Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bergambacht

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bergambacht
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2010
CiteertitelVerordening lijkbezorgingsrechten 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerp
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229 lid 1, aanhef en onderdelen a en b

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-11-200901-01-2011nieuwe verordening

05-11-2009

Gemeentepagina 25-11-2009

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening lijkbezorgingsrechten 2010

De raad van de gemeente Bergambacht;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2010

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats:

    de begraafplaatsen: aan de Achterweg te Ammerstol

    aan de Dijklaan te Bergambacht

    aan het Westeinde te Berkenwoude;

  • b.

    eigen graf:

    een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • c.

    algemeen graf:

    een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    urnennis:

    een nis, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

  • e.

    asbus:

    een bus ter berging van as van een overledene;

  • f.

    urn:

    een voorwerp ter berging van één of meer asbussen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;

  • b.

    het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarieven
  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tabel genoemde eenheid voor een volle eenheid gerekend.

Artikel 6 Belastingjaar
  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 4.4 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing
  • 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 4.2, 4.3 en 4.4 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De overige rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4.2, 4.3 en 4.4 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 4.2 en 4.3 van de tarieventabel verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 4.2 en 4.3 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 4.2, 4.3 en 4.4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling
  • 1. De rechten, bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel moeten worden voldaan uiterlijk drie maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, geldt ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 90,-- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 4.2 en 4.3 van de tarieventabel moeten, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990,worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of schriftelijke kennisgeving.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1.

    De ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2009’ van 16 december 2008 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 5.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2010’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Bergambacht op 5 november 2009

de griffier, de voorzitter,

Tarieventabel behorende bij de "Verordening lijkbezorgingsrechten 2010"

 

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

   

1.1.

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen begraven en begraven houden wordt geheven:

   

1.1.1.

voor een periode van 30 jaar

1.176,21

1.2.

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen wordt geheven:

   

1.2.1

op of in een eigen graf voor een periode van 30 jaar

1.176,21

1.2.2.

in een urnennis voor een periode van 30 jaar

610,66

1.3.

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen verstrooien van as wordt geheven:

   

1.3.1.

in een eigen graf voor een periode van 30 jaar

1.176,21

1.4.

Voor het verlengen van een periode van 10 jaar wordt een recht geheven gelijk aan éénderde deel van de verlening van het uitsluitend recht voor eenzelfde periode van 30 jaar

   
       
 

Hoofdstuk 2 Begraven

   

2.1.

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder

   
 

wordt geheven

1.238,71

2.2.

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden één jaar

   
 

wordt geheven

327,11

2.3.

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar

   
 

wordt geheven

623,16

2.4.

Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht bedoeld in 2.1, 2.2 en 2.3

   
 

verhoogd met

262,29

2.5.

Onder buitengewone uren wordt verstaan: de uren welke genoemd zijn in de Beheers- verordening begraafplaatsen Bergambacht.

   
       
 

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen

   

3.1.

Voor het bijzetten van een asbus wordt geheven:

   

3.1.1.

in een urnennis

623,16

3.1.2.

in een eigen graf

623,16

3.1.3.

in een algemeen graf

623,16

       
 

Hoofdstuk 4 Grafbedekking en onderhoud

   

4.1.

Voor het afgeven van een vergunning voor het plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen, bedoeld in artikel 20 van de Beheersverordening begraafplaatsen Bergambacht, wordt geheven:

   

4.1.1.

voor het stichten van gedenktekenen

100,43

4.1.2.

voor het plaatsen van een zerk

100,43

4.1.3.

voor het aanleggen van een graftuin

100,43

4.1.4.

voor het planten van bomen, per boom

100,43

4.1.5.

voor het planten van heesters en andere gewassen

100,43

4.2.

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de voorwerpen, zoals bedoeld in artikel 20 van de beheersverordening begraafplaatsen Bergambacht, wordt geheven per jaar:

   

4.2.1.

voor gedenktekenen

46,75

4.2.2.

voor een zerk

46,75

4.2.3.

voor een graftuin of andere beplantingen

46,75

4.3.

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van een grafruimte, daaronder niet begrepen het onderhoud van voorwerpen als bedoeld in artikel 20 van de Beheersverordening begraafplaatsen Bergambacht, wordt geheven per grafruimte per jaar:

   

4.3.1.

voor een eigen urnennis

46,75

4.4.

De rechten als bedoeld in onderdeel 4.2 en 4.3 kunnen worden afgekocht:

- voor bepaalde tijd door voldoening van een bedrag bepaald volgens onderstaande tabel. De afkoopsom bedraagt de contante waarde van de op het tijdstip van afkoop nog te verschijnen belastingbedragen, vermenigvuldigd met een hierna te noemen factor.

   
       

Aantal jaren waarvoor wordt afgekocht

Vermenigvuldigingsfactor

   

10

8,92

   

20

16,15

   

30

22,01

   
       
 

Hoofdstuk 5 Inschrijven en overboeken van eigen graven en eigen urnenruimten

   

5.1.

Voor het inschrijven van eigen graven in een daartoe bestemd register

   
 

wordt geheven

7,73

5.1.1

Voor het inschrijven van eigen urnennissen in een daartoe bestemd register

   
 

wordt geheven

7,73

       
 

Hoofdstuk 6 Opgraven, ruimen, verstrooien

   

6.1.

Voor het opgraven van een lijk wordt geheven

1.858,75

6.2.

Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde graf

   
 

wordt geheven

619,36

6.3.

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf zijn de rechten vermeld onder 2.1 tot en met 2.5 van toepassing.

   

6.4.

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven

   

6.4.1.

uit een eigen graf

928,15

6.4.2.

uit een eigen urnennis

622,85

6.4.3.

uit een algemeen graf

928,15

6.4.4.

bij het weer terugplaatsen van de asbus

   
 

wordt geheven

622,85

6.5.

Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven

   

6.5.1.

in een eigen graf

20,23

6.5.2.

in een algemeen graf

20,23

6.5.3.

in een algemeen urnengraf

20,23

6.5.4.

op een verstrooiingsplaats

20,23

6.5.5.

Indien bij de verstrooiing van as per asbus, familieleden aanwezig zijn, worden de tarieven genoemd onder 6.5.1. t/m 6.5.4.

   
 

verhoogd met

20,23

Behorende bij het raadsbesluit van 5 november 2009 tot vaststelling van

de "Verordening lijkbezorgingsrechten 2010".

de griffier,