan de uitkomsten van een formele personeelsbeoordeling.

Als de gronden waarop de functioneringstoelage is toegekend niet meer aanwezig zijn, wordt de toelage ingetrokken.

7. Inconveniententoelage

Artikel 3:14 van de CAR regelt de toekenning van een inconveniententoelage.

Aan de werknemer aan wie het verrichten van zware-, onaangename- of gevaarlijke arbeid wordt opgedragen, wordt een toelage toegekend van € 167,- bruto per jaar.

8. Beloning uitstekend functioneren en/of bijzondere prestaties

Artikel 3:20 van de CAR regelt de mogelijkheid voor toekenning van een beloning bij uitstekend functioneren en/of bijzondere prestaties.

Toekenning van een beloning conform artikel 3:20 CAR vind plaats op basis van de Regeling voor toekenning flexibele beloning.

9. Piketvergoeding

  • 1.

    Expertfunctie Bevolkingszorg Veiligheidsregio Fryslân. Een medewerker kan vanuit de gemeente zijn aangewezen om bij de Veiligheidsregio een expertfunctie in het kader van de bevolkingszorg te bekleden. In dat geval draait de medewerker mee in een 6-wekelijks piketrooster. Hij ontvangt hiervoor een piketvergoeding van € 235,= bruto per maand. De hoogte van de toelage is gekoppeld aan de vergoeding die de gemeente van de Veiligheidsregio Fryslân ontvangt voor deelname aan de beschikbaarheidsdienst.

  • 2.

    Expertfunctie Officier van Dienst Bevolkingszorg Noordwest Fryslân. Een medewerker kan vanuit de gemeente zijn aangewezen om in het district Noardwest een expertfunctie in het kader van Officier van Dienst Bevolkingszorg te bekleden. In dat geval draait de medewerker mee in een 6-wekelijks piketrooster. Hij ontvangt hiervoor een piketvergoeding van € 235,= bruto per maand. De hoogte van de toelage sluit aan bij de vergoeding onder 1.

10. Stagevergoeding

Bij een stage wordt aan de stagiair een vergoeding uitbetaald van € 156,= bruto per maand. Bij een deeltijdstage wordt de stagevergoeding naar rato uitbetaald.

11. Onkostenvergoedingen

  • 1.

    Buitendienstmedewerkers die zijn ingedeeld in de niveaus 1 tot en met 6 ontvangen een onkostenvergoeding van € 159,- netto per jaar. Bedrijfskleding wordt door de werkgever verstrekt.

  • 2.

    Mobiele telefoons worden onder voorwaarden door de werkgever verstrekt. Aan de buitendienstmedewerker die in overleg met de werkgever zijn privé mobiele telefoon gebruikt, wordt een maximale tegemoetkoming in de gesprekskosten van € 20,- netto per jaar toegekend.

  • 3.

    Aan de medewerkers belast met de gladheidsbestrijding die gebruik maken van een privé mobiele telefoon wordt een tegemoetkoming van € 50,- netto per jaar toegekend. Als tegemoetkoming in de gesprekskosten wordt per jaar een bedrag van € 20,- netto toegekend.

  • 4.

    Medewerkers die thuis de was van de gemeente doen krijgen op declaratiebasis een vergoeding van € 6,17 per wasbeurt (€ 0,93 netto, € 5,24 bruto).

12. Overgangsrecht

1.Garantietoelagen en afbouwtoelagen die uiterlijk op 31 december 2015 zijn ingegaan worden gecontinueerd onder de voorwaarden waaronder ze zijn toegekend.
2.Lokale financiële arbeidsvoorwaarden die op al het personeel worden toegepast op 31 december 2015, die zijn opgenomen in de lokale bezoldigingsverordening of rechtspositieregeling en waarvoor in deze regeling geen voorziening is getroffen, komen te vervallen voor het personeel dat vanaf 1 januari 2016 in dienst komt. Voor het zittende personeel wordt deze omgezet in een vast bedrag: de toelage overgangsrecht H3, deel 1.
3.Voor alle overige financiële arbeidsvoorwaarden die in de lokale bezoldigingsverordening of rechtspositieregeling zijn opgenomen (en dus bij de invoering van hoofdstuk 3 nog bestaan), die per 1 januari 2016 vervallen of in hoogte wijzigen en waarvoor in deze regeling geen voorziening is getroffen, wordt op basis van het refertejaar 2014 voor iedere medewerker bepaald:
 Hoe hoog het bedrag is dat de medewerker aan toelagen zou ontvangen volgens de bij overgang geldende regels voor toelagen/vergoedingen;
 Hoe hoog het bedrag is dat de medeweker aan toelagen zou ontvangen volgens de nieuwe systematiek.
   Het verschil vormt de toelage overgangsrecht H3, deel 2.
4.Deel 1 en deel 2 worden bij elkaar opgeteld. Dit is de toelage overgangsrecht H3. Dit bedrag stijgt niet mee met de loonontwikkelingen.
5.Er zijn geen anticumulatiebepalingen.
6.De toelage overgangsrecht H3 is een vast jaarbedrag dat één keer per jaar wordt uitbetaald in de maand december.
7.De toelage overgangsrecht H3 moet minimaal 120 euro op jaarbasis zijn. Als deze toelage lager is, dan wordt deze afgekocht met een éénmalig bedrag ter waarde van 5 jaar.
8.Als een dienstverband in de loop van een kalenderjaar eindigt, dan wordt de toelage overgangsrecht H3 naar rato uitgekeerd.
9.Als een dienstverband in omvang verkleind wordt, dan daalt de toelage overgangsrecht H3 naar rato.
10.Vergroten van de aanstellingsomvang na 31-12-2015 heeft geen effect op de toelage overgangsrecht H3.
11.Lokaal mogen aanvullende afspraken over afkoop, uitruil of betaling in termijnen gemaakt worden.

13. Hardheidsclausule

In gevallen waarin hoofdstuk 3 van de CAR-UWO en de regeling beloningsbeleid gemeente Menameradiel niet voorzien, worden afspraken gemaakt in lijn met deze regeling. De leidinggevende kan hiervoor, na afstemming in het MT, een voorstel doen bij het college van burgemeester en wethouders.

14. Vaststelling en wijziging

Deze lokale beleidsregeling is met instemming van de commissie voor Georganiseerd Overleg op 10 december 2015 vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Menameradiel op 15 december 2015.

Met het vaststellen van deze lokale beleidsregeling vervallen per 1 januari 2016 de volgende regelingen:

  • 1.

    Verordening tot regeling van de bezoldiging van de ambtenaren in dienst van de gemeente Menaldumadeel;

  • 2.

    Reglement drie-rangenstelsel;

  • 3.

    Regeling bereikbaarheid en beschikbaarheid.

    Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de

    gemeente Menameradiel in haar vergadering van 15 december 2015.

de secretaris,de burgemeester,