Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bodegraven

Algemene subsidieverordening welzijn Bodegraven 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bodegraven
Officiële naam regelingAlgemene subsidieverordening welzijn Bodegraven 2009
CiteertitelAlgemene subsidieverordening welzijn Bodegraven 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200907-07-2011Nieuwe regeling

18-12-2008

Bodegraafs Nieuwsblad 24-12-2008

Raadsvergadering 18-12-2009; Agendapunt 20a; Raadsvoorstelnr. 63

Tekst van de regeling

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

   
Hoofdstuk 1. INLEIDENDE BEPALINGEN  
   
Artikel 1 Begripsomschrijvingen  
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:  
a)Aanvraag: Een schriftelijk verzoek, dat wil zeggen: op papier ingediend en conform de eisen van artikel 4:2 van de wet, van een belanghebbende aan het college om een besluit te nemen. b)Activiteitenplan: Een overzicht van, of een toelichting op de activiteiten dan wel de uitgangspunten van het beleid waarvoor subsidie wordt gevraagd. c)Beroepskracht: Degene, die tenminste op grond van een arbeidsovereenkomst of een overeenkomst tot het verrichten van enkele diensten tegen een honorering anders dan onkostenvergoeding een functie uitoefent. d)Boekjaar: Een kalenderjaar, tenzij burgemeester en wethouders anders beslissen. e)Burgemeester en wethouders: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bodegraven. f)Egalisatiereserve: De algemene reserve van een instelling, inhoudende het eigen vermogen verminderd met de bestemmingsreserves. g)Gemeenteraad: De gemeenteraad van de gemeente Bodegraven. h)Incidentele subsidie: Een eenmalige subsidie voor activiteiten, niet zijnde van structurele aard. i)Instelling: Een rechtspersoon als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek die aan burgemeester en wethouders subsidie vraagt en zich zonder winstoogmerk de behartiging van de belangen van ideële of materiële aard van de Bodegraafse bevolking of een deel daarvan ten doel stelt. j)Meerjarige subsidie: Subsidie waarbij door middel van één verleningsbeschikking voor meer dan één jaar subsidie wordt verleend. k)Structurele subsidie: Subsidie in de vorm van een periodieke aanspraak op financiële middelen te weten: meerjarige (budget)subsidie en jaarlijkse subsidie. l)Subsidie: De aanspraak op financiële middelen door burgemeester en wethouders verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan betaling voor aan de gemeente geleverde goederen of diensten. m)Subsidieovereenkomst: De overeenkomst ter uitvoering van een beschikking tot subsidieverlening als bedoeld in artikel 4:36, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht n)Subsidieplafond: Het bedrag als bedoeld in artikel 4:22 van de Algemene wet bestuursrecht dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens deze verordening. o)Welzijnsprogramma: De door burgemeester en wethouders jaarlijks vastgestelde concretisering van het subsidiebeleid. p)De wet: De Algemene wet bestuursrecht Artikel 4:36 Awb 1.Ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening kan een overeenkomst worden gesloten. 2.Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de subsidie zich daartegen verzet, kan in de overeenkomst worden bepaald dat de subsidieontvanger verplicht is de activiteiten te verrichten waarvoor de subsidie is verleend.Artikel 4:22 AwbOnder subsidieplafond wordt verstaan: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift.
   
Artikel 2 Subsidievormen  
De gemeente Bodegraven onderscheidt de volgende subsidievormen: meerjarige (budget)subsidie, jaarlijkse subsidie en incidentele subsidie.  
   
Artikel 3 Toepassing verordening  
Deze verordening is van toepassing op door burgemeester en wethouders te verstrekken incidentele, meerjarige en jaarlijkse subsidies alsmede de per boekjaar te verstrekken subsidies aan rechtspersonen als bedoeld in afdeling 4.2.8. van de wet.  
   
Hoofdstuk 2. AANSPRAAK OP SUBSIDIE  
   
Artikel 4 Reikwijdte  
1.Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen voor activiteiten op de volgende beleidsterreinen: ·Jeugd ·Kunst en cultuur ·Zorg ·Sport 2.De activiteiten zoals bedoeld in het eerste lid dienen rechtstreeks gericht te zijn op inwoners van de gemeente Bodegraven en dienen te passen binnen de kaders van het welzijnsbeleid van de gemeente.  
   
Artikel 5 Rechtspersoonlijkheid  
1.Subsidie wordt slechts verleend aan rechtspersonen. 2.In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders subsidie verlenen aan instellingen zonder volledige rechtspersoonlijkheid of aan natuurlijke personen.  
   
Artikel 6Subsidieplafonds  
Burgemeester en wethouders stellen per boekjaar plafonds vast voor de verstrekking van structurele subsidies op de volgende subsidieterreinen: ·Jeugd ·Kunst en cultuur ·Zorg ·Sport  
   
Artikel 7 Verdeling beschikbaar bedrag  
Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks het welzijnsprogramma vast voorafgaand aan het jaar waarvoor de subsidie is bedoeld. In het welzijnsprogramma geven burgemeester en wethouders de wijze aan waarop het beschikbare bedrag wordt verdeeld.  
   
Artikel 8 Aanvullend karakter  
Burgemeester en wethouders verstrekken alleen subsidie indien de activiteiten zonder financiële steun van de gemeente niet of slechts gedeeltelijk kunnen worden georganiseerd.  
   
Hoofdstuk 3. HET SUBSIDIEPROCES  
   
Paragraaf 3.1 Incidentele subsidie  
   
Artikel 9 De aanvraag  
1.Een aanvraag voor incidentele subsidie wordt tenminste zes weken voordat met de activiteiten wordt aangevangen ingediend. 2.In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de in het eerste lid bepaalde termijn. 3.De aanvraag bevat in elk geval a)Een omschrijving van de activiteit(en), de hiermee beoogde doelstelling(en) en de leeftijdsgroep waarvoor de activiteit(en) is/zijn bedoeld. b)Een begroting waarin de inkomsten en de uitgaven betreffende de activiteit(en) zichtbaar worden gemaakt. 4.Burgemeester en wethouders geven een beschikking binnen vier weken nadat de aanvraag is ontvangen.  
   
Artikel 10 Weigeringsgronden  
Buiten de situaties genoemd in artikel 18 van deze verordening kunnen burgemeester en wethouders de verlening van incidentele subsidie weigeren indien in de 24 maanden voorafgaand aan de aanvraag, door de aanvrager tenminste een maal voor een soortgelijke activiteit incidentele subsidie is verleend.  
   
Artikel 11 Nadere regels  
Burgemeester en wethouders kunnen betreffende verstrekking van incidentele subsidie nadere regels stellen.  
   
Artikel 12 Aanvraag tot vaststelling  
1.De aanvraag tot vaststelling van een incidentele subsidie wordt binnen acht weken na afloop van de activiteiten ingediend. 2.In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de in het eerste lid bepaalde termijn. 3.De aanvraag tot vaststelling bevat in elk geval een bewijsstuk waarmee de subsidieontvanger aantoont dat de activiteit waarvoor subsidie is verleend heeft plaatsgevonden.  
   
   
Paragraaf 3.2 Structurele subsidie  
   
Afdeling 1 Subsidieaanvraag  
   
Artikel 13 De aanvraagtermijn  
1.Een aanvraag voor structurele subsidie wordt ingediend vóór 1 juni van het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft. 2.In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders, op aanvraag van een instelling, besluiten af te wijken van de in het eerste lid bepaalde termijn.  
   
Artikel 14 Bescheiden  
1.De aanvraag voor structurele subsidie dient in ieder geval vergezeld te gaan van a)Een activiteitenplan betrekking hebbend op het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, tenzij redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daaraan geen behoefte is; b)Een begroting van baten en lasten betrekking hebbend op het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, tenzij deze voor de berekening van het subsidiebedrag niet van belang is. 2.Burgemeester en wethouders kunnen met betrekking tot de subsidieaanvraag nadere richtlijnen vaststellen, alsmede modellen vaststellen voor de over te leggen bescheiden als bedoeld in het eerste lid.  
   
Artikel 15 Aanvullende bescheiden  
Indien een instelling voor de eerste keer een structurele subsidie aanvraagt kunnen burgemeester en wethouders deze instelling verzoeken de volgende bescheiden bij de aanvraag bij te sluiten: a)een afschrift van de oprichtingsakte dan wel van de meest recente statuten; b)een kopie van een uittreksel van de Kamer van Koophandel; c)de laatst vastgestelde jaarrekening; d)overige door het college van burgemeester en wethouders bepaalde bescheiden.  
   
   
Afdeling 2 Subsidieverlening  
   
Artikel 16 Verleningsbeschikking  
1.Burgemeester en wethouders geven een beschikking omtrent subsidieverlening vóór 1 maart van het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft. 2.Als bijzondere omstandigheden een afgewogen besluit voor de in lid 1 genoemde datum niet mogelijk maken kunnen burgemeester en wethouders met de aanvrager een andere datum overeenkomen.  
   
Artikel 17 Meerjarige subsidie  
1.Meerjarige subsidie kan alleen worden verleend op basis van een onderliggende subsidieovereenkomst. 2.Meerjarige subsidie kan worden verleend voor een periode van maximaal vier jaren.  
   
Artikel 18 Weigeringsgronden  
Naast de situaties genoemd in de artikelen 4:25 en 4:35 van de wet kan de subsidieverlening worden geweigerd indien a)de subsidie niet tijdig is aangevraagd; b)de activiteiten ook zonder financiële steun van de gemeente kunnen worden georganiseerd; of indien gegronde redenen bestaan aan te nemen dat: c) de activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op de gemeente of niet aanwijsbaar ten goede zullen komen aan ingezetenen van de gemeente; d) aan de te subsidiëren activiteit minder dan 25 personen zullen deelnemen, tenzij burgemeester en wethouders anders beslissen; e) de activiteiten uitsluitend een godsdienstige, levensbeschouwelijke of politieke doelstelling beogen; f) de eigen identiteit van een instelling door de uit te voeren activiteiten onvoldoende is gewaarborgd; g) de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden aan het doel waarvoor de subsidie verleend wordt; h) de aanvrager doelstellingen heeft of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde; i) de aanvrager ook zonder subsidieverlening over voldoende gelden kan beschikken om de kosten van de activiteit te dekken dan wel geen pogingen heeft gedaan om daarover te beschikken;Artikel 4:25 Awb 1.(…) 2.Een subsidie wordt geweigerd voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden. 3.Indien niet tijdig, dan wel in bezwaar of beroep of ter uitvoering van een rechterlijke uitspraak omtrent verstrekking wordt beslist, geldt de verplichting van het tweede lid slechts voor zover zij ook gold op het tijdstip, waarop de beslissing in eerste aanleg werd genomen of had moeten worden genomen.Artikel 4:35 Awb 1.De subsidieverlening kan in ieder geval worden geweigerd indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat: a.de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden; b.de aanvrager niet zal voldoen aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen; c.de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn. 2.De subsidieverlening kan voorts in ieder geval worden geweigerd indien de aanvrager: a.in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zouden hebben geleid, of b.failliet is verklaard of aan hem surséance van betaling is verleend of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.
   
   
Afdeling 3 Verplichtingen van de subsidieontvanger  
   
Artikel 19 Mededeling bij wijzigingen  
Van voorgenomen wijzigingen in de statuten of, bij afwezigheid daarvan, de reglementen, alsmede van wijzigingen in de samenstelling van het bestuur doet de subsidieontvanger onverwijld mededeling aan burgemeester en wethouders met het oog op door hen te nemen besluiten omtrent subsidie met inbegrip van wijziging of intrekking.  
   
Artikel 20 Inrichting van de administratie  
1.De administratie van de subsidieontvanger moet zo zijn ingericht dat op een eenvoudige wijze inzicht kan worden verkregen in de bezittingen, vorderingen en schulden van zijn exploitatieresultaten. 2.Burgemeester en wethouders kunnen regels vaststellen over de inrichting van de administratie.  
   
Artikel 21 Controle van de administratie  
1.De subsidieontvanger verleent aan burgemeester en wethouders of aan door of namens hen aangewezen personen de mogelijkheid tot controle van de administratie voor zover het de subsidie betreft. 2.De subsidieontvanger volgt de aanwijzingen op die haar in het belang van een doelmatig beheer en goede administratie door of namens burgemeester en wethouders worden gegeven voor zover het de subsidie betreft.  
   
Artikel 22 Reservevorming  
1.Tenzij bij de subsidieverlening anders is bepaald en mits toestemming door burgemeester en wethouders is verleend, is het de subsidieontvanger toegestaan met de verstrekte subsidie bestemmingsreserves te vormen. 2.Indien de subsidieontvanger een bestemmingreserve wil vormen, dient zij hiertoe schriftelijk een verzoek om toestemming in bij burgemeester en wethouders met een onderbouwing met betrekking tot de toevoegingen en onttrekkingen aan deze reserves. 3.Indien sprake is van reservevorming wordt het verloop van de reserves in het financiële verslag, zoals bedoeld in artikel 27 eerste lid onder b van deze verordening, tot uitdrukking gebracht.  
   
Artikel 23 Vergoeding bij vermogensvorming  
1.In de gevallen bedoeld in artikel 4:41, lid 2 van de wet is de subsidieontvanger aan de gemeente de vergoeding verschuldigd als bedoeld in lid 1 van dat artikel. 2.De vergoeding bedraagt 100 % van de in lid 1 van de wet bedoelde vermogensvorming, waaronder begrepen een batig liquidatiesaldo, tenzij burgemeester en wethouders, na advies van een door hen te benoemen onafhankelijk deskundige, een lager percentage vaststellen. 3.Van het voornemen tot opheffing van een subsidieontvanger geeft het bestuur onverwijld kennis aan burgemeester en wethouders.Artikel 4:41 Awb 1.In de gevallen, genoemd in het tweede lid, is de subsidieontvanger, voor zover het verstrekken van de subsidie heeft geleid tot vermogensvorming, daarvoor een vergoeding verschuldigd aan het bestuursorgaan, mits: a.dit bij wettelijk voorschrift of, indien de subsidie niet op een wettelijk voorschrift berust, bij de subsidieverlening is bepaald, en b.daarbij is aangegeven hoe de hoogte van de vergoeding wordt bepaald. 2.De vergoeding is slechts verschuldigd indien: a.de subsidieontvanger voor de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen vervreemdt of bezwaart of de bestemming daarvan wijzigt; b.de subsidieontvanger een schadevergoeding ontvangt voor verlies of beschadiging van voor de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen; c.de gesubsidieerde activiteiten geheel of gedeeltelijk worden beëindigd;de subsidieverlening of de subsidievaststelling wordt ingetrokken of de subsidie wordt beëindigd, of d.de rechtspersoon die de subsidie ontving wordt ontbonden. 3.De vergoeding wordt vastgesteld binnen een jaar nadat het bestuursorgaan op de hoogte is gekomen of kon zijn van de gebeurtenis die het recht op vergoeding deed ontstaan, doch in ieder geval binnen vijf jaren na de bekendmaking van de laatste beschikking tot subsidievaststelling.
   
Artikel 24 Voordelen  
De subsidieontvanger brengt voordelen uit erfstellingen, legaten, schenkingen en dergelijke ten gunste van de exploitatie van de subsidieontvanger, tenzij ze - naar het oordeel van burgemeester en wethouders - uitdrukkelijk voor kapitaalvorming of reservevorming zijn bestemd en deze bestemming behoort tot de doelstelling van de subsidieontvanger.  
   
Artikel 25 Verplichtingen  
1.Burgemeester en wethouders kunnen aan de subsidieontvanger verplichtingen opleggen met betrekking tot: a)de verzekering van de subsidieontvanger tegen wettelijke aansprakelijkheid; b)de verzekering van de roerende en onroerende zaken van de subsidieontvanger tegen brandschade of andere door hen aangegeven risico's; c)het inschakelen van beroepskrachten en de kwaliteit van deze beroepskrachten; d)de groepsgrootte van deelnemers aan activiteiten; e)de openstelling in uren van een ruimtelijke voorziening voor de gebruikers; f)de samenwerking met andere instellingen; g)de hoogte van de eigen bijdrage die de subsidieontvanger, in welke vorm dan ook, van gebruikers verlangt; h)de kwaliteit en het gebruik van de ruimtelijke voorziening; 2.Burgemeester en wethouders kunnen bij de subsidieverlening ook andere, dan de in het eerste lid genoemde, verplichtingen opleggen voor zover deze strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie. 3.Burgemeester en wethouders kunnen aan de subsidieontvanger verplichtingen opleggen die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie voor zover deze betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht.  
   
   
Afdeling 4 Subsidievaststelling  
   
Artikel 26 De aanvraag tot vaststelling  
1.Indien subsidie is verleend wordt de aanvraag tot vaststelling ingediend vóór 1 juni van het kalenderjaar volgend op het jaar waarop de subsidie betrekking heeft. 2.In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders, op aanvraag van een instelling, besluiten af te wijken van de in het eerste lid bepaalde termijn. 3.Burgemeester en wethouders geven vóór 1 oktober van het jaar volgend op het jaar waarop de subsidie betrekking heeft, een beschikking op de aanvraag tot vaststelling. 4.Burgemeester en wethouders kunnen een meerjarige subsidie jaarlijks geheel of gedeeltelijk ambtshalve vaststellen.  
   
Artikel 27 Bescheiden  
1.De aanvraag tot vaststelling dient in ieder geval vergezeld te gaan van a)Een verslag waarin de subsidieontvanger aantoont dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend zijn uitgevoerd conform de bij de verlening gestelde verplichtingen, tenzij de subsidieontvanger hiervoor bij de subsidieverlening is vrijgesteld. b)Een financieel verslag bevattende de rekening van baten en lasten en de balans met een toelichting daarop van het jaar waarop de verleende subsidie betrekking heeft. 2.Burgemeester en wethouders kunnen met betrekking tot de aanvraag tot vaststelling nadere richtlijnen vaststellen, alsmede modellen vaststellen voor de over te leggen bescheiden als bedoeld in het eerste lid.  
   
   
Afdeling 5 Aanvullende bepalingen  
   
Artikel 28 Toepassing afdeling 4.2.8. Awb  
1.Afdeling 4.2.8 van de wet is van toepassing op per boekjaar verstrekte subsidies ter grootte van € 100.000 of meer. 2.Burgemeester en wethouders kunnen bij de subsidieverlening bepalen dat afdeling 4.2.8 ook voor per boekjaar verstrekte subsidies, anders dan die in het eerste lid genoemd, geldt. 3.Onder opdracht aan een accountant tot onderzoek van het financiële verslag, als bedoeld in afdeling 4.2.8, artikel 4:78, lid 1 van de wet, wordt verstaan: een controleopdracht.Afdeling 4.2.8. Awb Per boekjaar verstrekte subsidies aan rechtspersonenDe wettekst is als bijlage B bij deze verordening opgenomen
   
Hoofdstuk 4. BETALINGEN  
   
Artikel 29 Betaling in termijnen  
1.Subsidiebedragen van € 50.000 of meer worden in vier gelijke termijnen uitbetaald en wel eens per drie maanden. 2.In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders van het bepaalde in het eerste lid afwijken.  
   
Artikel 30 Voorschotverlening  
Burgemeester en wethouders kunnen voorschotten verlenen.  
   
Hoofdstuk 5. SLOTBEPALINGEN  
   
Artikel 31 Evaluatie subsidiebeleid  
Burgemeester en wethouders publiceren tenminste één maal per vier jaren een verslag zoals bedoeld in artikel 4:24 Awb.Artikel 4:24 Awb Indien een subsidie op een wettelijk voorschrift berust, wordt ten minste eenmaal in de vijf jaren een verslag gepubliceerd over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.
   
Artikel 32 Hardheidsclausule  
Burgemeester en wethouders kunnen, mits voldoende gemotiveerd, afwijken van deze verordening voor zover de toepassing ervan leidt tot kennelijke onredelijkheid, buitenproportionele gevolgen of situaties waarmee geen redelijk doel is gediend.  
   
Artikel 33 Inwerkingtreding en overgangsbepalingen  
1.Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2009; 2.Met ingang van 1 januari 2009 vervalt de ‘Algemene subsidieverordening welzijn Bodegraven 2007,’ vastgesteld bij raadsbesluit van 15 november 2007; 3.Op de beslissingen op subsidieaanvragen die voor 1 januari 2009 zijn ingediend blijft de ‘Algemene subsidieverordening welzijn Bodegraven 2007’ van toepassing.  
   
Artikel 34 Citeertitel  
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Algemene subsidieverordening welzijn Bodegraven 2009,’ kortweg ‘ASW 2009.’