Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Liesveld

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Liesveld
Officiële naam regelingVerordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning
CiteertitelVerordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp08-1512

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Art. 33, derde lid Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-04-200501-09-2009Onbekend

12-04-2005

Onbekend

2002/075

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Liesveld;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 november 2002, nummer 2002/075;

gelet op artikel 33, derde lid van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2002.

Paragraaf 1 Ambtelijke bijstand

Artikel 1
  • 1. Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b.

      inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn;

    • c.

      bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere

    • d.

      bijstand.

  • 2. De informatie, bedoeld in het eerste lid onderdeel a of b, wordt door de griffier of op verzoek van de griffier door een ambtenaar gegeven.

  • 3. Indien een ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld in het eerste lid onderdeel a of b, stelt hij de secretaris daarvan in kennis. De secretaris beslist.

  • 4. De bijstand, bedoeld in het eerste lid onderdeel c, wordt verleend door de griffier. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier kan worden verleend kan de griffier de secretaris verzoeken een of meer ambtenaren aan te wijzen die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijke verlenen. Onder de door de ambtenaren te verlenen bijstand valt niet het daadwerkelijk opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere stukken voor de gemeenteraad.

Artikel 2
  • 1. Een ambtenaar verleent op verzoek van de griffier of de secretaris ambtelijke bijstand tenzij:

    • a.

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

    • b.

      dit het belang van de gemeente kan schaden;

    • c.

      het gebruik, bedoeld in artikel 1 eerste lid onderdeel c, betreft en het raadslid reeds volledig gebruik heeft gemaakt van het hem op grond van artikel 5, eerste lid, beschikbaar gestelde aantal uren ambtelijke bijstand.

  • 2. De secretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

  • 3. Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de secretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

Artikel 3

Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslis zo spoedig mogelijk over het verzoek.

Artikel 4
  • 1. Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doe hij of de griffier hiervan mededeling aan de secretaris.

  • 2. Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over de zaak.

Artikel 5
  • 1. Elk raadslid heeft per jaar recht op tien uur ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 1 eerste lid onderdeel c.

  • 2. de secretaris houdt een register bij van de verleende ambtelijke bijstand als bedoel in artikel 1 eerste lid onderdeel c, waarin per verzoek om bijstand aan de reguliere ambtelijke organisatie wordt opgenomen;

  • a. welk raadslid om bijstand heeft verzocht;

  • b. over welk onderwerp om bijstand is verzocht;

  • c. welke ambtenaar de bijstand heeft verleend;

  • d. hoeveel tijd het verlenen van de bijstand heeft gekost;

  • e. de reden waarom een verzoek is geweigerd;

  • f. de inhoud van het gegeven advies.

Artikel 6

De secretaris verstrekt de betrokken portefeuillehouder in het college desgewenst een afschrift van het verzoek uit het register.

Artikel 7
  • 1. Een raadslid kan aangeven dat de inhoud van het gegeven advies geheim wordt gehouden.

  • 2. Indien het college ov leden van het college informatie wensen over de inhoud van het gegeven advies wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

Paragraaf 2 Fractieondersteuning

Artikel 8
  • 1. De fracties, zoals bedoeld in artikel 5 van het reglement van orde, ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

  • 2. Deze bijdrage bestaat uit een vast deel van € 500,00 voor elke fractie. Daarnaast ontvangt elke fractie een bedrag van € 100,00 per raadszetel.

Artikel 9
  • 1. Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 2. De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      Uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      Betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      Giften;

    • d.

      Uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

    • e.

      Opleidingen voor raads- en commissieleden.

Artikel 10
  • 1. De bijdrage voor fractieondersteuning wordt, voor 31 januari van een kalenderjaar, als voorschot op dat kalenderjaar verstrekt.

  • 2. In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerster vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

  • 3. Het voorschot wordt verrekend met teveel ontvangen voorschotten in jaren waarvoor de raad de bedragen heeft vastgesteld bedoeld in artikel 13 derde lid.

Artikel 11
  • 1. Indien het zeteltal van een fractie ten gevolge van verkiezingen verandert, wijzigt de bijdrage:

    • a.

      Bij vermindering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt;

    • b.

      Bij vermeerdering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvind.

  • 2. Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 8 tweede lid vastgestelde bijdrage voor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de desbetreffende fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.

  • 3. Bij splitsing van een fractie wordt het aan de oorspronkelijke fractie verstrekte voorschot verrekend overeenkomstig de verdeling die volgt uit het tweede lid.

Artikel 12
  • 1. De raad reserveert het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de bijdrage toekomend aan een fractie ter besteding door die fractie in volgende jaren.

  • 2. De reserve is niet groter dan 30% van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam ingevolge artikel 8.

  • 3. Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve komt tot uitdrukking in de afrekening als bedoeld in artikel 13 over dat jaar. Bevoorschotting vindt desgevraagd plaats.

  • 4. De reserve blijft na verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

  • 5. Als bij zetelverlies de reserve voor de fractie hoger zou worden dan aangegeven in het tweede lid, vervalt het recht op dat meerdere.

  • 6. Bij splitsing van een fractie wordt de reserve verdeeld over de desbetreffende fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden, voor zover deze reserve niet meer bedraagt dan 30% van de bijdrage die de oorspronkelijke fractie in het voorgaande kalenderjaar ontving.

Artikel 13
  • 1. Elke fractie legt, binnen drie maanden na het einde van een kalenderjaar, aan de raad verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning.

  • 2. Controle van het verslag vindt plaats door de teamleider van het team Financiële Ondersteuning (FO). De teamleider FO brengt verslag uit aan de raad.

  • 3. De raad stelt na ontvangst van het advies van de accountant de bedragen vast van:

    • a.

      De uitgaven van een fractie die in het vorige kalenderjaar uit de bijdrage bekostigd zijn;

    • b.

      De wijziging van de reserve;

    • c.

      De resterende reserve;

    • d.

      De verrekening tussen de in onderdeel a. genoemde uitgaven en het ontvangen voorschot en, voor zover nodig, de hoogt van de terugvordering van ontvangen voorschotten.

Paragraaf 3 Slotbepaling

Artikel 14

Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan. Deze 1e wijziging op de Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2002 treedt per direct in werking en werkt terug tot en met het verantwoordingsjaar 2003.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Liesveld d.d. 26 november 2002 en gewijzigd d.d. 12 april 2005.

De plaatsvervangend secretaris, De voorzitter,

I. Bats, drs. mr. B. Koelewijn