Overheidsorganisatie | Gemeente Reeuwijk |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening inzake winkeltijden |
Citeertitel | Verordening winkeltijden Reeuwijk |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Financiën |
Datum inwerkingtreding is bij benadering bepaald
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-1996 | 01-04-2012 | Nieuwe regeling | 10-07-1996 Onbekend | Agendapunt 3, raadsvergadering 10-07-1996 |
De raad van de gemeente Reeuwijk,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 april 1996;
gelet op de winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de volgende: Verordening inzake winkeltijden
In deze verordening wordt verstaan onder:
de wet: de Winkeltijdenwet;
feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede paasdag, tweede Pinksterdag en tweede Kerstdag.
1. Het college van burgemeester en wethouders beslist op een aanvraag van een ontheffing binnen vier weken.
2. Het college van burgemeester en wethouders kan de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen.
1. Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van het college van burgemeester en wethouders.
2. In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college van burgemeester en wethouders onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.
Het college van burgemeester en wethouders kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:
ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;
op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist.
het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;
de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;
van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;
de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.
1. De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid, onder b, van wet, gelden niet op door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen feestdagen, als bedoeld in artikel 1, onder b, van deze verordening, vanaf 12.15 uur.
2. De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.
1. Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag voor de feestdagen, als bedoeld in artikel 1, onder b, van deze verordening, ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, onder b, van de wet vervatte verboden ten behoeve van winkels, die gesloten zijn op de in die verboden bedoelde zon- en feestdagen tussen 0.00 uur en 16.00 uur en waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren worden verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en horecawet.
2. Het college van burgemeester en wethouders kan voor ten hoogste één winkel ontheffing verlenen.
3. Aan de ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.
4. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.
Het college van burgemeester en wethouders kan ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de feestdagen, als bedoeld in artikel 1, onder b, van deze verordening, ten behoeve van:
bijzondere gelegenheden van bijzondere aard;
het uitstallen van goederen.
De in het eerst lid genoemde ontheffing kan worden verleend in geval van: feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen en beurzen.
Het college van burgemeester en wethouder kan bepalen dat de vrijstelling genoemd in artikel 12 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet niet geldt voor de gehele gemeente of voor een of meer delen van de gemeente.
Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag incidenteel ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen.
De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelige wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.
De verboden vervat in artikel 2, eerste lid van de wet gelden, in verband met de omstandigheid dat de gemeente Reeuwijk een watersportgebied bij uitstek is, niet
voor de gehele gemeente Reeuwijk;
gedurende het tijdvlak van 1 april tot 15 oktober;
op zondagen van 10.00 uur tot 17.00 uur;
voor winkels waarin uitsluitend of in hoofdzaak watersportartikelen worden verkocht.
werking treden
Deze verordening treedt in werking op een door burgemeester en wethouders te bepalen tijdstip.
De verordening “Winkelsluitingsverordening Reeuwijk 1995” wordt ingetrokken.
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening winkeltijden Reeuwijk”
Aldus besloten in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Reeuwijk,
gehouden op 10-07-‘96
de secretaris, de burgemeester,